Organisatieverordening van de raad van de gemeente Den Haag.

Geldend van 03-02-2020 t/m 31-03-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Organisatieverordening van de raad van de gemeente Den Haag.

HOOFDSTUK 1 Begripsbepaling

Artikel 1:1

In deze regeling wordt verstaan onder:

ambtelijke organisatie:

de ambtelijke ondersteuning van het college bestaande uit de gemeente-secretaris en de diensten;

beheer:

de zorg voor het dagelijks functioneren en de instandhouding van de griffie, of een onderdeel daarvan;

bestuur:

de raad, het college en de burgemeester, ieder voor zover zijn bevoegdheid strekt;

bestuurlijke organisatie:

van de raad de raad en de door hem ingestelde of aangewezen commissies, raden, groepen of personen welke niet behoren tot de griffie met inbegrip van de daarbij behorende hulpstructuren, overleg- en besluitvormingsstructuren en -procedures;

college:

het college van burgemeester en wethouders;

concern:

de organisatie van het college en de ambtelijke organisatie in zijn geheel;

griffie:

de ambtelijke ondersteuning van de raad en van de bestuursorganisatie van de raad;

planning en control:

het proces waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen;

raadscommissie:

een door de raad ingestelde commissie die de besluitvorming van de raad kan voorbereiden en met het college of de burgemeester kan overleggen;

stadsdeel:

een door de raad, het college en de burgemeester aangewezen geografisch deel van de stad.

HOOFDSTUK 2 Bestuurlijke organisatie van de raad

De raadscommissies

Artikel 2:1 De raadscommissies

De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze van raadscommissies wordt geregeld in de verordening raadscommissies.

De stadsdeelcommissies

Artikel 2:2

Vervallen

De rekeningencommissie

Artikel 2:3

De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze van de rekeningencommissie wordt geregeld in de verordening op de rekeningencommissie.

Het fractievoorzittersoverleg

Artikel 2:4

De instelling, samenstelling en werkwijze van het fractievoorzittersoverleg wordt geregeld in het reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Het Presidium

Artikel 2:5

De instelling en samenstelling van het presidium worden geregeld in het reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Artikel 2:6

Het presidium stuurt de raadsvoorstellen aan commissievoorzitters ter advisering door de raadscom-missies en bereidt de agenda van de gemeenteraad voor.

Artikel 2:7

Het presidium bereidt ten behoeve van de raad besluiten voor ten aanzien van de organisatie van de griffie en ter invulling van de rol van de raad als werkgever in personeelsaangelegenheden.

Artikel 2:8

Het presidium draagt zorg voor de informatie en communicatie vanuit de bestuurlijke organisatie van de raad en de griffie.

Artikel 2:9

  • 1. Het presidium is verantwoordelijk voor de opstelling van de eigen begroting en jaarrekening van de raad, de griffie en de gemeentelijke ombudsman en biedt deze aan ter vaststelling door de raad.

  • 2. De begroting en de rekening, alsmede de eventuele tussentijdse rapportage van de raad worden opgesteld conform de jaarlijkse planning en richtlijnen ter zake van de gemeente.

  • 3. De wettelijke accountantscontrole op de rekening van de raad wordt nader geregeld in de algemene verordening inzake de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie conform artikel 213 eerste lid van de Gemeentewet.

Artikel 2:10

Het presidium legt voorstellen voor aan de raad met betrekking tot de instructie voor de griffier, waarin in ieder geval aanwijzingen zijn opgenomen betreffende de uitoefening van het door het college aan de griffier gegeven mandaat respectievelijk de door de burgemeester aan de griffier gegeven volmacht ten aanzien van de bevoegdheden vervat in artikel 160 van de Gemeentewet.

Artikel 2:11

Het presidium draagt aan de raad een vertegenwoordiger voor uit de raad, die de raad vertegenwoordigt bij de werving en selectie, de gesprekscyclus in het kader van personeelsbegeleiding, het overleg gericht op beëindiging van het dienstverband en soortgelijke beslissingen ten aanzien van functionarissen binnen de ambtelijke organisatie die op grond van een wettelijk voorschrift worden benoemd door de raad.

