Regeling vervallen per 15-05-2021

Ergoedverordening Medemblik 2012

Geldend van 11-05-2012 t/m 14-05-2021

Intitulé

Ergoedverordening Medemblik 2012

De gemeenteraad stelt de volgende verordening vast.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:

1. zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

2. terrein of water dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1;

b. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;

c. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of beschermd monument als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenverordening Noord-Holland;

d. adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit: de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening, het monumenten- en cultuurhistorisch beleid;

e. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

f. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

g. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

h. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

i. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

j. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

k. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

l. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

m.(gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

n. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);

o. beeldbepalend pand: pand dat in een bestemmingsplan als zodanig is aangemerkt en dat als referentie dient voor het waardevol geachte beeld van de bebouwing;

p. karakteristiek pand: pand dat in een bestemmingsplan als zodanig is aangemerkt en dat van cultuurhistorische waarde wordt geacht op grond van typering, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, beeldbepalende onderdelen, bijzondere vormgeving, bijdrage aan herkenbaarheid van de omgeving en/of gaafheid;

q. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

r. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemlik;

s. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

t. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten

Artikel 2 Het gebruik van het monument

Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 3 De aanwijzing tot gemeentelijk monument

1. Het college kan, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een monument aanwijzen als gemeentelijk monument.

2. Voordat het college over de aanwijzing een besluit neemt, vraagt het college advies aan de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit.

3. Voordat het college een monument met een religieuze bestemming dat uitsluitend of in overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst, als gemeentelijk monument aanwijst, voert hij overleg met de eigenaar.

4. De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van de monumentenverordening van de provincie Noord-Holland.

Artikel 4 Voorbescherming

Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Termijnen advies en aanwijzingsbesluit

1. De adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit adviseert schriftelijk binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek van het college.

2. Het college beslist binnen 12 weken na ontvangst van het advies van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit, maar in ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag.

Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit

De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.

Artikel 7 Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst

1. Het college registreert het gemeentelijke monument op de gemeentelijke monumentenlijst.

2. De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het gemeentelijke monument.

Artikel 8 Wijzigen van de aanwijzing

1. Het college kan al dan niet op aanvraag van een belanghebbende de aanwijzing wijzigen.

2. Artikel 3, tweede en derde lid, alsmede artikel 4, 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing op het wijzigingsbesluit.

3. Indien de wijziging naar het oordeel van het college van ondergeschikte betekenis is, blijft overeenkomstige toepassing, als bedoeld in lid 2, achterwege.

4. De inhoud en de datum van de wijziging worden op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend.

Artikel 9 Intrekken van de aanwijzing

1. Indien het college de aanwijzing intrekt, zijn artikel 3, tweede lid, en artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

2. De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien een monument is aangewezen als beschermd rijksmonument of beschermd provinciaal monument.

3. De intrekking wordt op de gemeentelijke monumentenlijst geregistreerd, onder vermelding van de datum van intrekking van de aanwijzing

Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken

Artikel 10 Instandhoudingbepaling

1. Het is verboden een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te beschadigen of te vernielen.

2. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag:

a. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;

b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

3. Het verbod en de vergunningplicht, als bedoeld in het tweede lid, gelden niet indien het college nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd.

4. Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.

Artikel 11 De schriftelijke aanvraag

Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 van deze verordening en de daarbij over te leggen gegevens en bescheiden worden in 3-voud ingediend.

Artikel 12 Termijnen advies

1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een gemeentelijk monument aan de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit voor advies.

2. Binnen 2 weken na de datum van verzending van het afschrift brengt de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit schriftelijk advies uit aan het college.

Artikel 13 Weigeringgronden

De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.

Artikel 14 Intrekken van de vergunning

De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:

a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

b. de vergunninghouder de voorschriften opgenomen in de vergunning niet naleeft; of:

c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.

Hoofdstuk 4 Beschermde monumenten

Artikel 15 Vergunning voor beschermd monument

1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd monument aan de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit.

2. De adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen 2 weken na de datum van verzending van het afschrift;

3. Bij overschrijding van de in het tweede lid genoemde termijn, wordt adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit geacht geadviseerd te hebben.

Hoofdstuk 5 Instandhouding van archeologische terreinen

Artikel 16 Instandhoudingbepaling

(gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid)

Artikel 17 Opgravingen en begeleiding

(gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid)

Artikel 18 Procedure

(gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid)

Hoofdstuk 6 Aanwijzing van beeldbepalende en/of karakteristieke panden

Artikel 19 De aanwijzing tot beeldbepalend of karakteristiek pand

1. De gemeenteraad kan op voordracht van het college panden aanwijzen als beeldbepalend pand of karakteristiek pand.

2. Voordat de gemeenteraad over de aanwijzing een besluit neemt, dient het college het advies van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit over deze aanwijzing aan de gemeenteraad over te leggen.

Artikel 20 Termijnen advies en aanwijzingsbesluit

De adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit adviseert schriftelijk binnen 8 weken na verzending van het adviesverzoek van het college. De gemeenteraad beslist binnen 16 weken na ontvangst van het advies van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit, maar in ieder geval binnen 24 weken na de adviesaanvraag.

Artikel 21 Mededeling aanwijzingsbesluit

De aanwijzing als bedoeld in artikel 19, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.

Artikel 22 Registratie op de gemeentelijke lijst beeldbepalende en karakteristieke panden

De gemeenteraad registreert het beeldbepalende of karakteristieke pand op de gemeentelijke lijst beeldbepalende en karakteristieke panden. De gemeentelijke lijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het beeldbepalende of karakteristieke pand.

Artikel 23 Intrekken van de aanwijzing

De gemeenteraad trekt een aanwijzing van een beeldbepalend of karakteristiek pand niet in en voert het pand niet af van de lijst beeldbepalende en karakteristieke panden dan na de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit te hebben gehoord. Indien de gemeenteraad de aanwijzing intrekt, is artikel 20 van overeenkomstige toepassing. De intrekking wordt op de gemeentelijke lijst beeldbepalende en karakteristieke panden geregistreerd, onder vermelding van de datum van intrekking van de aanwijzing.

Artikel 24 Toezichthouders

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

a. Met betrekking tot zakelijke monumenten als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1; medewerkers handhaving.

b. Met betrekking tot monumentale terreinen als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2; medewerkers handhaving.

2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 25 Intrekken oude regeling

De Monumentenverordening gemeente Medemblik, vastgesteld op 3 januari 2011 wordt ingetrokken op de datum waarop artikel 27 toepassing vindt.

Artikel 26 Overgangsrecht

Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 25 ingetrokken verordening.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking acht dagen na bekendmaking.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Erfgoedverordening Medemblik 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van  19 april 2012,   De griffier,        De voorzitter,                  

Bijlage Bijlagen

Toelichting Erfgoedverordening Medemblik 2012