Regeling vervallen per 23-04-2014

Beleidsregels subsidiebeleid Beemster(versie geldend sedert 13 oktober 2009)

Geldend van 13-10-2009 t/m 22-04-2014

Intitulé

Beleidsregels subsidiebeleid Beemster(versie geldend sedert 13 oktober 2009)

Burgemeester en wethouders van Beemster,

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Beemster

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Beleidsregels subsidiebeleid Beemster

Hoofdstuk 1 Begrippenlijst

Artikel 1

  • 1.

    Aanvrager: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid dan wel één of meer natuurlijke personen, die een aanvraag heeft of hebben ingediend om subsidie te verkrijgen.

  • 2.

    Activiteit: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren product of prestatie.

  • 3.

    Aanvraag tot subsidieverlening: een door de instelling bij het college ingediende aanvraag om subsidie te verlenen aan de hand van door het college voorgeschreven beleidsregels en formulieren.

  • 4.

    Aanvraag tot subsidievaststelling: een door de instelling bij het college ingediende aanvraag om de verleende subsidie vast te stellen; hierin wordt rekening en verantwoording afgelegd; de aanvraag bestaat uit een jaarverslag en een exploitatierekening en zij wordt ingediend aan de hand van door het college voorgeschreven beleidsregels en formulieren.

  • 5.

    Activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en prestaties, dat tevens de beoogde resultaten en de relatie met het beleid van gemeente Beemster aangeeft, en per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiele middelen.

  • 6.

    Begroting: een door een subsidie aanvragende instelling voor de periode van 1 jaar opgestelde begroting, waarin een relatie wordt gelegd tussen de in het activiteitenplan genoemde activiteit(en) en beoogde prestatie(s), de opbrengsten daarvan en de kosten die gemaakt moeten worden om ze te bereiken, opgesteld aan de hand van een door het college voorgeschreven formulier.

  • 7.

    Beschikking tot subsidieverlening: een besluit van het college dat voorafgaande aan een bepaald jaar wordt bekend gemaakt aan de aanvragende instelling en dat een voorwaardelijke aanspraak op subsidie geeft.

  • 8.

    Beschikking tot subsidievaststelling: een besluit van het college dat na afloop van de subsidieperiode wordt afgegeven en waarin wordt vastgesteld in hoeverre de voorwaarden zijn vervuld en hoeveel het exacte subsidiebedrag bedraagt.

  • 9.

    Bestemmingsreserve: een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Bestemmingsreserves hebben een expliciet karakter omdat de instelling van dergelijke reserves bewust genomen is.

  • 10.

    Budgetsubsidie: een subsidie aan een instelling voor structurele activiteiten in de vorm van een budget voor een periode van minimaal 1 en maximaal vier jaren, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van prestaties of activiteiten.

  • 11

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster.

  • 12

    Directe subsidievaststelling: het vaststellen van de subsidie voor de aanvang van het subsidietijdvak, zonder dat er voorafgaand een subsidieverlening plaatsvindt.

  • 13

    Exploitatiesubsidie: een subsidie voor structurele activiteiten, die wordt verstrekt als een bijdrage in de exploitatiekosten van de instelling.

  • 14

    Inkomsten van derden: inkomsten van anderen dan de leden, bijvoorbeeld giften van donateurs en/of sponsors. Hieronder worden geen entreegelden of kantine-inkomsten verstaan.

  • 15

    Instelling: elke organisatie of groepering van personen zonder winstoogmerk, wiens activiteiten zich richten op de beleidsterreinen die vallen binnen de werking van deze verordening.

  • 16

    Jaar: het tijdvak waarvoor subsidies worden verstrekt, doorgaans een kalenderjaar of een begrotingsjaar.

  • 17

    Jaarexploitatierekening: een opgestelde financiële verantwoording van de exploitatie van de instelling in het voorafgaande jaar, die correspondeert met de begroting over dat jaar en waarin ook de balans is opgenomen, opgesteld aan de hand van een door het college voorgeschreven formulier.

