Reglement van Orde van de rekenkamercommissie 2003 (versie 2)

Geldend van 15-04-2010 t/m heden

Intitulé

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE (VERSIE 2)

De rekenkamercommissie;

gelet op artikel 13 van de Verordening op de rekenkamercommissie;

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende Reglement van Orde van de rekenkamercommissie.

Missie en doelen

De rekenkamercommissie ziet het als haar missie in het belang van de inwoners van Apeldoorn zichtbaar te maken waar de gemeente Apeldoorn haar geld aan besteedt, wat er van die bestedingen terecht komt in de zin van resultaat en maatschappelijke effecten en hoe dat zich verhoudt tot het beleid dat de gemeenteraad vooraf heeft geformuleerd. De commissie doet dat door onderzoek te verrichten en daarover rapport uit te brengen aan de gemeenteraad.

Omdat in de duale verhoudingen het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is voor de uitvoering van beleid versterkt de rekenkamercommissie met haar onderzoek de controlerende rol van de gemeenteraad. Het werk van de rekenkamercommissie kenmerkt zich door objectiviteit en onafhankelijkheid, dat wil zeggen onpartijdig en niet vooringenomen. De rekenkamercommissie wil met haar rapporten leer- en verbeterprocessen stimuleren en aanbevelingen doen waardoor de gemeente Apeldoorn in het belang van de inwoners effectiever en efficiënter kan werken. De commissie ziet communicatie van onderzoeksresultaten als een belangrijk middel om de inwoners beter inzicht te geven in het werk van de gemeente.

De rekenkamercommissie hecht grote waarde aan een goede communicatie met de gemeenteraad, burgemeester en wethouders en de stad over de programmering en de resultaten van haar onderzoek.

De rekenkamercommissie ziet deelname aan de landelijke vereniging van rekenkamers en samenwerking van rekenkamers in regionaal verband als een goed middel om kennis en ervaring over het rekenkamerwerk op niveau te houden.

Artikel 1. De voorzitter, leden en secretaris van de Commissie

  • 1 Tot de verantwoordelijkheden van de voorzitter behoren:

    • a.

      Het leiden van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie

    • b.

      De externe communicatie (woordvoerderschap over werkwijze, aanpak van onderzoek, bevindingen en conclusies) zowel naar stad, raad als naar de gemeentelijke organisatie en instellingen die onderwerp zijn van onderzoek.

    • c.

      Het aangaan van overeenkomsten met derden ter vervulling van de taken van de rekenkamercommissie (inhuur van capaciteit, extern onderzoek, etc.).

    • d.

      De functionele aansturing van de secretaris van de commissie.

  • 2 Tot de verantwoordelijkheden van de vice-voorzitter behoren:

    • a.

      Het uitvoeren van de taken van de voorzitter bij diens afwezigheid;

    • b.

      Het leiding geven aan onderzoeken waarbij de voorzitter terug treedt ter vermijding van belangenverstrengeling.

  • 3 Tot de verantwoordelijkheden van de leden behoren:

    • a.

      Het in gezamenlijkheid met voorzitter en secretaris vorm geven aan het onderzoeksprogramma, de opzet van afzonderlijk onderzoek en het formuleren van conclusies en aanbevelingen, en het jaarlijks uitbrengen van een (kort) verslag van werkzaamheden.

    • b.

      Het (mede-) leiding geven aan de uitvoering van een onderzoek (adoptie van een onderzoek).

  • 4 Artikel 11 van de verordening regelt de verantwoordelijkheden van de ambtelijk secretaris van de commissie; in aanvulling daarop behoort tot de verantwoordelijkheid van de ambtelijk secretaris de dagelijkse aansturing van extern onderzoek, respectievelijk van ingeschakelde onderzoekscapaciteit.

Artikel 2. Vergaderingen, bijeenkomsten, interne communicatie

  • 1 Conform art. 9 van de verordening vergadert de commissie minimaal twee maal per jaar; de commissie gaat uit van een vergaderschema van één reguliere (plenaire) vergadering per maand (zomervakantie uitgezonderd). Een presentielijst (mede als basis voor vergoeding) wordt enkel gebruikt bij plenaire vergaderingen.

  • 2 Voor het uitvoerende werk maakt de commissie maximaal gebruik van internetverkeer en organiseert daarnaast ad hoc bijeenkomsten of hoorzittingen en houdt interviews (m.n. tijdens de uitvoering van specifiek onderzoek).

