Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 november 2018,

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet.

De raad van de gemeente Ameland;

BESLUIT

Vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. dag:

de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. week:

een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. jaar:

het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;

d. kalenderjaar:

de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, zijn geen leges verschuldigd voor:

a. het afgeven van bewijzen van onvermogen;

b. het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging en dergelijke;

c. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende:

1. beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

2. aanstelling, benoeming, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding, of toelage, alsmede wijziging daarvan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente.

diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

3. De in de tarieventabel genoemde tarieven zijn exclusief B.T.W., voor zover dat van toepassing is of kan zijn.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van aanslag of door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald:

op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan,

dan wel

op het moment van uitreiking van de kennisgeving indien deze schriftelijk wordt gedaan,

dan wel

binnen 30 dagen na dagtekening van de aanslag.

In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de leges, indien zij worden geheven voor de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, worden betaald bij de afgifte van dat stuk of het verstrekken van de inlichtingen.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving vanaf het moment van in werking treden voorzover het de volgende hoofdstukken of onderdelen van

titel 1 van de tarieventabel betreft:

1. onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel 1.4.7 (papieren verstrekking uit Wet basisregistratie personen);

5. onderdeel 1.8.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

6. hoofdstuk 14 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

c. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde tarieven van Hûs en Hiem (tarieventabel, titel 2, hoofdstuk 3, artikelen 2.3.1.2 (welstandstoets) en 2.3.1.3 (extra welstandstoets)

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

1. De “Legesverordening 2018” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

4. Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2019”.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de wet van 23 april 1879 staatsblad nr. 72 (Legeswet 1879), sedertdien gewijzigd, voor kosteloze voltrekking is bepaald en voor het registreren van een partnerschap tijdens de gewone kantooruren van het bureau van de burgerlijke stand in het huis der gemeente:

 

1.1.1.1

Op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

€ 304,95

1.1.1.2

Op zaterdag onder toepassing van artikel 2 van de verordening openstelling voor publiek van het bureau der burgerlijke stand

€ 636,80

1.1.1.3 

Voor een ambtenaar in dienst bij de gemeente Ameland, wanneer deze tijdens zijn werktijd wordt verzocht als getuige bij een huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op te treden, per ambtenaar

€ 50,30

1.1.1.4

Voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

€ 255,20

1.1.2

Voor voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten het huis der gemeente is het op de betrokken dag geldende tarief van toepassing, vermeerderd met de kosten van de van toepassing zijnde accommodatie.

1.1.2.1

Het tarief van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten het huis der gemeente, wordt vermeerderd met een toeslag voor een bijzondere huwelijkslocatie van

€ 248,80 

1.1.3

Het tarief bedraagt:

1.1.3.1

voor afschriften en uittreksels van de burgerlijke stand zoals bedoeld in artikel 23 b, Boek I van het Burgerlijk Wetboek

€ 13,40

1.1.3.2

voor een verklaring van huwelijksbevoegdheid

€ 23,60

1.1.3.3

voor het afgeven van een trouwboekje of een partnerschapsboekje voor het eerste exemplaar

€ 28,60

1.1.3.4

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita)

€ 13,40

1.1.4

Bij annulering van een voorgenomen huwelijk, zal 75% van de betaalde leges worden terugbetaald. 25% moet dus wel worden betaald

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

 

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

1.2.1.1

met een geldigheid van 5 jaar:

voor een nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen- en

faciliteitenpaspoort

€ 53,95

1.2.1.2

voor een nederlandse identiteitskaart

€ 29,95

1.2.2

met een geldigheid van 10 jaar:

1.2.2.2

voor een nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen- en

faciliteitenpaspoort

€ 71,35

1.2.2.2

voor een nederlandse identiteitskaart

€ 56,80

1.2.3.2

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.2 genoemde documenten, de in de onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 48,60

1.2.4

Indien bij het vaststellen van deze tarieventabel, de tarieven genoemd in de artikelen 1.2.1.1 t/m 1.2.3.2 nog niet zijn aangepast aan de wettelijke maximumtarieven, dan gelden met ingang van 1 januari van het belastingjaar de wettelijke maximumtarieven voor dat belastingjaar.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 39,45

