Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregels parkeren Boxmeer 2015

Geldend van 11-03-2015 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregels parkeren Boxmeer 2015

Deze Beleidsregels Parkeren Boxmeer 2015 horen bij de Nota Parkeernormen Boxmeer 2015 en de Parkeerverordening Boxmeer 2015.

In deze beleidsregels zijn nadere regels opgenomen met betrekking tot:

- Mogelijkheden om af te wijken van de parkeereis op eigen terrein en de parkeernorm binnen gestelde bandbreedten (Afdeling II)

- Vergunningen (Afdeling III)

- Ontheffingen (Afdeling IV)

- Aanvragen gehandicapten parkeerparkeerplaats op kenteken (afdeling V)

- Slot- en overgangsbepalingen (Afdeling VI)

Afdeling I Definities en Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    blauwe zone: de parkeerschijfzone als bedoeld in artikel 25 RVV, aangeduid met de borden E10 (zone) en E11 (zone);

  • e.

    kentekenhouder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

    • I

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, dan wel

    • II

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • i.

    ontheffing: ontheffing van de parkeerschijfzone zoals weergegeven in E11 uit bijlage 1 van het RVV 1990;

  • j.

    ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

  • k.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • l.

    autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate;

  • m.

    laadpuntplaats: een parkeerplaats voorzien van een oplaadpunt bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen.

Afdeling II

Mogelijkheden om af te wijken van de parkeereis op eigen terrein en van de parkeernorm

Artikel 2

Van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.5.30 lid 4 van de Bouwverordening kan onder meer gebruik worden gemaakt in de volgende gevallen:

  • a.

    Er is voldoende parkeerruimte aanwezig in de directe omgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de locatie en de functie van de voorziening.

  • b.

    Indien er niet voldoende parkeerruimte in de directe omgeving is en het voldoen aan de parkeereis de haalbaarheid van het bouwplan onder druk zet, terwijl het bouwplan maatschappelijk of economisch gezien een belangrijke ontwikkeling vormt voor Boxmeer.

Artikel 3

Het college kan besluiten af te wijken van de parkeernorm zoals opgenomen in de Nota parkeernormen Boxmeer 2015 binnen de gestelde bandbreedten zoals opgenomen in CROW-publicatie 317, waarbij rekening wordt gehouden met de locatie en de functie van de voorziening.

Afdeling III Vergunningen

Artikel 4

  • 1.

    De vergunningsaanvraag van een bewoner (categorie I) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager in het bezit is van een rijbewijs;

    • b.

      de aanvrager zelf de bestuurder/bestuurster is van het voertuig;

    • c.

      het voertuig geregistreerd is op het woonadres van de aanvrager, dan wel;

    • d.

      de aanvrager middels een schriftelijke verklaring van de werkgever aantoonbaar kan maken dat het een lease voertuig betreft waarover men permanent beschikking heeft ;

    • e.

      de aanvrager ingeschreven staat in het bevolkingsregister van de gemeente Boxmeer.

  • 2.

    De vergunningsaanvraag van een werkende (categorie II) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager werkzaam is bij een bedrijf in Boxmeer, dan wel;

    • b.

      de aanvrager eigenaar is van een bedrijf in Boxmeer;

    • c.

      het voertuig geregistreerd is op het woonadres van de aanvrager, dan wel;

    • d.

      de aanvrager een voertuig in gebruik heeft dat geregistreerd staat op naam van een bedrijf in Boxmeer en middels een schriftelijke verklaring van de werkgever aantoonbaar kan maken dat het een (lease)voertuig betreft waarover men permanent beschikking heeft.

  • 3.

    De vergunningsaanvraag van een eigenaar of houder van een auto bestemd voor autodate (categorie III) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager middels een schriftelijke verklaring aantoonbaar kan maken dat het een voertuig bestemd voor autodate betreft.

  • 4.

