Regeling vervallen per 07-07-2016

Regionale Afvalstoffenverordening West-Friesland

Geldend van 27-10-2012 t/m 06-07-2016

Intitulé

Regionale Afvalstoffenverordening West-Friesland 2012 van de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Drechterland en Hollands Kroon (t.a.v. voormalige gemeente Wieringermeer)

REGIONALE AF V A L STOFFENVERORD E NING WEST-FRIESLAND

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Centraal

Afvalverwijderingsbedrijf

West-Friesland;

gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 2 juli 2012,

gelet op artikel 10:23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet en de

Gemeenschappelijke

Regeling van het Centraal Afvalverwijderingsbedrijf West-Friesland;

BESLUIT:

vast te stellen de verordening, regelende het zich ontdoen van

huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën van afvalstoffen, de al

dan niet gescheiden inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten

verband houdende bescherming van het milieu (Regionale

Afvalstoffenverordening West-Friesland) zoals deze hierna luidt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp-of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of

    • -

      plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;

  • i.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • j.

    huishoudelijke afvalstoffen: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van de afvalstoffen betreft, die zijn afgegeven als gevaarlijke afvalstoffen;

  • k.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvangen gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • l.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen;

  • m.

    gevaarlijke afvalstoffen: afvalstoffen die conform art. 1.1 lid 1 en lid 10 Wet Milieubeheer een of meer van de in bijlage III bij de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG) genoemde gevaarlijke eigenschappen bezitten;

  • n.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de

    Wegenverkeerswet 1994;

  • o.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van deWegenverkeerswet 1994;

  • p.

    ABS: Afval Breng Station, voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën afvalstoffen;

  • q.

    Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regelingCentraal Afvalverwijderingsbedrijf Westfriesland;

  • r.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regelingCentraal Afvalverwijderingsbedrijf Westfriesland;

  • s.

    regio: Het grondgebied van de gemeenten, Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Koggenland, Opmeer, Stede Broec en Wieringermeer;

  • t.

    bedrijfsleider: de bedrijfsleider van de krachtens artikel 7 eerste lid aangewezen inzameldienst.

Artikel 2 Beslistermijn

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het Dagelijks Bestuur beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 Indiening aanvraag

1.Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het Dagelijks Bestuurbesluiten de aanvraag niet te behandelen.

2.Voor bepaalde, door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • 1.

    Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    Indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • 3.

    Indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • 4.

    Indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • 5.

    Indien de houder dit verzoekt.

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Als inzameldienst, belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening inzamelen van afvalstoffen is aangewezen: N.V.HVC.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het Dagelijks Bestuur andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

§ 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit-en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen f. textiel;

    • g.

      wit- en bruingoed;

    • h.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • i.

      bouw- en sloopafval; j. verduurzaamd hout;

    • k.

      grof tuinafval;

    • l.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • m.

      grof huishoudelijk afval;

    • n.

      huishoudelijk restafval.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het Algemeen Bestuur kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld toevoegen.

Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een (regionaal) Afval Breng Station (ABS)

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan aanwijzen via welk (al dan niet door de inzameldienst) verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt tenminste één maal per 2 weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt in de volgende delen van de gemeente huishoudelijk restafval één maal per week nabij elk perceel ingezameld:

Enkhuizen: stadsdeel Binnenstad; Hoorn: stadsdeel Binnenstad;

Medemblik: stadsdeel Binnenstad;

  • 3.

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste een maal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld met uitzondering van week 52 en 1.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk ingezameld bij gebruik van gemeenschappelijke ondergrondse containers en in de gebiedsdelen;

    Enkhuizen: stadsdeel Binnenstad;

    Hoorn: stadsdeel Binnenstad; Medemblik: stadsdeel Binnenstad;

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 11 Verbod inzameling huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

1.Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen zonder inzamelvergunning van het Dagelijks

Bestuur.

  • 2.

    De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

§ 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverant- woordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 8, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 7 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor diecategorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

1.Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen

of door de inzameldienst is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan viahet betreffende inzamelmiddel, of de betreffende inzamelvoorziening of het ABS.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen betreffende het gebruik en de reiniging van het door de inzameldienst verstrekte inzamelmiddel.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen betreffende de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Indien door de inzameldienst een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan hetDagelijks Bestuur regels stellen betreffende de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 7.

    Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of inzamelvoorziening is aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan tebieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 17 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    De gebruiker van een perceel die krachtens artikel 9, eerste lid, een inzamelmiddel is verstrekt moet dit inzamelmiddel op de door het Dagelijks Bestuur aangewezen inzameldag vóór 07.30 uur aanbieden opde daarvoor bestemde inzamellocatie en z.s.m. na lediging doch uiterlijk om 21.00 uur op deaangewezen inzameldag het inzamelmiddel weer binnenhalen.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 18 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald, kan het Dagelijks Bestuur regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of

andere inzamelaars.

§ 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 19 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het Dagelijks Bestuur kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 20 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 19 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voorzover de aanbieder van deze bedrijfsafvalstoffen voor het inzamelen daarvan een contract afsloot met de inzameldienst.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 19 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 19 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 21 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

§ 5 ZWERFAFVAL

Artikel 22 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

1.Het is verboden buiten een daarvoor door het Dagelijks Bestuur bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te

brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de Wet bodembescherming of het BesluitBodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 23 Achterlaten van straatafval

1.Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijkevoorwerpen.

2.Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 24 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, teschoppen of deze omver te werpen.

Artikel 25 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

a.een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaatsaanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 26 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiektoegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 27 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

1.Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan wordenbeïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht evenals diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van dewerkzaamheden.

§ 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 28 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 29 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

§ 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel Onderwerp:

Artikel 11 Verbod om zonder door het Dagelijks Bestuur verstrekte inzamelvergunning huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

Artikel 17 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 20 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 21 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 22 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 23 Achterlaten van straatafval

Artikel 24 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 25 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

Artikel 26 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 27 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 28 Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 29 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 31 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 32 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking.

  • 2. De Regionale Afvalstoffenverordening West-Friesland zoals vastgesteld op 25 oktober 1995 en laatstelijk gewijzigd op 23 november 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 33 Overgangsbepaling

1.Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 32, tweede lid, blijven -indien en voorzover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking

heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken -nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

2.Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 32, tweede lid,

blijven -indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 32, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 32, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 32, tweede lid.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor

afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 6.

    Gebod-of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 32, tweede lid zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende zes weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 7.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 32, tweede lid heeft geen gevolgen voor degeldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 34 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als Regionale Afvalstoffenverordening West-Friesland 2012 van de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Drechterland en

Hollands Kroon (t.a.v. voormalig gemeente Wieringermeer).

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 2 juli 2012,