Regeling vervallen per 02-12-2016

Marktverordening Den Haag 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 30-03-2015

Intitulé

Marktverordening Den Haag 2013

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

b.

markt:

de door het college ingestelde warenmarkt, bestemd voor de uitoefening van de ambulante handel;

c.

marktregister:

het register bedoeld in artikel 5;

d.

marktterrein:

de voor publiek toegankelijke ruimte, behorende tot de markt;

e.

standplaats:

de door het college als zodanig aangewezen verkoopruimte op het marktterrein;

f.

standwerken:

de wijze van het uitoefenen van de ambulante markthandel waarbij de verkoper de aandacht van het publiek op zich richt, uitweidt over het door hem te verhandelen product en dit daarna aan het om hem heen verzamelde publiek te koop aanbiedt;

g.

marktvergunning:

de vergunning voor een vaste standplaats, een dagplaats of een standwerkerplaats;

h.

vaste standplaats:

de standplaats die voor de duur van de marktvergunning mag worden ingenomen;

i.

dagplaats:

de niet ingenomen vaste standplaats die per marktdag mag worden ingenomen;

j.

standwerkerplaats:

de standplaats die uitsluitend voor standwerken mag worden ingenomen;

k.

seizoenplaats:

de vaste standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht;

l.

verkoopunit:

een als zodanig door het college erkende, niet verrijdbare verkoopinstallatie die op een daartoe aangewezen standplaats staat;

m.

verkoopwagen:

verrijdbare verkoopinstallatie die op een daartoe aangewezen standplaats staat;

n.

branche:

een hoofd- en/of subbranche van een door het college te bepalen assortiment van waren of goederen;

o.

ingeschrevene:

de natuurlijk persoon die in het marktregister is ingeschreven;

p.

vergunninghouder:

de natuurlijk persoon aan wie een marktvergunning is verleend voor een vaste standplaats, een dagplaats of een standwerkerplaats;

q.

anciënniteit:

de aanduiding voor de periode waarover de ingeschrevene in het marktregister is opgenomen, waarbij de eerste datum van inschrijving en voor vergunninghouders van een vaste standplaats tevens de datum van eerste vergunningverlening bepalend is.

Artikel 2 Marktterrein

  • 1. Het college is bevoegd geheel of gedeeltelijk over het marktterrein te beschikken zo dikwijls en zolang het college dat in het algemeen belang of ter uitvoering van werken nodig acht.

  • 2. Het college kan bepalen, dat:

    • a.

      om bijzondere redenen geen markt wordt gehouden;

    • b.

      een markt geheel of gedeeltelijk wordt gehouden op een andere locatie;

    • c.

      een niet gehouden markt op een andere dag plaatsvindt.

Artikel 3 Inrichting van de markt

  • 1. Het college kan per markt vaststellen:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en de indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden vergund als vaste standplaats, als standwerkerplaats of als seizoenplaats;

    • e.

      welke standplaatsen worden ingenomen door verkoopunits, verkoopwagens of kramen;

    • f.

      een lijst met branches;

    • g.

      een absoluut of procentueel aangegeven maximum aantal standplaatsen en/of vergunningen per branche.

  • 2. Het college kan de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder g, mandateren aan de algemeen directeur van de Dienst Stadsbeheer.

Artikel 4 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk II Marktregister, marktvergunningen en ontheffingen

Artikel 5 Marktregister

  • 1. Het college houdt een marktregister bij, waarin de gegevens, waaronder anciënniteit, zijn opgenomen van:

    • a.

      vergunninghouders van een vaste standplaats;

    • b.

      natuurlijke personen, die in aanmerking wensen te komen voor een marktvergunning voor een dagplaats voor de markt aan de Herman Costerstraat;

    • c.

      natuurlijke personen, die in aanmerking wensen te komen voor een marktvergunning voor een standwerkerplaats.

  • 2. Vergunninghouders van een vaste standplaats, worden ambtshalve in dit register ingeschreven.

  • 3. Natuurlijke personen die in aanmerking wensen te komen voor een marktvergunning voor een dag- of standwerkerplaats dienen zich eerst in te schrijven in het marktregister.

Artikel 6 Inschrijving in het marktregister

  • 1. De ingeschrevene wordt per markt en per marktdag slechts ingeschreven voor één van de onder artikel 5, eerste lid onder a tot en met c genoemde hoedanigheden.

  • 2. Inschrijving voor een dag- of standwerkerplaats geschiedt op een daartoe gedane aanvraag onder gebruikmaking van het door het college vastgestelde inschrijvingsformulier.

  • 3. Inschrijving voor een vaste standplaats of dagplaats geschiedt per markt, per markdag en per branche.

  • 4. Voor inschrijving in het register dient men:

    • a.

      een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn;

    • b.

      te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats;

    • c.

      rechtmatig verblijf te hebben in Nederland;

    • d.

      te voldoen aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

    • e.

      de afgelopen vier jaar niet te zijn doorgehaald op basis van artikel 12, aanhef onder f.

