Beleidsregels Social Return Den Haag

Geldend van 25-09-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Social Return Den Haag

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Overwegende dat:

  • -

    Bij besluit van 6 januari 2015 het college de Beleidsregels Social Return Den Haag 2015 heeft vastgesteld (BSW/2014.165, RIS 280010); Deze beleidsregels op enkele punten wijziging behoeven ten opzichte van het besluit zoals vastgesteld op 6 januari 2015. Met het invoegen van deze wijzigingen in de Beleidsregels Social Return Den Haag wordt de inmiddels bestaande praktijk geformaliseerd.

  • -

    De Haagse beleidsregels inclusief de bouwblokken worden aangepast volgens regionale afspraken.

De wijzigingen betreffen:

  • -

    Artikel 1 sub a komt te vervallen. Hierdoor worden sub b t/m i vernummerd naar sub a t/m h.

  • -

    In Artikel 1 sub b wordt de portefeuille “Werkgelegenheidsprojecten” vermeld in plaats van “Werken”, om verwarring met de aanbestedingsrechtelijke term Werken te voorkomen.

  • -

    Artikel 1 sub c vermeldt de nieuwe Europese drempelwaarde van €209.000 in plaats van €207.000.

  • -

    Artikel 1 sub d is aangevuld met een nadere uitleg van het begrip inschrijfsom.

  • -

    Artikel 1 sub f, de omschrijving is voluit geschreven volgens de aanbestedingswet.

  • -

    Artikel 1 sub i is aangevuld met de ontbrekende doelgroepen uit het bouwblokkenmodel. Dit is geen wijziging van het beleid, aangezien deze doelgroepen ook extern zijn gecommuniceerd in het Haagse bouwblokkenmodel.

  • -

    Artikel 2 lid 3 is verwijderd. Dit artikel zorgde voor onduidelijkheid in de praktijk.

  • -

    Artikel 3 lid 2 wordt toegevoegd om de rol van de opdrachtgever te beschrijven.

  • -

    Artikel 4 lid 4 is aangepast om aan te geven dat afwijken van de 5%-regel altijd moet worden gemotiveerd.

  • -

    Artikel 7 is aangepast in de verwijzing naar de eerdere beleidsregels.

Besluit:

  • I.

    Bijgaande Beleidsregels Social Return 2016 vast te stellen

  • II.

    De gemeenteraad i.c. de commissie Samenleving hiervan op de hoogte te stellen (conceptbrief bijgaand).

  • III.

    Dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Den Haag, 28 juni 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris, de burgemeester,

Mw. A.W.H.Bertram J.J. van Aartsen

BeleidsregelsSocial Return Den Haag 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    Bouwblokkenmodel: Voor de waardering van de inzet maakt de gemeente gebruik van de tabel die is opgenomen in bijlage 1. Deze tabel kan jaarlijks worden aangepast door de directeur SZW belast met de portefeuille Werkgelegenheidsprojecten.

  • b)

    Drempelbedrag Social Return: het bedrag dat is opgenomen als drempelwaarde voor het volgen van een Europese aanbestedingsprocedure voor decentrale overheden voor leveringen en diensten. Ten tijde van het vaststellen van deze beleidsregels is dit bedrag € 209.000.

  • c)

    Inschrijfsom: het bedrag of de bedragen in euro waarmee is ingeschreven, gerekend over de gehele opdracht. De term inschrijfsom staat gelijk aan de aanneemsom die bij werken veelal wordt gebruikt.

  • d)

    Opdrachtnemer: de onderneming aan wie een opdracht door de gemeente Den Haag is gegund waar Social Return op van toepassing is.

  • e)

    Opdrachtwaarde: De opdrachtwaarde die door de aanbestedende dienst wordt geraamd.

  • f)

    Overeenkomst: Overeenkomst tussen de gemeente Den Haag en opdrachtnemer.

  • g)

    Werkgeversservicepunt (hierna afgekort tot WSP): het onderdeel van de gemeentelijke organisatie verantwoordelijk voor de re-integratie van werkzoekenden en matching van werkzoekenden en werkgevers.

