Regeling vervallen per 27-09-2019

Verordening regelende het verstrekken van subsidie in verhuis- en herinrichtingskosten aan bewoners van woningen bij sloop en/of het treffen van voorzieningen.

Geldend van 28-03-2012 t/m 26-09-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2011

Intitulé

Verordening regelende het verstrekken van subsidie in verhuis- en herinrichtingskosten aan bewoners van woningen bij sloop en/of het treffen van voorzieningen.

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

actiegebied:

een in het kader van de stadsvernieuwing of wijkverbetering door burgemeester en wethouders aangewezen gebied;

b.

toegelaten instelling:

toegelaten instelling krachtens artikel 70 van de Woningwet;

c.

voorzieningen:

maatregelen waarvoor subsidie wordt verleend in de kosten op grond van de Verordening woninggebonden subsidies 1995 en de Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1995;

alsmede maatregelen in de na-oorlogse woningvoorraad waarvoor door burgemeester en wethouders een bijdrage in de onrendabele top uit het Volkshuisvestingsfonds wordt verleend aan toegelaten instellingen; en maatregelen voor het treffen van niet-ingrijpende voorzieningen door Woningbeheer NV;

d.

kosten van voorzieningen:

kosten voor maatregelen als bedoeld onder c. van dit artikel;

e.

woning:

woonruimte met een eigen toegang en waarbij de bewoner(s) niet afhankelijk is/zijn van wezenlijke voorzieningen, welke buiten de woonruimte zijn gelegen;

f.

onzelfstandige woonruimte:

een gedeelte van een woning dat niet afzonderlijk tot zelfstandige bewoning is bestemd, omdat de bewoner(s) afhankelijk is/zijn van wezenlijke voorzieningen, welke buiten dat gedeelte van de woning zijn gelegen;

g.

huurwoning:

een woning waarvoor de gebruiker een vergoeding is verschuldigd aan de zakelijk gerechtigde, of ten aanzien waarvan de gebruiker een huurovereenkomst is aangegaan;

h.

particuliere huurwoning:

huurwoning, welke niet in eigendom is van de gemeente, een toegelaten instelling of Woningbeheer NV;

i.

huishouden:

een alleenstaande dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;

j.

bewoner:

degene die een woning daadwerkelijk bewoont en in het bevolkingsregister op deze woning staat ingeschreven;

k.

huurder:

bewoner, die krachtens huurovereenkomst een huurwoning dan wel onzelfstandige woonruimte bewoont;

l.

onbewoonbaar verklaarde woning:

woning welke op grond van artikel 29 van de Woningwet onbewoonbaar is verklaard;

m.

woonwagen:

voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een stand-plaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

n.

standplaats:

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

o.

caravan:

caravan of kampeerwagen, een verblijfsaccommodatie, niet zijnde een woonwagen, bestemd om te worden gebruikt voor tijdelijk recreatief verblijf;

p.

grote woning:

een woning die minimaal bestaat uit vijf kamers, met minimaal 96 m2 gebruiks-oppervlakte, waarvan de huur is vastgesteld onder de individuele huursubsidie-grens;

q.

gebruiksoppervlakte:

het totaal van de tussen de omsluitende wanden gelegen vloeroppervlakte van de ruimten in een woning, berekend volgens de norm NEN 2580;

r.

casco-aanpak:

onderhoud aan de buitenkant van de woning, en/of de constructie van de woning, waaronder vallen: dak, gevels,uitbouwen, balkons, dragende elementen.

HOOFDSTUK 1A Aanwijzing Actiegebieden

Artikel 1.1

Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de stadsvernieuwing of wijkverbetering actiegebieden aanwijzen met het doel de daarin gelegen woonruimten vrij van bewoning te maken, zodat sloop en/of woningverbetering kan plaatsvinden.

