Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening Gemeenschappelijke regeling Tomingroep

Geldend van 01-07-2008 t/m heden

Intitulé

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE WET SOCIALE WERKVOORZIENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING TOMINGROEP

De raad van de gemeente Almere;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening;

overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen over de wijze waarop de personen, bedoeld in het eerste lid, of hun wettelijk vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de wet,

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening Gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeenschappelijke Regeling (GR): gemeenschappelijke regeling Tomingroep voor de gemeenten Almere, Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren.

  • b.

    cliëntenparticipatie Wsw: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Wsw-gerechtigden betrekt in de beleidsvoorbereiding, beleidsvaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wsw-beleid;

  • c.

    gemeentelijk beleid arbeidsparticipatie : de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden ten aanzien van de Wsw, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot deelname aan reguliere arbeid van Wsw-gerechtigden en aangepaste arbeid waar nodig;

  • d.

    Cliëntenraad Wsw: de door het college van burgemeester en wethouders als zodanig erkende en voor deze GR actief zijnde cliëntenraad van Wsw-gerechtigden, hierna te noemen: Wsw-raad;

  • e.

    Wsw-gerechtigden: ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers, te weten:

    • ·

      Wsw-gerechtigden op de wachtlijst

    • ·

      Wsw-gerechtigden als werknemer van een SW-bedrijf of

    • ·

      Wsw-gerechtigden als werknemer bij een reguliere werkgever

  • f.

    college: college van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente aan de Gemeenschappelijke regeling

Artikel 2 Doelstelling WSW-raad

Het bewerkstelligen dat Wsw-gerechtigden vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid inzake de uitvoering van de Wsw.

Artikel 3 Taken van de WSW-raad

  • 1. De WSW-raad adviseert gevraagd en ongevraagd het bestuur van de GR en behartigt op deze wijze de belangen van de cliënten.

  • 2. De WSW-raad adviseert niet over:

    • a.

      de uitvoering van wettelijke voorschriften als er voor die uitvoering geen ruimte voor eigen beleid is gelaten;

    • b.

      onderwerpen van interne organisatie voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen hebben voor de dienstverlening aan de cliënten;

    • c.

      klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben;

    • d.

      de uitvoeringsaspecten van de Tomingroep. Hiervoor heeft de Tomingroep een Ondernemingsraad conform de Wet op de ondernemingsraden

Artikel 4 Werkwijze

  • 4a.

    Advies

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie Wsw-beleid vraagt het bestuur van de GR om advies aan de Wsw-raad.

  • 2.

    De Wsw-raad is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het bestuur van de GR.

  • 3.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 4.

    De aan de Wsw-raad gevraagde adviezen worden binnen 3 weken uitgebracht. De adviestermijn gaat in als de Wsw-raad de benodigde stukken ontvangen heeft.

  • 5.

    In het geval het bestuur van de GR in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wsw-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Wsw-raad is afgeweken.

  • 6.

    Het bestuur van de GR voorziet de Wsw-raad van de informatie voor het naar behoren kunnen functioneren van de WSW-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 4b.

    Overleg

  • 1.

    Tussen het bestuur van de GR en de Wsw-raad vindt minimaal 2 maal per jaar een structureel overleg plaats.

  • 2.

    De samenwerking tussen het bestuur van de GR en de Wsw-raad wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel wordt de verordening daarop aangepast of gewijzigd.

  • 4c.

    Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De Wsw-raad bestaat uit personen als bedoeld in artikel 1 Wsw.

  • 2.

    De Wsw-raad telt minimaal 5 en maximaal 11 leden.

  • 3.

    De leden worden door het bestuur van de GR benoemd op voordracht van de Wsw-raad.

  • 4.

    De leden benoemen uit hun midden een voorzitter.

Artikel 5 Faciliteiten

  • 1. Het bestuur van de GR stelt ten behoeve van de Wsw-raad jaarlijks zodanige middelen ter beschikking dat de WSW-raad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de regio woonachtige Wsw-gerechtigden.

  • 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks opgenomen in de begroting van de GR en toegekend op basis van een begroting van de Wsw-raad.

  • 3. Voor niet reguliere activiteiten kan de Wsw-raad bij het bestuur van de GR een projectsubsidie aanvragen.

Artikel 6 Beleidsregels

  • 1. Het college stelt op voordracht van het bestuur van de GR ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels op.

  • 2. Bij de beleidsregels wordt het oordeel van de WSW-raad gevoegd.

  • 3. Deze beleidsregels omvatten in elk geval:

    • a.

      een omschrijving van de middelen die ter beschikking komen van de WSW-raad voor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van de Verordening;

    • b.

      de bedragen voor deze middelen.

Artikel 7 – Citeertitel en inwerkintreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening Gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 5 juni 2008
De griffier, De voorzitter,
J.D. Pruim A. Jorritsma-Lebbink

Toelichting Verordening clientenparticipatie Wet sociale werkvoorziening Gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008

Algemeen

De Wsw-geïndiceerde (Wsw’er) staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Om die reden vindt de Tweede Kamer cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij de verordening regels stelt over de manier waarop Wsw’ers betrokken worden bij de uitvoering van de Wsw.

In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemende gemeenten besloten alle bevoegdheden met betrekking tot de uitvoering van de Wsw over te dragen aan Tomin . Met de invoering van de nieuwe WSW per 1 januari 2008 is door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten besloten om een gemeenschappelijke WSW-raad in te stellen. Gevolg hiervan is dat de WSW-raad adviseert aan het bestuur van de GR, waarin alle gemeenten vertegenwoordigd zijn.

De Wsw-raad behartigt de belangen van alle Wsw-geïndiceerden bij de lokale invulling van het Wsw-beleid. Het beleidsterrein voor advisering strekt zich uit van de Wsw tot de inrichting en uitvoering van lokaal beleid om (weer) mee te doen in de samenleving (arbeidsmarktbeleid en maatschappelijk participatiebeleid). Het advies kan gaan over beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, inzet van voorzieningen (zoals persoonsgebonden budget), de uitvoering van de wetgeving, beoordeling van begroting, verantwoording en evaluaties en dergelijke.

Het gaat nadrukkelijk om de groep inwoners met een Wsw-indicatie en niet om individuele belangenbehartiging.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de omschrijving van het begrip Wsw-raad volgt dat dit een door de GR ingesteld inspraakorgaan is dat functioneert binnen het beleidsterrein van de Wsw. Het inspraakorgaan stelt zich ten doel om de belangen te behartigen van Wsw-gerechtigden (mensen met een Wsw-indicatie.) Is er geen WSW-raad actief, dan rust op het bestuur van de GR de inspanningsverplichting om de totstandkoming daarvan te bevorderen.

Artikel 3 Taken van de WSW-raad

Dit artikel geeft aan dat de Wsw-raad advies kan geven op alle onderwerpen inzake de WSW. Nadrukkelijk zijn ook de terreinen benoemd waarover geen advies wordt gevraagd.

Artikel 4 Werkwijze

Dit artikel geeft aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk wordt vormgegeven, met uitzondering van het ter beschikking stellen van middelen. Dit laatste is geregeld in artikel 5. Het derde en vierde lid van artikel 4a. betreffen de verplichting tot het wederzijds tijdig informeren. Dit omdat rekening gehouden moet worden met de van toepassing zijnde beslistermijnen.

Het zesde lid van artikel 4a. draagt de GR op om de Wsw-raad te voorzien van de voor de uitoefening van hun taak benodigde informatie. De GR bepaalt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien de Wsw-raad de GR verzoekt om de informatie digitaal aan te leveren dan zullen zij, indien redelijkerwijs mogelijk, aan dit verzoek voldoen. Dit geldt tevens voor verzoeken om de informatie in braille of in grootletterschrift aan te leveren.

In 4c wordt de samenstelling van de WSW-raad omschreven. Het streven is dat elke doelgroep (WSW-gerechtigden respectievelijk: op de wachtlijst, als werknemer binnen het SW-bedrijf, of als werknemer bij een reguliere werkgever) vertegenwoordigd is in de WSW-raad. Daarnaast zal gestreefd worden naar een evenredige verdeling over de deelnemende gemeenten.

Artikel 5 Faciliteiten

De GR stelt de Wsw-raad middelen ter beschikking voor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient de Wsw-raad jaarlijks een begroting in. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende kostensoorten worden opgevoerd:

  • a.

    onkostenvergoeding van de vrijwilligers;

  • b.

    vergoeding speciale voorzieningen in verband met handicap (ringleiding, speciale leesvormen, doventolk);

  • c.

    vergoeding voor deskundigheidsbevordering;

  • d.

    aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

  • e.

    middelen voor inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;

  • f.

    faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting;

  • g.

    faciliteiten voor overleg met- en activering van de achterban;

  • h.

    faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en public relations;

  • i.

    faciliteiten voor overleg en afstemming met andere groepen, zoals de Wmo–adviesraad en de Cliëntenraad Wwb;

  • j.

    reiskosten.

Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal de Wsw-raad aannemelijk moeten maken door middel van het voeren van een boekhouding.

Artikel 6 Beleidsregels

Dit artikel vormt een opsomming van de aspecten rondom faciliteiten, zoals vermeld in artikel 5 waarover het college beleid moet vaststellen. Het gaat om nadere invulling van het beleid waarbij o.a. de hoogte van de diverse vergoedingen en faciliteiten, alsmede de hieraan verbonden voorwaarden worden vastgesteld.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

De verordening moet binnen zes maanden na inwerkingtreding van de wet zijn vastgesteld.