  • 18

    Jaarverslag: een door een instelling opgestelde beschrijving van de aard en de omvang van de activiteit(en) en prestatie(s) waarvoor subsidie werd verleend met een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen; die correspondeert met het voor dat jaar opgestelde activiteitenplan en wordt opgesteld aan de hand van een door het college voorgeschreven formulier.

  • 19

    Projectsubsidie: een op grond van een besluit van het college voor een aangegeven periode toegekende eenmalige subsidie in de vorm van een donatie als bijdrage in de kosten van een met name genoemd en door de instelling uit te voeren project met vooraf overeengekomen uitgaven en inkomsten.

  • 20

    Statuten: reglement van een stichting of vereniging waarin het doel en allerlei andere belangrijke zaken zijn vastgelegd.

  • 21

    Subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Awb, te weten “de aanspraak op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”.

  • 22

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende het eerstvolgende subsidiejaar ten hoogste beschikbaar is per beleidsterrein voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.

  • 23

    Uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Awb tussen de gemeente en de subsidieontvanger ter uitvoering van de subsidiebeschikking.

  • 24

    Vervolgaanvraag: dit betreft een aanvraag voor een subsidie waarvoor eerder een of meer aanvragen werden ingediend.

  • 25

    Waarderingssubsidie: een subsidie die bedoeld is om een instelling aan te moedigen of te ondersteunen. Het betreft in het algemeen kleine bedragen. Deze subsidies worden vastgesteld volgens de beleidsregels. De procedure en verantwoording is licht.

Hoofdstuk 2 Bereik

Artikel 2

De beleidsregels subsidiebeleid Beemster zijn een nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Beemster die is vastgesteld door de gemeenteraad op 13 november 2008. Deze beleidsregels zijn van toepassing op de beleidsterreinen: sport, cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk, ouderen, volksgezondheid en maatschappelijke ontwikkeling.

Hoofdstuk 3 Algemeen

Artikel 3.1 Algemene voorwaarden

  • 1. Een instelling komt in aanmerking voor een subsidie als zij aan bepaalde voorwaarden voldoet, dit gaat volgens de regels van art. 7 in de Algemene Subsidieverordening Beemster.

  • 2. Een subsidie kan afgewezen worden op verschillende gronden. Dit kan teruggelezen worden in Algemene Subsidie Verordening Beemster, art 14.

Artikel 3.2 Procedure voor aanvraag van verlening

Een aanvraag voor verlening van een subsidie gaat volgens de regels in de Algemene Subsidieverordening Beemster art. 8. Een aanvraag tot verlening van een waarderings- of exploitatiesubsidie moet voor 1 mei van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie moet dienen, schriftelijk worden ingediend met gebruikmaking van de voorgeschreven formulieren. Bij een subsidieaanvraag tot verlening moet worden ingeleverd:

  • -

    naam en adres gegevens vereniging;

  • -

    dagtekening;

  • -

    handtekening van een vertegenwoordiger van het bestuur;

  • -

    een afschrift van de statuten, de stichtingsakte of het reglement van de instelling en de samenstelling van het bestuur, zoals deze luiden op het moment van de aanvraag en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    de jaarexploitatierekening en de balans over het afgelopen jaar;

  • -

    een activiteitenplan en begroting voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • -

    alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de subsidie.

Artikel 3.3 Procedure voor aanvraag van vaststelling

Een aanvraag voor vaststelling van een subsidie gaat volgens de regels in de Algemene Subsidieverordening Beemster hoofdstuk 3. Een aanvraag tot vaststelling van een subsidie moet voor 1 mei van het jaar, afgaande van het jaar waarvoor de subsidie heeft gediend, schriftelijk worden ingediend met gebruikmaking van de voorgeschreven formulieren. Bij een subsidieaanvraag tot vaststelling moet worden ingeleverd:

  • -

    naam en adres gegevens vereniging;

  • -

    dagtekening;

  • -

    handtekening van een vertegenwoordiger van het bestuur;

  • -

    de jaarexploitatierekening en de balans over het jaar waarvoor de subsidie geldt;

  • -

    een inhoudelijk jaarverslag over het jaar waarvoor de subsidie geldt;

  • -

    alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Categorieën

Artikel 4

De beleidsregels onderscheiden 4 categorieën subsidies, te weten:

  • -

    Waarderingssubsidie:deze subsidie is bedoeld om een vereniging aan te moedigen of te ondersteunen.

