25 Bezwaarschriften

Geldend van 13-03-2013 t/m heden

Intitulé

25 Bezwaarschriften

25 Bezwaarschriften

Artikel 25:1:1:1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie:

    de bezwarencommissie Algemene Rechtspositionele Aangelegenheden als bedoeld in artikel 25:1:1:2 van deze verordening;

  • b.

    (plaatsvervangend) lid:

    een persoon die aangewezen is om zitting te nemen vervangen door een persoon die benoemd is om zitting te nemen;

  • c.

    bezwaarde(n):

    (voormalig) personeel van de gemeente Almelo aangesteld (geweest) op grond van de CAR;

  • d.

    wet:

    wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992t 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 25:1:1:2 Inleidende bepaling

Er is een commissie algemene rechtspositionele aangelegenheden. Deze commissie is belast met de voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet op het gebied van de rechtspositie van personeel dat is aangesteld op grond van de CAR.

Artikel 25:1:1:3 Samenstelling commissie

Lid 1

De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college;

Lid 2

Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een plaatsvervangend voorzitter en een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

Lid 3

De voorzitter en de leden van de commissie alsmede de plaatsvervangend voorzitter en plaatsvervangende leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 25:1:1:4 Instelling kamers

Lid 1

Het college kan kamers instellen, op voordracht van de commissie, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

Lid 2

Het college bepaalt het aantal kamers en stellen voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

Lid 3

Elke kamer bestaat uit tenminste 3 leden, te weten:

  • een voorzitter, zijnde plaatsvervangend voorzitter van de commissie;

  • tenminste twee andere leden, zijnde plaatsvervangende leden van de commissie.

Lid 4

De kamer kan beslissen, dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

Lid 5

Met betrekking tot de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Lid 6

Het college stelt in ieder geval een kamer in ten behoeve van de bezwaarschriften inzake functiewaardering en inzake de Regeling bezwarende omstandigheden.

Artikel 25:1:1:5 Secretaris

Lid 1

Door het college wordt aan de commissie, en haar kamers, een ambtelijk secretaris toegevoegd.

Lid 2

De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie of haar kamers en heeft geen stemrecht

Artikel 25:1:1:6 Zittingsduur

Lid 1

De voorzitter en de leden van de commissie en haar kamers worden benoemd voor de duur van 4 jaar. Zij zijn twee keer herbenoembaar.

Lid 2

De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie en haar kamers blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Lid 3

De voorzitter en de leden van de commissie en haar kamers kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het college.

Artikel 25:1:1:7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • 2:1, tweede lid,

  • 6:6, voor wat betreft het, t.a.v. de indiener, stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

  • 6:17, voor zover het betreft de verzending van de stukken tijdens de behandeling door de commissie,

  • 7:4, tweede lid,

  • 7:6, vierde lid,

van de algemene wet, worden door de bezwarencommissie gemandateerd aan de secretaris van de bezwarencommissie.

Artikel 25:1:1:8 Vooronderzoek

Lid 1

De voorzitter van de commissie of haar kamers is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

Lid 2

De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 25:1:1:9 Hoorzitting

Lid 1

De voorzitter van de commissie of haar kamers bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

Lid 2

De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Lid 3

Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan:

  • de betrokkene(n) en

  • het verwerende orgaan.

Artikel 25:1:1:10 Uitnodiging zitting

Lid 1

De voorzitter deelt de betrokkene(n) en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

Lid 2

Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kan de betrokkene of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

Lid 3

De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan betrokkene(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

Lid 4

De voorzitter is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in de leden 1 tot en met 3.

Artikel 25:1:1:11 Openbaarheid zitting

Lid 1

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 25:1:1:12 Verslaglegging

Lid 1

Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

Lid 2

Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen is aangevoerd en het overige ter zitting voorgevallene.

Lid 3

Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

Lid 4

Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 25:1:1:13 Nader onderzoek

Lid 1

Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter eigener beweging of op verlangen van de commissie of haar kamers, dit onderzoek houden.

Lid 2

De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie of haar kamers, het verwerende orgaan en de betrokkene(n) toegezonden.

Lid 3

De leden van de commissie of haar kamers, het verwerend orgaan en de betrokkene(n) kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie of haar kamers een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

Lid 4

Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25:1:1:14 Raadkamer en advies

Lid 1

De commissie en haar kamers beraadslagen en beslissen achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

Lid 2

De commissie of haar kamers beslissen bij meerderheid van stemmen. Van een minderheidsstandpunt wordt bij advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

Lid 3

Het uit te brengen advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het ingestelde bezwaar.

Lid 4

Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 25:1:1:15 Uitbrengen advies

Lid 1

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 25:1:1:12 en eventueel door de commissie, dan wel haar kamers, ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Lid 2

Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing met zes weken te verdagen. Daarna is er toestemming van bezwaarde nodig.

Lid 3

Van een besluit tot verdaging ontvangt de commissie of haar kamers en de belanghebbende(n) een afschrift.

Ondertekening