Regeling vervallen per 01-01-2020

ALGEMEEN MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT GEMEENTE ARNHEM 2017

Geldend van 29-01-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2018

Intitulé

ALGEMEEN MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT GEMEENTE ARNHEM 2017

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester maken bekend dat zij op 13 juni 2017 het 'Algemeen Mandaat-, Volmacht en Machtigingsbesluit gemeente Arnhem 2017' hebben vastgesteld. Dit besluit is bekendgemaakt op 19 juni 2017 in het gemeenteblad (onder nummer 103096 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-103096.html).

Hieronder treft u nogmaals de tekst van het genoemde besluit aan.

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Arnhem, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n :

aan de gemeentesecretaris mandaat, volmacht en machtiging te verlenen van de bevoegdheden die het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij of krachtens wettelijk voorschrift of delegatie toekomen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, hieronder begrepen de bevoegdheid om deze besluiten te ondertekenen (tenzij uitdrukkelijk anders bepaald);

Volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen in naam van de gemeente te verrichten;

Machtiging: de bevoegdheid om handelingen in naam van de gemeente die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn te verrichten;

Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

Wettelijk voorschrift: wettelijk voorschrift, zoals dit luidt op de dag waarop dit besluit in werking treedt of zoals dit wettelijk voorschrift na wijziging zal komen te luiden;

Portefeuillehouder: het lid van het college dat in het bijzonder is belast met de zorg voor één of meer onderdelen van het gemeentelijk bestuur, zoals deze aan het college is opgedragen;

Clustermanagers: de leidinggevenden van de eenheden waaruit de ambtelijke organisatie is opgebouwd, te weten:

- het cluster Gebiedsrealisatie en Vastgoed (G&V);

- het cluster Openbare Ruimte (OR);

- het cluster Project- & Interimmanagement (PIM);

- het cluster Werk & Inkomen (W&I);

- het cluster Wijken en Dienstverlening (W&D);

- het cluster Strategie, Beleid en Regie (SB&R).

Artikel 2 Mandaat aan gemeentesecretaris

  • 1. De bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, zoals opgenomen in de bijgevoegde bijlage worden toegekend aan de gemeentesecretaris. Van deze bevoegdheden zijn uitgezonderd:

    • a.

      het ondertekenen en het voeren van correspondentie gericht tot de gemeenteraad, de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • b.

      het doen van voorstellen aan de gemeenteraad;

    • c.

      het besluit tot het aangaan van overeenkomsten op grond van de gemeentewet indien de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • d.

      het aanwijzen van een medewerker als Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG).

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester dragen de gemeentesecretaris, naast de bevoegdheden zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, op wijzigingen in de bijlage van dit mandaatbesluit aan te brengen voor zover het betreft wijzigingen in benamingen van functieonderdelen en/of functionarissen, waarbij geen sprake is van inhoudelijke aanpassingen.

  • 3. De gemeentesecretaris is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aan onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionarissen, met uitzondering van:

    • a.

      het aanwijzen van medewerkers als secretaris van de Algemene bezwaarschriftencommissie, van de bezwaarschriftencommissie Sociale Zekerheid of van de Bezwaarschriftencommissie Personele aangelegenheden;

    • b.

      het aanwijzen van medewerkers als klachtencoördinator;

    • c.

      het besluit tot aanvaarding van erfstellingen/legaten/schenkingen boven € 50.000,-.

  • 4. De gemeentesecretaris kan bij uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in het derde lid instructies geven.

  • 5. De gemeentesecretaris is, na voorafgaande instemming van portefeuillehouder(s), eveneens bevoegd bevoegdheden op te dragen aan niet onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen.

Artikel 3 Instructies en escalatie

  • 1. Bij de uitoefening van bevoegdheden wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijk voorschrift, beleidsregel, circulaire, aanwijzing en richtlijn van daartoe bevoegde wetgevende organen en bestuursorganen in acht genomen.

  • 2. Bij de uitoefening van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, dient de begroting van het desbetreffende dienstjaar in financiële dekking te voorzien.

