Regeling vervallen per 01-01-2024

Notitie Bermmonumenten

Geldend van 15-10-2009 t/m 31-12-2023

Intitulé

Notitie Bermmonumenten

Artikel 1

Bermmonumenten in Boxmeer

Inleiding

Een bermmonument is een gedenkteken dat langs de openbare weg wordt opgericht ter herinnering aan één (of meer) dodelijke verkeersslachtoffers(s). Het plaatsen van dit soort gedenktekens wordt steeds populairder. Het is dan ook niet ondenkbeeldig dat er in de toekomst meer van dergelijke verzoeken zullen komen.Het plaatsen, bezoeken en het aanzicht van gedenktekens kunnen gevaar voor de verkeersveiligheid opleveren. Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor het wegbeheer en voor het beheer van de openbare ruimte, is het gewenst om voor dit onderwerp richtlijnen te formuleren.

Op die manier kan een weloverwogen kader ontstaan rond gedenktekens, dat iedereen duidelijkheid verschaft over wat de gemeente wel en niet toestaat. De richtlijn dient rekening te houden met de belangen van nabestaanden, omwonenden, weggebruikers en met het algemeen belang.

Beleidslijn ministerieDe minister van Verkeer en Waterstaat heeft na Kamervragen in augustus 2004 voor de rijkswegen een bepaalde te volgen lijn vastgelegd ( zie haar brief aan de tweede kamer d.d. 30-08-2004) Zij heeft daarbij de hoop uitgesproken dat andere wegbeheerders haar zullen volgen.

De lijn van de minister houdt kortweg het volgende in:1) zoveel mogelijk toestemming verlenen;2) een gedenkteken mag alleen daar geplaatst worden en bezocht worden waar het de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt3) per gedenkteken bepalen hoe lang het mag blijven staan.4) gedenktekens mogen geen belemmering opleveren voor werkzaamheden aan de weg5) de kosten voor het maken, het plaatsen en het onderhoud van het gedenkteken zijn voor rekening van de nabestaanden.

Eigen beleidDe punten van de minister zijn algemeen geformuleerd, maar bieden wel een goede basis bij de behandeling van verzoeken tot het plaatsen van bermmonumenten langs openbare wegen in de gemeente Boxmeer.Wij beseffen dat dit een onderwerp is dat niet “dichtgeregeld” moet worden, uit respect voor de eigen beleving die elke nabestaande heeft bij een dodelijk verkeersongeval. In het belang van de verkeersveiligheid achten wij het echter wel nodig om de vijf punten wat verder uit te werken.

 

 

 

 

Hieronder geven wij de richtlijnen van de gemeente Boxmeer weer, zoals die gehanteerd zal worden bij verzoeken tot het plaatsen van bermmonumenten.

ad 1) Geven van toestemmingDe minister wil zoveel mogelijk toestemming verlenen voor het plaatsen van monumenten, omdat die monumenten bijdragen aan de rouwverwerking bij nabestaanden en aan de verhoging van het veiligheidsbesef onder weggebruikers. Wij kunnen ons hierin volledig vinden en zullen de plaatsing dus ook zoveel mogelijk toestaan (actief gedogen) . Gelet op het geringe aantal dodelijke verkeersongevallen binnen onze gemeente(2008 : 3, 2009: 1) zal het aantal naar verwachting beperkt blijven.

ad 2) VerkeersveiligheidDe verkeersveiligheid mag niet in gevaar komen een opvallend gedenkteken kan weggebruikers afleiden van hun rijtaak, een gedenkteken kan het uitzicht op de weg belemmeren of een monument kan een gevaarlijk obstakel in de berm vormen. Daarnaast kan een gedenkteken voor gevaar zorgen als nabestaanden of belangstellenden op de weg stil gaan staan bij het gedenkteken.

Deze taken hangen samen met de omvang en de locatie van het gedenkteken. Aan de omvang en de locatie wensen wij dan ook een aantal voorwaarden te stellen.

a ) OmvangEen gedenkteken moet in omvang, constructie en vormgeving een ingetogen karakter dragen.Redenen hiervoor zijn de veiligheid (het gedenkteken mag niet afleiden van de rijtaak) en de welstand ( behoud van kwaliteit van het straatbeeld en het feit dat de openbare ruimte functies vervult die niet mogen worden ontmoedigd door de dominante aanwezigheid van een rouwmonument)Dit betekent dat het gedenkteken in vorm, kleur en grootte of op andere wijze niet dominant in de omgeving aanwezig mag zijn. Dit verschilt per geval en per locatie. Om van ingetogen te kunnen spreken is het gedenkteken als uitgangspunt niet breder dan 50 centimeter, niet langer dan 50 centimeter en tevens niet hoger dan 50 centimeter. Overigens vinden wij dat hier niet te rigide aan vast moet worden gehouden. Er zijn locaties denkbaar waar een iets groter formaat nog passend is.Het gedenkteken mag niet het karakter hebben van een graf(monument). Die horen uitsluitend thuis op een begraafplaats en zijn niet passend binnen de openbare ruimte die hiervoor niet is ingericht.Het gekedenkteken mag geen gevaar opleveren; bijvoorbeeld door het hebben van scherpe punten waaraan mens of dier zich kan verwonden of voor de verkeersveiligheid ( denk aan onderdelen die kunnen wegwaaien)

 

b) LocatieEr dient een minimumafstand tot de weg in acht genomen te worden van één meter. Indien mogelijk verdient het de voorkeur het gedenkteken nog verder van de wegrand te plaatsen. Weggebruikers die per ongeluk in de berm belanden , moeten niet gelijk in aanraking met een monument kunnen komen. Vooral in bochten in een weg moet rekening met de locatie van een bermmonument worden gehouden. Plaatsing aan de binnenkant van de bocht verdient dan de voorkeur. Plaatsing op een viaduct , in een middenberm of op een vluchtheuvel wordt niet toegestaan, net als plaatsing aan bomen , verkeerstekens en lichtmasten of elektriciteitskasten.

Het monument moet veilig te benaderen zijn door nabestaanden en belangstellenden. Er moet rekening mee worden gehouden dat op specifieke herdenkingsdagen ( overlijden of geboortedatum van het slachtoffer) er meerdere personen tegelijk bij het monument samenkomen. Deze personen moeten niet hun vervoermiddel op de weg hoeven parkeren. Bezoekers van het gedenkteken moeten de auto zoveel mogelijk parkeren op bestaande parkeergelegenheden in de nabijheid. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de verkeerssituatie ter plaatse. Parkeren in de berm dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Het bezoeken van het monument in het donker moet ook worden voorkomen.In algemene zin zijn bezoekers zelf verantwoordelijk voor het feit dat ze zichzelf en anderen niet in gevaar brengen.

 

ad 3) Duur van de plaatsing

Het aanbrengen van gedenktekens met een zeer tijdelijk karakter ( denk aan bloemen , brieven , foto’s , kaarsen , knuffels) worden voor een maximale termijn van zes maanden toegestaan.Als een bermmonument op een veilige, goed te bereiken plaats wordt opgericht en ook aan de andere kant aan onze voorwaarden voldoet, hebben wij er geen problemen mee als het monument gedurende langere tijd blijft staan. De duur willen wij zoveel mogelijk laten afhangen van de wensen van de nabestaanden. Sommige nabestaanden willen helemaal geen monument dat langdurig of zelfs permanent blijft staan, omdat zij na een bepaalde periode de rouwverwerking willen afsluiten.Anderzijds moet ook voorkomen worden dat een gedenkteken verloederd. Niet alleen verliest het dan zijn functie, het bevordert tevens dat het het mikpunt wordt van vandalisme. De waarde voor de nabestaanden zal vooral liggen in de eerste jaren na een ongeval. Daarom hebben wij gekozen voor een plaatsingstermijn van 3 jaar, die daarna te verlengen is met telkens een periode van maximaal 2 jaar. Indien nabestaanden tussentijds aangeven dat het monument lang genoeg heeft gestaan, kunnen zij het monument – na afstemming met de gemeente – (laten) verwijderen.

Indien na een bepaalde tijd blijkt dat een monument klaarblijkelijk niet wordt onderhouden, wordt door de gemeente contact opgenomen met de nabestaanden om eventuele verwijdering te bespreken.

