Regeling vervallen per 01-05-2013

Beleidsregels proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures gemeente Medemblik

Geldend van 22-06-2012 t/m 30-04-2013

Intitulé

Beleidsregels proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures gemeente Medemblik

Beleidsregels proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures

gemeente Medemblik   De heffingsambtenaar van de gemeente Medemblik, Gelet op artikel 1:3, vierde lid, artikel  4:81 en artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures gemeente Medemblik.

 

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing bij verzoeken om kostenvergoeding in bezwaarprocedures op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) aangaande besluiten genomen in de vorm van WOZ-beschikkingen (in de zin van Wet Waardering Onroerende Zaken) en aanslagen gemeentelijke heffingen die de bij de WOZ-beschikking vastgestelde waarden als grondslag hanteren. De navolgende artikelen beschrijven de wijze waarop de gemeente in het kader van WOZ-beschikkingen en de daarop gebaseerde heffingen, invulling geeft aan de beleidsruimte die het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: Bpb) biedt.

Artikel 2 Kosten derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand

Het bedrag van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zoals vermeld in artikel 1 onderdeel a, Bpb, wordt vastgesteld door de in de bijlage van het Bpb genoemde punten per proceshandelingen als uitgangspunt te nemen waarbij een correctie wordt toegepast als genoemd in artikel 3 voor zover belanghebbende de kosten voor deze handelingen redelijkerwijs niet, of niet volledig heeft hoeven maken. Deze punten worden vermenigvuldigd met de waarde per punt, vermeld in artikel 4 van deze beleidsregels. Het aldus berekende bedrag wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor, als berekend ingevolge artikel 5 van deze beleidsregels. Indien er sprake is van samenhangende zaken wordt ingevolge artikel 6 van deze beleidsregels de aldaar genoemde wegingsfactor gehanteerd.

Artikel 3 Punten proceshandelingen

1.  De punten per proceshandeling worden toegekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht, zoals genoemd in de Bijlage onder A4.

2. Indien het verschijnen op een hoorzitting en het bijwonen van een nadere zitting plaatsvinden op verzoek van de belanghebbende partij waarbij deze het horen geheel of gedeeltelijk gebruikt als alternatief voor het schriftelijk bezwaar, wordt het indienen van het bezwaar en de hoorzitting redelijkerwijs tezamen beschouwd als één proceshandeling waarvoor tezamen 1 procespunt wordt toegekend die vervolgens wordt gewogen conform artikel 5 van deze beleidsregels.

3. Op grond van artikel 2 lid 3 van Bpb wordt geen punt voor de hoorzitting toegekend indien en voor zover hetgeen daar naar voren wordt gebracht niet leidt tot verandering van inzichten van de heffingsambtenaar.

Artikel 4 Waarde per punt

De waarde per punt bedraagt het bedrag zoals genoemd onder B2 lid 1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Artikel 5 Wegingsfactor

1. De vergoedingen in het forfaitair stelsel van het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn gerelateerd aan de gemiddelde werkbelasting in diverse zaaktypen. Bij een zaak van gemiddeld gewicht als bedoeld in onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt de wegingsfactor gesteld op 1. Een WOZ-zaak is van gemiddeld gewicht als er sprake is van een volledig onderbouwd waardebezwaar, ongeacht of de informatie in één of meerdere onderdelen wordt aangeleverd en ongeacht of de onderdelen door verschillende personen zijn ondertekend.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de wegingsfactor vastgesteld op:

a. factor 0,25, indien er sprake is van een zeer lichte zaak.

Er is sprake van een zeer lichte zaak indien:

1. het bezwaarschrift kennelijk gegrond is;

2. er sprake is van een onjuiste registratie van een bijgebouw;

3. een kenbare schrijffout in de beschikking/belastingaanslag is gemaakt;

4. het bezwaarschrift uitsluitend verwijst naar een bezwaar uit een eerder belastingjaar;

5. het bezwaarschrift marginaal is onderbouwd;

6. het bezwaarschrift slechts een verwijzing naar een eigen beroepsprocedure bevat;

7. in het bezwaarschrift expliciet wordt aangegeven dat een onderbouwing later volgt;

8. het bezwaarschrift is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit. b. factor 0,50, indien er sprake is van een lichte zaak.

