Beleidsregels voor de interpretatie en uitvoering van de vrijstelling welke in de verordening toeristenbelasting is opgenomen onder artikel 4 lid 1 letter c

Geldend van 17-07-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor de interpretatie en uitvoering van de vrijstelling welke in de verordening toeristenbelasting is opgenomen onder artikel 4 lid 1 letter c

Burgemeester en wethouders van Bladel;

gelet op het bepaalde in artikel 4 lid 1 letter c van de Verordening toeristenbelasting 1998;

besluiten:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor de interpretatie en uitvoering van de vrijstelling welke in de verordening toeristenbelasting is opgenomen onder artikel 4 lid 1 letter c

Algemeen

In artikel 4 lid 1 letter c is de bepaling opgenomen dat de belasting niet wordt geheven ter zake van het verblijf door degene die als deelnemer van een groep van een georganiseerde jeugdbeweging, dan wel van groepen deel uitmakend van het zogenaamde open jeugdwerk onder voldoende leiding overnacht in daarvoor aangewezen (jeugd-)vakantieboerderijen. Uit een onderzoek blijkt dat deze vrijstelling in de praktijk op verschillende manieren wordt uitgelegd. Om een eenduidige uitleg te bevorderen worden door de gemeente Bladel een aantal criteria gehanteerd. Deze criteria zijn gebaseerd op de ratio van de vrijstelling.

De neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming.

Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Daarnaast kunnen bij de uitvoering problemen ontstaan indien niet op voorhand vaststaat of de vrijstelling van toepassing is. Om deze mogelijke problemen tot een minimum te beperken worden door de gemeente Bladel een aantal richtlijnen gegeven met betrekking tot de uitvoering van de vrijstelling. De bedoeling hiervan is dat de belastingplichtige (de exploitant) op voorhand zekerheid kan verkrijgen of hij verplicht is toeristenbelasting ter zake de overnachtingen af te dragen.

Criteria

  • 1. Onder georganiseerde jeugdbeweging, dan wel open jeugdwerk wordt verstaan een instelling die:

    • a.

      uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is voor jeugdigen vanuit een niet commerciële gedachte, en

    • b.

      wiens doel is gelegen in het bevorderen van

      • -

        maatschappelijke participatie door jeugdigen;

      • -

        ontplooiing en algemene vorming van jeugdigen;

      • -

        de ontwikkeling van jeugdigen;

    • dan wel in het voorkomen of bestrijden van maatschappelijke uitval van jeugdigen, en

    • c.

      voor bovenstaand doel beschikt over een netwerk van vrijwilligers, en

    • d.

      ten einde bovenstaand doel te bereiken met regelmaat activiteiten voor groepen organiseert waaraan door jeugdigen in hun vrije tijd kan worden deelgenomen.

  • 2. Het doel van het verblijf is gelegen in de in lid 1 onder letter b bedoelde aspecten. Voor het bereiken van dit doel zijn voldoende leidinggevende vrijwilligers, niet jeugdigen, aanwezig.

  • 3. Voor de vrijstelling komen niet in aanmerking de deelnemers aan:

    • a.

      een eenmalig, dan wel jaarlijks terugkerend, kamp georganiseerd door een onderwijsinstelling, niet zijnde een lagere of middelbare onderwijsinstelling;

    • b.

      vakantiekampen georganiseerd door sportverenigingen.

Richtlijnen voor de uitvoering van de vrijstelling

  • 1.

    • a.

      Belastingplichtige kan van te voren om toepassing van de vrijstelling verzoeken.

    • b.

      Het verzoek wordt gedaan middels een door het college van burgemeester en wethoudersvastgesteld model "Verzoek toepassing vrijstelling toeristenbelasting", dat kosteloos bij degemeente opgevraagd kan worden.

    • c.

      Het verzoek wordt gericht aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Binnen vier weken na binnenkomst van het verzoek wordt besloten of de vrijstelling wordt toegepast.

  • 3. Noch het indienen van een verzoek voor toepassing van de vrijstelling, noch het besluit de vrijstelling toe te passen, ontheft belastingplichtige van het bijhouden van een nachtregister, als bedoeld in artikel 20 van de verordening.

  • 4. Indien bij de aangifte toeristenbelasting ter zake een verblijf beroep wordt gedaan op de vrijstelling van artikel 4 lid 1 letter c, zonder dat van de mogelijkheid, als bedoeld in richtlijn 1 en 2, gebruik is gemaakt, dient de toepasselijkheid van de vrijstelling, middels te overleggen schriftelijke bescheiden, te worden aangetoond.

Ondertekening

Bladel, februari 1998
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,