Regeling vervallen per 01-09-2020

Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid

Geldend van 04-09-2019 t/m 31-08-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2019

Intitulé

Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best;

Overwegende dat:

  • -

    De gemeenteraad op 8 januari 2018 de volgende uitgangspunten voor de subsidieregeling heeft vastgesteld:

  • .

    De gemeente kiest bij de subsidiëring van vrijwilligersorganisaties de rol van de responsieve, participerende overheid. De gemeente biedt dus ruimte en ondersteuning aan maatschappelijke initiatieven en springt bij als dat noodzakelijk is.

  • .

    De gemeente scherpt het uitgangspunt dat subsidie het sluitstuk is aan door te stellen dat ledenorganisaties geen subsidie ontvangen voor activiteiten waarvan verwacht mag worden dat de leden hiervoor betalen. Hierbij maakt de gemeente een uitzondering voor activiteiten voor jeugdleden en voor incidentele activiteiten die (ook) toegankelijk zijn voor andere inwoners.

  • .

    Vrijwilligers die een activiteit organiseren waarvan verwacht mag worden dat de bezoekers ervan hiervoor betalen, kunnen slechts eenmalig een garantiesubsidie ontvangen om de activiteit binnen een afgesproken opstartperiode rendabel te maken. De raad kan een uitzondering maken voor activiteiten die niet rendabel te maken zijn, maar die onderdeel uitmaken van een basisaanbod aan activiteiten in Best.

  • .

    De gemeente maakt de procedure om subsidie aan te vragen en te verantwoorden waar mogelijk eenvoudiger en transparanter.

  • -

    De gemeente twee redenen onderscheidt voor het verstrekken van subsidie:

    • .

      Het is een tijdelijke bijdrage om maatschappelijke initiatieven van de grond te krijgen, waarmee een bijdrage geleverd wordt aan de gemeentelijke doelstellingen, of;

    • .

      Het gaat om activiteiten waarbij het economisch belang niet direct voor de hand ligt. Verschillende activiteiten zijn zonder subsidie van de overheid niet mogelijk of worden onbetaalbaar voor gebruikers. Door ook hiervoor subsidie te verstrekken, wordt het bereiken van de beleidsdoelstellingen van de gemeente gestimuleerd.

  • -

    Het wenselijk is om de diverse subsidieregelingen voor inwoners en organisaties omwille van de eenvoud en transparantie samen te voegen in één regeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende vijf thema’s die in aanmerking komen voor subsidie: Cultuur, Sport en recreatie, Welzijn en gezondheid, Ondernemersklimaat en Duurzaamheid.

  • -

    De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving. Dit is een Best waar iedereen er bij hoort zoals hij of zij is en mee kan doen.

  • -

    De gemeente streeft naar een samenleving waarin het gewoon is om voor elkaar te zorgen en wat terug te doen voor de samenleving.

  • -

    De gemeente samenwerking tussen organisaties wil stimuleren. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur, de buurt, cultuur, sport, welzijnswerk, etc. Van organisaties en initiatiefnemers wordt gevraagd om open te staan voor andere partijen met dezelfde doelen of voor initiatieven in de buurt en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt de drempels om deel te nemen aan activiteiten.

  • -

    De gemeente bij het subsidiëren van activiteiten bijzondere aandacht wil geven aan:

    • .

      Inwoners onder de 18 jaar. Dit kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en ontplooiing van talenten en de vaardigheden, gezondheid en het welzijn van de jeugd. Het legt de basis voor een leven lang participeren, ontwikkelen en sporten.

    • .

      Kwetsbare inwoners. Dit zijn mensen die (tijdelijk) minder toegerust zijn om zelfstandig hun eigen leven vorm en inhoud te geven, zoals mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, met psychosociale (inclusief materiële) problemen, die uitgesloten (dreigen) te worden. Activiteiten gericht op deze inwoners leveren een bijdrage aan de zelfredzaamheid, eigen kracht en de inclusieve samenleving.

  • -

    De gemeente met Stichting Centrummanagement Best het convenant ‘Reclamebelasting centrummanagement Best 2011’ heeft gesloten en dit wil vertalen in een subsidieregeling.

  • -

    De gemeente met Best Duurzaam een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten en met een subsidieregeling Best Duurzaam en andere maatschappelijke initiatieven indien nodig financieel ondersteuning wil bieden om daadwerkelijk te kunnen bijdragen aan (de versnelling van) de duurzaamheidstransitie.