  • 5. Voor inschrijving in het register dient men te overleggen:

    • a.

      een verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • b.

      een geldig bewijs van registratie bij het Centraal Registratiekantoor van het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel;

    • c.

      het nummer waaronder men in het handelsregister is ingeschreven;

    • d.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • e.

      een document waaruit de geldige verblijfstitel in Nederland blijkt, indien de aanvrager niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

    • f.

      indien men buiten Nederland verblijft, een afschrift van een document waaruit blijkt dat men een vaste woon- of verblijfplaats heeft;

    • g.

      een recente pasfoto.

  • 6. De ingeschrevene is verplicht om elke vier jaar een verklaring omtrent het gedrag volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens te overleggen.

  • 7. De ingeschrevene is verplicht om wijzigingen in de navolgende gegevens terstond schriftelijk door te geven:

    • a.

      de naam en voornamen, het adres en de woonplaats;

    • b.

      een geldig nummer van de inschrijving in het handelsregister en de met de inschrijving in het handelsregister overeenkomende bedrijfsnaam.

  • 8. Het college kan het verlenen van marktvergunningen en/of het inschrijven in het marktregister tijdelijk opschorten.

  • 9. Als bewijs van inschrijving in het marktregister ontvangt de ingeschrevene een marktpas.

Artikel 7 Marktvergunning

  • 1. Het is verboden zonder marktvergunning een standplaats dan wel een andere dan de hem vergunde standplaats in te nemen of te doen innemen.

  • 2. De marktvergunning geldt per markt(en) en marktdag(en), de branche(s) en de termijn, waarvoor deze is verleend. Marktvergunningen voor vaste standplaatsen kunnen gelden voor onbepaalde tijd.

  • 3. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de standplaats waarvoor de marktvergunning is verleend.

  • 4. De vergunninghouder van een vaste standplaats is er voor verantwoordelijk dat de natuurlijke persoon die voor hem de verkoop doet:

    • a.

      beschikt over de verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan vier jaar, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • b.

      voldoet aan alle eisen die aan de vergunninghouder worden gesteld;

    • c.

      alle verplichtingen nakomt die bij of krachtens de verordening aan de vergunninghouder zijn opgelegd;

    • d.

      de verkoophandelingen verricht voor rekening en risico van de vergunninghouder.

  • 5. Alle handelingen van de natuurlijk persoon, die namens de vergunninghouder van een vaste standplaats de verkoop doet, worden aan de vergunninghouder toegerekend.

  • 6. De vergunninghouder van een dagplaats en van een standwerkerplaats moet zijn standplaats persoonlijk innemen.

  • 7. De volgende gegevens worden in ieder geval in de marktvergunning vermeld: naam, adres, woonplaats en Burger Service Nummer van de vergunninghouder, markt, marktdag, branche en standplaats.

Artikel 8 Ontheffingen

Het is verboden zonder ontheffing van het college op het markterrein verkoophandelingen te verrichten buiten de als zodanig ingerichte standplaatsen.

Artikel 9 Voorschriften en beperkingen

Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende marktvergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de marktvergunning of ontheffing is verleend. Degene aan wie krachtens deze verordening een marktvergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk III Overige verboden en geboden

Artikel 10 Aanbrengen wijzigingen

Het is verboden wijzigingen aan te brengen aan het marktterrein of zelf voorzieningen, van welke aard dan ook, te treffen.

Artikel 11 Gebruik voorzieningen

  • 1. Op de standplaatsen dient de vergunninghouder gebruik te maken van de door of namens het college aangebrachte voorzieningen.

  • 2. De vergunninghouder, die een kraam als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder e, moet gebruiken, is verplicht deze, eventueel met toebehoren, te huren van de voorgeschreven kramenexploitant(en).

  • 3. Het college kan in afwijking van het gestelde in het eerste en tweede lid voor het gebruik van eigen voorzieningen ontheffing verlenen.

  • 4. De vergunninghouder is verplicht de nutsvoorzieningen te betrekken van de door het college voor het leveren daarvan voorgeschreven exploitant.

Hoofdstuk IV Handhaving

Artikel 12 Doorhalen inschrijving marktregister

De inschrijving in het marktregister wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    indien de ingeschrevene voor een dag- of standwerkerplaats verzuimd heeft uiterlijk voor 1 januari van elk jaar een verzoek om verlenging van de inschrijving te doen of de hiervoor vereiste leges niet heeft voldaan;

  • c.

    indien de ingeschrevene niet of niet meer voldoet aan één van de vereisten als bedoeld in artikel 6, vierde en vijfde, onder a tot en met f;

  • d.

    indien de ingeschrevene niet voldoet aan de verplichtingen in artikel 6, zesde en zevende lid;

  • e.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • f.

    indien de ingeschrevene tevens vergunninghouder was en zijn marktvergunning is ingetrokken wegens overtreding van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde voorschriften;

  • g.

    de ingeschrevene bij inschrijving onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt.

