Regeling vervallen per 01-01-2011

Subsidieregeling Duurzaam Bouwen

Geldend van 02-01-2006 t/m 31-12-2010

Intitulé

SUBSIDIEREGELING DUURZAAM BOUWEN

Aanleiding

Op 22 november 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met de aanpassing van de op 25 november 2002 in werking getreden en op 6 mei 2003 aangepaste Subsidieregeling Duurzaam Bouwen. De nieuwste aanpassingen zijn noodzakelijk omdat per 2 januari 2006 de maximale EPC verlaagd wordt van 1,0 naar 0,8. Dit heeft gevolgen voor de subsidievoorwaarden. De aanpassingen zijn verwerkt in de tabel op bladzijde 2. Op 10 februari 2006 is er besloten tot een EPA-actie. Voor deze actie zijn de subsidievoorwaarden voor een zonneboiler gewijzigd. De bijbehorende Subsidieverordening Duurzaam Bouwen (juridisch kader) is eveneens gewijzigd.

Uitgangspunten Subsidieregeling Duurzaam Bouwen

1. Doelgroep en reikwijdte

De regeling richt zich op de bestaande bouw en nieuwbouw van particuliere woningen in de gemeente Smallingerland. De deelnemer aan de DUBO-regeling dient zowel eigenaar als bewoner van de woning te zijn. Onder een eigenaar-bewoner wordt mede verstaan de eigenaar van een bouwkavel, die na de bouw de woning zal gaan bewonen, mits deze rechtstoestand kan worden aangetoond door een schriftelijke verklaring.

Het bovenstaande houdt in dat woningbouwcorporaties niet in aanmerking komen voor de regeling. Tevens worden de projectontwikkelaars uitgezonderd, die de grond - zonder tussenkomst van het grondbedrijf - hebben verworven, dan wel bij de aankoop van het grondbedrijf geen Dubo-opslag hebben afgedragen (zie financiering). Ook is de regeling niet van toepassing op activiteiten die hebben plaatsgevonden voordat de subsidieaanvraag is ingediend.

Daarnaast is de regeling niet van toepassing op projecten waarvoor reeds een gemeentelijke subsidie op het gebied van duurzaam bouwen is/wordt verleend. Op dit moment is dat het Drachtstervaartproject.

2.Subsidiebedragen en voorwaarden

Binnen de doelgroep van de Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen zijn twee groepen te onderscheiden: nieuwbouw en/of bestaande bouw. Onderstaand zijn de te subsidiëren onderdelen aangegeven. Daarbij is vermeld of de subsidies betrekking hebben op nieuwbouw en/of bestaande bouw.

Energiebesparing (nieuwbouw)

Bij een aanvraag voor een bouwvergunning voor de nieuwbouw van een woning dient een rapport inzake de energieprestatie van een woning te worden gevoegd. In het Bouwbesluit is bepaald dat de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van een woning ten hoogste 0,8 mag bedragen. Ter stimulering van verdergaande besparing op het energieverbruik van nieuwbouwwoningen wordt bij een lagere EPC subsidie toegekend. De hoogte van het subsidiebedrag is gerelateerd aan de EPC van de nieuwbouwwoning.

In de tabel op pagina 2 zijn de meerkosten bij verschillende EPC-waarden aangegeven en de hieraan gekoppelde tegemoetkoming in de kosten (gegevens afkomstig van NOVEM).

EPC

Woningtype

Tussenwoning / 2-onder-1-kap / hoekwoning

Vrijstaand

Meerkosten

Subsidie

Meerkosten

Subsidie

< 0,7

€ 4.400,--

€ 2.200,--

€ 4.400,--

€ 2.200,--

< 0,6

€ 12.500,--

€ 6.250,--

€ 14.500,--

€ 7.250,--

Bijbehorende energie-efficiëntie

De energieprestatie-eis is een integrale energiezuinigheidseis. Hiermee wordt een minimum energiezuinigheid beoogd voor woningen op zowel het bouwkundige als installatietechnische vlak. Hoe men de minimum energie-efficiëntie in de bouwpraktijk realiseert voor een woning, met andere woorden welke energiebesparende maatregelen men inzet, wordt aan de partijen in het bouwproces (architect, opdrachtgever, adviseurs) overgelaten. Feitelijk maakt het niet uit welke maatregelen worden getroffen, zolang een bepaald maximaal toelaatbaar energieverbruik maar niet wordt overschreden.