  • -

    De gemeente met de subsidieregeling een gelijk speelveld voor de aanvragende partijen nastreeft binnen de context van de gemeente Best.

 

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Best 2018,

en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit vast te stellen de volgende:

Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid

Artikel 1 Algemene doel van de subsidieregeling

De gemeente:

  • 1.

    Wil ruimte en ondersteuning bieden aan maatschappelijke initiatieven. Er is in toenemende mate behoefte bij inwoners en organisaties om zelf initiatief te nemen in het veranderen van de samenleving. Hiervoor is ruimte nodig en soms ook een financiële bijdrage, bijvoorbeeld om zaken op te starten.

  • 2.

    Wil de zelfredzaamheid van inwoners vergroten. Inwoners zijn voldoende toegerust om (langer) zelfstandig hun eigen leven vorm en inhoud te geven. Dit geldt ook voor opvoeding en ondersteuning. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht staan daarbij voorop, maar daar waar nodig stelt de gemeente een financiële bijdrage beschikbaar.

  • 3.

    Wil maatschappelijke participatie en sociale samenhang bevorderen. Er wordt hiermee beoogd dat alle inwoners actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en verbondenheid tussen inwoners ontstaat.

  • 4.

    Wil dat de inwoners van Best zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien.

  • 5.

    Richt zich op een leven lang sporten en bewegen. Dit draagt bij aan het welbevinden en de gezondheid van de inwoners.

  • 6.

    Richt zich op een goed leef- en woonklimaat en wil dat Best een aantrekkelijke vestigingsplaats voor mens en bedrijf blijft. Inwoners ervaren hun leefomgeving als leefbaar, prettig en veilig en voelen zich hier mede verantwoordelijk voor. En ondernemers en bedrijven kunnen zich blijven ontwikkelen. Er is een grote economische dynamiek en vitaliteit met een groeiende werkgelegenheid.

  • 7.

    Wil cultuurhistorisch erfgoed beschermen.

  • 8.

    Wil de acceptatie van de duurzaamheidstransitie binnen de gemeente Best bevorderen, dan wel daadwerkelijk bijdragen aan (de versnelling van) de realisatie van de energie- en materiaaltransitie. Hierbij wordt onder duurzaamheidstransitie verstaan de overgang naar een energieneutraal en circulair Best, waarin energie op een duurzame manier wordt opgewekt en materialen worden hergebruikt.

  • 9.

    Wenst samenhang tussen de verschillende voorzieningen en samenwerking tussen organisaties te bereiken.

Artikel 2 Begrippen

  • 1.

    Aanvraag: een verzoek om een besluit te nemen, bijvoorbeeld het verzoek om een subsidie te verlenen.

  • 2.

    Aanvraag tot vaststelling: een verzoek om een subsidie vast te stellen. Hiermee wordt de besteding van de subsidie verantwoord. De ASV bevat regels over de inhoud van de aanvraag, de termijnen etc.

  • 3.

    Aanvrager: de partij die de subsidie aanvraagt. Dit is bijvoorbeeld een inwoner, groep inwoners, organisatie of onderneming. In de voorliggende subsidieregeling staat per artikel welke partijen een bepaalde subsidie kunnen aanvragen.

  • 4.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Best 2018 of de opvolger daarvan.

  • 5.

    Beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is. Het is bijvoorbeeld een beschikking

  • 6.

    Deelplafond: het gedeelte van een subsidieplafond dat gekoppeld is aan een specifieke activiteit of groep activiteiten.

  • 7.

    Doelgroep: de specifieke groep waar de te subsidiëren activiteit zich op richt.

  • 8.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, die door een bestuursorgaan (bijvoorbeeld gemeente Best) worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het gaat niet om een betaling voor aan het bestuursorgaan geleverder goederen of diensten.

  • 9.

    Subsidieontvanger: de partij die de subsidie ontvangt. Dit is bijvoorbeeld een inwoner, groep inwoners, organisatie of onderneming.

  • 10.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van voorliggende subsidieregeling.

  • 11

    Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

    •  

Artikel 3 Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor subsidie:

  • 1.

    Draagt de activiteit bij aan minimaal één van de doelstellingen zoals genoemd in artikel 1.

  • 2.

    Vormen de activiteiten een, naar het oordeel van het college, waardevolle aanvulling op het al bestaande (en eventueel gesubsidieerde) aanbod van activiteiten in Best.

  • 3.

    Beschikken alle vrijwilligers die de mogelijkheid hebben om met jeugdigen en/of kwetsbare personen te zijn of werken over een verklaring omtrent gedrag die niet ouder is dan 3 jaar.