Bij monumenten de voor lange tijd worden geplaatst, is het van belang dat de gebruikte materialen hierop zijn berekend. Dit betekent dat het gebruikte materiaal bestand is tegen weersinvloeden ( regen , wind, vorst ,zon) en vandalismebestendig is in materiaal en vormgeving. Te denken valt aan materialen zoals steen, roestvrij staal of ( milieuvriendelijk ) hardhout.

ad 4) Wegwerkzaamheden.Bij wegwerkzaamheden of onderhoud aan de berm mogen gedenktekens geen belemmeringen vormen. Het moet mogelijk zijn om in dergelijke gevallen het monument tijdelijk te verplaatsen. Verankeringen in de grond worden slechts in beperkte mate toegestaan. In verband met de mogelijke aanwezigheid van onderliggende kabels en leidingen is een diepe verankering in gegrond niet gewenst. Voor de zekerheid zal er bij de plaatsing van een gedenkteken in de berm altijd een KLIC melding worden gedaan, om te weten of er onderliggende kabels en leidingen zijn.

ad 5 ) Kosten van plaatsen en onderhoudHet plaatsen van een gedenkteken gebeurt op verzoek van een nabestaande. Het is geen gemeentelijke taak om daarin te voorzien. Wij vinden daarom dat de kosten voor het maken, het plaatsen en het onderhoud van het gedenkteken voor rekening moeten komen van de nabestaanden.

Belangen en gevoelens van omwonenden.Het plaatsen van een monument heeft niet alleen effect op de nabestaanden.Ook mensen de dicht bij het monument wonen, krijgen hiermee te maken. Er moet worden bedacht dat omwonenden dagelijks, bij het verlaten van de woning of zelfs bij het naar buiten kijken, voor langere tijd worden geconfronteerd met het leed van anderen. Daarom willen wij zeer terughoudende omgaan met het plaatsen van gedenktekens binnen de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom is het uitsluitend toegestaan een gedenktegel van 30x30 centimeter in het trottoir of de berm te verwerken.Langs wegen buiten de bebouwde kom moeten direct omwonenden geconsulteerd worden over de beoogde locatie voor het gedenkteken.

 

Aansprakelijkheid.Het is in principe voor iedereen mogelijk de gemeentelijke weg te betreden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat het gedenkteken beschadigd of vernield wordt. De gemeente aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid.

De gemeente blijft als wegbeheerder wel aansprakelijk voor de staat van de weg, waar ook de berm onder valt. Mocht er door een bermmonument bij een ongeval ( extra ) schade ontstaan aan vervoermiddelen , dan kan de gemeente voor die schade opdraaien als de plek van het gedenkteken verkeerd gekozen is. Met deze richtlijnen wordt dat risico zoveel mogelijk beperkt.

VergunningOp grond van de APV is een vergunning nodig voor het plaatsen van een bermmonument. Artikel 2.1.5.1 lid 1 zegt namelijk: “Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie daarvan”. Bovendien moet de eigenaar van de grond of de beheerder ( privaatrechtelijk ) toestemming geven voor de plaatsing.

Een bouwvergunning is niet nodig. Op grond van artikel 3, derde lid, onderdeel e van het Besluit Bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichige bouwwerken ( Bblb) is het vergunningvrij. Kleine gedenktekens worden in dat verband gezien als straatmeubilair.

Om een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken goed te kunnen beoordelen ( in het bijzonder waar het betreft de locatie en omvang) is het belang dat bij de aanvraag een tekening of foto van het te plaatsen monument wordt overhandigd, vergezeld van een kaart(je) waarop de exacte locatie staat aangegeven. In overleg met de aanvrager zal dan eventueel een meer geschikte locatie worden gezocht, die zo dicht mogelijk ligt bij de aangevraagde locatie. De richtlijnen zullen worden opgenomen in de vergunning.

OvergangsbepalingVoor reeds bestaande monumenten die voldoen aan bovengenoemde bepalingen zal een overgangsrecht gelden. Hiertoe wordt, indien mogelijk contact gelegd met de nabestaanden met de vraag of ze een vergunning / melding willen hebben voor het monument.Reden hiervoor is dat bij de gemeente bekend is en wordt vastgelegd wie aanspreekpunt is voor het bermmonument. Indien het monument verwaarloosd of tijdelijk verwijderd moet worden in verband met onderhouds- of reconstructiewerkzaamheden, dan kunnen nabestanden hierover op de hoogte worden gesteld .Uitgangspunt hierbij is dat er geen leges in rekening worden gebracht voor bermmonumenten.