De energieprestatieberekening is geen methode om de meterstanden voor gas en elektriciteit te voorspellen, omdat van een standaard gebruikersgedrag wordt uitgegaan. Dit komt tot uitdrukking in onder andere:

  • -

    een opgelegd aantal branduren verlichting;

  • -

    een opgelegde waarde voor de binnentemperatuur;

  • -

    een opgelegd verbruik van warmtapwater.

Het werkelijke gebruik kan soms sterk afwijken van dit “standaard gebruik”. Het standaardenergieverbruik omvat het totaal energieverbruik van de schil van de woning en de bijbehorende technische installaties. Duurzame en doelmatige energiebronnen, zoals bijvoorbeeld fotovoltaïsche zonnecellen en compensatie voor elektriciteitslevering door warmte-kracht (WK), worden in mindering gebracht op dit standaardenergieverbruik.

Energiebesparing (bestaande bouw)

De Gemeente Smallingerland geeft een bijdrage van € 500,-- aan eigenaar/bewoners van een woning waarbij bij de bouw geen gebruik is gemaakt van subsidie op het verlagen van de in het bouwbesluit vastgelegde EPC. Gedurende de looptijd van de EPA-actie ontvangen deze eigenaar/bewoners tevens een EPA van hun woning.

Waterbesparing (nieuwbouw en bestaande bouw)

Voor nieuwe en bestaande particuliere woningen wordt subsidie verleend op installaties voor opvang en gebruik van regenwater. De installatie moet tenminste voorzien in alle water voor toiletspoeling en tuin en bij voorkeur ook in water voor het wasmachinegebruik. Bedoeld zijn installaties die één individuele woning of een blokje woningen voorziet van regenwater. Er wordt een subsidie verstrekt van 50% van de, na 25 november 2002, gemaakte kosten met een maximum van € 2.300,= voor nieuwbouw woningen en een maximum van € 3.000,= voor bestaande woningen die volledig gebruik maken van de installatie. De gemaakte kosten dienen te worden aangetoond middels een offerte, aangeleverde (kopieën van) bonnen, rekeningen e.d. Daarnaast worden de zelfbouwers geadviseerd om contact op te nemen met het waterleidingbedrijf Vitens in Leeuwarden (leverancier van drinkwater voor Friesland), i.v.m. het voorkomen van enige vorm van menging van het leidingwater en het hemelwater in het leidingwaternet.

Dubo-advies op maat (nieuwbouw)

De subsidieregeling voorziet in het geven van advies op maat voor nieuwbouw.

Advies op maat houdt in dat een particulier met een bouwkavel in de gemeente, op kosten van de gemeente een tweetal gesprekken krijgt met een gespecialiseerd adviesbureau over mogelijkheden voor duurzame maatregelen in hun woning. Deze twee gesprekken worden, voor zover dat mogelijk is, verplicht gesteld en kosten € 450,--.

Bij interesse van de particulier (die keuze is aan hen) kan er een derde gesprek met het adviesbureau, op kosten van de gemeente (à € 160,=), plaatsvinden met de aannemer en/of installateur erbij. Het adviesbureau zal in de gesprekken aangeven wat het effect is voor het milieu, wat de meerkosten zijn, wat de (dus ook de landelijke) subsidiemogelijkheden zijn en ze kunnen de mogelijke terugverdientijd aangeven.

3.Financiering en subsidieplafond

De Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen wordt gefinancierd uit het Stimuleringsfonds Duurzaam Bouwen. Het Stimuleringsfonds Duurzaam Bouwen wordt gevoed door het grondbedrijf, middels een opslag op de prijs van verkochte bouwkavels. In de subsidieverordening is bepaald dat burgemeester en wethouders jaarlijks het bedrag vaststellen dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van de Subsidieregeling Duurzaam Bouwen.

Buiten de Subsidieregeling Duurzaam Bouwen om bestaat de mogelijkheid voor een bijdrage in de projectmatige duurzame bouw en verbouw van woningen, door anderen dan de doelgroep van de regeling. Indien zich een dergelijk project aandient, dat een positieve bijdrage kan leveren aan het duurzaam bouwen of verbouwen in Smallingerland, zal het college van burgemeester en wethouders beslissen of het project gestimuleerd wordt en de hoogte van de financiële bijdrage bepalen.

4.Subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag dient plaats te vinden op een vastgesteld formulier. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld en bij nieuwbouw te worden vergezeld van een schriftelijke verklaring (zie 1).

