Beleidsregel vuurwerkverkooppunten

Geldend van 06-09-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel vuurwerkverkooppunten

Het verlenen van een vergunning ten behoeve van de verkoop van consumentenvuurwerk op grond van artikel 2:58 van de APV Barendrecht is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen ten behoeve van de uitoefening van deze bevoegdheid de volgende beleidsregel vast.

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    consumentenvuurwerk: vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

  • 2.

    vuurwerkverkooppunt: een ruimte die geheel of gedeeltelijk toegankelijk is voor het publiek en waar de verkoop en aflevering van consumentenvuurwerk plaatsvindt.

  • 3.

    vergunning: de vergunning op grond van artikel 2:58 APV.

  • 4.

    bedrijventerrein: de volgende bedrijventerreinen, voor zover detailhandel op het bedrijventerrein is toegestaan, vallen onder deze beleidsregel: Vaanpark, Kilweg Noord, Augustapolder, Ziedewij, Gebroken Meeldijk, Veilingterrein, Dierenstein, Cornelisland, Reijerwaard, Bijdorp en Handelscentrum.

Artikel 2 Maximum aantal en spreiding vuurwerkverkooppunten

  • 1. Ter bevordering van het spreidingsbeleid wordt per gebied het volgende maximum aantal vuurwerkverkooppunten vastgestel:

    • -

      Ten oosten van de A29 één verkooppunt;

    • -

      Ten westen van de A29 één verkooppunt.

  • 2. Vestiging van een vuurwerkverkooppunt is alleen mogelijk op een bedrijventerrein.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Een vergunning voor het verkopen van consumentenvuurwerk wordt geweigerd indien:

  • 1.

    Het maximum aantal vuurwerkverkooppunten zoals bedoeld in artikel 2.1 is bereikt;

  • 2.

    Het nieuwe vuurwerkverkooppunt zich niet in een van de gebieden zoals bedoeld in artikel 2.2 bevindt.

Artikel 4 Vervallen vergunning

  • 1.

    De vergunning is persoonsgebonden en inrichtinggebonden. In geval van overname van het bedrijf of bij verhuizing wordt de vergunning geacht te zijn vervallen.

Artikel 5 Overgangsregeling

  • 1. Indien voor het in werking treden van deze beleidsregel op een adres reeds een vuurwerkverkooppunt gevestigs was, mag deze daar gevestigd blijven zolang deze aan de overige wet- en regelving blijft voldoen, ongeacht het bepaalde in artikel 2.

  • 2. Het gestelde in het vorige lid van dit artikel laat onverlet dat er wel een vergunning als bedoeld in artikel 2:58 APV aangevraagd dient te worden. De overige weigeringsgronden genoemd in artikel 2:58 APV, lid 3 a t/m c en f zijn daarbij onverkort van toepassing.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering.

Toelichting.

1.Algemeen.

Veel gemeenten in Nederland hebben een spreidingsbeleid voor vuurwerkverkooppunten en eveneens een maximum gesteld aan het aantal verkooppunten in de gemeente. In Barendrecht willen wij aan deze twee aspecten ook invulling geven.De reden daarvoor is dat wij verstoring van de openbare orde rond de verkooppunten en de overlast en schade van het afsteken van vuurwerk willen beperken. Ook willen wij onrustgevoelens over de veiligheid in een woonwijk voorkomen.

2.Toelichting artikelen.

Artikel 1.

Voor de definities is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de definities uit de APV, de wetgeving over vuurwerk en bestemmmingsplannen.

Artikel 2.

Voor wat betreft de spreiding over het grondgebied van de gemeente Barendrecht spelen een aantal zaken een rol. De gemeente Barendrecht is een compacte gemeente met twee grote woongebieden, die als twee afzonderlijke verzorgingsgebieden voor vuurwerkverkooppunten gezien kunnen worden. Aan de randen van deze twee verzorgingsgebieden liggen bedrijventerreinen van waar uit prima vuurwerkverkooppunten de twee woongebieden zouden kunnen bedienen. Het is dan ook de bedoeling dat de vuurwerkverkooppunten op deze bedrijventerreinen komen te liggen. Daarmee wordt aangesloten bij de visie van de gemeente Barendrecht dat risicovolle bedrijven zoals vuurwerkverkooppunten niet in woonwijken thuishoren.

Ook bij de beperking van het aantal vuurwerkverkooppunten speelt de compactheid van Barendrecht een rol. Barendrecht volgt het voorbeeld van andere gemeenten die per ongeveer 20.000 inwoners één verkooppunt voldoende vinden. In de huidige situatie zou in Barendrecht kunnen worden volstaan met twee verkooppunten. Dit sluit ook aan bij de hierboven geconstateerde opdeling in twee verzorgingsgebieden.

Artikel 3.

In dit artikel wordt het maximum aantal verkooppunten en het spreidingsbeleid als weigeringsgrond gedefinieerd.

Artikel 4.

1e lid.

Het feit dat een vergunning persoonsgebonden is, vloeit reeds voort uit de algemene bepalingen van de APV. Het is dan ook logisch dat er bij een overname van het bedrijf de vergunning geacht wordt te zijn vervallen.

Ook is de vergunning inrichtingsgebonden (bedrijfsadres). Dat betekent dat ook bij een verhuizing naar een andere locatie de vergunning geacht wordt te zijn vervallen.

Artikel 5.

Lid 1.

Voor bestaande vuurwerkverkooppunten is een overgangsregeling opgenomen. Bestaande vuurwerkverkooppunten die niet aan artikel 2 voldoen krijgen, indien zij na inwerkingtreding van deze beleidsregel een verkoopvergunning aanvragen, een verkoopvergunning. Zij moeten dan wel voldoen aan de overige criteria, zoals de Bibob-toets.

Lid 2.

Om toetsing aan weigeringsgronden (bijvoorbeeld een Bibob-toets) buiten de in artikel 3 genoemde weigeringsgronden mogelijk te maken moet in het geval lid 1 van toepassing is wel een nieuwe verkoopvergunning worden aangevraagd.