  • -

    Exploitatiesubsidie:een subsidie voor structurele activiteiten, die wordt verstrekt als een bijdrage in de exploitatiekosten van de subsidieontvanger.

  • -

    Budgetsubsidie:een subsidie aan een rechtspersoon voor structurele activiteiten in de vorm van een budget voor een periode van minimaal 1 en maximaal vier jaren, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van prestaties of activiteiten.

  • -

    Projectsubsidie:een op grond van een besluit van het college voor een aangegeven periode toegekende éénmalige subsidie in de vorm van een donatie als bijdrage in de kosten van een met name genoemd en door de instelling uit te voeren project met vooraf overeengekomen uitgaven en inkomsten.

Voor een activiteit kan slechts in 1 soort subsidie worden verstrekt in dezelfde periode. Dit kan teruggelezen worden in Algemene Subsidie Verordening 2008 art 3.

Artikel 4.1 Waarderingssubsidie

Deze subsidie is bedoeld om een vereniging aan te moedigen of te ondersteunen zonder ieder jaar opnieuw gegevens te moeten aanleveren.

Een waarderingssubsidie is een subsidie die niet hoger is dan € 1.500, -. Een instelling dient hiervoor een eerste aanvraag met de bijbehorende stukken in te dienen. Naar aanleiding van de ingediende stukken wordt het subsidiebedrag berekend en eventueel verleend. De aanvraag zal gecontroleerd worden volgens artikel 8 in de Algemene Subsidieverordening Beemster. In geval van waarderingssubsidie hebben de instellingen het recht op vermogensvorming van ten hoogste 50% van de jaarexploitatie, exclusief bestemmingsreserveringen. De bestemmingsreserveringen zijn voor een van tevoren vastgesteld doel en bedrag. De reservering mag tot vier jaar vastgesteld worden. Na het jaar, waarvoor de subsidie verleend is, dient een aanvraag te worden ingediend voor de vaststelling van het verleende bedrag. De vaststelling gaat volgens art. 17, 18 en 23 in de Algemene Subsidieverordening Beemster. De waarderingsubsidie wordt na de vaststelling voor de periode van vier jaar verstrekt, dit is verlening en vaststelling tegelijk. Tussentijdse subsidieaanvragen voor een waarderingssubsidie worden verstrekt tot het einde van de periode van vier jaar zoals het is verstrekt in de overige waarderingssubsidies. De verstrekking is onder voorbehoud van grote begrotingswijzigingen. Na de periode van vier jaar moeten de instellingen een aanvraag tot subsidieverstrekking indienen en worden de subsidies opnieuw berekend. Het subsidiebedrag blijft gelijk tenzij deze instelling een nieuwe aanvraag indient omdat er zaken veranderd zijn. Deze aanvraag wordt behandeld als een eerste aanvraag. De hele procedure van de verlening van de subsidie wordt dan opnieuw ingegaan. Dit kan betekenen dat de subsidie hoger of lager uitvalt, afhankelijk van de ingediende stukken.

Artikel 4.2 Exploitatiesubsidie

Een subsidie voor structurele activiteiten, die wordt verstrekt als een bijdrage in de exploitatiekosten van de subsidieontvanger.