Artikel 1.2

Hoofdstuk 2 “De subsidie verhuiskosten” van deze verordening is slechts van toepassing voor die actiegebieden waarvoor burgemeester en wethouders bij de actiegebiedaanwijzing dit hoofdstuk van kracht hebben verklaard.

HOOFDSTUK 2 De subsidie verhuiskosten

§ 1. Subsidie-grondslag verhuiskosten

Artikel 2

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie verhuiskosten verstrekken aan de huurder,

  • 1.

    die wegens sloop, één in een actiegebied gelegen woning moet ontruimen;

  • 2.

    van één in een actiegebied gelegen woning van een toegelaten instelling, Woningbeheer NV of van de gemeente, die deze moet ontruimen in verband met het treffen van voorzieningen;

  • 3.

    (vervallen)

  • 4.

    die wegens het treffen van voorzieningen een particuliere huurwoning moet ontruimen;

  • 5.

    die wegens het samenvoegen van woningen tot een grote woning de woning moet ontruimen.

§ 2. Hoogte en uitbetaling subsidie verhuiskosten

Artikel 3

  • 1. De subsidie verhuiskosten bedraagt € 5.000,-- en wordt uitbetaald in twee gedeelten:

    • 1.

      na de huuropzegging vindt uitbetaling plaats van een voorschot van € 4.350,00;

    • 2.

      het restbedrag van € 650,00 wordt uitbetaald nadat de verlaten woning is ontruimd.

  • 2. Het bedrag van de subsidie, genoemd in het eerste lid, wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de ”consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens” van het Centraal Bureau voor de Statistiek, met als basisjaar het jaar 2000. Bij de berekening volgens de “jaar-op-jaar methode” zijn van toepassing:

    • -

      het bedrag van de subsidie per 1 januari van het lopende jaar;

    • -

      het indexcijfer van september van het lopende en het daaraan voorafgaande jaar;

    • -

      de bedragen worden afgerond op hele euro’s; € 0,49 en lager naar beneden; € 0,50 en meer naar boven.

§ 3. Bepalingen subsidie verhuiskosten

Artikel 4

  • 1. De subsidie genoemd in artikel 2. lid 1. tot en met lid 5. wordt niet verstrekt indien de huurder de woning bewoont op basis van een overeenkomst van tijdelijke (ver)huur.

  • 2. De subsidie genoemd in artikel 2. lid 1. en 2. wordt niet verstrekt:

    • 1.

      indien de woning in gebruik is genomen nà:

      • -

        de datum van aanwijzing door burgemeester en wethouders van het gebied waarin de woning is gelegen tot actiegebied;

    • 2.

      indien verhuizing heeft plaatsgevonden vóór:

      • -

        de datum van aanwijzing van het gebied waarin de woning is gelegen tot actiegebied;

      • -

        of de datum van het besluit tot verlenen van subsidie voor de voorzieningen.

    • 3.

      De subsidie genoemd in artikel 2. lid 4. wordt slechts verstrekt indien:

      • a.

        op verzoek van de eigenaar van de particuliere huurwoning, burgemeester en wethouders hebben verklaard, nog voordat het treffen van de voorzieningen aan de woning is aangevangen, van oordeel te zijn dat ontruiming van de particuliere huurwoning noodzakelijk is;

      • b.

        de te verbeteren particuliere huurwoning in gebruik is genomen vóór de datum van het besluit tot verlenen van subsidie voor de voorzieningen;

    • 4.

      De subsidie genoemd in artikel 2. lid 5. wordt slechts verstrekt indien:

      • -

        de woningen die worden samengevoegd door aanvragers in gebruik zijn geno-men vóór de datum van het besluit tot verlenen van subsidie voor de voorziening.

HOOFDSTUK 3 De subsidie herinrichtingskosten

§ 1. Subsidie-grondslag Herinrichtingskosten

Artikel 5

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie herinrichtingskosten verstrekken aan de huurder, van een huurwoning waaraan voorzieningen werden getroffen en die deze ook tijdens de gehele periode van het treffen van de voorzieningen heeft gehuurd en bewoond.