  • 3 Van vergaderingen en bijeenkomsten wordt beknopt verslag gemaakt. Van plenaire bijeenkomsten wordt daags na de vergadering een actiepuntenlijst verspreid.

Artikel 3. Externe communicatie en samenwerking

  • 1 Missie, functie, samenstelling en werkwijze van de Rekenkamercommissie worden openbaar toegankelijk gemaakt via de gemeentelijk website en overige publicaties.

  • 2 Na elke vergadering zendt de commissie naar eigen inzicht een kort voortgangsbericht van haar werkzaamheden aan de gemeenteraad.

  • 3 Per onderzoek bepaalt de commissie hoe zij de resultaten extern communiceert. Bij het verschijnen van een onderzoeksrapport maakt de commissie de resultaten met een persbericht openbaar. In het algemeen is de voorzitter van de commissie woordvoerder als het erom gaat informatie te verstrekken over het verloop en de uitkomsten van onderzoek. Het onderzoeksprogramma en de onderzoeksrapporten worden via de website digitaal beschikbaar gesteld.

Artikel 4. Het Onderzoeksprogramma

  • 1 De rekenkamercommissie heeft als ambitieniveau (conform de verordening op de rekenkamercommissie) 2 à 3 onderzoeken per jaar uit te voeren, inclusief het onderzoek van de jaarrekening. De jaarrekening legt in het voorjaar (april, mei) vast beslag op de agenda van de commissie. Daarnaast is de rekenkamercommissie in staat één kleiner onderzoek in het voorjaar uit te voeren en een groter onderzoek in het najaar.

  • 2 De commissie onderhoudt gedurende het jaar een short-list van potentiële onderzoeksonderwerpen die zij in haar werk op het spoor komt (o.a. naar aanleiding van het onderzoek van de jaarrekening).

  • 3 De commissie doet (in lijn met artikel 6, lid 3 van de verordening op de rekenkamercommissie) in november van elk jaar een actieve oproep aan raadsfracties om geschikte onderzoeksonderwerpen aan te dragen.

  • 4 Op basis van het oriënterend onderzoek bepaalt de commissie haar keuze en stelt het onderzoeksprogramma voor het eerstkomende jaar vast.

  • 5 De commissie stuurt onder normale omstandigheden uiterlijk in januari het onderzoeksprogramma ter kennisneming naar de gemeenteraad, het college en de organisatie en maakt het (door verspreiding aan de pers en plaatsing op de website) openbaar.

Artikel 5. Criteria onderwerpen van onderzoek

De commissie bepaalt haar keuze van in onderzoek te nemen onderwerpen aan de hand van de volgende criteria:

a

Maatschappelijk belang;

De vraag of een zaak het functioneren van de samenleving als geheel sterk raakt (voorbeelden: veiligheid, goede huisvesting, economische bloei en welvaart) of belangen van omvangrijke of prominente doelgroepen (voorbeeld sociaal zwakkeren). Hoe groter het maatschappelijk belang, hoe interessanter het onderwerp.

b

Gerede twijfel over doeltreffendheid;

Beleid dat niet het effect oplevert dat de raad ervan verwacht. Hoe meer twijfel, hoe interessanter het onderwerp.

c

Gerede twijfel over doelmatigheid;

Beleid dat vermoedelijk niet efficiënt wordt uitgevoerd (te hoge kosten in verhouding tot resultaat). Hoe meer twijfel, hoe interessanter het onderwerp.

d

Gerede twijfel over rechtmatigheid;

Geld dat vermoedelijk niet wordt besteed waarvoor het (volgens afspraken in de begroting) bestemd is. Hoe meer twijfel, hoe interessanter het onderwerp.

e

Beleidsrisico

Beleid waarvoor de burger de gemeentelijke overheid verantwoordelijk acht, waarvan de uitvoerbaarheid , bijvoorbeeld door de afhankelijkheid van andere partijen, veel onzekerheden kent. Hoe groter de onzekerheden, hoe interessanter het onderwerp. (voorbeelden: jeugdbeleid - bestrijding van schoolverzuim en schooluitval, of het realiseren van infrastructuur zonder eigendom van grond).

f

Financieel belang en risico;

Beleid waarin grote sommen gemeentegeld omgaan en de gemeente grote financiële risico’s loopt. Hoe groter het financieel belang (en risico), hoe interessanter het onderwerp.