Een exploitatiesubsidie is een subsidie tussen de € 1.500, - en € 25.000, -. Deze subsidies hebben betrekking op voortdurende of terugkerende activiteiten. De jaarexploitatierekening en de balans moeten worden ingediend. Aan de hand hiervan kan de gemeente zien hoe de financiële afhandeling heeft plaatsgevonden, dit volgens artikelen 8, 17 en 19 in de Algemene Subsidieverordening Beemster. In geval van exploitatiesubsidie hebben de instellingen het recht op vermogensvorming van ten hoogste 50% van de jaarexploitatie, exclusief bestemmingsreserveringen. De bestemmingsreserveringen zijn voor een van tevoren vastgesteld doel en bedrag. De reservering mag tot 4 jaar vastgesteld worden. Tevens moeten de instellingen aantoonbare inspanningen verrichten tot het verwerven van inkomsten van derden. De minimale inspanning hiervoor bedraagt 10% van de jaarexploitatie, exclusief bestemmingsreserveringen. Instellingen die reeds exploitatiesubsidie ontvangen moeten voor 1 mei van enig jaar een aanvraag tot subsidieverlening indienen met gebruikmaking van de voorgeschreven formulieren.

Artikel 4.3 Budgetsubsidie

Een subsidie aan een rechtspersoon voor structurele activiteiten in de vorm van een budget voor een periode van minimaal 1 en maximaal vier jaren, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van prestaties of activiteiten.

Een budgetsubsidie is een subsidie hoger dan € 25.000, -. Het budget wordt bepaald door de activiteiten en de kostprijs te koppelen. Het doel van de activiteiten moet duidelijk zijn. Gemeente Beemster gaat in overleg met de subsidieaanvrager prestatieafspraken maken. Deze afspraken worden in een subsidieovereenkomst opgesteld. Zonder de overeenkomst kan geen subsidie verleend worden De subsidie is als een bijdrage in de kosten van vooraf omschreven activiteiten en prestatie. Instellingen die reeds budgetsubsidie ontvangen moeten voor 1 mei van enig jaar een aanvraag tot subsidieverlening indienen met gebruikmaking van de voorgeschreven formulieren. De vaststelling van het subsidiebedrag wordt aan de hand van het controleprotocol uitgevoerd. Met dit protocol ligt de controleopdracht bij de accountant van de subsidieontvanger. Aan de hand van de subsidieovereenkomst worden de afspraken gecontroleerd. De controle richt zich op de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie. (zie art. 17 en 20 in de Algemene Subsidieverordening Beemster)

Artikel 4.4 Projectsubsidie

Een éénmalige subsidie voor een aangegeven periode in de vorm van een donatie als bijdrage in de kosten van een met name genoemd en door de instelling uit te voeren project met vooraf overeengekomen uitgaven en inkomsten.

De instelling die de projectsubsidie aanvraagt hoeft niet tenminste 2 jaar te bestaan op het moment van de aanvraag, voor het overige zal de aanvraag beoordeeld worden als een eerste aanvraag voor een subsidie. De instelling mag geen commerciële doelstellingen hebben. Voor een projectsubsidie is 2 keer per jaar de mogelijkheid een aanvraag in te dienen. De aanvraag moeten respectievelijk voor 1 maart of 1 september ingediend te zijn en minimaal 3 maanden voordat het project begint. Een vereniging, organisatie of instelling mag niet meer dan totaal 3 projectenaanvragen per jaar indienen. Voor een project mag éénmaal een aanvraag tot een projectsubsidie ingediend worden. Dit wil zeggen dat de instelling niet nogmaals een subsidie voor het project kan aanvragen via de waardering, exploitatie of budgetsubsidie. De aanvraag moet schriftelijk ingediend worden met de volgende stukken;

  • -

    een afschrift van de statuten, de stichtingsakte of het reglement van de instelling en de samenstelling van het bestuur, zoals deze luiden op het moment van de aanvraag en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    een activiteitenplan en begroting voor het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd

  • -

    doel van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd

  • -

    verwachte aantal bezoekers en/of deelnemers van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • -

    locatie van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

De gemeente Beemster verdeelt het beschikbare subsidiebedrag voor de projectsubsidie in volgorde van ontvangst van de aanvragen. De datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag compleet binnen is. Dit betekent inclusief alle in de beleidsregels genoemde stukken. De vaststelling van de projectsubsidie zal gedaan worden aan de hand van het doel, activiteitenplan, begroting, exploitatierekening en een inhoudelijk verslag van het project. De stukken voor de vaststelling van de subsidie moeten binnen 3 maanden na afloop van het project bij de gemeente Beemster ingeleverd zijn.