  • 3. Indien zich naar het oordeel van een gemandateerde één of meer van de navolgende gevallen voordoet, overlegt de gemandateerde de zaak met de betrokken portefeuillehouder(s), alvorens een besluit te nemen:

    • a.

      de te nemen beslissing wijkt af van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften;

    • b.

      er bestaat het voornemen tot aanvulling of wijziging van het bestaand beleid, richtlijnen of wettelijke voorschriften;

    • c.

      tijdens de voorbereiding van het besluit komt naar voren dat de te nemen beslissing bestuurlijk of maatschappelijk gevoelig ligt. Onder bestuurlijk of maatschappelijk gevoelige beslissingen worden in ieder geval verstaan beslissingen over grootschalige evenementen;

  • 4. Bij verschillende inzichten over de uitoefening van bevoegdheden op afdelingsniveau tussen een functionaris van het Team Leefomgeving en een functionaris uit een andere afdeling van de gemeentelijke organisatie die dezelfde bevoegdheid gemandateerd heeft gekregen, beslist de functionaris van het Team Leefomgeving.

  • 5. De uitgaande besluiten op grond van dit mandaatbesluit worden als volgt ondertekend:

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

namens het college,

gevolgd door de (digitale) handtekening, de naam en daaronder de functieaanduiding van de functionaris

of

De burgemeester van Arnhem,

namens deze,

gevolgd door de (digitale) handtekening, de naam en daaronder de functieaanduiding van de functionaris.

  • 6. In geval van ondermandatering van aan hem gemandateerde bevoegdheden, legt de gemeentesecretaris de in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel opgenomen verplichtingen op aan de ondergemandateerde.

Artikel 4 Slotbepaling

  • 1. Het ‘Algemeen mandaat- en volmachtbesluit gemeente Arnhem 2016’ d.d. 23 februari 2016 (zaaknummer 2016-02-00726, documentnummer 2016.0.008.951) inclusief het eerste wijzigingsbesluit d.d. 20 december 2016 (zaaknummer 2016-12-00250, documentnummer 2016.0.061.639) en het tweede wijzigingsbesluit d.d. 31 januari 2017 (zaaknummer 111979), wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als ‘Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit gemeente Arnhem 2017’.

  • 3. Het onderhavig besluit treedt in werking op 1 juli 2017.

Ondertekening

Arnhem, 13 juni 2017

Burgemeester en Wethouders van Arnhem, De burgemeester van Arnhem,

de secretaris, de burgemeester,

mr. B. Staal

Bijlage 'bevoegdheden' behorende bij het Algemeen Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit gemeente Arnhem 2017

nr

Bevoegdheid

 

Algemeen

1.      

Het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van aan de gemeente opgedragen taken.

2.      

Het ondertekenen van correspondentie ter voorbereiding en uitvoering van beslissingen van de raad krachtens artikel 160, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet.

3.      

Het verstrekken van bevestigingen en bewijzen van ontvangst.

4.      

Het doorzenden van geschriften als bedoeld in artikel 2:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

5.      

Het doen van openbare bekendmakingen en het doen van kennisgevingen en mededelingen van voorgenomen en genomen beslissingen en van voorgenomen en verrichte andere handelingen.

6.      

Het aanwijzen van een contactpersoon, die voor het betreffende cluster zorg draagt voor het registreren van medewerkers, die elektronische (officiële) bekendmakingen bij de Staatscourant en andere media aanleveren.

7.      

Het aanvragen van bijdragen, subsidies en vergoedingen bij het Rijk, de Provincie en andere subsidiënten.

8.      

Het nemen van besluiten inzake het vernietigen, uitlenen, ter beschikking stellen, overdragen, overbrengen en vervangen van archiefbescheiden als bedoeld in de Archiefwet en voor zover niet gemandateerd aan de directeur van de Connectie.

9.      

Het toezicht houden en handhaven van de openbare orde in de voor het publiek toegankelijke gebouwen en de daarbij behorende erven, waar de gemeentelijke organisatie is gehuisvest, inclusief het geven van bevelen met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid en inclusief het ontzeggen van de toegang tot voor de openbare dienst bestemde ruimten, indien zulks noodzakelijk moet worden geacht in het belang van de handhaving van de openbare orde of de voortgang van de werkzaamheden in die ruimten, dan wel op grond van het eigendomsrecht van de gemeente.

10.   

a.     Het vaststellen van vergoedingen aan leden van adviescommissies aan het college en de burgemeester.

b.    Het aanwijzen van de secretaris van de adviescommissie aan het college en de burgemeester.

11.   

Het aanwijzen van personen welke zijn belast met het toezicht op de naleving van wetten en regelingen op grond van dit mandaatbesluit.

