Regeling vervallen per 01-01-2021

VERORDENING op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting (Verordening binnenhavenbelasting 2012)

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

VERORDENING op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting (Verordening binnenhavenbelasting 2012)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

schip:

elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water alsmede een drijvend werktuig en een drijvende inrichting;

b.

vrachtschip:

elk vaartuig, dat wordt gebezigd of is bestemd geheel of hoofdzakelijk voor het vervoer van stoffen en/of goederen;

c.

laadvermogen:

het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootste toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

d.

ton:

gewichtseenheid van 1.000 kg;

e.

verblijf:

gebruik als bedoeld in artikel 2;

f.

dag:

een tijdvak van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur;

g.

maand, kwartaal, jaar:

kalendermaand, kalenderkwartaal, kalenderjaar;

h.

ligplaats:

de plaats in het binnenwater die door een woon-, bedrijfsschip, vrachtschip, passagiersschip, drijvend terras, drijvend (horeca-)terras, recreatieschip of passantenschip bij verblijf in de binnenwateren kan worden ingenomen;

i.

vignet:

een bewijs van aangifte door de schipper van de voor het afmeren van een schip, niet zijnde een vrachtschip, verschuldigde binnenhavenbelasting en waarop staat aangegeven het kalenderjaar waarbinnen men gerechtigd is af te meren in het openbaar water;

j.

de Historische Haven aan het Zieken:

150 meter kade langs het Zieken vanaf de Spuibrug tot het Rijswijkseplein

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam binnenhavenbelasting wordt een recht geheven voor het gebruik met schepen van voor de openbare dienst bestemde gemeentelijke wateren alsmede van de bij die wateren behorende voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen, een en ander met uitzondering van de havens te Scheveningen, de passantenhaven Bierkade, de jachthaven De Vlietstreek, de Historische Haven aan het Zieken, de voor de recreatieve passanten aangewezen gedeelten van het Laakkanaal, Fokkerhaven, Poolsterhaven en Saturnuskade.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De binnenhavenbelasting wordt geheven van de reder, de eigenaar, de kapitein of de schipper van het schip.

  • 2. Onder reder of eigenaar wordt mede verstaan hij, die tijdelijk het beheer over het schip voert.

  • 3. Onder kapitein of schipper wordt verstaan hij, die een schip voert en de feitelijke leiding over het schip heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen belasting wordt geheven ter zake van het in artikel 2 bedoelde gebruik, indien dit plaatsvindt met:

  • a.

    een schip dat in opdracht of op verzoek van de gemeente wordt gebruikt voor werkzaamheden of diensten ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde wateren, werken en voorzieningen;

  • b.

    een oorlogsschip, een reddingsboot of een opleidingsschip van de koopvaardij, binnenvaart of visserij, mits geen personen of lading tegen betaling worden vervoerd;

  • c.

    een schip, bezig met een vaartocht voor invaliden of gehandicapten uit hoofde van een ideële doelstelling;

  • d.

    een schip waarvoor een ligplaats is toegewezen en waarvoor een belasting wordt geheven ingevolge de Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De binnenhavenbelasting wordt geheven voor:

  • I.

    vrachtschepen: naar het laadvermogen van het schip;

  • II.

    schepen, niet zijnde vrachtschepen: naar de oppervlakte van het schip.

Artikel 6 Belasting-/heffingstijdvak

Het belasting-/heffingstijdvak is het kalenderjaar dan wel de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan in geval die periode korter is dan een kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing en tijdstip van betaling

  • 1. De binnenhavenbelasting wordt geheven bij wege van nota en moet worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de nota.

  • 2. De belastingschuld wordt aan de belastingschuldige bekendgemaakt door toezending of uitreiking van de nota.

  • 3. Voor elk belastbaar feit kan heffing plaatsvinden bij afzonderlijke nota.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de binnenhavenbelasting.

Hoofdstuk II Vrachtschepen en passagiersschepen

Artikel 9 Tarieven

  • 1. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een vrachtschip:

    per 7 dagen (of korter)

    ononderbroken verblijf

    abonnement

    per maand

    abonnement

    per kwartaal

    abonnement

    per jaar

    per ton

    laadvermogen

    per ton

    laadvermogen

    per ton

    laadvermogen

    per ton

    laadvermogen

    Tarief

    tarief

    tarief

    tarief

    € 0,088

    € 0,374

    € 1,006

    € 3,503

  • 2. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een passagiersschip:

    per 7 dagen (of korter)

    ononderbroken verblijf

    abonnement

    per maand

    abonnement

    per kwartaal

    abonnement

    per jaar

    per m²

    oppervlakte

    per m²

    oppervlakte

    per m²

    oppervlakte

    per m²

    oppervlakte

    Tarief

    tarief

    tarief

    tarief

    € 0,088

    € 0,374

    € 1,006

    € 3,503

  • 3. Voor een schip met een laadvermogen kleiner dan 10 ton onderscheidenlijk een oppervlakte kleiner dan 10 m2 is een bedrag verschuldigd ter grootte van de binnenhavenbelasting die is verschuldigd voor een schip met een laadvermogen van 10 ton onderscheidenlijk een oppervlakte van 10 m2.

  • 4. De binnenhavenbelasting voor een schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen, bedraagt 125% van het bedrag, overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, tweede en derde lid.

Artikel 10 Laadvermogen en oppervlakte bij toepassing tarieven

  • 1. Bij de toepassing van de tarieven wordt:

    • a.

      voor het laadvermogen van het vrachtschip gehouden het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij dat schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document;

    • b.

      voor de oppervlakte van het schip gehouden het product van de grootste lengte en grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmede gelijk te stellen document;

    • c.

      een gedeelte van eenheden van tijd, hoeveelheid of oppervlakte voor een gehele eenheid gerekend.

  • 2. Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmede gelijk te stellen document, dan wel indien deze stukken het laadvermogen, de grootste lengte en de grootste breedte van het schip niet vermelden, worden het laadvermogen en de oppervlakte ambtshalve vastgesteld.

Artikel 11 Tijdstip van ontstaan belastingschuld

De belastingschuld ontstaat:

  • a.

    indien een abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het abonnement wordt verleend;

  • b.

    indien geen abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het verblijf aanvangt, dan wel het tijdstip waarop het verblijf wordt voortgezet na afloop van de periode waarvoor aanvankelijk binnenhavenbelasting is geheven.

Artikel 12 Overschrijving en ontheffing

  • 1. Indien het gebruik van de in artikel 2 bedoelde wateren met een schip in de loop van een abonnementsperiode van een kwartaal of jaar eindigt kan het abonnement worden overgeschreven op een vervangend schip. Daarbij wordt de belasting voor het nog niet verstreken deel van de abonnementsperiode verrekend met de over dat deel voor het vervangende schip verschuldigde binnenhavenbelasting. Bij de berekening wordt een kwartaal op 90 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.

  • 2. Indien de belasting bij wijze van abonnement per kwartaal of per jaar is geheven, wordt voor een schip dat in de loop van de abonnementsperiode de gemeentelijke wateren heeft verlaten en daarin door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van belasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmachtsituatie heeft bestaan. Het bestaan van de overmachtsituatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond.

Hoofdstuk III Schepen, niet zijnde vrachtschepen en passagiersschepen

Artikel 13 Tarief

De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) voor een schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen bedraagt voor een schip, niet zijnde een vrachtschip en passagiersschip:

per vierkante meter per jaar

€ 7,30

Artikel 14 Oppervlakte bij toepassing tarieven

Bij de toepassing van de tarieven wordt:

  • a.

    voor de oppervlakte van het schip gehouden het product van de grootste lengte en grootste breedte;

  • b.

    een gedeelte van eenheden van tijd, hoeveelheid of oppervlakte voor een gehele eenheid gerekend.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De binnenhavenbelasting is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 2. Indien het heffingstijdvak een kortere periode dan een jaar omvat wordt de binnenhavenbelasting naar tijdsgelang berekend. Daarbij wordt, indien het heffingstijdvak een periode omvat van meer dan één maand:

    • a.

      de maand van aanvang van de belastingplicht slechts meegeteld indien de belastingplicht voor de 16e van die maand aanvangt;

    • b.

      de maand van einde van de belastingplicht slechts meegeteld indien de belastingplicht na de 15e van die maand eindigt.

  • 3. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet of nota verenigde verschuldigde bedragen als één nota aangemerkt.

Artikel 16 Vignet

Voor elk schip, niet zijnde een vrachtschip en passagiersschip, waarvoor aangifte van de binnenhavenbelasting is gedaan, wordt kosteloos een vignet uitgereikt.

Hoofdstuk IV Inwerkingtreding

Artikel 17 Intrekking/Inwerkingtreding/Citeertitel

  • 1. De Verordening Binnenhavenbelasting 2008, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 30 oktober 2008 (rb 197), wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening binnenhavenbelasting 2012.