  • 4.

    Leiden de activiteiten niet tot segregatie.

  • 5.

    Wordt de activiteit niet op andere wijze door de gemeente gesubsidieerd. Per activiteit mag maar één subsidie worden aangevraagd.

  • UITWERKING PER THEMA

    THEMA 1 - CULTUUR

Artikel 4 begrippen voor het thema Cultuur

  • 1.

    Beschermd monument: onroerende en roerende goederen die zijn opgenomen in het monumentenregister van de gemeente Best, zoals bedoeld in de Erfgoedverordening gemeente Best, evenals monumenten welke zijn opgenomen in het rijksmonumentenregister zoals bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet.

  • 2.

    Instandhouding: periodieke werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in goede staat te houden c.q. in bestaande staat te behouden en/of toekomstig onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen.

  • 3.

    Leidraad Subsidiabele Instandhoudingkosten: leidraad voor de subsidiabele kosten voor onderhoud en restauratie, opgesteld door de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (RCE).

  • 4.

    Erfgoed: dat wat we van de voorouders erven. De term erfgoed wordt toegekend aan zaken die mensen waarderen, waarmee ze zich identificeren en die ze willen bewaren voor toekomstige generaties. We maken het volgende onderscheid:

  • -.

    Materieel erfgoed, bestaande uit:

    • .

      Roerend erfgoed, dit is verplaatsbaar en niet grondgebonden. Bijvoorbeeld: bibliotheken, archieven, collecties, verzamelingen, schilderijen, beeldhouwwerken, mobiel erfgoed en levend erfgoed.

    • .

      Onroerend erfgoed, dit is niet verplaatsbaar en grondgebonden. Bijvoorbeeld: landschappen, veteraanbomen, natuurerfgoed en archeologie. Monumenten of bouwwerken vallen in het kader van deze regeling hier niet onder.

  • -.

    Immaterieel erfgoed. Bijvoorbeeld: tradities, dialecten, verhalen, liederen, feesten, rituelen, processies en geuren.

Artikel 5 Erfgoed

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 6 en 7. Om dit te bereiken wordt ingezet op het borgen en ontwikkelen van het cultuurhistorisch erfgoed binnen de gemeente Best en het vergroten van de beleving hiervan.

  • 2.

    De doelgroep is de inwoner van Best.

  • 3.

    De aanvrager is een instelling, vereniging of stichting met als oogmerk het leveren van een positieve bijdrage aan de borging en ontwikkeling van erfgoed binnen de gemeente Best en aan de beleving hiervan.

  • 4.

    Subsidie kan worden verleend voor éénmalige initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan het uitdragen en beleven van erfgoed in Best of initiatieven die jaarlijks terugkeren zoals de landelijke Open Monumentendagen. De initiatieven vinden plaats in de gemeente Best of hebben betrekking op het grondgebied van de gemeente. Deze regeling is niet van toepassing op (klein) onderhoud of restauratie aan monumenten of bouwwerken.

  • 5.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

  • a.

    De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • b.

    De aanvraag moet conform artikel 7 lid 3 van de ASV ruim, of tenminste 13 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

  • 6.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende uitgangspunten in acht:

  • a.

    De subsidie dient een aanvullende bijdrage te zijn in de kosten.

  • b.

    De hoogte van de subsidie wordt per aanvraag bepaald en bedraagt maximaal € 2.000,- per aanvraag.

  • c.

    De volgende wegingscriteria worden in acht genomen:

    • .

      De mate waarin de aanvrager oog heeft voor veranderingen in de erfgoedsector en hierop inspeelt.

    • .

      De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.

    • .

      Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.

  • 7.

    Het subsidieplafond voor de in dit artikel genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Indien subsidiëring van de tijdig en volledig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.

Artikel 6 Instandhouding monumenten

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 6 en 7.

  • 2.

    De aanvrager is een natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht op het monument heeft, dan wel krachtens persoonlijk recht het genot heeft van een monument.

  • 3.

    Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die zich richten op de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van een monument op een sobere en doelmatige wijze. Het gaat om conserverende herstelwerkzaamheden van het bestaande monument of object, die (bouwtechnisch) noodzakelijk zijn voor het behoud van een monument, die tot normaal onderhoud behoren en/of dit te boven gaan. Het college kan besluiten om:

    • a.

      Subsidie te verlenen voor werkzaamheden gericht op maximaal behoud van cultuurhistorische waarden, in het bijzonder het gebruik van historische materialen en constructies.

