Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Geldend van 24-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

De raad van de gemeente Medemblik;

 

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de hierna genoemde begraafplaatsen gelegen in de gemeente Medemblik:

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Dorpsstraat 42 in Abbekerk;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Kerkweg 1 in Abbekerk;

    de Westerbegraafplaats gelegen aan de Dijkweg in Andijk;

    de Oosterbegraafplaats gelegen aan de Weet in Andijk;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het Kerkelaantje 10 (oud en nieuw) in Benningbroek;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het Noordeinde 28 in Lambertschaag;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Compagniesingel in Medemblik;

    de gemeentelijke begraafplaats ‘Zorgvliet’ gelegen aan de Zorgvlietlaan in Medemblik;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Midwouder Dorpsstraat 16 (oud en nieuw) in Midwoud;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het IJsbaanpad in Nibbixwoud;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Heemraad Witweg t.o. nr. 16 in Oostwoud;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het Oosteinde 44 in Oostwoud;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Almersdorperweg bij 24 in Opperdoes;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Kerkebuurt 16 in Opperdoes;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Westerstraat 42 (oud en nieuw) in Sijbekarspel;

    de gemeentelijke begraafplaats ‘Nieuwe Algemene begraafplaats’ gelegen aan de noordzijde van de NK kerk aan de Dorpsweg 121 in Twisk;

    de gemeentelijke begraafplaats ‘Oude Algemene begraafplaats’ gelegen aan de zuidzijde van de NK kerk aan de Dorpsweg 121 in Twisk;

    de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Raadhuisstraat 15 in Wognum;

    de gemeentelijke begraafplaats ‘Kreekland’ gelegen aan de Kaaspers in Wognum.

  • b.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    het doen begraven en begraven houden van lijken

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    particuliere urnennis: een element, zowel staand als liggend, van een columbarium of urnenmuur, bestemd voor het doen bijzetten en bijgezet houden van 1 of 2 asbussen;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor:

    • a.

      het opgraven van stoffelijke resten of een asbus op rechterlijk gezag;

    • b.

      het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van kinderen, die beneden de leeftijd van 3 maanden zijn overleden en in één kist met hun moeder worden begraven c.q. waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in één asbus.

  • 2. Het grafrecht is slechts éénmaal verschuldigd als het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen 3 maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling enz. mits dit in dezelfde kist geschiedt c.q. in één asbus wordt geborgen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 5.1 en 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van het eerstvolgende belastingjaar.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel verschuldigd tot aan het eerstvolgende belastingjaar.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De bij wege van aanslag geheven rechten moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. De bij wege van gedagtekende kennisgeving geheven rechten moeten worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening daarvan.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen, de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste, tweede en derde lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingrechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening Lijkbezorgingsrechten 2015’ vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Lijkbezorgingrechten 2016’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik van 10 december 2015.
 
 
De griffier, De voorzitter,

Bijlage 1: Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de Verordening Lijkbezorgingrechten 2016