CVDR3337_1nr 01.14 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007nlregelingZevenaar2018-01-30ZevenaarZevenaar Post, onbekendVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007Gemeentewet art. 147, 149gemeenteraadbestuur en recht2007-12-19De tekst in dit document is vrij van auteursrecht en
databankrecht2008-01-012016-05-06Onbekend07-110bestuurlijke organisatieGeennr 01.14 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007RAADSBESLUITDe raad van de gemeente Zevenaar;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zevenaar:Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007
(07-110)gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van
de Gemeentewet,gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit
raads- en commissieledenb e s l u i t :vast te stellen de volgende verordeningIBegripsomschrijvingen1In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de
Gemeentewet;
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22
maart 1994, Stb. 243;
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk
Besluit van 22 maart
1994, Stb. 244;d.Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20
februari 2001,Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit
wethouders;e.Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van
BinnenlandseZaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;f.Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 16maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;g.Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 12september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de
Gemeentewet;
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de
Gemeentewet.
IIVoorzieningen voor raadsleden2Vergoeding voor de werkzaamhedenDe vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid,
van hetRechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de
minister vanBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 9
vastgestelde maximum.3Onkostenvergoeding1.De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap
verbonden kostenis gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld in tabel II van
hetRechtspositiebesluit raads- en commissieleden.2.Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge
artikel 4,aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de
toepassing vandie wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het
eerste lid deonkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld
in tabelIII van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.4Berekening en betaling vaste vergoedingen1.Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is
geweest ontvangt devergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het
aantaldagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.2.De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3,
geschiedt inmaandelijkse termijnen.5Reis- en verblijfkosten1.Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten
inverband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering
van eenbeslissing van het gemeentebestuur vergoed.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een volledige
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reiskosten;b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de inredelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het
bepaaldein artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie
wethouders.3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen buitenhet grondgebied van de gemeente worden vergoed overeenkomstig het
bepaalde inartikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.6Verblijfkosten(Vervallen)7Cursus, congres, seminar of symposium1.De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen,
seminars ensymposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente
wordenaangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.8Computer en internetverbinding1.Op aanvraag verleent het college een raadslid voor de uitoefening van
hetraadslidmaatschap gedurende een raadsperiode een tegemoetkoming van 400
europer jaar voor de aanschaf en het gebruik van een computer,
bijbehorendeapparatuur, internetverbinding en software.2.Indien geen tegemoetkoming wordt verleend als bedoeld in lid 1 stelt
het college opaanvraag het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van
hetraadslidmaatschap gedurende een raadsperiode een computer,
bijbehorendeapparatuur en software in bruikleen ter beschikking tot een bedrag van
ten hoogste750 euro en verleent het daarnaast op aanvraag een vergoeding van 25
euro per jaarvoor de aanschaf en het gebruik van een internetverbinding.3.Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een
ten laste van degemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en
softwareals bedoeld in het tweede lid ontvangt het raadslid op aanvraag per jaar
eentegemoetkoming van 20 % van de aanschafwaarde voor een periode van drie
jaar.9Kinderopvang(Vervallen)10Spaarloonregeling/levensloopregeling1.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef
en onderdeel f,van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet
alsdienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor
hetgemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.2.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef
en onderdeel f,van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet
alsdienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de
levensloopregeling alsbedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.3.Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid
gebruik maaktvan de wettelijke levensloopregeling.4.Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak openige vergoeding van de gemeente.10aFietsregeling1.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef
en onderdeel f,van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet
alsdienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als
bedoeldin artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze
van hetraadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding
verminderdmet de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.2.Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak openige vergoeding van de gemeente.11Verlaging vergoeding werkzaamheden bij
arbeidsongeschiktheidDe vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op
verzoek van eenraadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in
verband met gehele ofgedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.12Compensatie korting werkloosheidsuitkering1.In het geval een raadslid een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet ontvangten de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze
uitkering tengevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan
de inartikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid
ontvangt,wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag
vanbedoelde korting.2.In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit
Werkloosheidonderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van
artikel 6, vierdelid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van
het uitoefenenvan het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde
vergoedingvoor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding
ten lastevan de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.13Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de
gemeenteraad1.Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan
30 dagenonafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt
voordie waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde
vergoeding voor dewerkzaamheden over de tijd van de waarneming.2.Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van
deonkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.13aZiektekostenvoorziening1.De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als
bedoeld inartikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
bedraagt € 175 perjaar.2.In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar
lid van deraad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste
lid, naarevenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is
geweest.3.De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid,
geschiedt inmaandelijkse termijnen.13bVoorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en
bevalling of ziekte1.De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van
toepassing op hetraadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag
is verleendwegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat
deonkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of
tweede lid,ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die
bepalingen vantoepassing is.2.De artikelen 1 tot en met 7, en 11 tot en met 13a van deze verordening
zijn vantoepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van
eenraadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag
heeft verkregenwegens zwangerschap en bevalling of ziekte.IIIVoorzieningen voor wethouders14OnkostenvergoedingDe vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap
verbonden kosten isgelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld in artikel 25 van
hetRechtspositiebesluit wethouders.15Reiskosten woon-werkverkeer(Vervallen)16Zakelijke reis- en verblijfkosten1.Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor reiskosten ter
zake van reizenten behoeve van de gemeente gemaakt, anders dan reizen
woon-werkverkeer.De vergoeding betreft:a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een
volledigevergoeding van de reiskosten;b.bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in
artikel 4,onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;c.een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakteverblijfkosten.17Dienstauto(Vervallen)18Verblijfkosten(Vervallen)19Buitenlandse dienstreis(Vervallen)20Cursus, congres, seminar of symposium1.De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen,
seminarsen symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente
wordenaangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.2.De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposiumdat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd,
overlegt dit inhet college. De kosten komen voor rekening van de gemeente als het
collegedeelname van belang acht in verband met de uitoefening van het ambt
vanwethouder.21Computer en internetverbinding1.Op aanvraag ontvangt de wethouder voor de uitoefening van het ambt
gedurendeeen collegeperiode een tegemoetkoming van 400 euro per jaar voor de
aanschaf enhet gebruik van een computer, bijbehorende apparatuur,
internetverbinding ensoftware.2.Indien geen tegemoetkoming wordt verleend als bedoeld in lid 1
ontvangt dewethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt ten laste van de
gemeentegedurende een collegeperiode een computer, bijbehorende apparatuur en
software inbruikleen ter beschikking tot een bedrag van ten hoogste 750 euro en
ontvangt hijdaarnaast op aanvraag een vergoeding van 25 euro per jaar voor de
aanschaf en hetgebruik van een internetverbinding.3.Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een