    • b.

      Subsidie te verlenen voor werkzaamheden, die gericht zijn op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade én/óf vervanging van materialen door reconstructie van de historische waarden, die bouwtechnisch en aantoonbaar niet meer de functie kunnen vervullen.

    • c.

      Een aanvullende subsidie te verlenen voor onvermijdelijk en onvoorzien meerwerk, dat zich openbaart ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden

  • 4.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

    • a.

      De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

    • b.

      De aanvraag moet conform artikel 7 lid 3 van de ASV tenminste 13 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

    • c.

      In afwijking van artikel 6 van de ASV overlegt de aanvrager de volgende gegevens bij een aanvraag om subsidie:

  • .

    Een recent (maximaal 4 jaar oud) bouwkundig inspectierapport, volgens de methodiek van de Monumentenwacht, opgesteld door een onafhankelijke deskundige of instantie. Deze kunt u kosteloos laten opstellen bij de Monumentenwacht Noord-Brabant binnen het lopende abonnement van de gemeente Best.

  • .

    Tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

  • .

    Plattegrond van iedere verdieping van het monument (schaal 1:100);

  • .

    Lengte en dwarsdoorsneden (schaal 1:100);

  • .

    Alle gevelaanzichten (schaal 1:100);

  • .

    Relevante details die verband houden met het uiterlijk van het monument (schaal 1:100, 1:50, 1:20, 1:10, 1:5).

  • .

    Een situatietekening (schaal 1:1000) gebaseerd op door of namens het college verstrekt kaartmateriaal, die inzicht geeft in de situering van het monument op het te bebouwen terrein.

  • .

    Foto’s van de huidige en de historische toestand.

  • .

    Een werkomschrijving c.q. bestek.

  • .

    Een begroting die is gespecificeerd naar activiteit, uren en materialen.

  • .

    Een kopie van de zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, gebaseerd op de (herbouw)waarde van het monument.

  • Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende zijn. Dit kan mede op advies van de monumentencommissie.

  • 5.

    Aanvullend op de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 gelden de volgende subsidievereisten:

  • a.

    De subsidieverplichtingen gelden zowel voor de eigenaar aan wie de subsidie wordt verleend als voor iedere volgende eigenaar van het monument (zgn. kettingbeding)

  • b.

    De noodzakelijke vergunningen zijn verleend voor het verrichten van de activiteiten.

  • c.

    Er is nog niet met de uitvoering van de werkzaamheden begonnen.

  • d.

    Er is een positief advies van de monumentencommissie over de (vergunningplichtige en -vrije) activiteiten:

    • I.

      Uit het te overleggen bouwkundig inspectierapport (maximaal 4 jaar oud) blijkt de noodzaak tot uitvoering van de werkzaamheden.

    • II.

      De karakteristiek van het pand wordt niet aangetast.

    • III.

      De werkzaamheden worden in overeenstemming met de certificering URL-restauratievoorwaarden uitgevoerd, zoals is vastgelegd bij de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM).

  • e.

    Werkzaamheden waarvoor dekking is door verzekeringsgelden worden niet gesubsidieerd.

  • f.

    De subsidiabel gestelde werkzaamheden dienen binnen de redelijke termijn en naar behoren te zijn uitgevoerd.

  • g.

    Het monument voldoet na het uitvoeren van de werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders aan de (gestelde) eisen vanuit het oogpunt van monumentenzorg.

  • h.

    Het monument is blijvend voldoende verzekerd tegen brand-, storm- en bliksemschade.

  • i.

    De eigenaar is verplicht om kort vóór aanvang van de werkzaamheden melding te maken bij het college en aan, door burgemeester en wethouders aangewezen, personen van de gemeente toegang tot de werkplaats(en) en het werk te verlenen, alsook inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

  • 6.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het college kan de ingediende subsidieaanvragen voor advies aan de gemeentelijke monumentencommissie voorleggen, als bedoeld in de Erfgoedverordening Best.

    • b.

      De kosten van de werkzaamheden staan in redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat.

    • c.

      Subsidieaanvragen hoger dan het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond worden niet in behandeling genomen.

  • 7.

    Het subsidieplafond voor de in dit artikel genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Indien subsidiëring van de tijdig en volledig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.

THEMA 2 - SPORT EN RECREATIE

Artikel 7 Sport- jeugdleden

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 5, maar de subsidie draagt tevens bij aan artikel 1 lid 3 en 4.