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gezondheidsverklaring

€ 34,80

1.3.4

Indien bij het vaststellen van deze tarieventabel, de tarieven genoemd in de artikelen 1.3.1 t/m 1.3.3 nog niet zijn aangepast aan de wettelijke maximumtarieven, dan gelden met ingang van 1 januari van het belastingjaar de wettelijke maximumtarieven voor dat belastingjaar.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Wet basisregistratie personen

 

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Wet basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 5,15

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.4.2.2.1

voor 100 verstrekkingen

€ 265,15

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Wet basisregistratie personen.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 5,15

1.4.4.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.4.4.2.1

voor 100 verstrekkingen

€ 269,40

1.4.4.2.2

voor 500 verstrekkingen

€ 1.213,30

1.4.4.2.3

voor 1.000 verstrekkingen

€ 2.157,35

1.4.5.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Wet basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 26,80

1.4.6.1

Het tarief voor een uittreksel uit de Wet basisregistratie personen voor zover dit niet benodigd is ten behoeve van Wagenborg Passagiersdiensten B.V., bedraagt

€ 11,25

1.4.7

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 2,25

Hoofdstuk 5 Geschreven en gedrukte stukken, afschriften, fotokopieën, en dergelijke

 

 

 

1.5.1

Het tarief bedraagt, indien en voor zover in deze of een andere verordening van deze gemeente dan wel in andere rechtsregels niet anders is bepaald, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het fysiek dan wel digitaal afgeven en/of verstrekken van afschriften van (waaronder begrepen kopieën, uitdraaien, printjes, lichtdrukken, etc.) stukken, per:

 

1.5.1.1

Zwart-wit afschrift op A4-formaat,

€ 0,30 

1.5.1.2

Zwart-wit afschrift op A3-formaat,

€ 0,55

1.5.1.3 

Zwart-wit afschrift op A2-formaat,

€ 4,30

1.5.1.4

Zwart-wit afschrift op A1-formaat,

€ 6,60

1.5.1.5

Zwart-wit afschrift op A0-formaat,

€ 7,75

1.5.1.6

Kleurenafschrift op A4-formaat,

€ 0,80

1.5.1.7

Kleurenafschrift op A3-formaat,

€ 2,80 

1.5.1.8

Kleurenafschrift op A2-formaat,

€ 5,75

1.5.1.9

Kleurenafschrift op A1-formaat,

€ 11,55

1.5.1.10

Kleurenafschrift op A0-formaat,

€ 23,15

1.5.1.11

CAD-tekening

€ 9,80

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken

 

 

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één exemplaar van:

 

1.6.1.1

de gemeentebegroting met memorie van toelichting

€ 119,50

1.6.1.2

de gemeenterekening

€ 119,50

1.6.1.3

bijlagen behorende bij de begroting, bedoeld onder 1.6.1.1

€ 59,10

1.6.1.4

bijlagen behorende bij de rekening, bedoeld onder 1.6.1.2

€ 59,10

1.6.2.1

Het tarief bedraagt voor een abonnement op de handelingen van de raad voor zover schriftelijk weergegeven en de op de door burgemeester en wethouders aan de raad aangeboden voorstellen, met uitzondering van de ontwerpbegroting en –rekening, per jaar:

€ 111,00 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één exemplaar van:

 

1.6.3.1

de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente, per verordening

€ 71,00

1.6.3.2

de exploitatieverordening, bedoeld in hoofdstuk VI van de Wet ruimtelijke ordening, per verordening

€ 23,50

1.6.3.3

de bouwverordening, bedoeld in hoofdstuk II van de Woningwet, per verordening

€ 104,50 

1.6.3.4

verordeningen van de gemeente, gebaseerd op artikel 216 van de Gemeentewet, per verordening

€ 38,55

1.6.3.5

verordeningen van de gemeente, gebaseerd op de Huisvestingswet, per verordening

€ 26,85

1.6.3.6

andere dan onder 1.6.3.1 tot en met 1.6.3.5 genoemde verordeningen, per bladzijde of gedeelte daarvan

€ 10,65

1.6.3.7

een kopie van één of meerdere bladzijden van een gemeentelijke verordening:

 

1.6.3.7.1

per bladzijde, afgehaald bij het gemeentehuis

€ 5,20

1.6.3.7.2

per bladzijde, verzonden aan de verzoeker

€ 8,00

1.6.4.1

Het tarief bedraagt voor aanvullingen op, c.q. wijzigingen van de in 1.6.3. genoemde verordeningen, per bladzijde of gedeelten daarvan