ten laste van degemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en
softwareals bedoeld in het tweede lid ontvangt de wethouder op aanvraag per jaar
eentegemoetkoming van 20 % van de aanschafwaarde voor een periode van drie
jaar.22Mobiele telefoon1.Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van
zijn ambt eenmobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.2.Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor
privédoeleindenis gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de
gesprekskostenplaats.23Spaarloonregeling/levensloopregeling1.De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk
personeelgeldende spaarloonregeling.2.De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in
artikel 19gvan de Wet op de loonbelasting 1964.3.Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder
gebruikmaakt van de wettelijke levensloopregeling.4.Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak openige vergoeding van de gemeente.23aFietsregeling1.De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel
37 van deUitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder
wordt debezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel
eindejaarsuitkeringverminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.2.Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak openige vergoeding van de gemeente.24Reis- en pensionkosten en verhuiskostenDe wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente
beschikt heeftten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de
Regelingrechtspositie wethouders;b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig
hetbepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.25Kinderopvang(Vervallen)IVVoorzieningen voor commissieleden26Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen1.De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie
en haarsubcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads-
encommissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken
enKoninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.2.Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die
als lid van eencommissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in
artikel 96van de Gemeentewet ontvangt.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een
commissie
als raadslid of wethouder;
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van
een ambtelijke of
bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling
diegrotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;c.als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie
ofgroepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in
belangrijkemate het gemeentelijk belang dient.4.Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een
hogerevergoeding vaststellen ten aanzien van:a.een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere
beroepsmatigedeskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan
haarwerkzaamheden is aangetrokken, enb.een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet
geachtkan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn
taaken de omvang van de door hem te verrichten arbeid27Reis- en verblijfkosten1.Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en
niet in zijnhoedanigheid van ambtenaar tot lid van een commissie is benoemd worden
dekosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter
uitvoeringvan een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
De vergoeding in het eerste lid bedoelde vergoeding
betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een volledige
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reiskosten;b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in
redelijkheidgemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel
4,onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.3.De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen buitenhet grondgebied van de gemeente worden vergoed overeenkomstig het
bepaalde inartikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.28Buitenlandse excursie of reis(Vervallen)29Cursus, congres, seminar of symposium1.De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen,
congressen,seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de
gemeenteworden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.30Computer en internetverbinding1.Op aanvraag verleent het college het lid geen raadslid zijnde van
eenraadscommissie als bedoeld in artikel 4 lid 3 van de Verordening op
deraadscommissies van de gemeente Zevenaar voor de uitoefening van
hetcommissielidmaatschap gedurende een raadsperiode een tegemoetkoming van
400euro per jaar voor de aanschaf en het gebruik van een computer,
bijbehorendeapparatuur, internetverbinding en software.VDe procedure van declaratie31Betaling van kostenBetaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
betaling uit eigen middelen; of
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
een gemeentelijke creditcard.
32Declaratie van vooruit betaalde kosten1.Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16,
19, 24 en 27wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model
door hetcollege is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit
zijn betaald.2.Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het
raadslid of hetcommissielid, onderscheidenlijk de wethouder dient het
declaratieformulier binnen 2maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een
door hemaangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele
bewijsstukken.33Rechtstreekse facturering bij de gemeente1.De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24
kanplaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het
raadslid,onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan
degemeente.2.Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door
hetbegeleidingsformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, volledig inte vullen en te ondertekenen.3.Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het
begeleidingsformulier en defactuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de
gemeentesecretarisof de door hem aangewezen ambtenaar.34Gebruik creditcard(Vervallen)VlCiteertitel en inwerkingtreding35Intrekking oude regeling(Vervallen)36InwerkingtredingDeze regeling treedt in werking op 1 januari 2008.37CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
wethouders, raads- encommissieleden Zevenaar 2007.Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Zevenaar,gehouden op 19 december 2007.De griffier, De voorzitter,TOELICHTINGALGEMEENWettelijke regelingenDeze verordening is een uitwerking van en berust op de Gemeentewet, het
Rechtspositiebesluitwethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Regeling
rechtspositiewethouders.VoorbeeldverordeningBij het opstellen van deze verordening is gebruik gemaakt van de
Voorbeeldverordening van deVNG. Die is in veel gevallen exact gevolgd. In enkele gevallen zijn bepalingen
toegesneden opde Zevenaarse situatie. Zie de toelichting bij de afzonderlijke artikelen.De nummering van de voorbeeldverordening is aangehouden. Als gevolg daarvan
staan erartikelen in die op voorhand "Vervallen" zijn. Aansluiting bij de nummering uit
devoorbeeldverordening heeft evenwel de voorkeur. Het voorkomt vergissingen bij
verwijzingennaar andere artikelen en vergemakkelijkt het verwerken van toekomstige
wijzigingen.De voorbeeldverordening heeft uitgebreide achtergrondinformatie in de
toelichting verwerkt. Ziealdaar. De toelichting op deze verordening is beperkt tot de gebruikelijke
wetstechnischekanttekeningen.Hoofdlijnen verordeningDe verordening regelt in hoofdzaak onkostenvergoedingen en een aantal andere,
secundairerechtspositionele voorzieningen. Sommige daarvan zijn erg technisch en
detaillistisch van aard.Dat brengt de materie met zich mee.De verordening bevat ondere andere bepalingen inzake:??de beloning voor de werkzaamheden van raads- en commissieleden (artikelen 2 en
26),waarbij wordt opgemerkt dat voor wethouders niets is opgenomen omdat hunbezoldiging uitputtend is geregeld in het Rechtspositiebesluit wethouders;??een vaste algemene onkostenvergoeding voor wethouders en raadsleden (artikelen
3 en14);??reis- en verblijfkosten van wethouders, raads- en commissieleden (artikelen 5,
6, 15 t/m19, 27 en 28);??beschikbaarstelling van computer- en communicatieapparatuur aan wethouders,
raadsencommissieleden (artikelen 8, 21, 22 en 30) ;??een aantal secundaire voorzieningen voor raadsleden zoals de tegemoetkoming in
dezeiktekostenverzekering (artikel 13a), en voor zowel wethouders als raadsleden
zoals despaarloonregeling of levensloopregeling (artikelen 10 en 23).De loon- en inkomstenbelastingOpting in regelingRaadsleden kunnen opteren voor de loonbelasting. Het raadslid kan met de
gemeenteovereenkomen dat deze loonheffing inhoudt. Dat wordt de “opting in regeling”
genoemd.Daarvoor is tot nu toe door elk raadslid in Zevenaar gekozen. De administratie
van degemeente is zodanig ingericht dat wordt voldaan aan de daaraan gestelde
wettelijke eisen. Ineen gezamenlijke verklaring melden de gemeente en het raadslid aan de
Belastingdienst datwordt geopteerd voor de loonbelasting. Als gezamenlijk wordt gekozen voor
hetloonbelastingsysteem dan draagt de gemeente de ingehouden loonheffing af aan
deBelastingdienstFiscale standaardpositieAls niet voor de loonbelasting wordt geopteerd dan geldt voor het raadslid dat
hij voor de Wetinkomstenbelasting 2001 resultaat uit een werkzaamheid geniet. In dat geval is
hetwinstsysteem van toepassing. Betrokkene moet dan alle ontvangsten verantwoorden
als winsten kan de gemaakte kosten daarop in mindering brengen.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTINGArtikel 2 vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslidIn het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden
voor hunwerkzaamheden een vergoeding ontvangen. Daarin is ook het maximale bedrag van
devergoeding aangegeven en bepaald. De gemeenteraad kan in theorie besluiten naar
benedenaf te wijken; daartoe is geen aanleiding gezien.Raadsleden die een WAO-uitkering ontvangen kunnen sinds 1 januari 2006 verzoeken
hunraadsvergoeding te verlagen. Daardoor kan het nadeel van indeling in een
lagerearbeidsongeschiktheidsklasse worden voorkomen. Deze keuzemogelijkheid moet
bijverordening worden toegestaan en is opgenomen in artikel 11 van deze
verordening.Artikelen 3 en 14 vaste onkostenvergoedingHierin is de vaste vergoeding geregeld voor aan het ambt van wethouder c.q. aan
hetraadslidmaatschap verbonden kosten. In de rechtspositiebesluiten voor wethouders
enraadsleden is het maximale bedrag van de onkostenvergoeding aangegeven en
bepaald. Dezevergoeding kan door de raad op een lager bedrag worden bepaald; daarvoor is hier
nietgekozen.Artikel 5 en 27 reis- en verblijfkosten raads- en
commissieledenDe Gemeentewet voorziet niet in een vergoeding voor ‘woon-werk-verkeer’ voor
raadsleden.Het is dan ook in strijd met artikel 99 van de Gemeentewet als raadsleden van de
gemeenteeen vergoeding ontvangen voor reizen binnen het grondgebied van de gemeente.