Als voor de activiteit tevens een bouwvergunning is vereist, dient de subsidieaanvraag tegelijkertijd met een volledige aanvraag voor een bouwvergunning te worden ingediend.

5. Procedure

De procedure staat uitgebreid beschreven in de Subsidieverordening Duurzaam Bouwen en bestaat uit een aantal stappen. Samengevat zijn de volgende stappen te onderscheiden:

a. Ontvankelijkheidstoets

Bij de ontvankelijkheidstoets wordt o.a. beoordeeld of:

  • -

    de subsidieaanvrager tot de doelgroep van de regeling behoort;

  • -

    de subsidieaanvraag volledig is;

  • -

    de subsidieaanvraag tijdig is ingediend;

  • -

    bij de subsidieaanvraag – indien van toepassing - een aanvraag voor een bouwvergunning is gevoegd.

Indien de subsidieaanvraag ontvankelijk is wordt deze in behandeling genomen.

b. Beslissing op het subsidieverzoek

Indien voor de activiteit tevens een bouwvergunning is vereist wordt niet eerder op de subsidieaanvraag beslist, dan nadat een besluit omtrent de aanvraag om de bouwvergunning is genomen. Voordat een beslissing op het subsidieverzoek wordt genomen, wordt op basis van de ingediende gegevens de hoogte van de subsidie bepaald.

Indien de beslissing op het subsidieverzoek positief uitvalt, leidt dit tot een voorlopige beschikking tot subsidieverlening. De subsidieverlening geeft de subsidieaanvrager een voorwaardelijke aanspraak op financiële middelen, omdat het op dat moment nog niet zeker is of de aanvrager daadwerkelijk de gesubsidieerde activiteiten verricht en hij/zij zich aan de opgelegde verplichtingen houdt.

c. Beslissing omtrent subsidievaststelling

Als de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd zijn afgerond, dient hiervan mededeling te worden gedaan middels een vastgesteld gereedmeldingsformulier. Daarbij dient rekening te worden gehouden met controle momenten. De uitvoering van de maatregelen dient controleerbaar te zijn. Na ontvangst van het gereedmeldingsformulier vindt namelijk door de cluster Bouwzaken een eindcontrole plaats op de daadwerkelijke en juiste uitvoering van de aangevraagde activiteiten. Op basis van het gereedmeldingsformulier en de constateringen van de cluster Bouwzaken vindt zo spoedig mogelijk een beslissing plaats omtrent subsidievaststelling. Bij de subsidievaststelling wordt vastgesteld in hoeverre de voorwaarden zijn vervuld en hoeveel het uiteindelijke subsidiebedrag bedraagt. De beschikking omtrent subsidievaststelling geeft de subsidieaanvrager een onvoorwaardelijke en definitieve aanspraak op het vastgestelde subsidiebedrag.

d. Subsidie-uitbetaling

Binnen vier weken na de subsidievaststelling wordt het subsidiebedrag uitbetaald. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. De subsidieaanvrager wordt van een eventuele verlenging van de termijn tot uitbetaling schriftelijk op de hoogte gesteld.

e. Overgangsrecht

Subsidieaanvragen die reeds eerder in behandeling zijn genomen worden afgehandeld overeenkomstig de nieuwe subsidieverordening. Deze aanvragen zullen procedureel voor wat betreft de wijziging van de reikwijdte (artikel 2) en de wijziging van de administratieve vereisten van de aanvraag (artikel 4) met de nodige coulance worden beoordeeld.

De Subsidieregeling Duurzaam Bouwen dient ter vervanging van de op 25 maart 2003 vastgestelde Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen. Na vaststelling van deze Subsidieregeling Duurzaam Bouwen zal deze op 2 januari 2006 in werking treden. Vanaf deze datum wordt de vorige Subsidieregeling ingetrokken. Eerder ingediende aanvragen worden beoordeeld op basis van de op het tijdstip van indiening van toepassing zijnde Stimuleringsregeling en bijbehorende stimulerings-bedragen.

6. Looptijd, inwerkingtreding en evaluatie

De Subsidieregeling Duurzaam Bouwen zal na besluitvorming en afkondiging op 2 januari 2006 in werkingtreden. De duur van de regeling wordt begrensd door de raadsperiode van de in maart 2006 te kiezen raad. Er vindt jaarlijks een evaluatie plaats naar aanleiding waarvan het college van burgemeester en wethouders de hoogte van het subsidiebedrag en de gestelde eisen kan aanpassen.

Ondertekening

Drachten, 22 november 2005
Burgemeester en wethouders van Smallingerland.