 

In alle gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien, beslist het college van Burgemeester en wethouders op het verzoek van een bermmonument.OverzichtSamengevat bestaat het beleid betreffende bermmonumenten uit de volgende richtlijnen:  

Aanleiding

Dodelijk verkeersongeval

Locatie

nabij plek incident, minimaal 1 meter vanaf de wegrand en in overleg met nabestaanden en omwonenden

Toetsing op

-verkeersveiligheid;-belemmeringen beheer en onderhoud;-locatie: moet veilig te benaderen/bezoeken zijn;-materiaal (vandalismebestendig, bestand tegen weersinvloeden).

Omvang

Sober. Als uitgangspunt niet breder en langer dan 50 cm. en ook niet hoger dan 50 cm.

Duur plaatsing

In eerste instantie 3 jaar. Daarna indien gewenst telkens verlengen met 2 jaar.

Kosten plaatsing

Voor rekening van de aanvrager

Plaatsing/verwijdering

Door de initiatiefnemers in afstemming met en /of onder toezicht van de gemeente

Beheer en onderhoud

Door en voor rekening van de initiatiefnemers

 Vergunningplicht

Ja, artikel 2.1.5.1. lid 1 van de APV

Leges

geen

 

Checklist toetsing gedenktekens 1

Bijlage: Checklist toetsing gedenktekens

1. Aanvraag toetsen aan volledigheid

Locatiekaartje en tekening/ foto van beoogd monument.

2. Inhoudelijke toetsingaanvraag

Toets op verkeersveiligheid

• niet in de middenberm, op viaduct of op vluchtheuvel;• niet aan (paal van) verkeersbord of verkeersteken;• minstens 1 meter verwijderd van de rijbaan. Voorkeur voor grotere afstand indien ter plaatse mogelijk;• waar verbod geldt voor voetgangers langs doorgaande wegen, blijft dit van kracht; daar dus geen gedenktekens;• andere aspecten verkeersveiligheid ( o.a. terughoudend bij buitenbocht, hoge snelheden verkeer, bezoeken gedenkteken alleen bij daglicht toestaan)

Toets op belemmering van beheer en onderhoud

• Geen substantiële belemmering van maaien en snoeien• geen belemmering bereikbaarheid van objecten zoals kabels, leidingen en inspectie luiken van lichtmasten. Daarom altijd KLIC melding doen door gemeente.

Toets beoogde locatie

• Buiten de bebouwde kom in direct zicht vanuit woonhuis? dan overleg met direct aanwoonenden• Binnen de bebouwde kom? Dan uitsluitend een liggende gedenktegel van maximaal 30 x 30 centimeter toestaan. Alternatief is een andere locatie

Toets omvang, constructie en vormgeving

• uitgangspunt: maximaal 50 centimeter breed, 50 centimeter lang en 50 centimeter hoog• Passend binnen de omgeving ( dit kan dus soms kleiner of groter zijn dan bovenstaande maat)• niet scherp of gevaarlijk• bij voorkeur weers- en vandalismebestendig, door gebruik van materialen als steen, roestvrijstaal of milieuvriendelijk hardhout.• vorm en kleur niet overheersend in straatbeeld ( ingetogen)• niet in karakter van een grafmonument

Bij plaatsing

Indien na toetsing plaatsing gedenkteken mogelijk, dan benadrukken dat:• Kosten vervaardigen, plaatsen, onderhouden en verwijderen voor kosten nabestaanden ( initiatiefnemer)• Tijdslimiet van 3 jaar aangeven ( met mogelijkheid tot verlengen)• risico op vandalisme met eigen aansprakelijkheid nabestaanden• risico op verwijdering na gegronde klachten

 

3. Opnemen in administratie en begeleiding bij het plaatsen

4. Verwijdering indien:

• Klaarblijkelijk geen onderhoud gepleegd wordt of geen bezoek wordt gebracht• gegronde klachten binnenkomen• werkzaamheden ( eerst optie van verplaatsing bezien)• reconstructie van de openbare ruimte ( eerst optie van verplaatsing bezien)• verkoop van openbare ruimte• einde van termijn 3 jaar ( als men niet wil verlengen )• eigen initiatief van nabestaanden ( na melding bij gemeente)