Artikel 13 Intrekking en schorsing marktvergunning en ontheffing

  • 1. Het college trekt een marktvergunning of ontheffing in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer aan de bij of krachtens deze verordening gestelde vereisten voldoet;

    • c.

      indien de vergunninghouder ter verkrijging van de marktvergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • d.

      indien de inschrijving in het handelsregister op verzoek van de vergunninghouder is beëindigd;

    • e.

      bij overlijden van de vergunninghouder;

    • f.

      indien de vergunninghouder handelt in strijd met voorschriften van de Vreemdelingenwet 2000 of de Wet arbeid vreemdelingen;

    • g.

      indien de vergunninghouder niet handelt voor eigen rekening en risico;

    • h.

      indien de natuurlijk persoon die namens de vergunninghouder op de standplaats verkoophandelingen verricht deze niet voor rekening en risico van de vergunninghouder verricht.

  • 2. Het college kan een marktvergunning of ontheffing intrekken dan wel schorsen, indien de vergunninghouder:

    • a.

      failliet is verklaard;

    • b.

      handelt in strijd met hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald;

    • c.

      zich op een markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • d.

      handelingen heeft verricht die het ordelijk verloop in ernstige mate verstoren;

    • e.

      een toezichthouder belemmert in het uitoefenen van zijn functie;

    • f.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

    • g.

      handelt in strijd met voorschriften van de warenwetgeving, de auteurs- en octrooiwetgeving.

Artikel 14 Onmiddellijke ontruiming standplaats

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 gelast het college de vergunninghouder onmiddellijk de aan hem vergunde standplaats te ontruimen indien:

    • a.

      de vergunninghouder de geldende marktpas niet kan tonen;

    • b.

      de vergunninghouder handelt in strijd met de voor hem geldende branche;

    • c.

      de vergunninghouder van een dagplaats of van een standwerkerplaats zijn standplaats niet persoonlijk inneemt;

    • d.

      de standwerker aan wie een standwerkerplaats is vergund niet aan het standwerken is.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 kan het college een vergunninghouder gelasten onmiddellijk de aan hem vergunde standplaats te ontruimen indien hij het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt en hierdoor het ordelijk verloop van de markt wordt verstoord of dreigt te worden verstoord.

Hoofdstuk V Overgang- en slotbepalingen

Artikel 15 Overgangsbepaling

Beschikkingen die bij of krachtens de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn genomen, worden geacht te zijn genomen op basis van deze verordening, behoudens het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18 en 19.

Artikel 16 Omzetting marktvergunningen vaste standplaatshouders Herman Costerstraat

  • 1. De marktvergunningen voor vaste standplaatshouders voor de markt aan de Herman Costerstraat die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari 2013.

    Voor de Hoofdbranche Zeebanket als bedoeld in het Branchebesluit Markten Den Haag 2012 kunnen alleen marktvergunninghouders als bedoeld in het eerste lid kiezen, die vergunning hebben voor de afdeling Vis.

    Voor de subbranches 6.2. tot en met 6.5. (Snacken) als bedoeld in het Branchebesluit Markten Den Haag 2012 kunnen alleen marktvergunninghouders als bedoeld in het eerste lid kiezen, die feitelijk op 2 juli 2012 een soort of assortiment van waren of goederen verhandelen die onder deze subbranches vallen.

Artikel 17 Omzetting marktvergunningen vaste standplaatshouders overige markten

  • 1. De marktvergunningen voor vaste standplaatshouders voor de markten, niet zijnde de markt aan de Herman Costerstraat, die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari 2013.

Artikel 18 Omzetting marktvergunningen voor meelopers Herman Costerstraat

  • 1. De marktvergunningen voor meelopers voor de markt aan de Herman Costerstraat die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari 2013.

Artikel 19 Omzetting standwerkersvergunningen voor standwerkers

  • 1. De standwerkersvergunningen voor standwerkers die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari 2013.

Artikel 20 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast het hoofd van de afdeling Markten, de marktmeesters en de overige bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 21 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 22 Intrekking oude regeling

De Marktverordening gemeente Den Haag 2004 wordt ingetrokken op 1 januari 2013.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 16, 17, 18 en 19 op 1 juli 2012 in werking.

  • 3. Artikel 16, tweede en derde lid, artikel 17, tweede en derde lid, artikel 18, tweede en derde lid, en artikel 19, tweede en derde lid, vervallen op 1 januari 2013.

  • 4. In afwijking van het eerste lid treden artikel 3, eerste lid, aanhef en onder f en g, en artikel 3, tweede lid, op 1 juli 2012 in werking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Den Haag 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 juni 2012.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.