Regeling vervallen per 01-01-2020

VERORDENING TOERISTENBELASTING 2019

Geldend van 27-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

VERORDENING TOERISTENBELASTING 2019

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018,

Bedrijfsvoering, nummer 301404;

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Gezien de amendementen 'Alle jeugdverenigingen gelijk' (18A53) en 'Tarief naar soort accommodatie' (18A54);

Besluit:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen die bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c. niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele parkeeronderkomens of stacaravans, die niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e. slaapzaal: een ruimte met minimaal vier slaapplaatsen, waarbij die slaapplaatsen gebruikt kunnen worden door personen die niet tot één reisgezelschap behoren.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de Basisregistratie personen van de gemeente zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • b. van degene die verblijft in het vakantiepark 'Bio Vakantieoord';

  • c. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • d. van degene die tijdelijk in de gemeente verblijft als deelnemer aan of begeleider van een zogenoemde schoolwerkweek of als deelnemer aan of begeleider van een meerdaagse activiteit van een scoutinggroep of gelijksoortige organisatie;

  • e. van degene jonger dan 22 jaar die tijdelijk in de gemeente verblijft als deelnemer aan een meerdaagse activiteit van een sportvereniging of een cultuurvereniging en van degene die als begeleider van voornoemde deelnemers optreedt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting:

  • a. voor vakantie-onderkomens, stacaravans, hotels, pensions, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten zoals Airbnb en vergelijkbare platformen, groepsverblijven, Bed&Breakfast en hostels: € 2,00;

  • b. voor vaste staanplaatsen, mobiele kampeeronderkomens en jachthavens: € 0,75.

  • c. voor het verblijven in accommodaties als genoemd onder a, indien sprake is van verblijf in een slaapzaal: € 0,75.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 9,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. Op grond van van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen betaald worden binnen zes weken nadat de beschikking is bekendgemaakt.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 13 Administratie

  • 1. De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een deugdelijke administratie bij te houden.

  • 2. Deze administratie bevat, met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft, tenminste gegevens betreffende:

    • a.

      het wel of niet woonachtig zijn in de gemeente Arnhem;

    • b.

      aantal personen;

    • c.

      aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is;

    • d.

      het ouder of jonger zijn dan de genoemde leeftijdsgrens in geval van een verblijf als bedoeld in artikel 4 onder e.

  • 3. Een nachtverblijfregister kan worden aangemerkt als een deugdelijke administratie als bedoeld in lid 1.

  • 4. Indien de belastingplichtige gelegenheid tot verblijf biedt als genoemd in artikel 6 onder a en als genoemd in artikel 6 onder b en/of c, dan dient dit onderscheid in de administratie te worden vastgelegd.

  • 5. Indien het onderscheid als bedoeld in lid 4 niet wordt geadministreerd, geldt voor alle overnachtingen het tarief zoals genoemd in artikel 6 onder a.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening toeristenbelasting 2019'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Arnhem van 19 december 2018.

De griffier, De voorzitter,