  • 2.

    De doelgroep wordt gevormd door inwoners onder de 18 jaar.

  • 3.

    De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet en is aangesloten bij een landelijke en bij NOC*NSF aangesloten sportbond of sportkoepel. De aanvrager heeft minimaal 10 jeugdleden uit Best. De omschrijving van een jeugdlid is opgenomen in lid 4 onder a.

  • 4.

    Subsidie kan worden verleend voor:

    • a.

      Jeugdleden uit Best. Onder jeugdlid wordt verstaan het lid van de vereniging dat op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft minimaal 4 jaar en maximaal 17 jaar oud is.

    • b.

      Een bijdrage in de zwembadhuur in Best.

  • 5.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

    • a.

      De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

    • b.

      De uiterlijke indieningsdatum voor de aanvraag is conform artikel 7 lid 1 van de ASV 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 6.

    Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende categorieën:

    • a.

      Verenigingen die inkomsten genereren uit baractiviteiten.

    • b.

      Verenigingen die geen inkomsten genereren uit baractiviteiten, bijvoorbeeld omdat ze gebruik maken van een sporthal.

    • c.

      Verenigingen die gebruik maken van het zwembad.

  • 7.

    Voor het bepalen van de hoogte van de subsidie stelt het college jaarlijks de volgende tarieven vast:

    • a.

      Een vast bedrag per jeugdlid voor de verenigingen zoals beschreven in lid 6 onder a.

    • b.

      Een vast bedrag per jeugdlid voor de verenigingen zoals beschreven in lid 6 onder b.

    • c.

      Een vast bedrag per jeugdlid én een vast bedrag per uur dat het zwembad per jaar (gerekend over 46 weken) wordt gebruikt voor de verenigingen zoals beschreven in lid 6 onder c.

  • 8.

    Er geldt een overgangsregeling voor partijen die in 2019 subsidie ontvingen op basis van de “Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties sport” en op basis van voorliggende regeling geen subsidie meer kunnen aanvragen. Deze partijen kunnen in 2020 een subsidie aanvragen ter hoogte van 66% van de subsidie die zij in 2019 ontvingen. In 2021 bedraagt dit percentage 33%. Vanaf 2022 komen deze partijen niet meer in aanmerking voor subsidie.

  • THEMA 3 - WELZIJN EN GEZONDHEID

Artikel 8 Inwonersinitiatieven gericht op kwetsbare ouderen

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 1, 2, 3 en 5.

  • 2.

    De doelgroep wordt gevormd door de kwetsbare ouderen.

  • 3.

    De aanvrager is een inwoner of groep inwoners van Best.

  • 4.

    Subsidie kan worden verleend voor initiatieven op basis van vrijwillige inzet ten aanzien van kwetsbare ouderen, met name op het gebied van fysiek bewegen en het voorkomen en/of doorbreken van maatschappelijke isolement door middel van maatschappelijke participatie.

  • 5.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

  • a.

    De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • b.

    De aanvraag moet conform artikel 7 lid 3 van de ASV ruim, of tenminste 13 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

  • 6.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende wegingscriteria in acht:

  • a.

    De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.

  • b.

    Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.

  • 7.

    Het subsidieplafond voor de in dit artikel genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Indien subsidiëring van de tijdig en volledig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.

     

Artikel 9 Inwonersinitiatieven gericht op respijtzorg

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 1, 2 en 3.

  • 2.

    De doelgroep wordt gevormd door de kwetsbare inwoners, met name mantelzorgers.

  • 3.

    De aanvrager is een inwoner of groep inwoners van Best.

  • 4.

    Subsidie kan worden verleend voor initiatieven op basis van vrijwillige inzet op het gebied van respijtzorg ter ondersteuning van bij het Steunpunt Mantelzorg geregistreerde mantelzorgers. Het doel is dat de mantelzorgers nieuwe energie op kunnen doen. De activiteiten variëren van individueel maatwerk tot meer algemene voorzieningen. Respijtzorg kan bijvoorbeeld plaatsvinden via dagopvang, logeeropvang en aanwezigheidszorg.

  • 5.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

  • a.

    De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • b.

    De aanvraag moet conform artikel 7 lid 3 van de ASV ruim, of tenminste 13 weken voor het begin van de activiteit worden ingediend.

  • 6.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende wegingscriteria in acht:

  • a.

    De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.

  • b.

    Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.

  • 7.

    Het subsidieplafond voor de in dit artikel genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Indien subsidiëring van de tijdig en volledig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.