Hoofdstuk 5 Deelgebieden

Artikel 5.1 Deelgebied sport

Voorbeelden van sportverenigingen zijn:

  • -

    handbalvereniging

  • -

    voetbalvereniging

  • -

    tennisvereniging

  • -

    tafeltennisvereniging

  • -

    volleybalvereniging

  • -

    gymnastiekvereniging

  • -

    judovereniging

  • -

    ijsbaanvereniging

  • -

    dam en schaakvereniging.

Aan een sportvereniging wordt subsidie verleend mits de sportvereniging een Beemster vereniging is. Dit wil zeggen dat het in Beemster gevestigde instelling is die haar werkterrein in Beemster heeft. Tevens moet zij aangesloten zijn bij een landelijke, provinciale of regionale overkoepelende organisatie op het betreffende sportgebied.

De sportvereniging heeft minimaal 20 Beemster leden. Een sportvereniging dient bij het aanvragen van subsidie het volgende te overleggen:

  • -

    het totaal aantal Beemster leden

  • -

    het totaal aantal in Beemster woonachtige jeugdleden tot 12 jaar

  • -

    het totaal aantal in Beemster woonachtige jeugdleden vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar

  • -

    het totaal aantal in Beemster woonachtige seniorleden vanaf 55 jaar

Dit dient ingevuld te worden op het subsidieaanvraagformulier.

De sportvereniging krijgt 5% van de ontvangen contributie van Beemsterleden, met een maximum van € 3.000, -. Daarnaast wordt een subsidie verleend van;

  • -

    € 15, - aan elk in Beemster woonachtig jeugdlid tot 12 jaar.

  • -

    € 25, - aan elk in Beemster woonachtig jeugdlid vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar.

  • -

    € 5, - aan elk in Beemster woonachtig lid van 55 jaar en ouder.

Aan een sportvereniging, die gebruik maakt van een binnensportaccommodatie in Beemster en niet beschikt over een kantine, wordt een subsidie verleend ter hoogte van 45 % van de huur van de accommodatie, met een maximum van € 10.000, -. Verenigingen komen in aanmerking voor de binnensportaccomodatiesubsidie als zij meer dan 75% van de uren, waarin zij sporten, gebruik maken van een binnensportaccommodatie. De instelling moet hierbij een overzicht in dienen van de gebruikte uren in de accommodatie.

Aan een sportvereniging wordt ter bevordering van de deskundigheid subsidie verleend tot een maximum van € 250, - per jaar. Subsidiabele kosten voor deskundigheidbevordering zijn de werkelijke cursuskosten en boeken. Dit zijn geen reiskosten, lunch en/of overnachtingen. De subsidie wordt slechts vastgesteld als de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. De inhoud van de cursus moet in een redelijke verhouding staan tot het belang van de vereniging. Een aanvraag om subsidie voor kadercursussen moet met de aanvraag voor de subsidie worden ingediend, onder bijvoeging van:

  • -

    een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud;

  • -

    een opgave van leden die de cursus willen volgen, onder vermelding van naam en adres;

  • -

    een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten;

  • -

    kopie van diploma of certificaat van de cursus (bij de vaststelling van de subsidie).