 

 

Geschillen en geschilbeslechting

1.      

Het nemen van besluiten tot het oplossen van conflicten door middel van bemiddeling door een onafhankelijke derde (mediation), voor zover het betreft conflicten die voortvloeien uit besluiten die zijn genomen op grond van dit mandaatbesluit.

2.      

Het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures namens de gemeente of het bestuursorgaan, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

3.      

a. Het indienen van verweerschriften en overige stukken en het vertegenwoordigen van de gemeente, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, daaronder begrepen het optreden ter zitting namens de gemeente of deze bestuursorganen in het kader van gerechtelijke procedures bij de administratieve, burgerlijke en strafrechter en in het kader van bezwaarprocedures en administratieve beroepsprocedures.

b. Het aanwijzen van gemachtigden voor het uitoefenen van de onder a genoemde bevoegdheden.

4.      

Het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (instemmen rechtstreeks beroep rechtbank).

5.      

a.      Het nemen van een besluit op een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht,voor zover het in bezwaar bestreden besluit in mandaat is genomen door een functionaris die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, en tevens voor zover hierbij niet wordt afgeweken van het advies van de desbetreffende bezwaarschriftencommissie.

b.     Het beslissen op verzoeken van belanghebbenden om vergoeding van de kosten die zij in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken als bedoeld in artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

6.      

Het nemen van een besluit tot het verdagen van de beslissing op bezwaar als bedoeld in artikel 7:10, lid 3, 4 en 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Privaatrechtelijke rechtshandelingen

1.      

Het beslissen tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

2.      

a.      Het aansprakelijk stellen van derden.

b.      Het besluiten op het aansprakelijk stellen van de gemeente door derden.

c.      Het verrichten van handelingen tot stuiting van verjaring.

3.      

a.      Het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte (artikel 171 Gemeentewet) ter uitvoering van beslissingen die zijn genomen in de uitoefening van de bevoegdheden die zijn omschreven in dit mandaatbesluit, of ter uitvoering van beslissingen genomen door de raad of door of namens het college van burgemeester en wethouders.

b.     Het aanwijzen van gevolmachtigden voor het uitoefenen van de onder a genoemde bevoegdheid.

4.      

Het aanvragen van surcéance van betaling en faillissement van derden.

 

Bestuursrechtelijke rechtshandelingen

1.      

Het nemen van beslissingen op grond van de Verordening nadeelcompensatie Arnhem 2011, indien en voor zover hierbij niet wordt afgeweken van het terzake uitgebrachte advies van de adviescommissie of de adviseur.

2.      

Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet openbaarheid van bestuur.

3.      

Het nemen van besluiten op verzoeken als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet hergebruik van overheidsinformatie.

4.      

Het uitoefenen van de aan het college toegekende bevoegdheden bij of krachtens een gemeentelijke subsidieverordening, met uitzondering van het vaststellen van ‘nadere regels’ (wettelijke voorschriften krachtens delegatie vastgesteld).

5.      

Het aanwijzen van gemeenteambtenaren jegens welke de inlichtingenverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen gelden, voor zover aan deze ambtenaren reeds bevoegdheden in het kader van het opleggen, heffen of invorderen van belastingen als bedoeld in de artikelen 231 en 232 Gemeentewet zijn gemandateerd.

6.      

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan in het kader van de klachtbehandeling van derden inzake aan de functionaris ondergeschikte ambtenaren (met uitzondering van de griffier) op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

7.      

Het opleggen en intrekken van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, alsmede het uitoefenen van de overige bevoegdheden op grond van Titel 5.3 (Herstelsancties) en van de bevoegdheden op grond van Titel 5.4 (Bestuurlijke boete) van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het beslissen over het verlenen, wijzigen en intrekken van gedoogbeschikkingen.

8.      

Het naar voren brengen van zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

9.      

Het besluiten tot het toepassen van en het uitvoeren van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

10.   

Het vaststellen van formulieren als bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens.

11.   

Het nemen van beslissingen omtrent het niet behandelen van aanvragen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

12.   

Het inwinnen van advies als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

13.   

Het horen van een aanvrager en belanghebbenden als bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (De voorbereiding).

14.   

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Bestuursrechtelijke geldschulden).

15.   

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Beslistermijn).

16.   