Artikel 97 vande Gemeentewet voorziet voor raads- en commissieleden wel in een vergoeding van
de reis- enverblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering
van eenbeslissing van het gemeentebestuur. Aan commissieleden kan krachtens artikel 96,
eerste lid,van de Gemeentewet wel een vergoeding worden gegeven de reis- en verblijfkosten
in verbandmet reizen binnen de gemeente. Daarvoor is (in afwijking van de
voorbeeldverordening) nietgekozen. Voor commissieleden geldt hetzelfde als voor raadsleden en voor
wethouders.Artikel 6 VerblijfkostenVervallen. De regeling van de verblijfkosten is opgenomen in lid 3 van artikel
5. Wetstechnischis dit mooier: voor commissieleden en wethouders is dit ook in één artikel
geregeld, resp. artikel27 en artikel 16.Artikelen 7 en 20 Cursus, congres, seminar of symposiumDeze voorziening is in de bedrijfsvoering gebracht en de kosten komen
rechtstreeks voorrekening van de gemeente. Zij zijn in verband hiermee uit de vaste
kostenvergoeding gehaald.Het gaat om cursussen, congressen e.d. die door of vanwege de gemeente in het
gemeentelijkbelang zijn georganiseerd. Voor andere interessante cursussen, congressen e.d.
kunnenraadsleden in overleg met de fractie desgewenst het fractiebudget aanspreken. De
wethouderpleegt hiertoe overleg met het college.De in deze artikelen bedoelde cursussen en congressen hebben een zakelijk
karakter en zijnaan te merken als beroepskosten waarvan de vergoeding c.q. verstrekking van
loonbelasting isvrijgesteld.Artikel 8, 21 en 30 Computer en internetverbindingDe wet bepaalt dat raadsleden en wethouders recht hebben op: óf een computer
metbijbehoren in bruikleen óf een vergoeding in geld. Bovendien hebben zij recht op
eenvergoeding van de internetkosten, die zij zakelijk voor de gemeente maken. Zie
artikel 27a vanhet Rechtspositiebesluit wethouders en artikel 7a van het Rechtspositiebesluit
raads- encommissieleden. Commissieleden hoeven dit niet, maar mogen dit toegekend
krijgen. Zie artikel14, lid 1 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. In de
verordening is dit allesnader uitgewerkt.Voorop staat een vergoeding in geld. Dit heeft in het algemeen de voorkeur.
Bijna iedereenheeft al een computer. Bovendien vergt een goed werkend bruikleensysteem extra
tijd van deambtelijke organisatie die daarop nu niet is berekend. De vergoeding is dan ook
met opzet ietsgunstiger neergezet dan de bruikleenregeling.Wie desondanks een computer in bruikleen wil - wettelijk bestaat daartoe een
recht - kan inoverleg eenvoudige apparatuur krijgen. De gemeente zorg voor apparatuur, niet
voor hetbeheer.Voor externe commissieleden van de vaste raadscommissies is geregeld dat zij
recht hebbenop een vergoeding in geld.De vergoeding is een bruto vergoeding.Artikel 10 en 23 Spaarloon/levensloopRaadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap en wethouders
kunnendeelnemen aan de spaarloonregeling dan wel aan de levensloopregeling. Een
combinatie vanbeide is niet toegestaan. Evenmin het mogelijk een ‘werkgeversbijdrage’ te
verstrekken. Hetgaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid maar om een fiscale
faciliteit voorwerknemers.Artikel 10a en 23a FietsregelingRaadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap en wethouders
kunnendeelnemen aan de fietsregeling. Het gaat hier niet om een rechtspositionele
aangelegenheidmaar om een fiscale faciliteit voor werknemers. Het is niet mogelijk een
‘werkgeversbijdrage’ teverstrekken. Afhankelijk van de kostprijs van de fiets bedraagt de vermindering
ten hoogste hetbedrag dat in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 is
vastgelegd.Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij
arbeidsongeschiktheidIn de motie Slob (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 800 VII, nr. 21) is aangegeven
