Regeling vervallen per 01-07-2020

Nadere regels artikel 14 Apv Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de functie van de weg

Geldend van 15-02-2018 t/m 30-06-2020

Intitulé

Nadere regels artikel 14 Apv Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de functie van de weg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

gelet op artikel 14, lid 3 Apv;

besluit:

vast te stellen de nadere regels met betrekking tot artikel 14 Apv

Artikel I Aankondigingsborden

Deze nadere regels geven aan hoe het college om wil gaan met de ontheffingsmogelijkheid uit artikel 14 lid 4 van de Apv, waarbij ontheffing kan worden verleend van het verbod de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie van de weg, ten behoeve van het plaatsen van aankondigingsborden.

Door toepassing van deze nadere regels wordt voorkomen dat het plaatsen van aankondigingsborden:

  • schade toebrengt aan de weg

  • gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg

  • gevaar oplevert voor het veilig en doelmatig gebruik van de weg

  • een belemmering oplevert voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg

  • op zich zelf dan wel in samenhang met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand.

Voor de volgende categorieën activiteiten kan -onder voorwaarden- ontheffing worden verleend voor het plaatsen van aankondigingsborden:

  • Vergunde evenementen in de gemeente Barneveld

  • Uitingen van politieke partijen ten behoeve van verkiezingen

  • Rommelmarkten in de gemeente Barneveld

  • Open dagen van onderwijsinstellingen binnen en buiten de gemeente

  • Concerten en culturele uitingen binnen de gemeente Barneveld

  • Godsdienstige bijeenkomsten binnen de gemeente Barneveld, anders dan de reguliere/wekelijkse bijeenkomsten/kerkdiensten.

Voor alle overige categorieën activiteiten zal geen ontheffing worden verleend. Hieronder vallen onder andere:

  • Evenementen die buiten de gemeentegrens plaatsvinden

  • Commerciële activiteiten (niet vergund)

  • Handelsreclame

  • Landelijke dan wel plaatselijke collectes

  • Kerkdiensten en overige godsdienstige bijeenkomsten

  • Open dagen bedrijven

Bij twijfel over de categorie of het ontbreken van een categorie beslist het college.

Artikel II Welkomstportalen

Deze nadere regels geven aan hoe het college om wil gaan met de ontheffingsmogelijkheid uit artikel 14 lid 4 van de Apv, waarbij ontheffing kan worden verleend van het verbod de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie van de weg, ten behoeve van het plaatsen van (digitale) welkomstportalen.

Door toepassing van deze nadere regels wordt voorkomen dat het plaatsen van welkomstportalen:

  • schade toebrengt aan de weg

  • gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg

  • gevaar oplevert voor het veilig en doelmatig gebruik van de weg

  • een belemmering oplevert voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg

  • op zich dan wel in samenhang met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand.

Er kan per kern in de gemeente aan één partij – onder voorwaarden – ontheffing worden verleend voor het plaatsen van welkomstportalen. Op deze (digitale) welkomstportalen mogen de volgende categorieën activiteiten worden vermeld:

  • Vergunde evenementen in de gemeente Barneveld

  • Rommelmarkten in de gemeente Barneveld

  • Open dagen van onderwijsinstellingen binnen en buiten de gemeente

  • Concerten en culturele uitingen binnen de gemeente Barneveld

  • Godsdienstige bijeenkomsten binnen de gemeente Barneveld, anders dan de reguliere/wekelijkse bijeenkomsten/kerkdiensten

  • Open dagen bedrijven uit de desbetreffende kern.

Alle overige categorieën activiteiten worden niet op de welkomstportalen gemeld. Hieronder vallen onder andere:

  • Evenementen die buiten de gemeentegrens plaatsvinden

  • Commerciële activiteiten (niet vergund)

  • Handelsreclame

  • Landelijke dan wel plaatselijke collectes

  • Uitingen van politieke partijen bijvoorbeeld voor de verkiezingen

  • Kerkdiensten en overige godsdienstige bijeenkomsten

Bij twijfel over de categorie of het ontbreken van een categorie beslist het college.

Artikel III Plaatsen van uitstallingen en reclameborden

Artikel 1

  • a.

    De regeling is van toepassing op de volgende winkelstraten in Barneveld: de Langstraat, de Jan van Schaffelaarstraat, de Erkensgang, het Dijkje, de Brouwerstraat, het Torenplein, de Nairacstraat, de Nieuwstraat en het Raadhuisplein.

  • b.

    De regeling is van toepassing op de volgende winkelstraten in Voorthuizen; Hoofdstraat, Bunckmanplein, Smidsplein, Schoolstraat, de Kerkstraat en de Gerard Doustraat,

  • c.

    Onder uitstalling wordt verstaan: goederen die ten toon gesteld worden voor de verkoop.

Artikel 2

Reclameborden en uitstallingen zijn alleen toegestaan binnen een strook van ongeveer 1,25 meter vanuit de gevel van een winkelpand. Deze is in de bestrating aangegeven door middel van stalen merkpunten, die in een rechte lijn zijn geplaatst, ondanks dat gevels van winkels niet altijd in een lijn liggen. Op een aantal plaatsen is er dus meer of minder ruimte voor de uitstalling.

Artikel 3

De rijloper moet altijd vrij blijven voor het verkeer. Dit betekent dat er geen uitstallingen en reclameborden zijn toegestaan als de breedte van het winkelerf zodanig is dat er naast de rijloper geen strook van 1,25 meter beschikbaar is.