€ 0,95

1.6.5.1

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeentelijk infoblad

€ 88,30

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

 

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1.1

tot het verkrijgen van een exemplaar van een bestemmingsplan, bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, per bestemmingsplan

€ 88,30 

1.7.1.2

Tot het verkrijgen van een exemplaar van de bij een bestemmingsplan behorende gebruiksregels, bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, per bladzijde of een gedeelte van een bladzijde

€ 0,95

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

 

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag van personen

€ 41,35

1.8.1.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 11,30

1.8.2

Het tarief bedraagt voor:

1.8.2.1

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap, niet bestemd tot reispapier

€ 11,25

1.8.3

Het tarief bedraagt voor:

1.8.3.1

Een enkelvoudig verzoek tot naturalisatie hoog

€ 881,00

1.8.3.2

Een enkelvoudig verzoek tot naturalisatie laag

€ 655,00

1.8.3.3

Een gezamenlijk verzoek tot naturalisatie hoog

€ 1.124,00

1.8.3.4

Een gezamenlijk verzoek tot naturalisatie laag

€ 899,00

1.8.3.5

Meenaturaliserende minderjarige kinderen

€ 130,00

1.8.3.6

Het afleggen van een enkelvoudige optie ter verkrijging van het Nederlanderschap

€ 187,00

1.8.3.7

Het afleggen van een gemeenschappelijke optie ter verkrijging van het Nederlanderschap

€ 319,00

1.8.3.8

Een optie voor een medeopterende minderjarige

€ 21,00

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief (nasporingen)

 

 

 

1.9

Het tarief bedraagt, voor zover elders in deze of een andere verordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels, niet anders is bepaald, voor het op verzoek door of vanwege de gemeente doen van een nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit fysiek of digitaal archief (inclusief administraties, bestanden of andere registraties van de gemeente), ongeacht het resultaat van die nasporing, per:

1.9.1

keer/opdracht met een tijdsbesteding van maximaal één uur

€ 80,60

1.9.1.1

keer/opdracht met een tijdsbesteding die uitgaat boven één uur voor het eerste uur

€ 80,60

1.9.1.2

plus voor elk volgend uur of gedeelte van een uur

€ 59,00

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

 

 

 

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.10.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 27,80

Hoofdstuk 10a Leegstandwet

10a.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

10a.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande

woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 105,55

Hoofdstuk 11 Kadaster

 

 

 

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het raadplegen van de dubbelen der leggers en/of plans van het kadaster:

 

1.11.1.1

Indien geen hulp van gemeentewege wordt verleend, per half uur of gedeelte daarvan

€ 16,05

1.11.1.2

Indien hulp van gemeentewege wordt verleend, per kwartier of gedeelte daarvan

€ 25,70

1.11.1.3

Voor het al dan niet schriftelijk verstrekken van inlichtingen uit het kadaster, per inlichting

€ 23,50

Hoofdstuk 12 Inzage in bescheiden

 

 

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van inzage in bescheiden betreffende een bestaand bouwwerk bedraagt voor elke bouwvergunning met tekeningen

€ 16,05 

Hoofdstuk 13 Vergunningen, ontheffingen

 

 

 

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.1

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het exploiteren van een paardenverhuurbedrijf als bedoeld in artikel 2:81 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 105,55

1.13.2

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het berijden van het strand als bedoeld in artikel 5:33 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 105,55

1.13.3

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het uitvoeren van tractorritten op het strand als bedoeld in artikel 2:79 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 105,55

1.13.4

tot het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 105,55

1.13.5

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 264,35

1.13.6

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 459,90

1.13.7

tot het verkrijgen van een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 157,90

1.13.8

tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod tot het aanleggen van een vuur in de openlucht als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 25,95

1.13.9

tot het verkrijgen van een ontheffing inhoudende het verbod om af te meren

€ 27,95

1.13.10

voor het indienen van een melding voor het plaatsen van een schutting, een schutstal of van een opstal bij een groentetuin

€ 70,15

1.13.11

tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Afvalstoffenverordening

€ 105,55

1.13.12

tot het verkrijgen van vergunningen, ontheffingen of toestemmingen, verleend krachtens wet, reglement of verordening, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling bestaat of voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen

€ 105,55

1.13.13

Vrijstelling van het betalen van leges kan worden verleend voor:

1.13.13.1

het in behandeling nemen van een vergunning voor het houden van een collecte als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening

1.13.13.2

bij twijfel of een instelling vrijgesteld kan worden voor het betalen van leges, beslist het college hierover

1.13.14

tot het aanpassen van een vergunning of ontheffing van ondergeschikte aard

€ 27,95

Hoofdstuk 14 Kansspelen

 

 

 

1.14

Het tarief bedraagt:

1.14.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.14.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.14.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten,

voor de eerste kansspelautomaat

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 56,50

€ 34,00

1.14.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.14.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kanspelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.14.2

de subonderdelen 1.14.1.1 en 1.14.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden

1.14.3

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 105,55

1.14.4

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 27,95

Hoofdstuk 15 Kabels en leidingen

 

 

 

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een instemming voor het aanleggen, instandhouden of opruimen van een openbaar elektronisch communicatienetwerk kabels in en op deze gronden, als bedoeld in artikel 5.2, lid 1 van de Telecommunicatiewet en op grond van artikel 5.4, lid 7 van de Telecommunicatiewet

€ 244,35

1.15.1.1

Het in 1.15.1 genoemde bedrag wordt, indien over een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieders van het netwerk, verhoogd met

€ 246,00

1.15.1.2

Het in 1.15.1 genoemde bedrag wordt, indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag, voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.15.1.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.15.1.2 is uitgebracht wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.15.1.4

Het tarief, bedoeld in 1.15.1, wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

1.15.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning van het verbod om zonder vergunning werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen op grond van artikel 5, lid 1 van de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen 2014

€ 244,35

Hoofdstuk 16 Verkeer en vervoer

 

 

 

1.16.1

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, bedraagt

€ 27,95

1.16.2

Het tarief ter zake van het aanpassen van een bestaande ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, bedraagt

€ 27,95

1.16.3

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), alsmede de regeling Gehandicaptenparkeerkaart, bedraagt

€ 74,85

1.16.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een geheel of gedeeltelijke gunstige beschikking tot onttrekking aan het openbare verkeer van een weg ingevolge artikel 9 van de Wegenwet bedraagt

€ 105,75

Hoofdstuk 17 Landelijke tarieven

Indien er zich na de vaststelling van de onderliggende Legesverordening, dan wel de daarop volgende wijzigingsverordening, wijzigingen voordoen in de door de Rijksoverheid vastgestelde tarieven, middels ministerieel of koninklijk besluit, dan wel op enigerlei andere wijze vastgesteld of bekend gemaakt, dan worden deze gewijzigde tarieven als heffingsmaatstaf aangehouden in afwijking van de in deze tarieventabel vermelde tarieven.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom (de omzetbelasting daarin niet begrepen), bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.4

2.1.1.5

De opgegeven aanleg-, bouw- en sloopkosten worden afgerond op hele duizendtallen.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag en beginseluitspraak

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

€ 351,70

2.2.2

tot het verkrijgen van een bestuurlijk standpunt (beginseluitspraak) voorafgaand aan een besluit als bedoeld in:

2.2.2.1

artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 270,40

2.2.2.2

artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking):

€ 270,40

2.2.2.3

artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking):

€ 270,40

2.2.3

De leges genoemd in de artikelen 2.2.1, 2.2.2.1, 2.2.2.2, en 2.2.2.3 worden in mindering gebracht zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project, of een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 8 zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

1,3%

van de bouwkosten met een minimumtarief van:

€ 93,70

2.3.1.2

Welstandstoets

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien welstandsadviezen van de welstandscommissie Hûs en Hiem worden ingewonnen, volgens de regeling van de tarieven van Hûs en Hiem:

2.3.1.2.1

met een bouwsom van € 0 tot en met € 5.000,00:

€ 43,00

2.3.1.2.2

met een bouwsom van € 5.001,00 tot en met € 25.000,00:

€ 43,00

+2,30‰ van de bouwsom boven € 5.000,00.