  • 2. Er wordt geen subsidie herinrichtingskosten verstrekt wanneer sprake is van casco-aanpak, tenzij in de woning ten minste één of meer van de volgende maatregelen worden uitgevoerd:

    • a.

      slopen balkons/galerijen en vervangen door nieuwe prefab-balkons/galerijen inclusief draagconstructie;

    • b.

      vernieuwen/vervangen (stuc)plafonds;

    • c.

      aanbrengen woon-technische voorzieningen o.a.aanbrengen doucheruimte en/of indelingswijziging;

    • d.

      aanbrengen c.v.installatie (ketel + leidingen);

    • e.

      herstel/vernieuwen van gas-, elektrische- en waterinstallatie(s);

    • f.

      vernieuwen rioolafvoeren en/of standleidingen in de woning;

    • g.

      herstellen van vloerconstructie, balklagen en vloerhout;

    • h.

      vervanging van een pannenkap (bedekking inclusief beschot) én waarbij de zolder in gebruik is als woonruimte.

    • i.

      vervanging van kozijnen.

§ 2. Hoogte en uitbetaling subsidie herinrichtingskosten

Artikel 6

  • 1. De hoogte van de subsidie herinrichtingskosten bedraagt bij geaccepteerde kosten van voorzieningen groot:

    Kosten van voorzieningen

    Subsidie

    < € 4.540,--

    geen

    € 4.540,-- tot € 9.075,--

    € 227,--

    € 9.075,-- tot € 15.880

    € 454,--

    € 15.880-- tot € 22.690,--

    € 681,--

    > € 22.690,--

    € 1.362,--

  • 2. Bij door Woningbeheer NV verbeterde woningen, waarvoor geen subsidie is verleend op basis van de Verordening en Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies 1995, wordt met geaccepteerde kosten van voorzieningen, als bedoel in lid 1. gelijkgesteld, de door Woningbeheer NV op te geven kosten van verbetering van de woning aan burgemeester en wethouders per 1 april van enig jaar.

  • 3. De subsidie herinrichtingskosten wordt uitbetaald na voltooiing van de werkzaamheden.

HOOFDSTUK 4 Overige bepalingen subsidies verhuis- en herinrichtingskosten

Artikel 7

  • 1. De subsidie verhuis- of herinrichtingskosten wordt één keer per woning, die wordt ontruimd, of waaraan voorzieningen worden getroffen, verstrekt.

  • 2. Indien een huurder een woning deelt met andere, niet tot zijn huishouden behorende huurder, wordt aan iedere huurder een gelijk aandeel van de subsidie verstrekt, doch niet minder dan een vierde deel daarvan.

  • 3. Een huurder die, eventueel met overige leden van zijn huishouden, aan elkaar grenzende woningen bewoont, kan slechts aanspraak maken op de subsidie terzake van één woning.

  • 4. Indien de aanvrager van de subsidie uit andere hoofde aanspraak kan maken op toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van verhuizing of herinrichting wordt slechts een subsidie verstrekt voor zover deze de eerder bedoelde tegemoetkoming overtreft.

HOOFDSTUK 5 Aanvragen en verstrekken van de subsidies verhuis- en herinrichtingskosten

Artikel 8

  • 1. De aanvrager, vraagt de subsidie verhuis- of herinrichtingskosten aan bij burgemeester en wethouders door middel van een formulier dat wordt ingediend bij de directeur van

    • -

      de toegelaten instelling die is belast met de herhuisvesting of de verbetering van de woning;

    • -

      of bij Woningbeheer NV als die is belast met de herhuisvesting of de verbetering van de woning;

    in afwijking van het voorgaande dient de huurder van een particuliere huurwoning het formulier rechtstreeks in bij burgemeester en wethouders.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend door middel van een daartoe door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 3. De aanvrager dient de aanvraag als bedoeld onder lid 1. en 2. van dit artikel in:

    • -

      voor de subsidie verhuiskosten nadat van de te slopen of van de te verbeteren woning de huur is opgezegd;

    • -

      voor de subsidie herinrichtingskosten nadat de voorzieningen gereed zijn gekomen.