Artikel 4

Per winkel mag maximaal één reclamebord en één uitstalling worden geplaatst. Een reclamebord mag een maximale breedte hebben van 0,75 meter en een maximale hoogte van 1,00 meter. Een uitstalling mag een maximale breedte hebben van 3,00 meter en een maximale diepte van 1,00 meter.

Artikel 5

Een reclamebord/uitstalling mag niet buiten de openingstijden van de winkel in de uitstallingszone aanwezig zijn.

Artikel 6

Een reclamebord/uitstalling mag op geen enkele wijze in, op of aan de ondergrond worden verankerd.

Artikel 7

De volle breedte van de winkeldeuren en deuren van woningen moet vrij gehouden worden van reclameborden/uitstallingen. Als er sprake is van een deur van minder dan 1,50 meter breed, dan moet minimaal 1,50 meter vrijgehouden worden.

Artikel 8

Een uitstalling/reclamebord moet op eerste aanzegging tijdelijk worden verwijderd, als dit noodzakelijk is in verband met de uitvoering van openbare werken of in het belang van de openbare orde of verkeersveiligheid.

Artikel IV Terrassen

  • 1. Terrassen die zijn gelegen voor de openbare inrichting zijn niet breder dan het pand van waaruit de openbare inrichting wordt geëxploiteerd.

  • 2. Terrassen op openbaar terrein mogen uitsluitend geplaatst worden conform de door de gemeente gewaarmerkte tekening. Op deze kaart zijn de oppervlakte en de locatie van het terras aangegeven.

  • 3. Het terras en/of het terrasmeubilair mag niet op brandkranen of brandputten geplaatst worden. Tevens dienen (nood-)uitgangen van omliggende gebouwen te allen tijde vrij te blijven van obstakels.

  • 4. Er moet te allen tijde een vrije doorgang voor voetgangers en minder validen gewaarborgd zijn. Derhalve dient er, indien het terras op het trottoir is gevestigd, te allen tijde minimaal 1,50 meter vrije ruimte over te blijven tussen het terras en de rand van trottoir.

  • 5. Er moet te allen tijde een onbelemmerde doorgang mogelijk zijn voor de hulpverleningsdiensten. Dit betekent dat er een rijstrook van minimaal 3,5 meter en een doorrijhoogte van minimaal 4,2 meter beschikbaar moet zijn. Er mogen geen objecten op de rijbaan geplaatst worden.

  • 6. Het plaatsen van een tap op het terras is niet toegestaan.

Artikel V Gevelzitplaatsen

Voor de gevelzitplaatsen worden de volgende nadere regels vastgesteld:

  • 1.

    Het plaatsen van gevelzitplaatsen is uitsluitend toegestaan gedurende de openingstijden van een winkel (detailhandel en andere winkels waarop de Winkeltijdenwet van toepassing is en is gelegen in het gebied tussen de Bouwheerstraat, Amersfoortsestraat, Gasthuisstraat en Burgemeester Kuntzelaan. De gevelzitplaatsen worden dagelijks bij sluiting van de winkel van het openbare gebied verwijderd.

  • 2.

    De gevelzitplaatsen mogen geen zelfstandig karakter krijgen, in die zin dat de gevelzitplaatsen ondergeschikt moet zijn aan de hoofdfunctie van de winkel. Dat betekent dat het geen zelfstandige bezoekersstroom mag aantrekken, dat er geen bediening mag plaatsvinden bij de gevelzitplaatsen en dat er geen reclame wordt gemaakt voor deze gevelzitplaatsen.

  • 3.

    Er mogen geen consumpties worden verstrekt tegen betaling anders dan behorende tot het assortiment van de winkel. Op deze regel wordt uitsluitend uitzondering gemaakt voor koffie, thee en frisdranken.

  • 4.

    Schenken van alcoholhoudende drank aan gebruikers van de gevelzitplaatsen is nimmer toegestaan.

  • 5.

    De uitstalling van gevelzitplaatsen mag niet verder reiken dan de breedte van de gevel (aan de voorzijde) van het pand en de afstand uit de gevel mag niet meer dan 1,25 meter bedragen.

  • 6.

    Een gevelzitplaats is volledig open en vrij van overkappingen, parasols, (wind)schermen, terrasverwarmers en dergelijke.

  • 7.

    (Nood)uitgangen mogen niet worden belemmerd.

  • 8.

    Er moet te allen tijde een vrije doorgang voor voetgangers en minder validen gewaarborgd zijn. Derhalve dient er, bij plaatsing van gevelzitplaatsen op het trottoir, te allen tijde minimaal 1,50 meter vrije ruimte over te blijven tussen de gevelzitplaatsen en de rand van trottoir.

  • 9.

    Er moet te allen tijde een onbelemmerde doorgang mogelijk zijn voor de hulpverleningsdiensten. Dit betekent dat er een rijstrook van minimaal 3,5 meter en een doorrijhoogte van minimaal 4,2 meter beschikbaar moet zijn. Er mogen geen objecten op de rijbaan geplaatst worden.

Artikel VI Inwerkingtreding en intrekking

Deze nadere regels treden op 15 februari 2017 in werking, onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels artikel 16 Apv aankondigingsborden, Beleidsregels artikel 16 Apv uitstallingen Barneveld, Beleidsregels artikel 16 Apv uitstallingen Voorthuizen, Beleidsregel terrassen op grond van artikel 38, allen vastgesteld op 21 januari 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 10 januari 2017,

drs. D. Bakhuizen

Secretaris

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester