Regeling vervallen per 12-10-2016

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 28 augustus 2012, nr. 80B5BE58, tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Utrecht West

Geldend van 09-10-2012 t/m 11-10-2016

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 28 augustus 2012, nr. 80B5BE58, tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Utrecht West

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 28 augustus 2012, nr. 80B5BE58, tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Utrecht West

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op:

a. artikel 82 van de Provinciewet en artikel 17, eerste lid, van de Wet inrichting landelijk gebied;

b. het door provinciale staten op 12 december 2011 vastgestelde Kaderdocument Agenda Vitaal Platteland 2012-2015;

Besluiten:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    AVP: de Agenda Vitaal Platteland;

  • b.

    AVP-gebied: het gebied Utrecht West, zoals aangeduid op de kaart in het door gedeputeerde staten op 28 augustus 2012 vastgestelde gebiedsprogramma Utrecht West 2012-2015.

Artikel 2 (AVP-gebiedscommissie Utrecht West)

Er is een AVP-gebiedscommissie Utrecht West, hierna te noemen de commissie.

Artikel 3 (taken)

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    adviseren van gedeputeerde staten op verzoek en uit eigen beweging over de realisatie van het door gedeputeerde staten vastgestelde AVP-gebiedsprogramma Utrecht West;

  • b.

    adviseren van gedeputeerde staten op verzoek en uit eigen beweging over de samenhang tussen het gebiedsprogramma en ontwikkelingen in het gebied Utrecht West en aanvullende ambities van de gebiedspartijen.

Artikel 4 (voorzitter)

  • 1 Gedeputeerde staten benoemen de voorzitter van de commissie.

  • 2 De voorzitter is geen lid als bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 3 De voorzitter wordt benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid van herbenoeming voor vier jaar.

Artikel 5 (secretariaat) 

  • 1 De commissie wordt ondersteund door een secretaris.

  • 2 De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 3 De secretaris wordt benoemd door de voorzitter van de commissie in overeenstemming met de verantwoordelijke portefeuillehouder uit het college van gedeputeerde staten.

Artikel 6 (leden en adviserend leden) 

  • 1 De commissie bestaat uit de volgende, door de voorzitter van de commissie te benoemen, leden:

    • a.

      een lid op voorstel van de gemeente Stichtse Vecht;

    • b.

      een lid op voorstel van de gemeente De Ronde Venen;

    • c.

      een lid op voorstel van de gemeente Woerden;

    • d.

      een lid op voorstel van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

    • e.

      een lid op voorstel van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht;

    • f.

      de voorzitter van het Streekplatform Utrechtse Waarden;

    • g.

      een lid op voorstel van LTO Noord Utrecht;

    • h.

      een lid op voorstel van de in het AVP-gebied Utrecht West functionerende Agrarische Natuurverenigingen;

    • i.

      een lid op voorstel van Natuurmonumenten;

    • j.

      een lid op voorstel van de Vechtplassencommissie;

    • k.

      de voorzitter van de Plaatselijke Groep Leader Weidse Veenweiden;

    • l.

      een lid namens de recreatiesector, te bepalen door de voorzitter van de commissie.

  • 2 De commissie kan, indien dit naar het oordeel van de commissie noodzakelijk en gewenst is, de commissie uitbreiden met maximaal twee, door de voorzitter van de commissie te benoemen, extra leden. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zullen gedeputeerde staten hierover vooraf worden geïnformeerd.

  • 3 Indien sprake is van subcommissies als bedoeld in artikel 8, kan de voorzitter van de subcommissie door de voorzitter van de commissie worden benoemd tot commissielid.

    Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zullen gedeputeerde staten hierover vooraf worden geïnformeerd.

  • 4 De commissie kan gebruik maken van, door de voorzitter van de commissie te benoemen, adviserende leden.

    Als adviserende leden treden in ieder geval op:

    • a.

      een ambtelijke vertegenwoordiger van de provincie Utrecht;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de gemeente Utrecht in verband met de relatie met de opgave Recreatie om de stad (Rods).

Artikel 7 (werkwijze) 

  • 1 Ieder lid heeft één stem. De commissie beslist met meerderheid van stemmen.

  • 2 De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 3 Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 4 De adviserende leden hebben geen stemrecht.

  • 5 Voor het overige bepaalt de commissie zelf haar werkwijze.

Artikel 8 (subcomissies) 

  • 1 De commissie kan subcommissies instellen.

  • 2 De subcommissie bestaat uit leden van de commissie. Daarnaast kan aan anderen gevraagd worden zitting te nemen in een subcommissie als lid. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zal de verantwoordelijke portefeuillehouder uit het college van gedeputeerde staten hierover vooraf worden geïnformeerd.