Er is sprake van een lichte zaak indien:

1. er sprake is van een onjuiste objectafbakening;

2. de WOZ-waarde wordt verlaagd vanwege een eigen transactiecijfer;

3. een onjuist gestandaardiseerd voortgangspercentage bij een object in aanbouw is gehanteerd;

4. de WOZ-waarde wordt verlaagd vanwege een buiten het bezwaarschrift gelegen grond;

5. het bezwaarschrift zich uitsluitend richt op de volledigheid van het taxatieverslag of op het ontbreken van een deugdelijke motivering zonder nadere visie en onderbouwing van de waarde;

6. in het reeds gemotiveerde bezwaarschrift wordt aangegeven dat relevante informatie op een later moment in een apart document zal worden toegezonden;

7. het bezwaar tekstueel in hoofdzaak overeenkomt met andere zaken van de betreffende gemachtigde.

c. factor 1,5, indien er sprake is van een zware zaak handelend over de waarde van

    een woning of niet-woning.

Er is sprake van een zware zaak indien:

1. deze inhoudelijk of juridisch als bijzonder ingewikkeld c.q. complex of omvangrijk moeten worden aangemerkt;

2. meerdere rechtsgebieden/regelgevingen een relevante rol spelen.

d.  factor 2, indien er sprake is van een zeer zware zaak ten aanzien van een object  niet zijnde een woning.

Er is sprake van een zeer zware zaak indien:

1. deze inhoudelijk als zeer omvangrijk moeten worden aangemerkt;

2. het een zaak betreft met zeer complexe aspecten waarbij het bezwaarschrift blijk geeft van relevante specialistische kennis die op de juiste wijze is toegepast;

3. per individuele zaak wordt beoordeeld, welke wegingsfactor van toepassing is;

4. bij het bepalen van een lagere wegingsfactor heeft artikel 5 lid 2 sub b voorrang op artikel 5 lid 2 sub a.;

5. bij het bepalen van een hogere wegingsfactor heeft artikel 5 lid 2 sub d voorrang op artikel 5 lid 2 sub c.

Artikel 6 Samenhangende zaken

In geval van samenhangende zaken, als bedoeld in artikel 3 Besluit proceskosten bestuursrecht wordt naast de van toepassing zijnde wegingsfactor, de factor 1 gehanteerd bij minder dan vier samenhangende zaken en de factor 1,5 bij vier of meer samenhangende zaken

Artikel 7 Kosten van een deskundige met taxatietechnische kennis

1. Een taxatierapport is per definitie uitgesloten van proceskostenvergoeding. Toezending van, verwijzing naar of citeren uit een taxatierapport wordt dor de gemeente opgevat als onderdeel van het bezwaarschrift en komt daarmee niet zelfstandig voor vergoeding in aanmerking. Slecht in zeer uitzonderlijke situaties zal van bovenstaande bepaling worden afgeweken.

2. Zoals al toegelicht bij artikel 3 is de gemeente terughoudend met het toekennen van proceskosten voor verschijnen op een hoorzitting. Ten aanzien van het meebrengen van een taxateur als deskundige geldt dat de kosten die dit voor belanghebbende meebrengt eerst vergoed zullen worden wanneer de bijdrage van deze persoon van deskundige aard is en leidt tot een nadere aanpassing van de beschikking.

Ingevolge het Besluit tarieven in strafzaken 2003 artikel 6 geldt voor een deskundige taxateur een tarief van ten hoogste € 81,23 per uur exclusief btw.

3. In artikel 15 van het Besluit tarieven in strafzaken is expliciet bepaald dat de in het besluit genoemde bedragen worden verhoogd met de omzetbelasting. In afwijking van de overige proceskosten, waaronder de forfaitaire tarieven voor de procespunten, geldt dus voor het tarief van de taxateur dat de gemeente dit bedrag inclusief btw dient te vergoeden.

Artikel 8 Gemotiveerd afwijken

1. De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om, in afwijking van hetgeen wordt gesteld in deze beleidsregels, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen. De afwijking van hetgeen gesteld in deze beleidsregels wordt in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd.

2. De heffingsambtenaar oordeelt niet tot vergoeding van de proceskosten voor zover belanghebbende niet kan aantonen dat de betreffende kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

Artikel 9 Uitbetaling van de proceskostenvergoeding

1. De heffingsambtenaar kan de belanghebbende bij twijfel verzoeken aan te tonen dat daadwerkelijk kosten zijn gemaakt, bijvoorbeeld door het overleggen van de factuur.

2. Kostenvergoedingen worden uitbetaald aan degene ten aanzien van wie de beschikking is genomen of degene die gemachtigd is de betaling in ontvangst te nemen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

1. De “Beleidsregels proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures gemeente Medemblik” die gepubliceerd zijn op 28 juli 2011 worden ingetrokken.

2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures gemeente Medemblik”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 12 juni 2012 door de heffingsambtenaar.
Mw. T.J. de Lange.
Senior beleidsmedewerker Belastingen/WOZ van de gemeente Medemblik. Bijlage:
Besluit proceskosten bestuursrecht