Het vaststellen van beleidsregels dan wel richtlijnen met betrekking tot de aan de gemeente opgedragen taken en bevoegdheden.

17.   

Het nemen van besluiten en het verrichten van werkzaamheden voortvloeiende uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

18.

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan in het kader van klachtbehandeling van derden inzake (de medewerkers van) de Stichting op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en paragraaf 4.2.a van de Jeugdwet voor zover het betreft de afdoening van klachten die zijn behandeld door de klachtencommissie.

 

Specifieke bevoegdheden

 

Gebiedsrealisatie en vastgoed

1.      

Het aangaan van overeenkomsten over grondexploitatie als bedoeld in artikel 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening, na verkregen instemming van de betrokken portefeuillehouder.

2.      

Het afgeven van de verklaring van eensluidendheid, als bedoeld in artikel 11, eerste lid van de Kadasterwet.

3.      

Besluiten tot het intrekken van het voorkeursrecht als bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten, zoals dit recht gevestigd is op percelen welke eigendom zijn van de gemeente.

 

Openbare Ruimte

4.      

Het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de Verordening Kabels en Leidingen gemeente Arnhem en op grond van de Verlegregeling.

5.      

Het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen in het kader van het aanleggen en onderhouden van wegen als bedoeld in artikel 34 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

6.      

Het geven van toestemming tot direct vellen, indien sprake is van grote gevaarzetting of ander spoedeisend belang.

7.      

Het nemen van een beslissing omtrent het verlenen van goedkeuring tot het vervaardigen, plaatsen en onderhouden van bewegwijzering als bedoeld in de overeenkomst tussen de gemeente en de ANWB en diens rechtsopvolger(s).

8.      

Het verlenen en weigeren van een instemmingsbesluit als bedoeld in de Telecommunicatiewet en de Telecommunicatieverordening gemeente Arnhem.

9.      

Alle handelingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet en de Telecommunicatieverordening gemeente Arnhem.

10.   

Het bekendmaken aan de rechthebbende van een bouwwerk dat voorwerpen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, gewijzigd of verwijderd.

11.   

Aanwijzing van iepen die gevaar opleveren voor de verspreiding van iepziekte of vermeerdering iepenspintkever.

12.   

Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Marktverordening.

13.   

Het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de Haven- en kadeverordening.

14.   

Het nemen van besluiten omtrent ontheffingen voor het houden van wielerwedstrijden, betrouwbaarheids- en prestatieritten op binnen de gemeentegrenzen gelegen wegen als bedoeld in artikel 148 juncto artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994.

15.   

Het op grond van artikel 56 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer aanstellen van verkeersregelaars en verkeersbrigadiers.

16.   

Het nemen van besluiten omtrent ontheffingen als bedoeld in artikel 149 Wegenverkeerswet 1994.

17.   

Het aanwijzen van de plaatsen, de tijdstippen en de wijzen waarop tegen betaling mag worden geparkeerd op grond van de Parkeerverordening 2016 en opvolgende verordeningen en het Uitwerkingsbesluit Parkeren 2016 en daarop volgende uitwerkingsbesluiten.

18.   

Het aanwijzen van weggedeelten en het vaststellen van tijdstippen voor het parkeren door vergunninghouders op grond van de Parkeerverordening 2016 en opvolgende verordeningen en het Uitwerkingsbesluit Parkeren 2016 en daarop volgende uitwerkingsbesluiten.

19.   

Het nemen van besluiten op grond van artikel 18 lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994.

20.   

Het beslissen over incidentele en structurele locatiegebonden parkeerontheffingen op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

21.   

Het beslissen op verzoeken om sectorgebonden parkeervergunningen en parkeerontheffingen als bedoeld in de Parkeerverordening 2016 en daarop volgende verordeningen en het Uitwerkingsbesluit parkeren 2016 en daarop volgende Uitwerkingsbesluiten.

22.   

Het beslissen over de toepassing van handhavingsbevoegdheden voor zover betrekking hebbend op parkeren in betaald parkeren gebied.

23.   

Het beslissen over de toepassing van handhavingsbevoegdheden voor zover betrekking hebbend op rijden van voertuigen in voetgangersgebied gelegen in betaald parkeren gebied.

24.   

Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de APV.

25.   

Het uitoefenen van bevoegdheden toegekend bij of krachtens de BAG.

26.   

