Subsidieverordening behoud van de stolp Medemblik 2012, regelende het verlenen van subsidies voor restauratiewerkzaamheden ten behoeve van het behoud van stolpen in de gemeente Medemblik

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening behoud van de stolp Medemblik 2012, regelende het verlenen van subsidies voor restauratiewerkzaamheden ten behoeve van het behoud van stolpen in de gemeente Medemblik

Subsidieverordening behoud van de stolp Medemblik 2012, regelende het verlenen van subsidies voor restauratiewerkzaamheden ten behoeve van het behoud van stolpen in de gemeente Medemblik

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Aanvrager: de eigenaar, die op grond van deze verordening subsidie en/of een lening aanvraagt. Bij twee aanvragers ten aanzien van eenzelfde stolp gelden deze gezamenlijk als aanvrager;

b. Eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van een stolp of het recht van opstal heeft;

c. Plan: de te treffen maatregelen;

d. Stolp: een Noordhollandse of Westfriese stolpboerderij met landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde, al dan niet in gebruik als woonstolp, gelegen in de gemeente Medemblik.

e. Restauratiewerkzaamheden: werkzaamheden aan een stolp, het normale onderhoud te boven gaand, die voor het herstel van de stolp noodzakelijk zijn;

f. Monumentenwet 1988: wet van 23 december 1988, Stb 638, en zoals sindsdien gewijzigd;

g. Provinciale monumentenverordening: verordening op het behoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten in Noord-Holland van 12 december 1995 en zoals sindsdien gewijzigd;

h. Casco: de hoofdstructuur van de stolp bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven;

i. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in titel 4.2. van de Algemene Wet Bestuursrecht;

j. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik.

Artikel 2 Bevoegd bestuursorgaan

1. Het college is bevoegd met inachtneming van het bepaalde in deze verordening te beslissen op aanvragen om subsidie voor restauratiewerkzaamheden ten behoeve van het behoud van stolpen in de gemeente Medemblik;

2. Het college kan aan zijn besluit nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 3 De aanvraag

1. Aanvragers kunnen bij de gemeente een aanvraagformulier verkrijgen;

2. Het aanvraagformulier wordt door de aanvrager bij het college ingediend, waarbij de volgende stukken worden overgelegd:

• een onafhankelijk rapport van een deskundige met een technische onderbouwing van het plan;

• eventuele bijbehorende verklaringen en aanwijzingen van de nutsbedrijven;

• een gespecificeerde begroting van de kosten;

• een bestek;

• bouwkundige tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1:100);

• een opgave van verzoeken om financiële steun op grond van andere regelingen en de daarop verkregen beslissing;

• een bewijs van eigendom (gewaarmerkt afschrift koopakte) en een gewaarmerkt uittreksel uit de kadastrale legger;

3. Alle aanvragen op voet van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het stuk dat als laatste is ingediend om een eventueel niet complete aanvraag te completeren.

Artikel 4 Voorwaarden

Subsidie kan worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

1. het casco verkeert in een redelijk goede staat, zodat het object is te restaureren zonder volledige afbraak;

2. de stolp is van algemeen belang voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;

3. indien voor de uitvoering van de werkzaamheden vergunningen nodig zijn dienen deze te zijn verleend;

4. op de datum van toekenning is nog niet begonnen met de werkzaamheden, tenzij het college daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven;

5. zonder schriftelijke toestemming van het college wordt niet afgeweken van het plan waarop de toekenning is verleend;

6. binnen 6 maanden na toekenning is met de werkzaamheden begonnen;

7. binnen 2 jaar na toekenning moeten de werkzaamheden zijn uitgevoerd;

8. de stolp verkeert na het uitvoeren van de werkzaamheden in een goede onderhoudsstaat en goede bewoonbaarheid en de technische installatie voldoet aan de van toepassing zijnde NEN-normen, dit ter beoordeling door het college;

9. tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden wordt aan de door het college met controle belaste personen toegang verleend tot de woning en inzage gegeven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

Artikel 5 Uitsluiting

Subsidie wordt niet verleend:

1. voor stolpen die zijn aangewezen als rijksmonument overeenkomstig de Monumentenwet 1988;

2. voor stolpen waarvan de minister belast met de monumentenzorg ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 heeft medegedeeld dat een adviesprocedure omtrent de eventuele aanwijzing als beschermd monument is gestart, totdat onherroepelijk vaststaat dat inschrijving daarvan in het register als bedoeld in artikel 6 van die wet niet zal plaatsvinden;

