Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016, nummer 2016-48302;

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet.

B E S L U I T:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.

dag:

de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b.

week:

een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c.

maand:

het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag van die kalendermaand;

d.

jaar:

het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot en met de laatste dag in dat kalenderjaar;

e.

kalenderjaar:

de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse Identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstelling

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten waarvoor in de tarieventabel bij het desbetreffende hoofdstuk een vrijstellingsbepaling is opgenomen.

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Daar waar de leges niet bij wege van aanslag worden geheven, worden zij geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke of een digitale kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, digitaal dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges als bedoeld in artikel 6 worden betaald:

    • a.

      als het bedrag bij wege van aanslag wordt geheven, uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

    • b.

      als de kennisgeving mondeling of digitaal wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • c.

      als de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel I van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk II (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk III (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.14.1 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking

Het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1. De "Legesverordening 2016" van 14 december 2015, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 september 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Indien voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358(R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 1.

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4. Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, wordt onderdeel 2.3.14.1 in Titel II vervangen door:

    2.3.14 Wet natuurbescherming (Wnb)

    2.3.14.1 Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied).

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1. eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 443,00

    2.3.14.2 Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten).

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: € 443,00.

  • 5. De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    • a.

      Inwerkingtreding van artikel 12 derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      Inwerkingtreding van artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Voorst 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2016.

griffier
drs. B.J.M.Jansen
burgemeester
drs. J.T.H.M.Penninx

Tarieventabel 2017, behorende bij de Legesverordening 2017

Tarieventabel legesverordening gemeente Voorst 2017

Investeringskosten van gebouw

2016-58242-NEN 2631 Investeringskosten van gebouwen-legesverordening

Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), geldend van 01-03-2012 t/m heden

2016-58240-UAV 2012-legesverordening