  • h)

    Werkzoekenden: Onder werkzoekende wordt verstaan:

    • ·

      Personen als werkloos werkzoekend ingeschreven, al dan niet met een uitkering op grond van de Werkloosheidwet of Participatiewet. Tot werkzoekenden behoren eveneens personen die beschut werk verrichten als bedoeld in de Participatiewet;

    • ·

      Personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA/Wajong);

    • ·

      Personen die vallen onder de werkingssfeer van de WSW;

    • ·

      HBO-studenten die een stageplek zoeken;

    • ·

      (MBO-)studenten die een stageplek (BOL) of werkplek (BBL) zoeken;

    • ·

      PrO/VSO-leerlingen die een werkplek zoeken.

Tot werkzoekenden behoren tevens personen die minder dan 12 maanden voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst arbeid hebben aanvaard bij de opdrachtnemer en daarvoor tot een van voornoemde categorieën behoorden.

Artikel 2 Werkingssfeer

  • 1) Bij aanbestedingen met een geraamde opdrachtwaarde hoger dan het drempelbedrag Social Return past de gemeente Den Haag Social Return toe.

  • 2) De beleidsregels zijn van toepassing op aanbestedingen van Werken, Diensten en Leveringen.

  • 3) Het Werkgeversservicepunt is het centrale contactpunt en meldpunt waarlangs de toets op de toepassing van de beleidsregels Social Return plaats heeft.

Artikel 3 Vorm

  • 1) Indien de regeling Social Return Den Haag van toepassing is, vermeldt de gemeente dit bij de aankondiging van een aanbesteding.

  • 2) De gemeente Den Haag bepaalt als opdrachtgever welk percentage Social Return zal worden opgenomen bij de aanbesteding.

  • 3) De regeling Social Return wordt als aanvullende bijzondere voorwaarde opgenomen in het inkoopkader, bestek, de offerteaanvraag of het programma van eisen.

  • 4) Indien de gemeente tot het oordeel komt dat onvoldoende plaatsing van werkzoekenden kan worden gerealiseerd op de opdracht, kan de gemeente als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde opnemen dat bij de uitvoering van de opdracht gebruik wordt gemaakt van alternatieve inzet, ook co-creatief genoemd. Dit wordt vooraf vastgelegd in het inkoopkader, bestek, de offerteaanvraag of het programma van eisen. In dat geval leveren ondernemers op een andere, nader af te spreken wijze hun bijdrage aan de re-integratie en participatie van werkzoekenden.

  • 5) Als naar het oordeel van de gemeente de realisatie van Social Return meer is gediend via het stellen van op Social Return gerichte gunningscriteria kan de gemeente daartoe overgaan indien de aard van de opdracht voldoende verband houdt met het te realiseren doel van Social Return.

Artikel 4 Verplichting opdrachtnemer (Social Return)

  • 1) De partij aan wie een opdracht is gegund waar de regeling Social Return op van toepassing is laat een deel van de opdracht uitvoeren door werkzoekenden.

  • 2) De opdrachtnemer gebruikt voor de uitvoering van de het voorgaande lid genoemde verplichting ten minste 5% van de inschrijfsom.

  • 3) De beoordeling van de waardering van de inzet van werkzoekenden geschiedt overeenkomstig de bouwblokkenmethode.

  • 4) In afwijking van het hiervoor bepaalde kan de gemeente een percentage van ten minste 2% hanteren, rekening houdend met de aard van de opdracht, de mate van specialistische arbeid en of er sprake is van een arbeidsextensieve opdracht.

  • 5) In bijzondere gevallen kan de gemeente gelet op de aard of duur van de opdracht danwel gelet op de regionale arbeidsmarktsituatie afwijken van de hiervoor genoemde percentages.

    Artikel 5 Verantwoordingsverplichtingen

    • 1)

      De opdrachtnemer verstrekt volgens afgesproken termijnen een overzicht van de geleverde Social Return-prestatie op een volgens een door de gemeente vastgestelde wijze.

    • 2)

      Ook als de opdrachtnemer met onderaannemers werkt, blijft eerstgenoemde eindverantwoordelijk voor de uitvoering van verplichtingen genoemd in artikel 4.