2.3.1.2.3

met een bouwsom van € 25.001,00 tot en met € 100.000,00:

€ 89,00

+2,15‰ van de bouwsom boven € 25.000,00

2.3.1.2.4

met een bouwsom van € 100.001,00 tot en met € 250.000,00:

€ 250,00

+2,05‰ van de bouwsom boven € 100.000,00

2.3.1.2.5

met een bouwsom van € 250.001,00 tot en met € 750.000,00:

€ 557,00

+1,14‰ van de bouwsom boven € 250.000,00

2.3.1.2.6

met een bouwsom vanaf € 750.000,00:

€ 1.127,00

+0,78‰ van de bouwsom boven € 750.000,00 met een maximum van

€ 2.300,00

2.3.1.2.7

Van de berekende waarde wordt het gehele getal gebruikt, de integere waarde.

Voor adviezen van vooroverlegplannen verstrekt door Hûs en Hiem aan de deelnemende gemeente, betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, wordt een starttarief van € 43,00 per advies, vermeerderd met een uurtarief van € 102,00 per adviseur met een minimum van 15 minuten, in rekening gebracht.

2.3.1.2.7.1

2.3.1.2.7.2

2.3.1.2.7.3

2.3.1.2.8

Bij behandeling van het vooroverleg in de lokale commissie van Hûs en Hiem, bedraagt het tarief tot 15 minuten € 68,00, van 15 tot 30 minuten € 94,00, van 30 tot 45 minuten € 119,00 en van 45 tot 60 minuten € 145,00.

Bij behandeling van het vooroverleg in de bureaucommissie van Hûs en Hiem, bedraagt het tarief € 94,00

Bij behandeling van het vooroverleg in de ‘grote commissie’ van Hûs en Hiem, bedraagt het tarief € 145,00

In het geval het een ondergeschikte wijziging betreft van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht door Hûs en Hiem, bedraagt het tarief:

€ 43,00

2.3.1.2.9

Wanneer het gaat om een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies door Hûs en Hiem is uitgebracht, dan worden de leges over de meerkosten/ minderkosten in rekening gebracht.

2.3.1.2.10

Wanneer het gaat om een wezenlijk ander ontwerp/ andere vormgever van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies door Hûs en Hiem is uitgebracht, dan worden de legeskosten over de bouwsom in rekening gebracht.

2.3.1.2.11

Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel ander opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies door Hûs en Hiem voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.

2.3.1.2.12

Voor het uitoefenen van aanvullende adviestaken, bijvoorbeeld op het terrein

van de monumentenwet, de monumentenverordening en de Brim (2013) e.d. en van de ontwikkeling van gemeentelijk welstandsbeleid, kan Hûs en Hiem op verzoek van de gemeente adviezen verstrekken, waardoor een uurtarief wordt berekend van:

€ 102,00

Dit uurtarief geldt eveneens voor deelname aan kwaliteitsteams.

2.3.1.3

Beoordeling brandveiligheid door externen

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de brandveiligheid wordt beoordeeld door externen:

1,3%

van de bouwkosten met een minimumtarief van:

€ 248,85

en een maximumtarief van:

€ 1.157,60

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt dit tarief verhoogd met 15% van de verschuldigde leges, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

1,3%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 181,05

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 318,95

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 510,50

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.307,50

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 295,45

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 295,45

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 295,45

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 295,45

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 318,95

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 510,50

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.307,50

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 295,45

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 295,45

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 295,45

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 295,45

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo (brandveilig gebruik) bedraagt het tarief:

€ 313,20

vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte

2.3.5.2

tot 100 m2:

€ 237,05

2.3.5.3

van 100 tot 500 m2 een bedrag per m2:

€ 2,30

2.3.5.4

van 500 tot 2.000 m2 een vast bedrag:

€ 726,30

2.3.5.4.1

vermeerderd met een bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte:

€ 0,90

2.3.5.5

van 2.000 tot 5.000 m2 een vast bedrag:

€ 1.992,90

2.3.5.5.1

vermeerderd met een bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte:

€ 0,30

2.3.5.6

van 5.000 tot 50.000 m2 een vast bedrag:

€ 2.813,90

2.3.5.6.1

vermeerderd met een bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte:

€ 0,20

2.3.5.7

groter dan 50.000 m2 een vast bedrag:

€ 3.866,70

2.3.5.7.1

vermeerderd met een bedrag per vierkante meter gebruiksoppervlakte:

€ 0,20

2.3.5.8

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van advies indien het plan niet ontvankelijk is of bijstelling noodzakelijk is, per half uur of gedeelte daarvan:

€ 38,85

2.3.5.9

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een overschrijving van een omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik:

€ 77,85

2.3.5.10

Indien een afgegeven omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik moet worden gewijzigd ten gevolge van verbouw waarbij geen sprake is van wijziging van bestemming, en /of toename van de aanvankelijk bestaande vloeroppervlakte, wordt ter verkrijging van een aangepaste omgevingsvergunning een bedrag geheven waarbij de berekening plaatsvindt op basis van het aantal vierkante meters vloeroppervlakte waarbij de verbouw, toe- of afname betrekking heeft.