  • 4. De aanvraag als bedoeld onder lid 1. en 2. van dit artikel wordt niet behandeld indien de aanvraag wordt ingediend langer dan één jaar na datum dat de sloop heeft plaatsgevonden danwel de gereedkomingsdatum van de voorzieningen.

  • 5. Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld onder lid 1. en 2. een besluit op de aanvraag.

HOOFDSTUK 6 Woonwagens en -standplaatsen

Artikel 9

Burgemeester en wethouders kunnen aan de bewoner,

  • 1.

    die ingevolge een door de gemeenteraad genomen besluit, door verwijdering van een woonwagen of een caravan, een woonwagenstandplaats leeg achterlaat de subsidie verhuiskosten verstrekken. De subsidie bedraagt voor:

    • -

      een woonwagen € 2.042,-- ;

    • -

      een caravan € 1.021,--;

  • 2.

    van een woonwagen of caravan, die ingevolge een door de gemeenteraad genomen besluit, in afwachting van een definitieve locatie, gebruik moet maken van een tijdelijke standplaats een subsidie verstrekken van € 227,--.

Artikel 10

  • 1. De subsidie genoemd in artikel 9. lid 1. wordt uitbetaald in twee gelijke delen:

    • -

      het eerste deel nà ondertekening van de huurovereenkomst van de nieuwe definitieve standplaats;

    • -

      het tweede deel nadat oude standplaats leeg is opgeleverd; of indien is gebruik gemaakt, volgens art. 9. lid 2., van een tijdelijke standplaats nadat deze tijdelijke standplaats leeg is opgeleverd.

    De subsidie genoemd in artikel 9. lid 2.

    • -

      wordt uitbetaald nadat de tijdelijke standplaats in gebruik is genomen.

Artikel 11

  • 1. De aanvrager vraagt de subsidie in de verhuiskosten als bedoeld onder artikel 9. aan bij burgemeester en wethouders.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend door middel van een daartoe door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 3. De aanvraag als bedoeld onder lid 1. en 2. van dit artikel wordt niet behandeld indien de aanvraag wordt ingediend:

    • -

      langer dan één jaar na datum dat de oude standplaats leeg is opgeleverd; en

    • -

      indien daartoe ook is gebruik gemaakt van een tijdelijke standplaats één jaar na datum dat deze tijdelijke standplaats leeg is opgeleverd.

  • 4. Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld onder lid 1. en 2. een besluit op de aanvraag.

HOOFDSTUK 7 vervallen

Artikel 12 vervallen

HOOFDSTUK 8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13

Burgemeester en wethouders kunnen:

  • -

    de subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen;

  • -

    subsidie-bedragen en voorschotten terugvorderen;

één en ander met inachtneming van Afdeling 4.2.6 Intrekking en wijziging en Afdeling 4.2.7. Betaling en terugvordering van de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Staatsblad 333, jaargang 1996).

Artikel 14

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 15

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van deze verordening mandateren aan: gemeente-ambtenaren, de directeur van een toegelaten instelling en de directeur Woningbeheer NV.

  • 2. Aan toegelaten instellingen en Woningbeheer NV kan niet worden gemandateerd: hoofdstuk 6. Woonwagens en standplaatsen en hoofdstuk 7. Stimuleringsbijdrage grote woningen alsmede art.14.

Artikel 16

Aanvragen die zijn ontvangen voor de datum waarop deze verordening inwerking treedt worden afgehandeld alsof de 'Verordening tegemoetkomingen verhuis- en/of herinrichtingskosten 1992' van toepassing zou zijn. (zie rv 62 II:1/2004)

Artikel 17

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening subsidie verhuis- en herinrichtingskosten 1997'