    De vergunningsaanvraag van een eigenaar of houder van een elektrisch voertuig (categorie IV) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager in het bezit is van een rijbewijs;

    • b.

      de aanvrager zelf de bestuurder/bestuurster is van het voertuig;

    • c.

      het voertuig geregistreerd is op het woonadres van de aanvrager, dan wel;

    • d.

      de aanvrager middels een schriftelijke verklaring van de werkgever aantoonbaar kan maken dat het een lease voertuig betreft waarover men permanent beschikking heeft;

    • e.

      de aanvrager ingeschreven staat in het bevolkingsregister van de gemeente Boxmeer.

  • 5.

    De vergunningsaanvraag van een eigenaar of houder van een gehandicaptenparkeerkaart (categorie V) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager in het bezit is van een rijbewijs;

    • b.

      de aanvrager in het bezit is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart (bestuurderskaart);

    • c.

      de aanvrager zelf de bestuurder/bestuurster is van het voertuig;

    • d.

      het voertuig is geregistreerd op het woonadres van de aanvrager;

    • e.

      de aanvrager staat ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Boxmeer.

Artikel 5

Het college kan een vergunningsaanvraag van een bewoner (categorie I) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    Er is voor de aanvrager de mogelijkheid om te parkeren op eigen terrein, erf of parkeergarage.

  • b.

    Er zijn openbare parkeerplaatsen beschikbaar in de directe omgeving buiten het gebied belanghebbendenplaatsen.

Artikel 6

Het college kan een vergunningsaanvraag van een werkende (categorie II) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    De aanvrager beschikt over voldoende niet-openbare parkeergelegenheid in de directe omgeving van zijn werkadres.

  • b.

    Er zijn openbare parkeerplaatsen beschikbaar in de directe omgeving van het werkadres buiten het gebied belanghebbendenplaatsen.

Artikel 7

Het college kan een vergunningsaanvraag van een eigenaar of houder van een auto bestemd voor autodate (categorie III) afwijzen indien sprake is van:

  • a.

    voldoende openbare parkeerplaatsen in de directe omgeving buiten het gebied belanghebbendenplaatsen.

Artikel 8

Het college kan een vergunningsaanvraag van een eigenaar of houder van een elektrisch voertuig (categorie IV) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    Er is voor de aanvrager de mogelijkheid om te parkeren op eigen terrein, erf of parkeergarage.

  • b.

    Er zijn openbare parkeerplaatsen beschikbaar in de directe omgeving, buiten het gebied belanghebbendenplaatsen.

Artikel 9

Het college kan een vergunningsaanvraag van een houder van een gehandicaptenparkeerkaart (categorie V) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    Er zijn mogelijkheden voor het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats in de directe omgeving van de woning buiten het gebied belanghebbendenplaatsen.

  • b.

    De mogelijkheid bestaat om op eigen erf te parkeren.

Artikel 10

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregels in deze afdeling, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Afdeling IV Ontheffingen

Artikel 11

  • 1.

    De ontheffingsaanvraag van een bewoner (categorie I) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager in het bezit is van een rijbewijs;

    • b.

      de aanvrager zelf de bestuurder/bestuurster is van het voertuig;

    • c.

      het voertuig geregistreerd is op het woonadres van de aanvrager, dan wel;

    • d.

      de aanvrager middels een schriftelijke verklaring van de werkgever aantoonbaar kan maken dat het een lease voertuig betreft waarover men permanent beschikking heeft;

    • e.

      de aanvrager staat ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Boxmeer.

  • 2.

    De ontheffingsaanvraag van een werkende (categorie II) is ontvankelijk indien:

    • a.

      de aanvrager werkzaam is bij een bedrijf in Boxmeer, dan wel;

    • b.

      de aanvrager eigenaar is van een bedrijf in Boxmeer;

    • c.

      het voertuig is geregistreerd op het woonadres van de aanvrager, dan wel;

    • d.

      de aanvrager een voertuig in gebruik heeft dat geregistreerd staat op naam van een bedrijf in Boxmeer en middels een schriftelijke verklaring van de werkgever kan aantonen dat het een (lease)voertuig betreft waarover men permanent beschikking heeft.

Artikel 12

Het college kan een ontheffingsaanvraag van een bewoner (categorie I) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    Er is voor de aanvrager de mogelijkheid om te parkeren op eigen terrein, erf of parkeergarage.

  • b.

    Er zijn openbare parkeerplaatsen beschikbaar in de directe omgeving buiten de blauwe zone.

Artikel 13

Het college kan een ontheffingsaanvraag van een werkende (categorie II) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    De aanvrager beschikt over voldoende niet-openbare parkeergelegenheid in de omgeving van zijn werkadres, dan wel;

  • b.

    De openbare parkeergelegenheid in de omgeving van het werkadres biedt een redelijk alternatief;

  • c.

    Wanneer niet aangetoond kan worden dat de ontheffing noodzakelijk is voor de dagelijkse uitvoering van de primaire bedrijfsvoering, dat wil zeggen de hoofdactiviteiten van het bedrijf. (Als noodzakelijk voor bedrijfsuitoefening wordt in ieder geval niet aangemerkt woon/werkverkeer, laden en lossen van goederen en het vervoeren van de financiële dagopbrengst en andere geldtransporten).

Artikel 14

Het maximale aantal ontheffingen voor werkenden (categorie II) dat aan een rechtspersoon kan worden verleend, bedraagt één per tien medewerkers.

Artikel 15

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregels in deze afdeling, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Afdeling V Aanvragen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Artikel 16

De aanvraag van een houder van een gehandicaptenparkeerkaart (categorie V) is ontvankelijk indien:

  • a.

    de aanvrager in het bezit is van een rijbewijs;

  • b.

    de aanvrager zelf de bestuurder/bestuurster is van het voertuig;

  • c.

    het voertuig is geregistreerd op het woonadres van de aanvrager, dan wel;

  • d.

    de aanvrager middels een schriftelijke verklaring van de werkgever aantoonbaar kan maken dat het een lease voertuig betreft waarover men permanent beschikking heeft;

  • e.

    De aanvrager staat ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Boxmeer.

Artikel 17

Het college kan een aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken van een houder van een gehandicaptenparkeerkaart (categorie V) afwijzen indien sprake is van de volgende gevallen:

  • a.

    Er is de mogelijkheid om op eigen erf te parkeren.

  • b.

    Er zijn voldoende beschikbare openbare parkeerplaatsen in de directe omgeving van de woning waardoor over het algemeen op korte afstand van de woning geparkeerd kan worden

Artikel 18

  • 1.

    Het college weegt het aspect verkeersveiligheid mee in de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats.

  • 2.

    In overleg met de aanvrager wordt gezocht naar een locatie zo dicht mogelijk in de buurt van het woonadres van de aanvrager. De gemeente Boxmeer behoudt het recht een locatie aan te wijzen die afwijkt van de voorkeur van de aanvrager. De afwijkende locatie dient wel binnen een loopafstand van 100 meter te vallen.

  • 3.

    De gemeente behoudt het recht de parkeerplaats niet volgens de bruikbaarheideisen aan te leggen, indien dit ten koste gaat van de huidige parkeercapaciteit en indien de aanvrager voldoende heeft aan een eigen gereserveerd parkeervak.

  • 4.

    De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken kan alleen voor het woonadres van de aanvrager worden aangevraagd. Voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij het werkadres dient de werkgever te zorgen.

  • 5.

    De aanvrager betaalt de volledige kosten voor het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats.

  • 6.

    De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt opgeheven bij verlopen van de gehandicaptenparkeerkaart, bij verlopen van het rijbewijs, bij overlijden of verhuizing binnen of buiten de gemeente Boxmeer of indien de aanvrager niet meer in het bezit is van een voertuig.

Afdeling VI Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 19

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Lopende aanvragen zullen worden afgehandeld conform het beleid dat gold op de datum van indiening van de aanvraag.

  • 3.

    Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels vervalt de Parkeerbijdrageregeling.

  • 4.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels Parkeren Boxmeer 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 maart 2015,
Burgemeester en wethouders van Boxmeer,
de secretaris-directeur, de burgemeester,
drs. ir. H.P.M. van de Loo K.W.T. van Soest