Regeling vervallen per 17-07-2020

Subsidieregeling structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen 2013

Geldend van 08-08-2013 t/m 16-07-2020

Intitulé

Subsidieregeling structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen 2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

SUBSIDIEREGELING STRUCTURELE SUBSIDIE VOOR AMATEURKUNSTVERENIGINGEN 2013

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is aanvullende regels te geven voor de subsidieverstrekking ten behoeve van de bevordering van de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband;

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen 2008 zoals vastgesteld op 20 mei 2008 aan te passen in verband met de inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013 en naar aanleiding van de evaluatie van uitvoering van de regeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013;

besluit vast te stellen de volgende subsidieregeling:

SUBSIDIEREGELING STRUCTURELE SUBSIDIE VOOR AMATEURKUNSTVERENIGINGEN 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunst: activiteiten in verenigingsverband gericht op de voorbereiding van voorstellingen op het gebied van muziek, zang, dans, toneel en beeldende kunst waarbij de activiteiten van de vereniging gericht zijn op enigerlei vorm van presentatie van de voorstelling aan het publiek. Verenigingen die zich in hoofdzaak bezighouden met cursorische activiteiten of liturgische vieringen worden niet tot de amateurkunst gerekend. Verenigingen die zich bezighouden met kunstbeoefening in beroepsmatig verband of met beroepsmatige pretenties worden niet tot amateurkunst gerekend;

  • b.

    vereniging: rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie waarvan de statuten de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband als voornaamste doel stellen;

  • c.

    stichting: rechtspersoon opgericht bij notariële acte, waarvan de statuten de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband als voornaamste doel stellen;

  • d.

    lid: een natuurlijk persoon die overeenkomstig de statuten van die vereniging is ingeschreven en actief betrokken is bij het nastreven van de verenigingsdoeleinden en daarvoor jaarlijks een door de vereniging vast te stellen contributie betaalt. Donateurs of begunstigers worden daaronder niet begrepen;

  • e.

    voorstelling: productie of expositie met een of meer uitvoeringen.

Artikel 2 Uitvoerder van de subsidieregeling

Scholen in de Kunst is door het college aangewezen als uitvoerder van deze subsidieregeling.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 1. Deze regeling heeft tot doel om activiteiten of producten die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het cultureel klimaat en specifiek van de amateurkunst in de gemeente Amersfoort te stimuleren. De basis van deze subsidieregeling ligt in de herijking Cultuurnota Nieuw Amersfoorts Peil 2008-2015 en is uitsluitend bedoeld voor rechtspersonen die in Amersfoort gevestigd zijn en waarvan de activiteiten plaatsvinden in Amersfoort.

  • 2. De volgende soorten verenigingen kunnen voor een structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen in aanmerking komen:

    • a.

      muziekkorpsen (waaronder korpsen, big bands, majorettes, color- en winterguardgroepen);

    • b.

      zangverenigingen;

    • c.

      instrumentale gezelschappen (waaronder huismuziekverenigingen);

    • d.

      toneelverenigingen (waaronder theatersport);

    • e.

      muziektheaterverenigingen

    • f.

      dansverenigingen

    • g.

      verenigingen voor beeldende kunst (amateurschilderkunst, -beeldhouwkunst en fotografie).

      Artikel 4 Subsidieplafond

      1.Het totale beschikbare subsidiebudget voor de uitvoering van deze subsidieregeling wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

      2.Jaarlijks stellen burgemeester en wethouders per soort amateurkunstvereniging de bedragen vast van de maximaal te verstrekken subsidie.

      3.Scholen in de Kunst verzamelt jaarlijks de aanvragen en berekenen het totale bedrag waarop de aanvragers ingevolge het derde lid aanspraak kunnen maken. Indien dit bedrag het subsidieplafond overschrijdt, past Scholen in de Kunst een evenredige korting toe op alle aanspraken, zodat het subsidieplafond niet wordt overschreden.

      4.De structurele subsidie is gebaseerd op de subsidiabele kosten bestaande uit een procentuele bijdrage in de leidingkosten. Voor de leidingkosten kunnen verenigingen het salaris opvoeren van een maximaal aantal leidinggevenden. Per soort vereniging geldt een maximum van:

      A.Muziekkorpsen: 1 dirigent per onderdeel, 3 instructeurs (inclusief majoretteninstructeurs)

      B.Zangverenigingen: 1 dirigent

      C.Instrumentale gezelschappen; 1 dirigent of 2 speelgroepleiders

      D.Toneelverenigingen: 1 regisseur

      E.Muziektheaterverenigingen: 1 dirigent, 1 regisseur

      F.Dansverenigingen: 2x dansleiding

      G.Verenigingen voor beeldende kunst: 1 leiding(uitsluitend bedoeld voor professionele (bege(leiding) bij activiteiten in verenigingsverband gericht op de verbetering van de kwaliteit van het werk en de voorbereiding van tentoonstellingen/exposities).