Het uitoefenen van bevoegdheden in de zin van artikel 6 van de BAG als bedoeld in het delegatiebesluit van de raad van de gemeente Arnhem zoals vastgesteld in de vergadering van 29 juni 2009.

27.   

Het nemen van besluiten op grond van de Verordening naamgeving en nummering, met uitzondering van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

28.   

Het uitoefenen van de bevoegdheden toegekend bij of krachtens de Drank- en Horecawet.

29.   

Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van paragraaf 2 (kansspelautomaten) van Titel Va van de Wok.

30.   

Het verlenen van een vergunning voor het houden van kansspelen ex artikel 1, onder a, van de Wok (art. 3 Wok).

31.   

Het geven van een verbod op grond van artikel 7c, lid 2, en artikel 7c lid 3 Wok.

32.   

Het beslissen op verzoeken om ontheffing voor het organiseren van een bingo als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de Kansspelen.

33.   

Het ontvangen van een mededeling over het organiseren van een klein kansspel als bedoeld in artikel 7c, tweede lid, onder a van de wet op de Kansspelen.

34.   

Het beslissen op verzoeken om aanwijzing van een individuele gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 12 van het Besluit wegverkeer.

35.   

Het beslissen op verzoeken om ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied met een motorvoertuig op grond van artikel 2 van de Beleidsregels ontheffing berijden voetgangersgebied binnenstad Arnhem.

36.   

Het beslissen op verzoeken om ontheffing van de Verordening Winkeltijden Arnhem.

37.   

Het beslissen op verzoeken tot ontheffing van artikel 3 en 4 van de Zondagswet.

38.   

Het nemen van besluiten omtrent het verlenen van een verklaring van geen bezwaar voor het houden van een luchtvertoning of luchtvaartwedstrijd (art. 158 Regeling toezicht luchtvaart).

39.   

Het uitoefenen van de aan het college van burgemeester en wethouders toegekende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

40.   

Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder en de Wet bodembescherming.

41.   

Het beslissen op verzoeken om ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (art. 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen).

42.   

Het uitoefenen van bevoegdheden toegekend bij of krachtens artikel 2.2, eerste lid onder k van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

43.   

Het beslissen op aanvragen om gebruiksvergunningen op grond van de Brandbeveiligingsverordening.

44.   

Het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 9, eerste lid van de Wet op de Jeugdverblijven.

45.   

Het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 9, derde lid van de Wet op de Jeugdverblijven.

 

Werk en Inkomen

46.   

Het opleggen van bestuurlijke boeten.

47.   

Het nemen van besluiten op grond van de Participatiewet, Wwb en Ioaw.

48.   

Het nemen van besluiten met betrekking tot:

           beslagbrieven;

           eerste keer inkomsten;

           vakantiesituaties (zoals bijvoorbeeld geen recht op een uitkering of een toekenning van een andere norm);

           een ten onrechte genoten uitkering

49.   

Het nemen van besluiten bij 'bedreigende situaties' (zoals gedwongen woningontruiming, beëindiging van gas, elektra en water dan wel opzegging van de zorgverzekering) via het toekennen van bijzondere bijstand of een voorliggende voorziening (zoals individuele inkomenstoeslag).

50.   

Het verstrekken van een stimuleringsbonus op grond van de Verordening Wet Inburgering.

51.   

Het nemen van besluiten op grond van de Re-integratieverordening.

52.   

Het nemen van besluiten op grond van de Tijdelijke Wet pilot loondispensatie.

53.   

Het nemen van herzienings- en terugvorderingsbesluiten.

54.   

Het nemen van besluiten met betrekking tot de voorlopige teruggaaf belastingen.

55.   

Het nemen van besluiten op grond van de Wi en de Verordening Wet Inburgering.

56.   

Het nemen van besluiten op grond van de Ioaz, Bbz en Wwik.

57.   

Het nemen van besluiten met betrekking tot meervoudige vermissingen in het kader van de Paspoortwet.

58.   

Het nemen van besluiten met betrekking tot de processen adresonderzoek op grond van de Wet BRP, Wet GBA.

59.   

Het doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie met betrekking tot klanten die zich schuldig hebben gemaakt aan het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens als gevolg waarvan ten onrechte uitkering door hen werd ontvangen.

60.   

Het nemen van besluiten op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het bieden van overige schulddienstverlening ten aanzien van ondernemers.

61.   