Een sportvereniging kan 10% van de trainingskosten (professioneel of vrijwilliger) vergoed krijgen, op basis van de verhouding van Beemsterleden tot het totaal aantal leden van de vereniging, met een maximum van €5.000, -. Onder trainingskosten wordt verstaan directe personeelskosten, dit is het salaris, vergoedingen en/of verzekeringen. Dit zijn geen reiskosten, overnachtingen en/of materiaalkosten. Om inzicht te krijgen over de trainers en vrijwilligerskosten dient u bij de aanvraag voor subsidie een overzicht in te dienen van het totaal trainingsuren.

Artikel 5.2 Deelgebied Cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk

Voorbeelden van instellingen op het gebied van cultuur zijn:

  • 1.

    toneelverenigingen;

  • 2.

    orkesten;

  • 3.

    fanfare;

  • 4.

    zangverenigingen;

  • 5.

    theater;

  • 6.

    speeltuinverenigingen;

  • 7.

    overig cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk.

Artikel 5.2.1 Algemene voorwaarden cultuur, met uitzondering van categorie 5 en 6

Een instelling uit de categorie 1 t/m 4 moet minimaal 1 opvoering houden in de gemeente Beemster die voor iedereen toegankelijk is. Bij de opvoering wordt entree geheven en zijn er inkomsten van derden. Per voorstelling krijgt de instelling maximaal € 200, -, met een maximum van € 3.000, - .

Voor de artistieke leiding krijgt de instelling 10% van de kosten vergoed, tot een maximaal bedrag van € 3.000, -. Onder artistieke leiding wordt verstaan de directe personeelskosten, dit zijn het salaris, vergoedingen en/of verzekeringen. Dit zijn geen reiskosten, overnachtingen en/of materiaalkosten. De instelling dient een overzicht van de personeelskosten en het aantal uren dat de artistieke leiding werkzaam is voor de instelling in te dienen bij de aanvraag voor subsidie.

Aan de instelling wordt ter bevordering van de deskundigheid subsidie verleend tot een maximum van € 250, - per subsidiejaar. Subsidiabele kosten voor deskundigheidbevordering zijn de werkelijke cursuskosten en boeken. Dit zijn geen reiskosten, lunch en/of overnachtingen. De subsidie wordt slechts vastgesteld als de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. De inhoud van de cursus moet in een redelijke verhouding staan tot het belang van de instelling. Een aanvraag om subsidie voor kadercursussen moet met de aanvraag voor de subsidie worden ingediend, onder bijvoeging van:

  • -

    een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud;

  • -

    een opgave van leden die de cursus willen volgen, onder vermelding van naam en adres;

  • -

    een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten;

  • -

    kopie van diploma of certificaat van de cursus (bij de vaststelling van de subsidie).

De culturele instelling heeft minimaal 20 Beemster leden. De instelling dient bij het aanvragen van subsidie het volgende te overleggen:

  • -

    het totaal aantal Beemster leden;

  • -

    het totaal aantal in Beemster woonachtige jeugdleden tot 12 jaar;

  • -

    het totaal aantal in Beemster woonachtige jeugdleden vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar;

  • -

    het totaal aantal in Beemster woonachtige seniorleden vanaf 55 jaar.

Dit dient ingevuld te worden op het subsidieaanvraagformulier.

De culturele instelling krijgt 5% van de ontvangen contributie van Beemsterleden, met een maximum van € 3.000, -. Daarnaast wordt een subsidie verleend van;

  • -

    € 15, - aan elk in Beemster woonachtig jeugdlid tot 12 jaar.

  • -

    € 25, - aan elk in Beemster woonachtig jeugdlid vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar.

  • -

    € 5, - per lid die 55 jaar en ouder is en woonachtig is in de Beemster.

Een culturele instelling die gebruik maakt van een accommodatie in Beemster en niet beschikt over een kantine, wordt een subsidie verleend ter hoogte van 45 % van de huur van de zalen, met een maximum van € 1.000, - . Men dient hierbij een overzicht in dienen van de gemaakte uren in de accommodatie.