      Artikel 5 Toetsingscriteria

      • 1.

        Verenigingen die toegelaten willen worden tot deze subsidieregeling of die in voorafgaande jaren reeds een structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen hebben ontvangen, dienen minimaal aan de volgende bepalingen te voldoen:

      • a.

        tenminste 60% van het aantal actieve leden van de vereniging dient woonachtig te zijn in de gemeente

      Amersfoort;

      b.de vereniging dient minimaal drie jaar te bestaan, in Amersfoort gevestigd te zijn en aantoonbaar financieel

      gezond te zijn;

      c.de vereniging dient te beschikken over een minimum aantal leden per sector. Het minimum aantal leden om

      in aanmerking te komen voor subsidiering in het kader van deze subsidieregeling bedraagt per sector:

      • A.

        Muziekkorpsen: 20 leden

      • B.

        Zangverenigingen: 15 leden

      • C.

        Instrumentele gezelschappen

      • -

        Symfonie orkesten: 20 leden

      • -

        Overig: 10 leden

      • D.

        Toneelverenigingen: 10 leden

      • E.

        Muziektheaterverenigingen: 20 leden

      • F.

        Dansverenigingen: 10 leden

      • G.

        Verenigingen voor beeldende kunst: 20 leden

      • d.

        de vereniging werkt minimaal eens per twee weken aan een artistiek product en verzorgt per jaar minimaal een openbare voorstelling binnen de gemeente Amersfoort;

      • e.

        de leden dragen een redelijke contributie bij. Dit wordt beoordeeld in relatie tot de begroting van de aanvrager.

      • 2.

        Voor verenigingen in de sectoren B t/m F, zoals bedoeld in het eerste lid wordt voor deze voorstelling entree geheven. Voor exposities van verenigingen voor beeldende kunst hoeft geen entree geheven te worden. Verenigingen die vallen onder de sector muziekkorpsen verzorgen tweemaal per jaar een openbaar optreden in de gemeente Amersfoort. Hiervoor hoeft geen entree geheven te worden. De vereniging dient elk jaar het programma voor deze voorstelling(en) in bij Scholen in de Kunst. Voor deze verplichte jaarlijkse voorstelling(en) kan in uitzonderlijke gevallen aanspraak worden gemaakt op subsidie in het kader van de Subsidieregeling incidentele subsidies amateurkunst en/of huursuppletie.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 6 Vorm subsidieverstrekking

1.De subsidie ten behoeve van de bevordering van de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband wordt eerst verleend en vervolgens vastgesteld.

2.In bijzondere gevallen kan het college besluiten om de subsidie ten behoeve van de bevordering van de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband direct vaststellen.

Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag

De aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de bevordering van de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband moet voor 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd worden ingediend.

Artikel 8 Weigeringsgronden

1.Subsidieverstrekking kan naast de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 12 van de ASV tevens worden geweigerd indien niet is voldaan aan de toetsingscriteria in deze subsidieregeling.

2.In aanvulling op de weigeringsgronden, zoals genoemd in de ASV, wordt de subsidie in alle gevallen geweigerd als:

a.de aanvrager geen stichting of vereniging is;

b.de aanvrager niet met professionele leiding werkt;

c.beroepsmatig handelt;

d.de activiteit beroepsmatig is.

2.In aanvulling op de weigeringsgronden, zoals genoemd in de ASV, kan de subsidie worden geweigerd als:

a.de vereniging/stichting danwel haar activiteit of product niet valt binnen het toepassingsbereik zoals

beschreven in artikel 3 van deze regeling;

b.de subsidieaanvraag niet tijdig is ontvangen;

c.bij de aanvraag sprake is van onvoldoende financiële onderbouwing;

d.onvoldoende sprake is van passende contributiebijdragen door de leden;

e.gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden

voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld en/of de gelden niet doelmatig en doeltreffend

besteed zullen worden.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10 Inwerkingtreding

1.Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

2.De Subsidieregeling meerjarensubsidie voor amateurkunstverenigingen 2008 zoals vastgesteld op 20 mei 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Overgangsbepaling

1.De bepalingen van de subsidieregeling bedoeld in artikel 10, tweede lid blijven van toepassing op de subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verstrekt.

2.Indien voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling een aanvraag om een subsidie op grond van de subsidieregeling bedoeld in artikel 10, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van de inwerkingtreding van onderhavige subsidieregeling nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige toepasselijke bepalingen van de onderhavige subsidieregeling toegepast.

3.Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een subsidie, bedoeld in het eerste lid, dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 10, eerste lid is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de subsidieregeling bedoeld in artikel 10, tweede lid.

4.De intrekking van de subsidieregeling bedoeld in artikel 10, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die subsidieregeling genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in de subsidieregeling bedoeld in artikel 10, tweede lid en voor zover niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen 2013.

Vastgesteld in de vergadering van (...)

De secretaris, De burgemeester,