    Artikel 6 Handhaving

    Burgemeester en wethouders gaan na op welke wijze gevolg wordt gegeven aan deze beleidsregels en zullen indien dat naar hun oordeel noodzakelijk is daartoe nadere beleidsregels vaststellen.

    Artikel 7 Invoering en overgangsbepalingen

    • 1)

      Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Social Return Den Haag 2016”, en treden in werking vanaf 1 juli 2016.

    • 2)

      De “Beleidsregels Social Return Den Haag 2015” blijven van toepassing op de afwikkeling van de aanbestedingen die zijn gepubliceerd voor 1 juli 2016.

    Toelichting

    Social Return is een instrument om via het gemeentelijk inkoopbeleid vorm te geven aan maatschappelijke doelstellingen. Zo maakt de gemeente werk van inkoopkracht. Dat doet de gemeente door het strategisch combineren van doelstellingen en het aanwenden van inkoopkracht om sociale en economische doelstellingen samen met ondernemers te realiseren. Daarbij hanteert de gemeente als haar visie:

    • -

      Werkgevers worden optimaal ondersteund onafhankelijk van hun rol (opdrachtnemer, ondernemer, vrager naar personeel)

    • -

      De gemeente biedt extra kansen op werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt

    • -

      De gemeente realiseert maatschappelijke doelstellingen (PPP) via inkoopkracht; we kopen niet alleen een ‘product’ (een weg, een schoongemaakt gebouw, kerstpakketten of een opknapbeurt voor een gemeentelijk gebouw), maar zorgen dat dat ook gebeurt op een manier die bijdraagt aan maatschappelijke doelen. Social Return is er daar een van.

    De Beleidsregels Social Return Den Haag 2016 zijn een uitwerking van het gemeentelijk inkoopbeleid en volgen dezelfde uitgangspunten als de Beleidsregels Social Return Den Haag 2015.

    Inbesteden voor aanbesteden

    Inkopen (via aanbesteding) volgt pas nadat vastgesteld is, dat de gemeente zelf de taak niet kan uitvoeren. Om die reden is in het gemeentelijk inkoopbeleid al eerder vastgelegd dat de gemeente eerst nagaat of de Haeghe Groep (of een andere gemeentelijk dienst) de betreffende dienst kan leveren c.q. de werkzaamheden kan verrichten of de levering kan doen. De inkoper kan advies inwinnen bij Werkgeversservicepunt (WSP) of inbesteding mogelijk is. WSP faciliteert de inkoper door te onderzoeken bij het SW-bedrijf of de gevraagde dienst geleverd kan worden (idem voor werken of leveringen). WSP stelt de inkoper hiervan op de hoogte.

    Werkingssfeer

    De gemeente past het Social Return beleid toe op aanbestedingen boven het drempelbedrag van de Europese aanbestedingsprocedure voor decentrale overheden voor Leveringen en Diensten op grond van de Aanbestedingswet. Dit bedrag hanteert de gemeente als het drempelbedrag voor de toepassing van Social Return. Daarmee ontstaat uniformiteit in de drempelwaarden. Op dit moment is het drempelbedrag € 209.000. De regeling is ook van toepassing op Werken vanaf hetzelfde drempelbedrag.

    In beginsel wordt de Social Return verplichting opgelegd als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde. Er wordt geen Social Return voorwaarde opgenomen als op voorhand vaststaat dat de opdracht onvoldoende arbeid bevat om toe te passen. De gemeente maakt hierin een overweging door onder andere rekening te houden met de aard van de opdracht, de mate van specialistische arbeid en of er sprake is van een arbeidsextensieve opdracht.

    De gemeente hanteert in haar aanbestedingsbeleid drempelbedragen in euro (€) en exclusief BTW. Zie: http://www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Aanbestedingsrichtlijn-procedure-drempelbedragen.htm (met dien verstande dat het drempelbedrag Social Return voor Werken gelijk is aan de drempelwaarde voor diensten en leveringen waarop de Europese aanbestedingsprocedure van toepassing is).

    Intern: De geraamde opdrachtwaarde die is gemoeid met de opdracht en de samenstellende delen, worden binnen de gemeente geïnventariseerd op basis van het intake-formulier dat de inkopers hanteren. Op deze wijze kan worden bepaald of Social Return van toepassing is.