Artikel 5.2.2 Aanvullende bepalingen categorie 2 en 3; orkesten en fanfare

De instelling moet een overzicht in leveren van de jaarlijkse afschrijving van de instrumenten die in het bezit zijn van de instelling. Er wordt uitgegaan van een afschrijvingsduur van 15 jaar. De gemeente vergoedt 50% van deze afschrijvingswaarde met een maximum bedrag van € 5.000, -.

Artikel 5.2.3 Voorwaarden geldend voor de categorie 5; theater

Instellingen met betrekking tot theater ontvangen een subsidie op basis van het aantal voorstellingen. Gemeente Beemster vergoed 10% van het ontvangen entreegelden, met een maximumbedrag van € 3.000, -.

Daarnaast wordt een subsidie verleend van;

  • -

    € 125.- per theatervoorstelling voor volwassenen, tot het maximum van € 3.000, -.

  • -

    € 200, - per theatervoorstelling speciaal voor jongeren tot en met 17 jaar, met een maximumbedrag van € 3.000, -.

Artikel 5.2.4 Voorwaarden geldend voor de categorie 6; speeltuinverenigingen

Met een speeltuinvereniging wordt een vereniging bedoeld met een niet commercieel karakter, die tot doel heeft het aanbieden van diverse speelmogelijkheden aan de doelgroep kinderen van 0 tot en met 18 jaar, met een buitenspeeltuinterrein. Daarbij dient bij het spelen de nadruk te liggen op kinderen en jeugd tot en met 12 jaar. Een speeltuin komt in aanmerking voor subsidie als de speeltuin voldoet aan de wettelijke eisen gesteld in het Attractiebesluit Veiligheid Speeltoestellen. De speeltuin dient elk jaar een inspectie door een erkend inspectiebedrijf te laten uitvoeren en een kopie van het inspectierapport bij te voegen bij de subsidieaanvraag.

De instelling dient een overzicht in te leveren van de jaarlijkse afschrijving van de speeltoestellen die in het bezit zijn van de instelling. Er wordt uitgegaan van een afschrijvingsduur van de speeltoestellen van 10 jaar. De subsidie bedraagt;

  • -

    50% van de afschrijvingswaarde van de speeltoestellen met een maximum bedrag van € 5.000, -.

  • -

    € 25, - per georganiseerde activiteit voor kinderen tot en met 12 jaar.

Artikel 5.2.5 Voorwaarden geldend voor de categorie 7; overig cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk

Het Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) ontvangt een subsidie per persoon per jaar op basis van een overzicht van het aantal deelnemers dat jaarlijks door de organisatie wordt aangeleverd met een maximumbedrag van totaal € 500, - per jaar. De hoogte van de subsidie per persoon wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Het Katholiek Vrouwengilde en de Vrouwen van Nu ontvangen een subsidie per persoon per jaar op basis van een overzicht van het aantal leden van de organisatie. De hoogte van de subsidie per persoon wordt jaarlijks door het college vastgesteld, met een maximum van € 500, - per jaar.

Artikel 5.3 Deelgebied ouderen

Voorbeelden zijn:

  • 1.

    steenwerpersclub

  • 2.

    ouderensociëteit

  • 3.

    koersbalclub

Het betreft hier instellingen, welke zich bezighouden met activiteiten in Beemster, die gericht zijn op ouderen. De instelling dient tenminste 20 betalende leden te hebben. De subsidie bedraagt;

  • -

    5% van de ontvangen contributie van Beemsterleden van 55 jaar en ouder, met een maximum van € 3.000, -.

  • -

    € 5, - per lid die 55 jaar en ouder is en woonachtig is in de Beemster.

Aan de instelling wordt ter bevordering van de deskundigheid subsidie verleend tot een maximum van € 250, - per subsidiejaar. Subsidiabele kosten voor deskundigheidbevordering zijn de werkelijke cursuskosten en boeken. Geen reiskosten, lunch en/of overnachtingen. De subsidie wordt slechts vastgesteld als de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. De inhoud van de cursus moet in een redelijke verhouding staan tot het belang van de instelling. Een aanvraag om subsidie voor kadercursussen moet met de aanvraag voor de subsidie worden ingediend, onder bijvoeging van:

  • -

    een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud;

  • -

    een opgave van leden die de cursus willen volgen, onder vermelding van naam en adres;

  • -

    een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten;

  • -

    kopie van diploma of certificaat van de cursus (bij de vaststelling van de subsidie).