Artikel 2:12

De voorzitter van het presidium draagt zorg voor de dagelijkse aansturing van de griffier.

HOOFDSTUK 3

De griffie

Artikel 3:1

De griffie ondersteunt de griffier, de raad, de voorzitter van de raad en de bestuurlijke organisatie van de raad in de uitvoering van hun werkzaamheden.

Artikel 3:2

Op bij de griffie werkzame werknemers is het personeelsreglement van de gemeente Den Haag van toepassing en andere rechtspositionele regelgeving van de gemeente, tenzij de raad anders heeft besloten. Uit hoofde van wettelijke voorschriften, de Cao Gemeenten en het personeelsreglement ingestelde instanties, zoals commissies en centrale vertrouwenspersonen worden beschouwd als tevens te zijn ingesteld door de raad.

De griffier

Artikel 3:3

De griffier adviseert en ondersteunt de raad, de voorzitter van de raad en de bestuurlijke organisatie van de raad bij de uitoefening van hun taak.

Artikel 3:4

De procedures met betrekking tot werving, selectie en (her)benoeming van de griffier, evenals andere procedures rond personeelsbesluiten die op de griffier betrekking hebben, worden geregeld in het besluit: personeelsbesluiten griffier Den Haag.

Artikel 3:5

De beëdiging van de griffier en zijn vervanging wordt geregeld in het reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Artikel 3:6

De griffier geeft leiding aan de griffie.

Artikel 3:7

De griffier is verantwoordelijk voor:

  • -

    de organisatorische inrichting van de griffie;

  • -

    alle administratieve, secretariële en procedurele handelingen verbonden aan de werkzaamheden van de raad;

  • -

    het informeren van het presidium of de door de griffie opgestelde of doorgeleide stukken op grond van juridische overwegingen of vastgestelde procedures en regelingen, gereed zijn voor behandeling door de raad, de bestuurlijke organisatie van de raad of individuele raadsleden.

Artikel 3:8

Met betrekking tot het financiële beheer is de griffier er voor verantwoordelijk

  • -

    dat het beheer binnen de gestelde financiële kaders (planning en control) plaatsvindt;

  • -

    dat de administratie voorziet in tijdige, juiste en volledige informatie ten behoeve van de financiële verantwoording.

Artikel 3:9

De griffier oefent het door het college verleende mandaat respectievelijk de door de burgemeester verleende volmacht met betrekking tot bevoegdheden vervat in artikel 160 van de Gemeentewet uit met inachtneming van de aanwijzingen, bedoeld in artikel 2:10 van deze verordening.

Artikel 3:10

De griffier treedt op als bestuurder in de zin van de wet op de ondernemingsraden.

Beheer

Artikel 3:11

Voor de verrichting van uitvoerende werkzaamheden op het terrein van o.a. financieel beheer, personeelsbeheer en rechtspositie van ambtenaren en raadsleden, informatievoorziening en juridische dienstverlening maakt de griffier afspraken met het diensthoofd van het Bedrijfsexpertisecentrum van de gemeente Den Haag.

Artikel 3:12

Voor dienstverlening op het terrein van huisvesting, automatisering en overige facilitaire dienstverlening maakt de griffier afspraken met het diensthoofd van het Intern dienstencentrum van de gemeente Den Haag.

HOOFDSTUK 4

De gemeentelijke ombudsman

Artikel 4:1

De gemeentelijke ombudsman en de aan hem verbonden organisatie maken deel uit van de organisatie van de raad.

Artikel 4:2

De taken, bevoegdheden en werkwijze van de gemeentelijke ombudsman zijn vastgelegd in de verordening gemeentelijke ombudsman.

Artikel 4:3

Alle algemene rechtspositionele regelingen en voorschriften die van toepassing zijn op werknemers en medewerkers binnen de gemeentelijke organisatie zijn eveneens van toepassing op de werknemers en medewerkers die werkzaam zijn bij de gemeentelijke ombudsman, tenzij de raad anders heeft besloten.

HOOFDSTUK 5

Slotbepalingen

Artikel 5:1

Deze verordening kan worden aangehaald als "Organisatieverordening van de raad van de gemeente Den Haag".

Artikel 5:2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003.