Subsidieregeling monumenten Boxtel

Geldend van 01-07-2017 t/m 02-07-2018

Intitulé

Subsidieregeling monumenten Boxtel 2017

Het college van burgemeester en wethouders van Boxtel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Boxtel 2017;

gehoord de monumentencommissie Boxtel;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling monumenten Boxtel

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    beeldbepalende gevelwand: beeldbepalende gevelwand als bedoeld in de Erfgoedverordening Boxtel 2017;

  • -

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op het monument of een object dat deel uitmaakt van een beeldbepalende gevelwand;

  • -

    gemeentelijk monument: gemeentelijk monument als bedoeld in de Erfgoedverordening Boxtel 2017;

  • -

    inspectierapport: rapport dat de technische of fysieke staat van een monument of beeldbepalende gevelwand beschrijft, en dat is opgesteld door een ter zake deskundig persoon of instantie;

  • -

    instandhoudingsplan: plan als bedoeld in artikel 7;

  • -

    Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten: bijlage als bedoeld in artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten;

  • -

    normaal onderhoud: normaal onderhoud als bedoeld in de Erfgoedwet;

  • -

    restauratie: restauratie als bedoeld in de Erfgoedwet;

  • -

    rijksmonument: rijksmonument als bedoeld in de Erfgoedwet;

  • -

    woonhuis: woonhuis als bedoeld in artikel 1 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten;

  • -

    verordening: Algemene subsidieverordening Boxtel 2017.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIE

Paragraaf 2.1 Algemeen

Artikel 2 Activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een gemeentelijk monument op aanvraag subsidie verstrekken voor het normale onderhoud van dat monument.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een gemeentelijk monument op aanvraag subsidie verstrekken voor de restauratie van dat monument.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar van een object dat deel uitmaakt van een beschermde gevelwand of aan een gemachtigde namens de eigenaren van objecten die deel uitmaken van een beschermde gevelwand op aanvraag subsidie verstrekken voor het normale onderhoud of de restauratie van die beschermde gevelwand of delen daarvan.

  • 4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonument en sprake is van een woonhuis.

Artikel 3 Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten.

Artikel 4 Maximumbedrag

  • 1. Een subsidie voor een monument bedraagt maximaal 10 procent van het op grond van artikel 5, eerste lid van de verordening ingestelde subsidieplafond, met een maximum van € 5.000.

  • 2. Een subsidie voor een object als onderdeel van een beeldbepalende gevelwand bedraagt maximaal € 1.000 per object. De subsidie voor een groep van objecten van een beeldbepalende gevelwand of delen daarvan bedraagt maximaal 10 procent van het op grond van artikel 5, eerste lid van de verordening ingestelde subsidieplafond, met een maximum van € 5.000.

Paragraaf 2.2 Aanvraag

Artikel 5 Wijze van indiening

Een aanvraag kan elektronisch of op papier worden ingediend.

Artikel 6 In te dienen bescheiden

  • 1. Bij een aanvraag om subsidie wordt gebruik gemaakt van het hiervoor door burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van de volgende gegevens:

    • a.

      het aanvraagformulier;

    • b.

      een instandhoudingsplan;

    • c.

      een begroting van de kosten voor het normaal onderhoud of de restauratie

  • 3. Voor de beoordeling van de aanvraag kunnen de volgende gegevens noodzakelijk zijn:

    • a.

      een actueel inspectierapport en, indien niet in het inspectierapport opgenomen, een of meer actuele overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van het monument of de beeldbepalende gevelwand en zijn gebreken;

    • b.

      een rapport betreffende bouwhistorische opname dan wel een bouwhistorisch onderzoek.

  • 4. De begroting als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c. mag niet ouder zijn dan twee jaar.

Artikel 7 Instandhoudingsplan

Het instandhoudingsplan omvat een overzicht van de aard en omvang van de voorgenomen werkzaamheden en een omschrijving van de daarmee beoogde resultaten.

Paragraaf 2.3 Verlening

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid bedoelde termijn eenmaal met ten hoogste zes weken verlengen.

Artikel 9 Advies

  • 1. Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om subsidie aan de monumentencommissie om advies.

  • 2. De monumentencommissie brengt binnen zes weken na de datum van verzending van het afschrift schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt in ieder geval geweigerd:

    • a.

      voor zover de subsidie naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet noodzakelijk is voor het normaal onderhoud van het monument of de beeldbepalende gevelwand,

    • b.

      voor zover de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet sober en doelmatig zijn,

    • c.

      voor zover voor de kosten waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds op grond van een andere regeling subsidie is of wordt verstrekt,

    • d.

      voor zover bij schade de subsidiabele kosten op grond van een verzekering worden gedekt,

    • e.

      voor zover aan de aanvrager voor het monument of (onderdelen van) de beeldbepalende gevelwand waarvoor subsidie wordt gevraagd, in de vijf kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van de aanvraag subsidie is verleend op grond van deze regeling, de verordening of de Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Boxtel 2003.

  • 2. Een aanvraag om subsidie kan worden geweigerd:

    • a.

      voor zover een omgevingsvergunning is vereist en deze niet is verleend,

    • b.

      voor zover de werkzaamheden reeds zijn aangevangen.

Artikel 11 Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag dat wordt verleend, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 2. Het subsidiebedrag dat wordt verleend, bedraagt niet meer dan het overeenkomstig artikel 4 bepaalde maximumbedrag.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Paragraaf 2.4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 13 Onderhoudsplicht

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger verplichten na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het monument of de beeldbepalende gevelwand te bewaren en onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht.