  • 3 De voorzitter van de subcommissie wordt benoemd door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 (vergaderingen/openbaarheid)

  • 1 De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Op voorstel van de voorzitter of van ten minste drie leden worden de deuren gesloten. Daarna beslist de commissie of de vergadering besloten zal blijven dan wel opnieuw openbaar is.

  • 2 De commissie kan deskundigen en belanghebbenden in haar vergaderingen uitnodigen.

Artikel 10 (ondersteuning gebiedscommissie)

De commissie wordt in haar werkzaamheden gefaciliteerd door het programmabureau Utrecht West.

Artikel 11 (archief)

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het provinciehuis Utrecht.

Artikel 12 (inwerkingtreding)  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Utrecht West.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 28 augustus 2012. Gedeputeerde staten van Utrecht, R.C. Robbertsen , voorzitter. H. Goedhart , secretaris. Uitgegeven 8 oktober 2012 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris  
 

Toelichting Algemeen Op basis van het Onderhandelingsakkoord Decentralisatie natuur tussen rijk en provincies liggen de verantwoordelijkheden voor het landelijk gebied grotendeels bij de provincies. De provincie Utrecht heeft in het Kaderdocument Agenda Vitaal Platteland 2012 – 2015, vastgesteld door provinciale staten op 12 december 2011, aangegeven hoe ze de komende jaren in nauwe samenwerking met de gebiedspartners uitvoering wil geven aan het Programma Agenda Vitaal Platteland. In dit Kaderdocument is vastgesteld dat er in de provincie drie nieuwe gebiedscommissies komen, die als Adviescommissie krachtens artikel 82 van de Provinciewet worden ingesteld. Dit instellingsbesluit voorziet in de instelling van één van de drie bedoelde commissies. Artikelsgewijze toelichting Artikel 3: De commissie heeft primair als taak gedeputeerde staten op verzoek en uit eigen beweging te adviseren over de uitvoering van het integrale gebiedsgericht beleid voor het landelijk gebied, zoals dat is vastgelegd in het door gedeputeerde staten vastgestelde AVPgebiedsprogramma. Daarnaast is het zinvol als de commissie adviseert over de samenhang tussen het gebiedsprogramma en ontwikkelingen in het gebied en aanvullende ambities van de gebiedspartijen. Hierdoor kunnen kansen voor synergie worden benut, kan afstemming worden verbeterd en wordt een integrale aanpak bevorderd. De commissie is een belangrijke partner van de provincie als het gaat om het genereren van draagvlak in de streek voor de realisering van de opgaven van provincie en gebiedspartijen. Vanuit een formeel adviserende positie, speelt de commissie een belangrijke rol in het voorbereiden en organiseren van de uitvoering van het gebiedsprogramma Utrecht West. De commissie doet dit, ondersteund door het programmabureau, onder meer door: • het waar nodig organiseren van gebiedsprocessen die resulteren in voorstellen aan de provincie over realisatie van de opgaven; • het voorbereiden van inrichtingsplannen voor deelgebieden die ter vaststelling aan gedeputeerde staten worden aangeboden; • het begeleiden van de realisatie van inrichtingsplannen; • het adviseren over grondaankopen, verkopen en ruilingen de benodigd zijn voor de realisatie van het gebiedsprogramma Utrecht West; • het organiseren van grondaankopen, verkopen en ruilingen de benodigd zijn voor de realisatie van het gebiedsprogramma Utrecht West; • het aanjagen van de realisatie van projecten; • het faciliteren van de uitvoering van projecten. Artikel 4: Indien de commissie reeds functioneert, zal over de benoeming van de voorzitter in de praktijk vooraf overleg plaatsvinden tussen commissie en provincie. Artikel 5: De secretaris is in de praktijk tevens directeur van het programmabureau Utrecht West, zoals genoemd in artikel 10. Artikel 6: Onder het tweede lid is de mogelijkheid opgenomen om maximaal twee extra leden toe te voegen aan de commissie, zonder dat daarvoor het instellingsbesluit gewijzigd hoeft te worden. In de praktijk zal hierover vooraf overleg plaatsvinden tussen commissie en provincie. Onder het derde lid is de mogelijkheid opgenomen om de voorzitter van subcommissies toe te voegen aan de commissie, zonder dat daarvoor het instellingsbesluit gewijzigd hoeft te worden. In de praktijk zal hierover vooraf overleg plaatsvinden tussen commissie en provincie.

Artikel 12: De commissie blijft in stand tot gedeputeerde staten besluiten de commissie op te heffen.