    Intern: De aanbestedende dienst (opdrachtgever) neemt voor het publiceren van een opdracht contact op met het Werkgeversservicepunt met als doel:

    • -

      te beoordelen of inbesteding mogelijk is;

    • -

      te beoordelen of de regeling Social Return van toepassing is;

    -of in dit kader de inzet van werkzoekenden verplicht gesteld wordt óf dat gebruik wordt gemaakt van alternatieve inzet (co-creatief).

    Gevolgen regeling Social Return voor ondernemers

    Bedrijven die al ervaring hebben met Social Return, melden dat de regeling winst kan opleveren. Door werkzoekenden in te schakelen voor ondersteunende werkzaamheden, heeft het gekwalificeerde personeel meer tijd voor het specialistische werk. Bovendien geven opdrachtnemers aan dat de uitvoering van de regeling in de praktijk meevalt, omdat maatwerk het uitgangspunt is. De projectmanager van het Werkgeversservicepunt kan helpen bij het vinden van geschikte werkzoekenden.

    Uitvoering

    Het Werkgeversservicepunt is het centrale contactpunt en meldpunt waarlangs de Social Returntoets plaats heeft. Ook voor ondernemers is WSP (na gunning) het contactpunt voor de uitvoering van de regeling.

    Werkgeversservicepunt Den Haag Binckhorstlaan 119 2516 BA Den Haag E-mail: sociaalondernemen@denhaag.nl

    Telefoon 070 7527750

    Verplichtingen

    De gemeente Den Haag zet haar Social Return beleid voort. De basis is ten minste 5% Social Return van de inschrijfsom bij opdrachten boven de Europese aanbestedingsgrens voor diensten en leveringen (209.000 euro). Meer waar dat mogelijk is. Dit percentage past bij de algemene norm in het land. In sectoren waar percentages structureel hoger zijn, houdt de gemeente daar rekening mee. In de afweging betrekt ze de implicaties voor de bedrijfsvoering. Daarbij heeft de gemeente oog voor de omvang van de opdracht, de schaalgrootte van bedrijven in een specifieke sector of regio en de regionale arbeidsmarkt. Dit doet ze voordat een bestek wordt gepubliceerd.

    Om het MKB en andere bedrijven tegemoet te komen, mogen zij ook personen meetellen die in de afgelopen 12 maanden op een andere opdracht van ons of een andere gemeente geplaatst zijn (duurzame plaatsing). De gemeente kiest voor het maximaal meetellen van een termijn van 12 maanden per geplaatste medewerker, omdat dit een termijn is waarbinnen gebruikelijkerwijs ook duidelijkheid bestaat over het verlenen van een arbeidsovereenkomst voor langere duur. De gemeente wil immers dat er echte banen worden gecreëerd en dat mensen duurzaam aan de slag zijn. In dat kader kunnen in overleg met het Werkgeversservicepunt ook opleidingskosten meetellen voor de Social Returnverplichting. Ook een plaatsing elders in het bedrijf (niet direct op de opdracht) telt.

    Vorm

    Voor de bepaling van de toepassing en de hoogte van Social Return maakt Werkgeversservicepunt (WSP) voor publicatie van het inkoopkader, het bestek, de offerteaanvraag of het programma van eisen een afweging. De kwaliteit of het vereiste resultaat van de gegunde opdracht mag niet door de aanvullende uitvoeringsvoorwaarde worden geschaad. In de afweging betrekt Werkgeversservicepunt de implicaties voor de bedrijfsvoering, waarbij de schaalgrootte van bedrijven in de sector in ogenschouw wordt genomen. Ook beziet de gemeente de arbeidsmarktsituatie, om te voorkomen dat Social Return een onevenredige belasting vormt of verdringing optreedt.

    De gemeente wil de administratieve belasting voor ondernemers verkleinen en de dienstverlening vanuit WSP voor ondernemers optimaliseren. Zo kan WSP bijvoorbeeld bij een vroegtijdige aankondiging van een aanbesteding zo nodig werkzoekenden voorbereiden op plaatsing in een bepaalde branche door geschikte kandidaten voor te selecteren of trainingen voor hen te verzorgen.