Artikel 10 Sociale cohesie en leefbaarheid- activiteiten door inwoners (buurtbudget)

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 1 en 3.

  • 2.

    De doelgroep wordt gevormd door de inwoners van Best.

  • 3.

    De aanvrager is een inwoner of een groep inwoners van Best of een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet zoals een buurt- of wijkorganisatie in Best.

  • 4.

    Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die de leefbaarheid en /of sociale verbondenheid in de buurt verbeteren die:

  • a.

    Een breed draagvlak onder inwoners hebben.

  • b.

    Zorgen voor een toename van de betrokkenheid van inwoners bij hun buurt en buurtgenoten.

  • c.

    Aansluiten op de behoefte in de buurt of de wijk.

  • d.

    (Meer) inwoners en groepen in de buurt de kans geven om mee te doen.

  • e.

    Inwoners een grotere inbreng geven door middel van draagvlakonderzoek en (indien noodzakelijk) wijkraadpleging.

  • f.

    Tevens betrekking kunnen hebben op het plaatsen of aanpassen van voorzieningen in de openbare ruimte.

  • 5.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

  • a.

    De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • b.

    In afwijking van de ASV moet de aanvraag ruim, of tenminste 3 weken voor het begin van de activiteit, worden ingediend.

  • 6.

    In afwijking van de ASV gelden de volgende beslistermijnen:

  • a.

    In maart wordt op de aanvragen beslist die vóór 1 maart zijn ingediend.

  • b.

    In mei wordt op de aanvragen beslist die na 1 maart en vóór 1 mei zijn ingediend.

  • c.

    Binnen 4 weken wordt beslist op aanvragen die op of na 1 mei worden ingediend.

  • 7.

    Aanvullend op de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 gelden de volgende subsidievereisten:

  • a.

    De activiteit is ten gunste van meer inwoners dan alleen de initiatiefnemer(s).

  • b.

    Er moet draagvlak zijn voor de activiteit.

  • c.

    De inwoners leveren zelf een actieve bijdrage aan de activiteit.

  • d.

    De activiteit moet in het jaar van toekenning worden uitgevoerd en in Best plaatsvinden, in de eigen buurt.

  • e.

    De te declareren kosten mogen pas worden gemaakt nádat subsidie is toegekend. Kosten die daarvóór worden gemaakt, komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • f.

    Vooraf moet de gemeente toestemming geven voor ingrepen en voorzieningen in de openbare ruimte. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en verzekering van voorzieningen die in de openbare ruimte worden aangebracht. Voorafgaand aan de activiteit maken de gemeente en aanvrager afspraken over deze zaken en over het onderhoud. De activiteiten vinden pas plaats nadat deze afspraken zijn vastgelegd.

  • g.

    Voor buurtbarbecues, straat-, buurt- of wijkfeest (of een vergelijkbaar initiatief) wordt alleen eten en drinken (excl. alcohol) vergoed. Vanaf het tweede jaar dat de activiteit wordt georganiseerd, moet hieraan gekoppeld een andere activiteit plaatsvinden die bijdraagt aan de doelstellingen zoals beschreven in lid 1 en 4 van dit artikel.

  • 8.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten. De subsidie bedraagt maximaal:

  • a.

    € 1.500,- per activiteit.

  • b.

    € 7,50 per deelnemer met een maximum van €500,- voor buurtbarbecues, straat-, buurt- of wijkfeest (of een vergelijkbaar initiatief). Vanaf het tweede jaar dat de activiteit wordt georganiseerd is dit maximaal € 250,-. De subsidie voor de gekoppelde activiteit is maximaal € 200,-.

  • 9.

    Het subsidieplafond voor de in dit artikel genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college, waarbij:

  • a.

    Tussen 1 januari en 1 mei per wijk een wijkbedrag beschikbaar is op basis van het aantal wijkbewoners per peildatum 1 januari van het voorafgaande jaar. In deze periode is het streven om minimaal twee initiatieven per wijk mogelijk te maken.

  • b.

    Vanaf 1 mei alle resterende wijkbedragen worden samengevoegd in één totaalbedrag voor heel Best.

  • c.

    Indien subsidiëring van de tijdig en volledig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.  

  • THEMA 4 - ONDERNEMERSKLIMAAT

Artikel 11 Centrummanagement

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 1 en 6.

  • 2.

    Subsidie kan worden verleend voor activiteiten gericht op:

    • a.

      Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het centrum van de gemeente Best.

    • b.