2.3.5.11

Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik, voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het te heffen bedrag aan leges met 50% verminderd.

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten c.q. beeldbepalende panden en beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, dan wel een krachtens de Monumentenverordening aangewezen gemeentelijk monument c.q. beeldbepalend pand, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijks- of gemeentelijk monument c.q. beeldbepalend pand:

€ 288,90

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 288,90

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 288,90

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo:

€ 144,45

2.3.7.2

Asbesthoudende materialen

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 144,45

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 144,45

2.3.9

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand (kappen), waarvoor op grond van artikel 4:11 en 4:12a van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 52,25

2.3.10

Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Nihil

2.3.11

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Nihil

2.3.12

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.12.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 295,45

2.3.12.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.12.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

€ 295,45

2.3.12.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

€ 295,45

2.3.13

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.13.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.13.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.14

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.14.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 144,45

2.3.14.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 144,45

2.3.15

Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

€ 221,55

2.3.16

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.16.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 147,65

2.3.16.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 295,45

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, beoordeling van een conceptaanvraag of van een beginseluitspraak als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, beoordeling van een conceptaanvraag of van een beginseluitspraak als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, niet binnen 1 jaar wordt aangevraagd, vervalt het recht op vermindering als genoemd in artikel 2.4.1.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 144,45

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

1,3%

over de meerkosten ten opzichte van de oorspronkelijke omgevingsvergunning, met een minimumtarief van:

€ 93,70

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.307,50

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 1.157,60

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 295,45

Hoofdstuk 10 Overig

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een set aanvraagformulieren voor een omgevingsvergunning:

€ 10,65

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

1.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet:

€ 974,35

1.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 459,90

1.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 264,35

1.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet:

€ 150,90

1.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet:

€ 27,95

1.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet:

€ 157,95

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

2.1

Het tarief bedraagt:

2.1.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor

2.1.1.1

een bestaand evenement, categorie 1 (lichte categorie) als bedoeld in het evenementenbeleid van de gemeente Ameland:

€ 27,95

2.1.1.2

een nieuw evenement, categorie 1 (lichte categorie) als bedoeld in het evenementenbeleid van de gemeente Ameland:

€ 105,55

2.1.1.3

een bestaand evenement, categorie 2 (middelzware categorie) als bedoeld in het evenementenbeleid van de gemeente Ameland:

€ 105,55

2.1.1.4

een nieuw evenement, categorie 2 (middelzware categorie) als bedoeld in het evenementenbeleid van de gemeente Ameland:

€ 157,95

2.1.1.5

een bestaand evenement, categorie 3 (zware categorie) als bedoeld in het evenementenbeleid van de gemeente Ameland:

€ 157,95

2.1.1.6

een nieuw evenement, categorie 3 (zware categorie) als bedoeld in het evenementenbeleid van de gemeente Ameland:

€ 353,25

2.1.1.7

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een melding voor het organiseren van een klein evenement, dat voldoet aan de eisen als bedoeld in artikel 2:25, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening, worden geen leges geheven.

2.2

Vrijstelling van het betalen van leges kan worden verleend voor:

2.2.1

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een dienstverlening zoals genoemd in onderdeel 2.1, voor zover deze aanvraag is gedaan door een charitatieve of algemeen nut beogende instelling danwel een daaraan gelijk te stelling instelling.

2.2.2

de vrijstelling van leges voor het in behandeling nemen van de onder onderdeel 2.1.1 genoemde aanvragen geldt voor alle aan de dienstverlening gerelateerde vergunningen of ontheffingen.

2.2.3

bij twijfel of een instelling vrijgesteld kan worden voor het betalen van leges, beslist het college hierover.

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf:

€ 974,95

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

4.1.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 431,50

4.1.2

tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegenvan woonruimte met andere woonruimte, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 431,50

4.1.3

tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 431,50

4.1.4

tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 431,50

4.1.5

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 431,50

4.2

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 4.1.1 tot en met 4.1.5 deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend.