g

Nieuwe/ toegevoegde waarde raad;

Onderwerpen die informatie opleveren op gebieden waar de raad in zijn nieuwe rol nog geen of onvoldoende kaders stelt of controle heeft; (geen zaken oppakken die langs andere weg in onderzoek zijn, dan wel reeds onderzocht – bijv. via het onderzoeksprogramma van het college zelf);

h

Praktische uitvoerbaarheid;

Kan de rekenkamercommissie het onderzoek uitvoeren? (capaciteit/ rendement investering/ doorlooptijd etc.)

i

Variatie

Niet elk jaar dezelfde beleidssector onder handen nemen.

j

Burgerbelang

Is het onderwerp door een burger als belangrijk aandachtspunt aangedragen?

Artikel 6. Kwaliteitseisen uitvoering onderzoek

De commissie legt zichzelf, zoals in de toelichting op art. 16 van de verordening op de rekenkamercommissie vermeld, de volgende kwaliteitseisen op voor de uitvoering van haar onderzoeken:

  • a.

    Objectiviteit;

  • b.

    Onderbouwing;

  • c.

    Consistentie;

  • d.

    Controleerbaarheid;

  • e.

    Zorgvuldigheid;

  • f.

    Onafhankelijkheid;

  • g.

    Doelmatigheid (heldere afbakening, doelgerichte uitvoering, afgewogen op kosten en baten);

  • h.

    Bruikbaarheid (bondige en toegankelijke informatie, waarmee de raad en het college verbetering kunnen bewerkstelligen in het functioneren van de gemeente);

Artikel 7. Uitvoeren onderzoeken

Bij het uitvoeren van onderzoeken maakt de commissie gebruik van het volgende stappenplan:

  • a.

    Opstellen Onderzoeksplan (vaststellen commissie):

    • -

      Aanleiding;

    • -

      Doelstelling onderzoek;

    • -

      Probleemstelling;

    • -

      Onderzoeksvragen;

    • -

      Onderzoeksmethode(n);

    • -

      Opdracht aan projectteam/ extern bureau;

    • -

      Taakverdeling/ begeleiding;

    • -

      Planning;

    • -

      Budget;

  • b.

    Informeren betrokkenen (aankondiging)

  • c.

    Bij uitbesteding: selectie externe bureaus door voorzitter/subcie/secretaris en opdrachtverlening

  • d.

    Uitvoering onderzoek (inhuren capaciteit of uitbesteden, begeleiding door subcie commissie; plannen bijeenkomsten subcie)

  • e.

    Rapportage (onderzoeksteam / extern bureau)

  • f.

    Hoor en Wederhoor (rapportage voorgelegd aan college /instelling/ ambtelijke organisatie ter controle op feitelijkheden, schriftelijk) daarna aanpassen rapportage

  • g.

    Conclusies en aanbevelingen commissie op basis definitieve rapportage onderzoeksteam/extern bureau (vaststellen commissie)

  • h.

    Eindrapport met conclusies en aanbevelingen naar Raad, college en andere betrokkenen (o.a. alle geïnterviewden)

  • i.

    Pers (bericht)

  • j.

    Persbericht en eindrapport op website

  • k.

    (vanuit de raad) Gelegenheid tot reactie college op conclusies en aanbevelingen

  • l.

    Evt. reactie commissie op repliek college;

  • m.

    Behandeling Raad (raad bepaalt zelf behandelwijze commissie /raad)

  • n.

    Navolging (college meldt de raad)

Artikel 8. Jaarverslag commissie

Artikel 10, lid 3 van de verordening op de rekenkamercommissie bepaalt dat de rekenkamer-commissie elk jaar vóór 1 april een verslag opstelt van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Dit impliceert:

  • a.

    Verantwoording over verrichtingen met toetsing aan Onderzoeksprogramma, verordening en nota van werkwijze; evt. voorstellen tot verbetering werkwijze etc.

  • b.

    Vaststellen van het verslag in de plenaire vergadering van maart;

  • c.

    Aansluitend aanbieding van het verslag aan raad;

Artikel 9. Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Reglement van Orde van de Rekenkamercommissie’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de rekenkamercommissie d.d. 18 december 2003
Inwerking getreden d.d. 18 december 2003
Gewijzigd vastgesteld door de rekenkamercommissie d.d. 15 april 2010
Inwerking getreden d.d. 15 april 2010