Het nemen van besluiten op grond van de Verordening Leerlingenvervoer.

62.   

Het nemen van besluiten op grond van het Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart.

63.   

Het uitoefenen van de aan het college van burgemeester en wethouders toegekende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

64.   

Het nemen van besluiten in het kader van gemeentelijke regelingen op het gebied van minimabeleid, zoals de regeling “GelrePas”.

65.   

Het zorgen voor lijkschouwing en lijkbezorging ingevolge de Wet op de Lijkbezorging (WLB) en het verhaal op de nalatenschap ingevolgde de WLB.

66.   

Het nemen van besluiten op grond van de Wet Gemeenschappelijke zorg VVTV (WGZ) en ROA.

67.   

Het beslissen tot het instellen van gerechtelijke invordering van onverschuldigd gedane betalingen ingevolge het BW en van achterstallige betalingen van door de Sociale Bank Centraal Gelderland verstrekte leningen.

68.   

a.         Het nemen van herzienings- en terugvorderingsbesluiten met betrekking tot wetten en regelingen die door de clusters Werk en Inkomen en Wijken en Dienstverlening worden uitgevoerd, met uitzondering van gemeentelijke belastingen.

b.         Het nemen van verhaalsbesluiten met betrekking tot de wetten en regelingen die door de clusters Werk en Inkomen en Wijken en Dienstverlening worden uitgevoerd met uitzondering van gemeentelijke belastingen.

69.   

Beslissen tot het instellen van gerechtelijke invordering in het kader van verhaal en terugvordering met betrekking tot wetten en die door de clusters Werk en Inkomen en Wijken en Dienstverlening worden uitgevoerd met uitzondering van gemeentelijke belastingen.

70.   

a.            Het opdracht geven tot conservatoir- en executoriaal beslag op basis van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met betrekking tot de wetten en regelingen, die door de clusters Werk en Inkomen en Wijken en Dienstverlening worden uitgevoerd met uitzondering van gemeentelijke belastingen.

b.            Het leggen van executoriaal beslag op basis van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met betrekking tot de wetten en regelingen, die door de clusters Werk en Inkomen en Wijken en Dienstverlening worden uitgevoerd met uitzondering van gemeentelijke belastingen.

72.   

Het invorderen van bestuurlijke boeten ingevolge de Ioaw, Ioaz, Wwik, Wi, Wwb/Participatiewet, Bbz en Wet Kinderopvang.

73.   

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden genoemd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.

74.   

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden o.g.v. de Wet Educatie Beroepsonderwijs.

75.   

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden genoemd in de Verordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Arnhem.

76.   

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden o.g.v. Wet primair onderwijs, Wet op het Voortgezet onderwijs en Wet op de expertisecentra.

77.   

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden op grond van de gemeenschappelijke regeling voor de volwasseneneducatie regio Arnhem.

78.   

Het toepassen van de Leerplichtwet 1969 en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften voor zover opgedragen aan het college.

79.   

Het opdracht verlenen tot het maken van kunstwerken inclusief het maken van schetsontwerpen.

80.   

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden genoemd in de Verordening Cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid.

81.   

Het uitoefenen van de aan het college toegekende bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

82.   

Het toepassen van het bepaalde in de Hoofdstukken IV en V van het Besluit

grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen en van het Besluit grenswaarden

binnen zones langs wegen.

83.   

Het uitoefenen van de aan het college toegekende bevoegdheden bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening.

84.   

Het verstrekken, intrekken en terugvorderen van geldelijke steun in het kader van:

a.      de beschikking geldelijke steun eigen woningen.

b.      de regeling geldelijke steun gehandicapten 1992.

c.      de beschikking geldelijke steun verbetering particuliere huurwoningen 1979 (II).

d.      de regeling geldelijke steun voorzieningen aan particuliere huurwoningen 1985.

e.      de regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987.

f.       de op 13 oktober 1986 vastgestelde Subsidieverordening stadvernieuwing, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 december 1993 alsmede de Subsidieverordening stadsvernieuwing 1996.

85.   

Het nemen van beslissingen op grond van het Besluit beheer sociale huursector.

86.   

Het beslissen op aanvragen om gemeentegarantie op grond van de geldende gemeentegarantieverordening eigen woningen en het Besluit uitvoering gemeentegarantie.

87.   