dat degemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Om deze
redenmoeten drempels om raadslid te worden of te blijven, worden weggenomen. In WAO
en WIAgeldt het algemene principe dat indien een persoon inkomen uit arbeid geniet,
dit in de regel zalleiden tot verlaging of intrekking van de wettelijke
arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit omdateen dergelijke uitkering is bedoeld om het als gevolg van arbeidsongeschiktheid
ontstaneverlies aan verdienvermogen te vergoeden. Voor raadsleden kan dit ertoe leiden
dat eengeringe verhoging van het inkomen door een raadsvergoeding een grote teruggang
betekentvoor de hoogte van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van
deanticumulatieregeling. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aanvaarding van
een raadszetel ofbij verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden. Op grond van artikel 12 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
kunnen gemeenten hiervoor een voorziening treffen. Die is te vinden in artikel
11 van de verordening. Daarin is geregeld dat op aanvraag een raadslid een
lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat de
anticumulatieregeling zal leiden tot een verlaging van de wettelijkearbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid.Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkeringArtikel 20 van de Werkloosheidswet (WW) komt erop neer dat op het moment dat
iemand eenwerkloosheidsuitkering op grond van die wet ontvangt, nieuwe werkzaamheden
aanvangt, deWW- uitkering wordt gekort met het aantal uren dat in de nieuwe functie wordt
gewerkt. HetBesluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel kent een soortgelijke
bepaling. Dehoogte van het inkomen uit de nieuwe betrekking is daarbij niet relevant. Indien
derhalveiemand tot raadslid wordt gekozen, zal de WW-uitkering worden verlaagd met het
aantal urendat het UWV voor het raads- lidmaatschap in aanmerking neemt. Indien deze
verlaging van deWW-uitkering groter is dan de vergoeding voor de werkzaamheden zal er een
negatiefinkomenseffect optreden. Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt
gemeentende mogelijkheid dit nadeel te compenseren. Dat is geregeld in artikel 12 van de
verordening.Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de
gemeenteraadIn artikel 77 van de Gemeentewet is geregeld dat het voorzitterschap van de
gemeenteraad bijverhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt waargenomen door het
langstzittenderaadslid. De gemeenteraad kan ook een ander raadslid met de waarneming van
hetvoorzitterschap belasten. In overeenstemming met het Rechtspositiebesluit raads-
encommissieleden is in artikel 13 van de verordening geregeld dat bij een
onafgebrokenwaarneming van meer dan 30 dagen het betreffende raadslid over de tijd van
waarneming rechtheeft op een toeslag van 8% van de vergoeding voor de werkzaamheden en van de
vasteonkostenvergoeding.Artikel 13a ZiektekostenvoorzieningOngeacht of een raadslid gekozen heeft voor het fictieve werknemerschap of de
status vanfiscaal zelfstandige moet over de raads- en onkostenvergoeding een
inkomensafhankelijkebijdrage worden betaald van 4,4%. Bij degenen die hebben gekozen voor het
fictievewerknemerschap zoals in Zevenaar wordt deze door de gemeente ingehouden.De raad kan op grond van artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieledenbesluiten dat hiervoor een tegemoetkoming wordt vastgesteld. Dit moet bij
verordening wordenbepaald. Deze tegemoetkoming is door tussenkomst van de VNG tot stand gekomen
opverzoek van een groot aantal gemeenten als reactie op de inhouding van deinkomensafhankelijke bijdrage waardoor de netto raadsvergoeding vermindert.