    De gemeente heeft tot nu goede ervaringen met de toepassing van Social Return als uitvoeringsvoorwaarde. Dat betekent dat elke aanbieder vooraf weet dat Social Return van toepassing is en dat het niet naleven van deze voorwaarde betekent dat de prestatie niet is geleverd. Door vooraf duidelijkheid te geven over de omvang van het percentage Social Return ontstaat meer transparantie.

    Verantwoordingsverplichtingen

    WSP heeft een elektronisch format (Wizzr) waarin de gegevens bij de opdrachtnemer worden uitgevraagd. Aan de hand van de verstrekte gegevens kan de gemeente vaststellen of aan de Social Return voorwaarden is voldaan. De noodzakelijke gegevens zien in ieder geval op de naam- en adresgegevens van de opdrachtnemer en gegevens ten aanzien van het personeel dat is ingezet ten behoeve van de Social Return prestatie. Door het toepassen van de bouwblokkenmethode wordt de hoeveelheid in te voeren gegevens in zowel omvang als detaillering beperkt. Zo is het gevolg van de toepassing van de bouwblokkenmethode, dat geen precieze salariskosten behoeven te worden bijgehouden en opgegeven. In gevallen waarin de Social Return voorwaarde op een andere manier wordt ingevuld, voorziet het format in een bij die vorm passende uitvraag.

    Handhaving

    Als de opdrachtnemer niet aan de contractuele verplichtingen op het gebied van Social Return voldoet, dan zullen de uit hoofde van de overeenkomst verschuldigde betalingen worden verminderd met het bedrag dat, ten onrechte, niet ten behoeve van Social Return is ingezet. Als de gemeente al heeft betaald, dan wordt het bedrag teruggevorderd. Aangezien de regeling Social Return in dit opzicht geen rechtstreekse werking kan hebben, wordt deze bepaling opgenomen in de overeenkomst of het bestek.

    Experimenten

    De gemeente wil het rendement van het instrument verhogen door meer aan te sluiten bij wensen van ondernemers. Dat doet ze door experimenten met een bredere en creatieve toepassing van Social Return bij opdrachten tussen de 100.000 en 209.000 euro. De gemeente zoekt de ruimte hiervoor binnen de bestaande Europese en landelijke regelgeving ten aanzien van aanbestedingen. In deze experimenten is het mogelijk dat bedrijven bijvoorbeeld ideeën en projecten vanuit de wijken realiseren door nauwere samenwerking van het WSP met de stadsdeelorganisaties, corporaties, wijkwelzijnsorganisaties en de programma-organisatie decentralisaties sociaal domein. Belangrijk is dat de activiteit voor de doelgroepen direct, danwel indirect bijdraagt aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Behalve in de vorm van de sociale tegenprestatie kan ook worden geëxperimenteerd met de wijze waarin deze in de aanbestedingsstukken worden vormgegeven, bij voorbeeld als gunningscriterium in plaats van uitvoeringsvoorwaarde. Artikel 3, lid 4 en 5, maken deze experimenten mogelijk. We gaan na wat we hiervan kunnen leren. Dat kan op termijn leiden tot aanpassing van de formele regeling.

    Bijlage 1. Bouwblokken Social Return

    1. Creëren van banen*

    Bouwblok

    Invulling

    Waarde per jaar op basis van 36 uur

    Zonder uitkering

    Werkzoekend zonder uitkering**

    € 5.000

    Zonder uitkering

    Jongeren zonder startkwalificatie

    € 10.000

    Leerling / student stage

    Stagiair mbo, hbo

    € 5.000

    Leerling / student stage

    Stagiair VSO/PrO

    € 7.500

    Leerling / student stage

    Leerwerkbaan mbo BBL maximaal niveau 2 (dienstverband- maximaal 24 maanden)

    € 25.000

    Leerwerkbaan mbo BBL niveau 3 en hoger (dienstverband- maximaal 36 maanden)

    € 15.000

    Met uitkering

    WW

    € 10.000

    Met uitkering

    WIA

    € 20.000

    Met uitkering

    Participatiewet

    € 30.000

    Met uitkering

    Banenafspraak (ook: Wajong, WsW, doelgroepregistratie)