Het nemen van besluiten tot het omzetten en wijzigen van verleende gemeentegarantie op grond van de Regeling deelneming in garanties woninggebonden subsidies.

88.   

Het nemen van besluiten inzake terugbetalingovereenkomsten van door de gemeente aangezuiverd verlies op grond van gemeentegaranties.

89.   

Het nemen van besluiten inzake borgtochtovereenkomsten op grond van de geldende Gemeentegarantieverordening eigen woning en het Besluit uitvoering gemeentegarantie.

90.   

Het toepassen van het bepaalde in artikel 42 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

91.   

Het toepassen van het bepaalde in artikel 7 van het Besluit op de stads- en dorpsvernieuwing inzake het sparen in het stadsvernieuwingsfonds.

92.   

Het nemen van besluiten op grond van de subsidieverordening particuliere woningvoorraad herstructureringsgebieden.

93.   

Het beslissen op aanvragen om wijzigingsvergunningen op grond van de Monumentenwet en de gemeentelijke Erfgoedverordening.

94.   

Het vaststellen en wijzigen van het gemeentelijke restauratie-uitvoeringsprogramma op grond van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten.

95.   

Het toepassen van het bepaalde in de Hoofdstukken 4 en 11 van het Besluit geluidhinder spoorwegen.

96.   

Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder en de Wet bodembescherming.

97.   

Het doen van aangifte met betrekking tot heffingen op grond van de Waterwet.

98.   

Het uitoefenen van bevoegdheden toegekend bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

99.   

Het uitoefenen van de aan het college van burgemeester en wethouders toegekende bevoegdheden bij of krachtens de WKPB.

100.                

Het nemen van besluiten op grond van de Verordening naamgeving en nummering, met uitzondering van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

 

Wijken en Dienstverlening

102.                

Het uitoefenen van bevoegdheden voortvloeiende uit de Wet op de justitiële en strafvorderlijke gegevens en op de verklaringen omtrent het gedrag en uitvoeringsregelingen.

103.                

Het nemen van besluiten voortvloeiende uit de Paspoortwet en uitvoeringsregelingen.

104.                

a.      Het nemen van besluiten in het kader van de Wet Basis Registratie Personen en uitvoeringsregelingen.

b.     Het afnemen van verklaringen onder eed of belofte over gegevens over de burgerlijke staat, zoals bedoeld in artikel 2.8, lid 2, onder e van de Wet Basis Registratie Personen.

105.                

Het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

106.                

Het aanwijzen van een locatie als gemeentehuis in de zin van artikel 1:63 BW.

107.                

De inname, bewaring en uitgifte van gevonden voorwerpen zoals genoemd in titel 2 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.

108.                

Het nemen van besluiten in het kader van de Kieswet, met uitzondering van het benoemen van de plaatsvervangend voorzitter, de leden en de drie plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel E7 van de Kieswet.

109.                

Het nemen van besluiten voortvloeiende uit de Wet op de Lijkbezorging en uitvoeringsregelingen.

110.                

Het uitoefenen van bevoegdheden ter bestrijding van rampen en zware ongevallen in het kader van de Wet rampen en zware ongevallen en de Gemeentewet (CRIB).

111.                

Het nemen van besluiten (niet zijnde het beslissen op bezwaarschriften en beslissingen tot het instellen van (hoger) beroep) voortvloeiende uit de Wegenverkeerswet 1994 (rijbewijzen en gehandicaptenparkeerkaarten).

112.                

Het nemen van beslissingen, het afdoen van stukken, het ondertekenen van uitgaande brieven en het verrichten van overige handelingen ten aanzien van aangelegenheden die verband houden met de aan de burgemeester bij of krachtens de Rijkswet op het Nederlanderschap verleende bevoegdheden en taken.

113.                

Het uitoefenen van bevoegdheden voortvloeiende uit de Wet op de justitiële en strafvorderlijke gegevens en op de verklaringen omtrent het gedrag en uitvoeringsregelingen.

114.                

Het kwijtschelden van leningen ingevolge artikel 28 van het Bankreglement Sociale Bank Centraal Gelderland.

115.                

Het verstrekken van kredieten ingevolge artikel 11 van het Bankreglement Sociale Bank Centraal Gelderland met dien verstande dat de hoogte van het krediet niet meer dan 100.000 euro mag bedragen.

116.                