      Het verbeteren van het ondernemersklimaat en de economische positie van het centrum van Best.

    • c.

      De promotie van het centrum van de gemeente Best, door het verbeteren van het imago en de bekendheid van Best.

    • d.

      Het versterken van de lokale en bovenlokale verzorgingspositie en het onderscheidende vermogen van Best ten opzichte van de omliggende gemeenten.

    • e.

      Het versterken van de koopkrachtbinding en het verhogen van het aantal en de hoogte van de bestedingen in het centrum.

    • f.

      Het verbeteren van de aankleding en uitstraling van het centrumgebied.

    • g.

      Het versterken van de samenwerking tussen het bedrijfsleven onderling.

  • 3.

    Uitsluitend Stichting Centrummanagement mag subsidie aanvragen.

  • 4.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

    • a.

      De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

    • b.

      Conform artikel 7 lid 1 van de ASV is de uiterlijke indieningsdatum voor de aanvraag 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 5.

    Aanvullend op de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 gelden de volgende subsidievereisten:

    • a.

      Activiteiten moeten een collectief belang van de ondernemers in het centrumgebied dienen.

    • b.

      Er is een spreiding van activiteiten over het centrumgebied.

    • b.

      Er is sprake van minimaal 30% cofinanciering.

  • 6.

    Het subsidieplafond voor de in dit artikel genoemde activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college.

  • 7.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten, met inachtneming van de volgende wegingscriteria:

    • a.

      De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.

    • b.

      Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.

    • THEMA 5 - DUURZAAMHEID

Artikel 12 Maatschappelijke initiatieven duurzaamheid

  • 1.

    De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 8.

  • 2.

    De doelgroep wordt gevormd door de inwoners, organisaties en bedrijven van Best.

  • 3.

    De aanvrager is een inwoner, een groep inwoners of een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

  • 4.

    Subsidie kan verleend worden voor de volgende activiteiten:

  • a.

    Partnerschap

    Het partnerschap omvat tenminste de volgende aspecten:

  • .

    Het ondersteunen van de gemeente bij het actief en positief uitdragen van het belang van de duurzaamheidstransitie, onder andere via verschillende (social) media. Hiertoe levert de partner minimaal 8 keer per jaar een artikel aan voor plaatsing in Groeiend Best in de sectie van de gemeente met duurzaam nieuws.

  • .

    Het adviseren over het belang van duurzaamheid vanuit het perspectief van inwoners en bedrijven in Best, onder andere in gesprekken met de gemeente en tijdens inspreekmomenten bij de raad.

  • .

    Het ondernemen van diverse activiteiten om bewustwording en acceptatie op het gebied van duurzaamheid te bewerkstelligen en daarbij tevens maatregelen en initiatieven van de gemeente Best (zoals de Groene Zone) of maatregelen en initiatieven die relevant zijn voor Best onder de aandacht te brengen.

  • b.

    Communicatie

    Het publiceren van artikelen in Groeiend Best in de sectie van de gemeente met duurzaam nieuws, waarbij de gemeente het redigeren en de lay-out verzorgt.

  • c.

    Ontwikkeling

Het gaat om de volgende activiteiten:

  • .

    Het volgen van een schrijfcursus voor het opstellen van artikelen, blogs etc., dat resulteert in minimaal 5 artikelen, blogs etc. binnen één jaar na de subsidieverlening.

    Per moment waarop subsidie kan worden aangevraagd, zoals beschreven in lid 5 onder d, wordt subsidie verleend aan maximaal 2 deelnemers.

  • .

    Het volgen van een cursus waarmee het mogelijk is om inwoners, organisaties en bedrijven (beter) te begeleiden in de duurzaamheidstransitie. Bij de training tot energiecoach resulteert dit in minimaal 5 duurzaam wonen adviezen. Een specifiek advies of traject mag door maximaal één persoon als verantwoording worden ingediend. Bij andere cursussen is de tegenprestatie nader te bepalen in overleg met de gemeente.

  • d.

    Projecten.

    Het gaat om de volgende projecten:

  • .

    Activiteiten die er aan bijdragen dat inwoners (in gezamenlijkheid) werk maken van de energietransitie. Denk hierbij aan de gezamenlijke inkoop van energiebesparende maatregelen en het opzetten van collectieve duurzame energie initiatieven.

  • .

    De begeleiding van het proces rond het verkennen van de mogelijkheden om een woning te verduurzamen tot en met het daadwerkelijk uitvoeren van de mogelijkheden.

  • .