Detegemoetkoming kan worden gezien als een compensatie hiervoor. Met terugwerkende
krachtkan dit tot 1 januari 2006. Hiervoor is niet gekozen om de schijn te vermijden
dat de raadzichzelf achteraf voordelen toekent. De regeling gaat nu 2008 in.Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en
bevalling ofziekteRaadsleden kunnen tijdelijk worden vervangen wegens zwangerschap en bevalling
dan welwegens langdurige ziekte. Dit artikel regelt een aantal voorzieningen.Artikelen 15 en 16 Reiskosten woon/werk en zakelijke reis- en
verblijfkostenOvereenkomstig hetgeen geldt voor raadsleden en commissieleden is voor
wethouders geenvergoeding voor het woon-werkverkeer opgenomen. Artikel 15 uit de
voorbeeldverordening iszodoende vervallen.Artikel 16 geeft dezelfde regeling voor vergoeding van reiskosten als de
artikelen 5 en 27 voorraads- en commissieleden. In lid 1 onder c is hier de vergoeding voor
verblijfkosten opgenomen,vergelijkbaar met lid 3 van artikel 5 en 27.Artikel 16 lid 1 onder d uit de voorbeeldverordening is niet overgenomen; het
betreft een fiscalemaatregel die in hier niet wordt toegepast.Artikel 17 DienstautoVervallen. Zevenaar kent geen dienstauto.Artikel 18 VerblijfkostenVervallen. Zie artikel 16 lid 1 onder c.Artikelen 19 en 28 Buitenlandse dienstreisVervallen. Voor buitenlandse dienstreizen gelden dezelfde regels als voor reizen
buiten degemeente. Een aparte regeling is overbodig.Artikel 22 mobiele telefoonHet artikel behoeft geen toelichting.Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregelingEen wethouder is een werknemer en kan dientengevolge gebruik maken van despaarloonregeling dan wel de levensloopregeling. wanneer de wethouder gebruik
maakt van degemeentelijke levensloopregeling is het niet toegestaan een levensloopbijdrage
ten laste van degemeente te verstrekken. Wanneer opbouw van de levensloopvoorziening mag
uitsluitend tenlaste van de wethouderswedde plaatsvinden. Aangezien wethouders geen verlof
kennen, is hetslechts mogelijk dat de opgebouwde voorziening bij de beëindiging van het
wethouderschapwordt meegenomen naar een volgende werkgever of dat uitbetaling ineens
plaatsvindt.Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskostenSinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de
gemeenteraadtot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de
gemeente zelfwonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de
gemeentewaar zij wethouder zijn geworden. In artikel 24 is geregeld dat zij bij
verhuizing naar degemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel
voorvergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing. De
vergoedingen zijnonbelast.Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van
commissievergaderingenIn dit artikel is het presentiegeld voor leden van gemeentelijke commissies
geregeld. Dezebepaling geldt niet voor raadsleden en wethouders die in de commissie zitten.
Hun vergoedingis immers al geregeld in de rechtspositiebesluiten en elders in deze
verordening. Uitgezonderdzijn verder onder meer ambtenaren en bestuurders die in die hoedanigheid in de
commissiezitting hebben. Uitgezonderd zijn tenslotte vertegenwoordigers van
belangengroepen e.d. tenzijhun lidmaatschap tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.In artikel 26, eerste lid, is er voor gekozen de hoogte van de vergoeding te
bepalen op het doorde minister vastgestelde maximum. De raad kan ook een lager bedrag vaststellen.
Daarvoor isniet gekozen.Artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt de
mogelijkheid om inde gemeentelijke verordening te regelen dat in bepaalde gevallen een hoger
bedrag aanpresentiegeld wordt toegekend dan het eerder bedoelde maximumbedrag. Dat is
alsmogelijkheid geregeld in artikel 26, vierde lid, van de verordening.Er kan gekozen worden voor een procentuele verhoging, maar het is ook mogelijk
om hetbedrag uit een hogere gemeenteklasse te kiezen.Artikelen 31 t/m 34 De procedure van declaratieIn artikel 31 zijn de drie wijzen van betaling aangegeven. In de artikelen 37
t/m 39 is vervolgensaangegeven in welke gevallen welke betalingswijze aan de orde is en welkeprocedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden.Artikelen 35 t/m 37 Citeertitel en inwerkingtredingGekozen is voor inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2008. Terugwerkende
kracht is intheorie mogelijk, maar niet toegepast om de schijn te vermijden dat bestuurders
zichzelfachteraf extra bevoordelen en omdat het tot ingewikkeldheden leidt in de
uitvoering.