Het ingevolge van artikel 11 van het Bankreglement Sociale Bank Centraal Gelderland beslissen op kredietaanvragen met dien verstande dat de hoogte van het krediet niet meer dan 100.000 euro mag bedragen en/of de looptijd van 60 maanden niet te boven mag gaan en over doorlopende kredieten die het bedrag van 100.000 euro en/of een theoretische looptijd van 180 maanden niet te boven naan. Bij kredieten hoger dan € 34.033 euro geldt een meldingsplicht aan de portefeuillehouder.

117.                

Het beslissen tot het instellen van gerechtelijke invordering van onverschuldigd gedane betalingen ingevolge het BW en van achterstallige betalingen van door de Sociale Bank Centraal Gelderland verstrekte leningen.

118.                

Het ingevolge artikel 285, lid 1 sub e Faillissementswet afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldsanering te komen.

119.                

Het verstrekken van zekerheden aan de Sociale Bank Centraal Gelderland voor kredieten waarvoor de klant geen borg kan vinden.

120.                

Het ingevolge artikel 26 van het Bankreglement Sociale Bank Centraal Gelderland vaststellen van rentetarieven.

121.                

Het aanstellen van onbezoldigde gemeenteambtenaren belast met de inning en invordering

van gemeentelijke belastingen.

122.                

Het oninbaar lijden van openstaande vorderingen gemeentelijke belastingen, voor zover

Het betreft belastingen die door de gemeente Arnhem worden geheven.

123.                

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden op grond van de Wet Educatie Beroepsonderwijs.

124.                

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden genoemd in de Verordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Arnhem.

125.                

Het uitoefenen van aan het college toegekende bevoegdheden op grond van de Wet primair onderwijs, Wet op het Voortgezet onderwijs en Wet op de expertisecentra.

 

Concerncontroller

127.                

Het uitoefenen van de financieringsfunctie als bedoeld in de Verordening financieel beleid en beheer gemeente Arnhem

128.                

Het besluiten inzake bancaire zaken, met uitzondering van kredietverstrekking door de Sociale Bank Centraal Gelderland. Hieronder vallen in ieder geval:

                  I.       Het openen, wijzigen of opzeggen van bank- en girorekeningen;

                 II.       Het afgeven van een bankgarantie tot een bedrag van € 100.000 per keer.

129.                

Het verstrekken van informatie als bedoeld in hoofdstuk VII (informatie voor derden) van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

130.                

Het sluiten van vaststellingsovereenkomsten met de Belastingdienst inzake door de gemeente Arnhem verschuldigde belastingen en sociale premies. In voorkomend geval pleegt de concerncontroller overleg met de collega(‘s) van de desbetreffende cluster(s).

131

Het doen van kennisgevingen aan de Belastinginspecteur en het doen van een verzoek aan de Belastinginspecteur om een besluit te nemen inzake Rijksbelastingen.

 

Chief Information Officer

132

Het verrichten van meldingen als bedoeld in de Wet meldplicht datalekken en uitbreiding boetebevoegdheid.

 

Programmamanager Sociaal Domein

133

Besluiten over beschikkingen ten behoeve van procedures ter verkrijging van een kinderbeschermingsmaatregel.

 

Leerplichtambtenaar

134

Het toepassen van de Leerplichtwet 1969 en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften, voor zover opgedragen aan het college.

 

Personele bevoegdheden

135.

Het nemen van besluiten op het gebied van de individuele personele aangelegenheden van de ambtenaren, met uitzondering van de ambtenaren van de Rekenkamer.

136.

Het nemen van besluiten over werving, selectie en aanstelling van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

137.

Het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen beslissingen op het gebied van individuele personele aangelegenheden van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

138.

Het nemen van besluiten over schorsing, strafontslag of andere vormen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

139.

Het nemen van besluiten ten aanzien van inhuur van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

140.

Het afnemen van de eed of belofte ten behoeve van aanstelling van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

141.

Het nemen van besluiten ten aanzien van overeenkomsten over beëindiging van een dienstverband (vertrekregeling) van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

142.

Het nemen van besluiten ten aanzien van ontslag op eigen verzoek, op grond van het bereiken van AOW-leeftijd of in het kader van arbeidsongeschiktheid van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

143.

Het toekennen van gratificaties aan andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.

144.

Het afnemen van beoordelings- en functioneringsgesprekken van andere ambtenaren dan de gemeentesecretaris.