Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening Reinigingsrecht Zwijndrecht 2018

Geldend van 14-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening Reinigingsrecht Zwijndrecht 2018

De raad van de gemeente Zwijndrecht;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2017-14602 van 3 oktober 2017,

Gelet op artikelen 216 en 229 van de Gemeentewet

B e s l u i t

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van Reinigingsrecht 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijf: een natuurlijk dan wel rechtspersoon niet zijnde een particuliere huishouding;

  • b.

    afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of andere producten, waarvan de houder zich, met het oog op de verwijdering daarvan, ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

  • c.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke afvalstoffen;

  • d.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden;

  • e.

    erkende inzamelaar: bedrijven die krachtens artikel 10.21 van de Wet milieubeheer bevoegd zijn bedrijfsafvalstoffen in te zamelen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrecht” wordt van bedrijven een recht geheven voor de dienst die door de gemeente aan die bedrijven wordt verleend ten aanzien van de inzameling en verwerking van bedrijfsafvalstoffen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de indeling in een categorie is de situatie op 1 januari van een jaar bepalend.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1.

    Het recht wordt geheven van het bedrijf op wiens aanvraag dan wel ten behoeve waarvan de inzameling en verwerking van de afvalstoffen als bedoeld in artikel 2 geschiedt.

  • 2.

    Elk bedrijf is verplicht van het produceren van bedrijfsafval aangifte te doen bij de gemeente.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Vrijstelling

Het recht wordt niet geheven van bedrijven waarvan de aard van de bedrijfsactiviteiten het aannemelijk maakt dat die bedrijven geen gebruik maken van de gemeentelijke inzamelvoorzieningen dan wel dat die bedrijven een geldig contract met een erkende afvalinzamelaar kunnen overleggen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,00, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het reinigingsrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het reinigingsrecht.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening reinigingsrecht Zwijndrecht 2017 van 8 november 2016, wordt ingetrokken op de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reinigingsrecht Zwijndrecht 2018”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 31 oktober 2017,

De griffier, De voorzitter,

Behoort bij raadsbesluit van 2017-14602

De griffier van Zwijndrecht

Tarieventabel 2018

Behorende bij de Verordening reinigingsrecht Zwijndrecht 2018

De bedragen per maand en per jaar zijn als volgt:

per maand

per jaar

Tarief

excl. BTW

incl. 21% BTW

excl. BTW

incl. 21% BTW

categorie 1

€ 21,90

€ 26,50

€ 262,80

€ 317,99

categorie 2

€ 32,59

€ 39,43

€ 391,08

€ 473,21

categorie 3

€ 48,88

€ 59,14

€ 586,56

€ 711,64

categorie 4

€ 65,18

€ 78,87

€ 782,16

€ 946.41

categorie 5

€ 97,76

€ 118,29

€ 1.173,12

€ 1419,48

Categorie-indeling reinigingsrecht op basis van aantal werkzame personen en KvK branche-indeling

Aantal

werkzame personen

afwijking

n.a.v. branche-indeling

indeling

Niet van toepassing

Indeling op basis van aangetoond lage hoeveelheden afval

categorie 1

1 t/m 4

industrie -> indeling in categorie 3

horeca -> indeling in categorie 3

categorie 2

5 t/m 9

industrie -> indeling in categorie 4

horeca -> indeling in categorie 4

gezondheids- en welzijnszorginstellingen

-> indeling in categorie 2

categorie 3

meer dan 9

industrie -> indeling in categorie 5

horeca -> indeling in categorie 5

gezondheids- en welzijnszorginstellingen

-> indeling in categorie 3

categorie 4

alle bedrijven die onafhankelijk van het aantal werkzame personen

en branche-indeling met indicatief meer dan 10 vuilnis-

zakken, maar max. 15 vuilniszakken per week aanbieden

categorie 5

Leeswijzer bij tarieventabel reinigingsrecht

Bedrijven zonder geldig afvalcontract krijgen (met terugwerkende kracht) een aanslag reinigingsrecht. Hiervoor krijgen bedrijven een basis dienstverlening ten behoeve van de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval (exclusief swill), oud papier en karton, glas, textiel en restafval (exclusief grof vuil). Netwerk geeft aan welke inzamelmiddelen of –voorzieningen daarvoor gebruikt dienen te worden.

GFT kan worden ingezameld met een minicontainer die om de week wordt geleegd. Papier en karton wordt maandelijks ingezameld door verenigingen. Glas en textiel kan in de daarvoor bestemde containers worden gedeponeerd.

Alle overige afvalinzameling of –afgifte dient te geschieden tegen betaling aan Netwerk of een andere erkende afvalinzamelaar.

De categorie-indeling is gebaseerd op het aantal werkzame personen. Daarnaast wordt voor een aantal specifieke branches (industrie, horeca en gezondheids- en welzijnszorgin-stellingen) afgeweken van de standaard categorie-indeling. Dit omdat deze branches gemiddeld meer, danwel minder afval produceren bij een bepaald aantal werkzame personen.

Zo wordt b.v. een horecaondernemer met 1 tot en met 4 werkzame personen in categorie 3 ingedeeld. Een gezondheidsinstelling met 5 tot en met 9 werkzame personen heeft een indeling in categorie 2. Een gezondheidsinstelling met 1 tot en met 4 werkzame personen heeft eveneens een indeling in categorie 2.

Indien aantoonbaar meer afval wordt aangeboden dan de hoeveelheidlimiet behorend bij een categorie, wordt een bedrijf ingedeeld in een hogere categorie. Dit kan een andere datum zijn dan de datum waarop de overtreding is geconstateerd; bijvoorbeeld indien het hogere afvalaanbod samenhangt met een belangrijke bedrijfswijziging die eerder heeft plaatsgevonden.

Bedrijven waarvan aantoonbaar meer dan 10 vuilniszakken maar niet meer dan 15 vuilniszakken per week worden aangeboden worden ongeacht het aantal werkzame personen en de branche-indeling in categorie 5 ingedeeld. Bedrijven met meer dan 15 vuilniszakken per week worden geacht een apart afvalcontract te sluiten en mogen geen gebruik maken van de collectieve afvalvoorzieningen.

Zo wordt bijvoorbeeld een gezondheidsinstelling met 1 tot 4 werknemers en 10 zakken afval per week in categorie 4 ingedeeld.

De ondernemer moet zelf opgave doen van het aanbieden van afval zonder afvalcontract en van afwijkende situaties.

Indien geconstateerd wordt dat geen juiste opgave is gedaan, wordt een naheffing opgelegd over het hele lopende kalenderjaar. Alleen wanneer de ondernemer kan aantonen dat de situatie in de loop van het jaar is ontstaan, bijvoorbeeld door vestiging, wordt de ingang van de belastingplicht op basis van die datum bepaald.

Als aantoonbaar is dat ook in voorgaande jaren afval werd aangeboden zonder te voldoen aan de bijbehorende belastingplicht, kan ook over die periode een navordering worden geheven.

Indien geconstateerd wordt dat een bedrijf in strijd met deze verordening meer dan 15 zakken per week aanbiedt, wordt met terugwerkende kracht een tweede aanslag voor categorie 5 opgelegd en dient het bedrijf per direct een contract te sluiten met een erkende inzamelaar.

Behoort bij raadsbesluit van 2017-14602

De griffier van Zwijndrecht