Een ouderenvereniging die gebruik maakt van een accommodatie in Beemster en niet beschikt over een kantine, wordt een subsidie verleend ter hoogte van 45 % van de huur van de zalen, met een maximum van € 1.000, - . Men dient hierbij een overzicht in dienen van de gemaakte uren in de accommodatie.

Artikel 5.4 Stelpost projectsubsidies

Het college kan tot een maximum van totaal € 5.000, - subsidie toekennen aan projecten binnen de gemeente Beemster. Per project is er een subsidie van maximaal de helft van de exploitatie, exclusief inkomsten van derden, van het project tot een maximum van € 500, -.

Artikel 5.5 Stelpost Wijkgebonden voorzieningen

Het college kan tot een maximum van totaal € 1.750,-- subsidie toekennen aan wijkgebondenvoorzieningen, tot een maximum € 350,-- per aanvraag. De voorzieningen moeten de sociale cohesie vande wijk, binnen gemeente Beemster, versterken. Alleen buurtverenigingen met specifieke activiteiten voor buurtbewoners van 75 jaar en ouder komen in aanmerking voor de subsidie. De aanvragen worden behandeld op basis van binnenkomst. Niet complete aanvragen worden pas inbehandeling genomen zodra deze compleet zijn. Bij een subsidieaanvraag tot verlening van een subsidie voor wijkgebonden voorzieningen moet worden ingeleverd:

  • -

    gegevens van de instelling voor wie de subsidie is;

  • -

    een activiteitenplan en begroting voor de voorziening waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • -

    doel van de voorziening waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Per voorziening wordt éénmaal een subsidie verleend.

Artikel 5.6 Stelpost vrijwilligers

Het college kan tot een maximum van totaal € 1.750, - subsidie toekennen aan activiteiten en verenigingen met betrekkingen tot vrijwilligers, tot een maximum van € 350, - per aanvraag. De instelling die de aanvraag indient voor de stelpost van vrijwilligers moet gevestigd zijn in Gemeente Beemster. De aanvraag moet schriftelijk ingediend worden met de volgende stukken:

  • -

    gegevens van de instelling voor wie de subsidie is;

  • -

    een activiteitenplan en begroting voor de voorziening waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • -

    doel van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Per project wordt éénmaal een subsidie verleend.

Artikel 5.7 Stelpost subsidies

Het college kan een subsidie toekennen aan instellingen die dermate noodlijdend zijn dat zij zonder deze subsidie niet langer voort kunnen bestaan. Het college staat vrij in het toekennen van voorwaarden aan het verlenen van deze subsidie.

Hoofdstuk 6 Indexcijfer

Artikel 6

De hoogte van het totale subsidiebedrag wordt jaarlijks herzien aan de hand van het indexcijfer die genomen is in de Algemene Begroting van gemeente Beemster van het jaar waarvoor het indexcijfer geldt.

Hoofdstuk 7 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 7

  • 1. Het college is bevoegd:

    • -

      een of meer bepalingen van deze beleidsregels in bijzondere gevallen niet van toepassing te verklaren;

    • -

      naast de in deze beleidsregels genoemde voorwaarden bijzondere voorwaarden te verbinden aan het verlenen van subsidie;

    • -

      beslissingen te nemen in die gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien.

  • 2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘beleidsregels subsidiebeleid Beemster’.

  • 3. Deze beleidsregels treden in werking op 13 oktober 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door Burgemeester en wethouders op 13 oktober 2009.
H.N.G. Brinkman, burgemeester
E. Kroese-Vrolijks, secretaris