Regeling vervallen per 01-01-2020

Subsidieregeling reguliere peuteropvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag gemeente Aalten 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Subsidieregeling reguliere peuteropvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag gemeente Aalten 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

overwegende dat:

  • het gemeentelijk beleid is dat de ontwikkeling van het kind centraal staat en dat elk kind gelijke kansen krijgt om zich voldoende te ontwikkelen;

  • voor de leeftijd 0 tot 4 jaar als doel is gesteld zoveel mogelijk te voorkomen dat kinderen met achterstand in het basisonderwijs starten;

  • kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen bijdragen aan de realisatie van deze gemeentelijke beleidsdoelen;

  • het daarom gewenst is dat er voldoende en een voor een ieder financieel toegankelijk aanbod aan dergelijke voorschoolse voorzieningen beschikbaar is;

  • de wettelijke harmonisatie leidt tot omzetting van peuterspeelzaalwerk in peuteropvang, waardoor de gemeente genoodzaakt is het voormalige gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk anders te organiseren en financieren;

  • deze wettelijke harmonisatie het mogelijk maakt voor ouders om onder voorwaarden voor de financiering van deze peuteropvang een beroep te doen op kinderopvangtoeslag;

  • de gemeente hieruit wettelijk verplicht is een betaalbaar aanbod te regelen voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

gelet op:

de Jeugdwet , de Wet Kinderopvang (en kwaliteitseisen peuterspeelzalen), de Wet harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang (per 1 januari 2018), de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang (per 1 januari 2018) en de daarop gebaseerde (ontwerp) besluiten (AMvB’s) en ministeriële regelingen;

rekening houdende met het bepaalde in titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Gemeente Aalten 2015;

Besluit:

vast te stellen de Subsidieregeling houdende bepalingen over het subsidiëren van reguliere peuteropvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag gemeente Aalten 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Subsidieontvanger: ouder(s) zonder recht op kinderopvangtoeslag, die op basis van een overeenkomst voor een peuter reguliere peuteropvang afnemen van een aanbieder van kinderdagopvang, en op basis hiervan via tussenkomst van de aanbieder subsidie ontvangen op basis van deze regeling.

  • b.

    Subsidieaanvrager/aanbieder: het kindercentrum dat op basis van een overeenkomst met de ouder(s) reguliere peuteropvang aanbiedt en de gemeentelijke subsidie op basis van deze regeling aanvraagt namens de ouder(s).

  • c.

    Kinderdagopvang: in een kindercentrum bedrijfsmatig of anders dan om niet aangeboden opvang gedurende één of meerdere dagdelen per week voor kinderen vanaf nul jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

  • d.

    Reguliere peuteropvang: een (programmatisch) aanbod van een geregistreerd kindercentrum voor voorschoolse opvang voor peuters van maximaal 6 uren per week, verdeeld over minstens twee dagdelen, gedurende maximaal 40 weken per jaar, niet zijnde uren opvang die vallen onder de voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters.

  • e.

    Peuter: in de gemeente Aalten (in de Basisregistratie Personen BRP) ingeschreven kind van 2 tot 4 jaar of maximaal het moment waarop het kind het basisonderwijs gaat volgen

  • f.

    Dagdeel reguliere peuteropvang: opvang in een peutergroep van aaneensluitend maximaal gemiddeld 3 uur.

  • g.

    Kinderopvangtoeslag: de gedeeltelijke tegemoetkoming van de belastingdienst/rijk voor ouders in de kosten voor de in het landelijk register kinderopvang geregistreerde kinderopvang.

  • h.

    LRK(P): Landelijk Register Kinderopvang (en Peuterspeelzalen): register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • i.

    Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke eigen bijdrage van de ouder(s), overeenkomstig de landelijke kinderopvangtoeslagtabel, toegepast op de maximale uurprijs voor dagopvang overeenkomstig het door het ministerie vastgestelde maximale normtarief kinderopvang, dan wel op de algemeen (voor de gehele kinderdagopvang) door de instelling in rekening gebrachte uurprijs, indien deze lager is.

  • j.

    Aanvullende eigen bijdrage: de eigen bijdrage van de ouders in het verschil tussen het uurtarief van het kindercentrum en de door de gemeente vastgestelde subsidiabele kostprijs, in het geval dat het uurtarief hoger is dan de gemeentelijke subsidiabele kostprijs.

  • k.

    Kinderopvangtoeslagtabel: bijlage 1 van artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag en eventuele opvolgende tabellen.

  • l.

    Maximale kostprijs opvanguur: de door de gemeente Aalten vastgestelde maximale uurprijs, die gehanteerd mag worden voor de berekening van de gemeentelijk subsidie op basis van deze regeling.

  • m.

    Ouderverklaring: een door de ouder(s) ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken, waaruit blijkt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag;

  • n.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor het wegnemen of verlagen van financiële drempels voor deelname aan reguliere peuteropvang door een peuter van wie de ouder(s) aantoonbaar niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

Artikel 3 Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die peuteropvang aanbieden en geregistreerd staan in het LRK(P), die de subsidie namens de daarvoor in aanmerking komende ouders aanvragen.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1. De subsidie wordt alleen verstrekt voor deelname van peuters van 2 tot 4 jaar of tot het moment dat het kind naar het basisonderwijs gaat en die woonachtig zijn in de gemeente Aalten;

  • 2. De subsidie wordt alleen verstrekt voor reguliere peuteropvang waarvan de ouders(s) aantoonbaar niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • 3. De subsidieaanvrager moet voldoen aan de vereisten in de Wet kinderopvang (en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) en de daarop gebaseerde van kracht zijnde AMvB’s en ministeriële regelingen.

Artikel 5 Berekening van de subsidie en de ouderbijdrage

  • 1. De subsidiabele deelname aan de reguliere peuteropvang betreft maximaal 6 uur, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar;

  • 2. De hoogte van de door de aanvragende organisatie te ontvangen subsidie wordt gebaseerd op het werkelijk aantal uren dat reguliere peuteropvang wordt afgenomen, tot het in lid 1 genoemde maximum, vermenigvuldigd met de jaarlijks van gemeentewege vastgestelde kostprijs per opvanguur en verminderd met de op te leggen ouderbijdrage volgens de van toepassing zijnde Kinderopvangtoeslagentabel;

  • 3. Voor de afname van subsidiabele reguliere peuteropvang betalen de ouder(s) de te heffen ouderbijdrage rechtstreeks aan de aanvragende organisatie;

  • 4. Wanneer ouder(s) meer dan 6 uur reguliere peuteropvang afnemen, komen deze extra uren niet voor gemeentelijk subsidie in aanmerking en betalen zij deze extra uren tegen het door de kinderopvangorganisatie gehanteerde uurtarief volledig zelf;

  • 5. Wanneer ouder(s) reguliere peuteropvang afnemen, waarvoor het te betalen uurtarief hoger ligt dan de door de gemeente vastgestelde maximale kostprijs per opvanguur, betalen de ouder(s) dit verschil over het totaal aantal uren als aanvullende eigen bijdrage zelf aan het kindercentrum.

Artikel 6 Bepalingen aanvraagprocedure

  • 1. In afwijking van de algemene subsidieverordening dient de subsidieaanvrager per het eind van ieder kwartaal de subsidieaanvraag in op basis waarvan eventuele bevoorschotting kan worden afgerekend;

  • 2. Er wordt indien van toepassing gebruik gemaakt van een door de gemeente vastgesteld aanvraagformulier;

  • 3. De subsidieaanvraag vermeldt de initialen en geboortedatum van de peuters die gebruik hebben gemaakt van deze regeling, de periode en het totaal aantal subsidiabele uren waarover dit het geval is geweest;

  • 4. Vooraf aan de start van de opvang is een overeenkomst opgesteld en ondertekend door de aanvragende organisatie en de ouder(s);

  • 5. De ouder(s) betalen voor de opvang de ouderbijdrage (en eventueel aanvullende eigen bijdrage) aan de aanvragende organisatie. De aanvragende organisatie int de (aanvullende) ouderbijdrage en is zelf verantwoordelijk voor een eventueel debiteurenverlies;

  • 6. De ouder(s) blijven te allen tijde zelf verantwoordelijk voor betaling van de kosten voor het deel van de afgenomen opvanguren, dat het maximum aantal uren of het maximaal vastgestelde uurtarief overstijgt, dat niet voor een gemeentelijk subsidie in aanmerking komt;

  • 7. De aanbieder is verantwoordelijk voor het jaarlijks schriftelijk toetsen en vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage aan de hand van:

    • de aan aanbieder overlegde meest recente inkomensverklaring van ouder(s);

    • de landelijk geldende kinderopvangtoeslagentabel;

  • 8. Als een ouder geen of niet tijdig de inkomensgegevens aan de aanbieder aanlevert, wordt deze aangemerkt als vallend onder de hoogste inkomenscategorie;

  • 9. Indien het inkomen van de ouder(s) gedurende de plaatsingsperiode van een peuter verandert, zodanig dat dit van invloed is op de hoogte van de tegemoetkoming, moeten de ouder(s) de aanbieder daarvan op de hoogte stellen. De aanbieder stelt daarna zo spoedig mogelijk de gewijzigde ouderbijdrage vast;

  • 10. De aanvragende organisatie dient aan te kunnen tonen dat de ouder(s) waarvan de kinderen worden opgevangen voldoen aan de inkomensnormen bij deze subsidie. De eindverantwoordelijkheid voor het aanleveren van de meest recente juiste gegevens ligt bij de ouder(s).

  • 11. Onterecht verkregen subsidie kan, na ingebrekestelling, op de subsidieontvanger worden verhaald.

Artikel 7 Doelgebonden verplichtingen

Tenminste voor de peuters waarvoor de gemeente op basis van deze regeling een tegemoetkoming verstrekt, zorgt de organisatie die de opvang biedt in elk geval, na toestemming van de ouder(s), voor een schriftelijke overdracht van de peuter naar het basisonderwijs.

Artikel 8 Controle

  • 1. Onverlet hetgeen elders is bepaald is het college bevoegd om steekproefsgewijs onderzoek te doen om te beoordelen of de tegemoetkoming voldoet aan deze regeling. De subsidieaanvrager/subsidieontvanger werkt hier onvoorwaardelijk aan mee en stelt de daarvoor in haar eigen administratie opgenomen bewijsstukken ter beschikking c.q. ter inzage.

  • 2. Aanvragende organisatie werkt mee aan door of namens de rijksoverheid of de gemeente in te stellen onderzoek, dat is gericht op het verkrijgen van gegevens voor het beleid van rijk en gemeente.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2. Tenzij in deze regeling expliciet anders vermeld zijn op deze subsidieregeling de bepalingen van de algemene subsidieverordening van toepassing.

  • 3. Deze regeling kan aangehaald worden als “Subsidieregeling reguliere peuteropvang voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag gemeente Aalten 2018”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten d.d. 24 oktober 2017.

De secretaris, J. Nobel

De burgemeester, J.A. Gerritsen