4.3

Indien een aanvraag als bedoeld in 4.1.1 tot en met 4.1.5 wordt geweigerd, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend.

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Brandbeveiligingsverordening gemeente Ameland 2012

5.1.1

voor een niet-bebouwd voor bedrijfsdoeleinden bestemd terrein

5.1.1.1

tot 500 m2:

€ 237,85

5.1.1.2

van 500 tot 1.000 m2:

€ 313,90

5.1.1.3

van 1.000 tot 2.000 m2:

€ 356,95

5.1.1.4

van 2.000 tot 5.000 m2:

€ 391,95

5.1.1.5

groter dan 5.000 m2 een vast bedrag:

€ 391,95

5.1.1.6

vermeerderd met een bedrag voor elke 5.000 m2 of gedeelte daarvan boven 5.000 m2:

€ 77,85

5.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van advies indien het plan niet ontvankelijk is of bijstelling noodzakelijk is, per half uur of gedeelte daarvan:

€ 38,85

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 105,55

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2018.

De raad voornoemd,

J.M.J. Metz, de griffier

G. van Klaveren,de voorzitter,

Artikelgewijze toelichting tarieventabel

Titel 1, H. 5 Geschreven en gedrukte stukken, afschriften, fotokopieën en dergelijke

In dit artikel gaat het om het in behandeling nemen van een aanvraag voor een afschrift van een bestaand stuk. Dit kan elk document zijn, fysiek aanwezig, of digitaal beschikbaar, tenzij er in deze verordening al een bepaling over dat specifieke document is opgenomen. Het kan dus ook gaan om een afschrift van een eigen stuk van de aanvrager.

Het woord afschrift wordt ook in de breedst mogelijk zin beschouwd. Het kan dus gaan om een kopie, een uitdraai c.q. printje van een document of deel van een document, een lichtdruk, etc.

De in dit artikel genoemde tarieven gelden voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot zowel het fysiek, als digitaal afgeven en/of verstrekken van afschriften. Hiermee wordt het volgende bedoeld. Het in fysieke vorm verstrekken van afschriften betekent het verrichten van werkzaamheden (printen, kopiëren afgeven, frankeren, versturen, etc.). Bovendien worden kosten gemaakt die met deze activiteit samenhangen (papier inkt, apparatuur). De tarieven zijn bedoeld om al deze kosten te dekken. Het digitaal verstrekken van afschriften betekent eveneens dat werkzaamheden moeten worden verricht. Meestal betekent dit het mailen van bestanden, of iets dergelijks, waarvoor documenten moeten worden gescand, soms eerst gekopieerd, etc. De tarieven zijn bedoeld om ook de kosten die hiermee samenhangen te dekken. Waar in dat geval niet op wordt gedoeld zijn stukken die uit hoofde van de publieke functie van de gemeente al digitaal beschikbaar zijn en in het algemeen ook al via de website kunnen worden opgevraagd. Hiervoor worden logischerwijze geen leges in rekening gebracht.

Waar in dit artikel niet op wordt gedoeld zijn stukken die moeten worden samengesteld. De tarieven die daarmee samenhangen zijn aangegeven in hoofdstuk 9 van de tarieventabel.

Titel 1, H. 9 Nasporingen

Wanneer de gemeente het verzoek krijgt om nasporingen te verrichten, inlichtingen te verstrekken en dergelijke kost dit tijd. Het gaat hier in het algemeen om niet standaard werkzaamheden, waar soms analyses gemaakt moeten worden, zaken aan elkaar gerelateerd moeten worden, overzichten opgesteld moeten worden, met andere woorden, werkzaamheden die buiten de normale werkprocessen vallen en daarmee nogal tijdrovend zijn.

Verzoeken om dit soort werkzaamheden te verrichten kunnen enkelvoudig zijn of een meer samengesteld karakter hebben. Om discussies over de aard van het verzoek, of de hoeveelheid verzoeken of opdrachten te voorkomen, is in de tariefstelling een onderscheid gemaakt in werkzaamheden waaraan maximaal een uur tijd wordt besteed en verzoeken die meer tijd kosten.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Ameland, gehouden op 17 december 2018.

G. van Klaveren,voorzitter.

J.M.J. Metz, griffier.