3. voor stolpen die zijn aangewezen als provinciaal monument overeenkomstig de provinciale monumentenverordening;

4. voor stolpen waarvan gedeputeerde staten overwegen om deze ingevolge artikel 3 van de provinciale monumentenverordening eventueel aan te wijzen als beschermd monument, totdat onherroepelijk vaststaat dat inschrijving daarvan in het register als bedoeld in artikel 5 van de provinciale verordening niet zal plaatsvinden;

5. voor plannen waarvan de in aanmerking komende kosten ex art. 7 minder bedragen dan     € 40.000,-;

6. voor plannen die normaal (groot en/of klein) onderhoud aan stolp betreffen;

7. voor plannen waarvan de kosten door een verzekeringsuitkering worden gedekt;

8. voor plannen die naar het oordeel van het college niet sober en doelmatig zijn;

9. indien en voor zover financiële steun op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

Artikel 6 Intrekken

1. Het college trekt een besluit tot toekenning van subsidie in als:

a. er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

b. de subsidie is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

c. het plan niet doorgaat;

d. de werkzaamheden bouwkundig en/of installatietechnisch niet correct zijn uitgevoerd, zulks ter beoordeling door het college;

2. Bij de intrekking kan het college de reeds uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging;

3. Indien bij overtreding van de bepalingen in deze verordening de aanvrager verschoonbaar is, kan het college besluiten de bovengenoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 2 In aanmerking komende kosten

Artikel 7

1. Subsidie kan worden verleend in de volgende kosten van restauratiewerkzaamheden aan het casco:

a. het vierkant;

b. de kapconstructie;

  c. de fundering;

  d. het rieten dak;

  e. de karakteristieke gemetselde schoorsteen;

  f. het voegwerk;

  g. de gevels;

  h. de kozijnen, ramen en deuren;

  i. de begane grondvloer.

2.  Indien de aanvrager de voorzieningen in zelfwerkzaamheid verricht, kunnen alleen de materiaalkosten voor subsidie in aanmerking komen.

Hoofdstuk 3 Subsidie

Artikel 8 Hoogte subsidie

1. Subsidie kan worden verleend ten laste van de gemeentebegroting, voor zover in de vastgestelde gemeentebegroting gelden beschikbaar zijn gesteld en met dien verstande dat het in de gemeentebegroting opgenomen bedrag tevens geldt als subsidieplafond;

2. De subsidie bedoeld in lid 1:

•  bedraagt 1/12 deel van de in aanmerking komende kosten ex art. 7, zulks tot een bedrag van maximaal € 10.000,- per aanvraag;

•  wordt slechts eenmaal per tien kalenderjaren voor hetzelfde pand verstrekt;

Artikel 9 Voorlopige en definitieve vaststelling

1. Een subsidie wordt in eerste instantie voorlopig verleend;

2. Op een voorlopig toegekend subsidie kan een voorschot worden verleend van 50 %, uit te betalen bij aanvang van de werkzaamheden;

3. De aanvrager meldt het werk gereed, zodra het plan is uitgevoerd;

4. Voor gereedmelding stelt het college een gereedmeldingsformulier beschikbaar;

5. De aanvrager overlegt bij de gereedmelding de volgende stukken:

• een specificatie van de werkelijk gemaakte kosten;

• alle betalingsbewijzen of een accountantsverklaring die daar inzicht in geeft;

• een verklaring dat het plan is uitgevoerd conform de toekenning van het college;

6. Het college stelt na gereedmelding het bedrag van de subsidie definitief vast;

7. De vaststelling gebeurt op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten;

8. De definitieve subsidie kan nimmer meer bedragen dan het bedrag van de voorlopig toegekende subsidie;

9. Indien de definitieve subsidie lager is dan het uitbetaalde voorschot betaalt de subsidieontvanger het verschil terug binnen 30 dagen na vaststelling.

Hoofdstuk 4 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd van deze verordening af te wijken in gevallen waarin de toepassing van de verordening, gelet op het belang van de aanvrager, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Handhaving

1. Het college kan besluiten tot het opschorten van de toekenning van de subsidie indien wordt geconstateerd dat wordt gebouwd zonder of in afwijking van de bouwvergunning zoals bedoeld in artikel 40 van de Woningwet;

2. Indien de aanvrager na een hersteltermijn niet alsnog voldoet aan de bouwvergunning wordt het besluit tot toekenning van de subsidie ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening behoud van de stolp Medemblik 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op 1 december 2011.
De griffier,   De voorzitter,