    € 50.000

    Bonus

    55+

    € 10.000

    Bonus

    Opleidingskosten en bijzondere begeleidingskosten

    Gemaakte kosten

    Bonus

    Dienstverband VSO/ Praktijkonderwijs (na een stage van minimaal 6 maanden)

    € 25.000

    Bonus

    Dienstverband arbeidsbeperking inclusief Individuele Plaatsing en Steun (IPS)***

    € 10.000

    * Bedragen gebaseerd op 1 jaar, 36 uur full-time dienstverband c.q. stage, anders naar rato.

    Kandidaat telt maximaal 12 maanden mee. Kandidaat met arbeidsbeperking telt maximaal 24 maanden mee. Kandidaat gestart binnen 12 maanden voorafgaand aan contract mag meetellen.

    ** Niet-uitkeringsgerechtigde, persoon als bedoeld in de wet, artikel 6, lid 1 onder a.

    *** Niet van toepassing op Banenafspraak en WIA.

    2. Investeren of participeren in kandidaatontwikkeling

    Bouwblok

    Invulling

    Waarde

    Social returnproject

    Co-creatief project gericht op kandidaatontwikkeling

    Waarde traject

    Sociaal inkopen

    Bij het SW-bedrijf of een door de regio erkende sociaal ondernemer

    Betaalde factuur

    3. Maatschappelijke activiteit gericht op arbeidsparticipatie

    Bouwblok

    Invulling

    Waarde

    Maatschappelijke activiteit

    Op basis van een plan van aanpak

    € 1.000 per dag of waarde van het traject

    Met dit bouwblokkenmodel heeft de gemeente een sturingsinstrument in handen om bij te dragen aan de realisatie van de gewenste beleidsdoelstelling: meer mensen aan het werk.

    Daarbij heeft de gemeente de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    • a.

      Eenvoud in de toepassing van Social Return, voor werkgevers én voor uitvoering

    • b.

      Onderscheid naar doelgroepen

    • c.

      Onderscheid met weging van drie factoren: schadelastbeperking, mate van arbeidsbeperking en afstand tot de arbeidsmarkt.

    In het overzicht zijn verschillende wegingsfactoren voor toekenning van de waarde van Social Return betrokken. Deze factoren hangen deels met elkaar samen. Hierbij een beknopte toelichting op de afweging in hoofdlijnen.

    • 1.

      Social Return is een gemeentelijke regeling. De weging van de factor schadelastbeperking telt zwaarder bij doelgroep van de gemeente.

    • 2.

      De schadelastbeperking voor de gemeente is het hoogst bij mensen in de Participatiewet en die eventueel op een WSW wachtlijst staan. De beperking van schadelast is het allerhoogst bij mensen die een WSW dienstverband hebben.

    • 3.

      Schadelastbeperking bij leerlingen van BOL en BBL ligt meer in de toekomst: als jongeren vanuit school aan het werk gaan, hoeven ze geen beroep te doen op de gemeente. Ook het niveau van de opleiding is als wegingsfactor gehanteerd, omdat met name de inzet van social return ten behoeve van de meest kwetsbare groepen wordt beoogd.

    • 4.

      Weging van factor arbeidsbeperking hangt samen met verschillende facetten: de mate van productiviteit, de mate van beperking en de (noodzaak tot) inzet van voorzieningen, maar ook de mate van medisch/psychisch/sociale beperkende omstandigheden etc. Wanneer sprake is van een arbeidsbeperking, is de weging van deze factor voor alle kandidaten gelijk, los van uitkering. Eenvoud is het devies.

    • 5.

      Voor 55+ geldt een bonus, omdat leeftijd kan worden gezien als beperkende factor in relatie tot arbeid.

    • 6.

      De weging van de factor afstand tot de arbeidsmarkt hangt ook samen met verschillende factoren: huidig loon in SW kan beperking zijn in relatie tot aanvaarden werk bij reguliere werkgever. BBL is vaak van toepassing voor jongeren die beter in de praktijk kunnen leren. Voor de doelgroep Participatiewet is duur van de uitkering relevant.