    Activiteiten die bewustwording en acceptatie bevorderen. Zoals het verstrekken van informatie over de Regionale Energie Strategie en daarbij aansluitende maatregelen.

  • .

    Activiteiten gericht op jongeren. Bijvoorbeeld les geven aan leerlingen van het primair en/of middelbaar onderwijs in Best over de milieuproblematiek, duurzaamheid en/of de energie- en materiaaltransitie.

  • .

    Train de trainer activiteiten. Bijvoorbeeld docenten leren hoe duurzaamheid in de reguliere lessen geïntegreerd kan worden.

  • 5.

    Voor de aanvraag geldt het volgende:

  • a.

    De aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • b.

    Een aanvraag voor activiteiten zoals beschreven in lid 4 onder a (partnerschap) moet uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd, worden ingediend.

  • c.

    Een aanvraag voor activiteiten zoals beschreven in lid 4 onder b (communicatie) kan doorlopend worden ingediend. Het te plaatsen artikel moet bij de aanvraag worden gevoegd.

  • d.

    In afwijking van de ASV zijn er drie momenten waarop een aanvraag voor de overige activiteiten kan worden ingediend:

  • .

    1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • .

    1 mei in het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • .

    1 september in het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 6.

    In afwijking van de ASV gelden de volgende beslistermijnen:

  • a.

    Binnen 4 weken wordt beslist op de aanvragen voor activiteiten zoals beschreven in lid 4 onder b (communicatie).

  • b.

    Uiterlijk 31 december wordt beslist op de aanvragen die voor 1 oktober zijn ingediend.

  • c.

    Uiterlijk 30 juni wordt beslist op de aanvragen die voor 1 mei zijn ingediend.

  • d.

    Uiterlijk 31 oktober wordt beslist op de aanvragen die voor 1 september zijn ingediend.

  • 7.

    Aanvullend op de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 gelden de volgende subsidievereisten:

  • a.

    De te declareren kosten mogen pas worden gemaakt nádat subsidie is toegekend. Kosten die daarvóór worden gemaakt, komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • b.

    De gemeente moet de te publiceren artikelen zoals beschreven in lid 4 onder b goedkeuren.

  • c.

    Voor activiteiten zoals beschreven in lid 4 onder c moet de deelname voldoende onderbouwd worden aan de hand van een motivatie.

  • 8.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten. De subsidie bedraagt maximaal:

  • a.

    € 7.500,- voor alle activiteiten van één aanvrager gezamenlijk.

  • b.

    € 1.000,- voor het partnerschap zoals beschreven in lid 4 onder a.

  • c.

    € 150,- per deelnemer voor het volgen van een schrijfcursus zoals beschreven in lid 4 onder c. Voor een andere cursus zoals beschreven in lid 4 onder c is dit € 300,- per deelnemer.

  • d.

    Voor de overige activiteiten gelden de volgende uitgangspunten:

  • .

    De kosten die in aanmerking komen voor subsidie zijn in ieder geval de kosten voor het plaatsen van artikelen, de aanschaf van lespakketten en materialen, sprekers, zaalhuur etc. De uren van vrijwilligers komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • .

    De volgende wegingscriteria worden in acht genomen:

  • -

    De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.

  • -

    Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.

  • 9.

    Per activiteit zoals genoemd in lid 4 stelt het college jaarlijks een deelplafond vast. Hierbij geldt het volgende:

  • a.

    Het deelplafond voor de communicatie, zoals beschreven in lid 4 onder b, wordt in twee gelijke delen verdeeld, één deel wordt beschikbaar gesteld vanaf januari en één deel is beschikbaar vanaf mei tot en met december.

  • b.

    Vanaf 1 mei kunnen de resterende gelden van de deelplafonds (deels) worden samengevoegd in één subsidieplafond voor alle activiteiten zoals genoemd in lid 4.

  • 10.

    Indien subsidiëring van de tijdig en volledig ingediende subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievereisten zou leiden tot een overschrijding van het deelplafond dan wel subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.  

    SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    Als een bij of krachtens deze regeling gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van één of meer artikelen afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 3.

    Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 september 2019 en is van toepassing op aanvragen om subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2020.

Deze regeling vervangt de “Subsidieregeling erfgoed 2016”, de “Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties sport” en de “regeling buurtbudget 2018 e.v.”.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 23 juli 2019

Het college van burgemeester en wethouders van BestNamens deze,

Ceciel Noordman, de gemeentesecretaris

Hans Ubachs, de burgemeester