Artikel 14 Verplichting bij de uitvoering van de werkzaamheden

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

    • a.

      de aanvang van de werkzaamheden van te voren te melden;

    • b.

      met de uitvoering van de werkzaamheden te beginnen binnen 6 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend;

    • c.

      de werkzaamheden te voltooien binnen 24 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend;

    • d.

      het einde van de werkzaamheden te melden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger verplichten:

    • a.

      mee te werken aan een onderzoek naar de bouw- of ontstaansgeschiedenis van het monument of de beeldbepalende gevelwand,

    • b.

      mee te werken aan een onderzoek door een deskundige naar de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden,

    • c.

      werkzaamheden uit te voeren volgens in de beroepsgroep geldende normen, of

    • d.

      werkzaamheden onder nader door hen te stellen voorwaarden te doen begeleiden indien voor de uitvoering daarvan specifieke kennis is vereist.

Artikel 15 Verzekeringsplicht

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger verplichten voor de duur van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, een Casco-All-Risks verzekering af te sluiten.

Paragraaf 2.5 Verantwoording en vaststelling

Artikel 16 Verantwoording

Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie overlegt de subsidieontvanger bewijsstukken waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 17 Vaststelling

  • 1. Een beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven binnen 12 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien binnen de termijn genoemd in artikel 14, eerste lid, onder b, de uitvoering van de werkzaamheden niet is begonnen, de beschikking tot subsidievaststelling gegeven binnen 12 weken na het verstrijken van die termijn.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt, indien binnen de termijn genoemd in artikel 14, eerste lid, onder c, de uitvoering van de werkzaamheden niet is begonnen, de beschikking tot subsidievaststelling gegeven binnen 12 weken na het verstrijken van die termijn.

Artikel 18 Lager vaststellen bij niet voldoen aan verplichtingen

De subsidie kan in ieder geval lager dan de verlening worden vastgesteld indien aan een van de in artikel 14 genoemde verplichtingen niet is voldaan.

Artikel 19 Eigendomsoverdracht

  • 1. Indien de subsidieontvanger de eigendom of een ander zakelijk recht van een monument overdraagt aan een derde, dient de subsidieontvanger binnen drie maanden na de overdracht een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Na de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, kunnen burgemeester en wethouders op verzoek van de eigenaar aan wie de eigendom of het zakelijk recht is overgedragen, aan die eigenaar subsidie verstrekken ten behoeve van de afronding van het instandhoudingsplan.

Artikel 20 Terugvordering

Bij terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger verplichten de met de terugvordering verband houdende kosten te voldoen. Tevens kunnen burgemeester en wethouders in dat geval de wettelijke rente vorderen.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 21 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 4, artikel 10, eerste lid, onder e. en artikel 11 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van instandhouding van monumenten en beeldbepalende gevelwanden leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Erfgoedverordening Boxtel 2017 in werking treedt en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling monumenten Boxtel 2017.

Toelichting

Algemeen

Bij het maken van de subsidieregeling is zoveel mogelijk aangesloten bij reeds bestaande landelijke regelingen. Zo is voor de opbouw van de regeling dankbaar gebruik gemaakt van de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim). De regeling kent hiermee een opbouw in hoofdstukken en paragrafen die is overgenomen uit de Sim:

  • -

    Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

  • -

    Hoofdstuk 2 Subsidie

    • *

      Paragraaf 1 Algemeen

    • *

      Paragraaf 2 Aanvraag

    • *

      Paragraaf 3 Verlening

    • *

      Paragraaf 4 Verplichtingen voor de subsidieontvanger

    • *

      Paragraaf 5 Verantwoording en vaststelling

  • -

    Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Deze indeling geeft met name in hoofdstuk 2 meteen inzicht in het proces van subsidieverlening. Een belangrijk begrip in de regeling is het begrip subsidiabele kosten. In plaats van een uitvoerige regeling op te nemen over wat hieronder verstaan wordt, wordt verwezen naar de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. De Leidraad is een bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten en geeft in de toelichting ook aan dat hij, door de brede opzet, ook geschikt is om van overeenkomstige toepassing verklaard te worden in andere subsidieregelingen.

Uitgangspunten

Bij het maken van de regeling is van de volgende uitgangspunten uitgegaan:

  • -

    Een eenvoudige, duidelijke regeling

  • -

    Niet per se alleen subsidiëring van gemeentelijke monumenten

  • -

    Het bevorderen van het benutten van de regeling door een hoger percentage van de subsidiabele kosten beschikbaar te stellen als subsidie

  • -

    Het beperken van het subsidiebedrag per object of aanvraag om per jaar meer objecten te kunnen subsidiëren

  • -

    De drempel om subsidie aan te vragen te verlagen door de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een aanvraag

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Door verwijzingen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij begrippen in bestaande regelingen.

Artikel 2 Activiteiten

Het vierde lid bepaalt dat – indien sprake is van een woonhuis – tevens subsidie verstrekt kan worden voor rijksmonumenten. Indien sprake is van een woonhuis is namelijk in artikel 12 van de Sim bepaald dat de subsidie wordt geweigerd tenzij het een aanvraag van een professionele organisatie voor monumentenbehoud of overheid betreft. Zo kunnen particuliere woningeigenaren gebruik maken van de gemeentelijke subsidieregeling.

Artikel 4 Maximumbedrag

Artikel 5, eerste lid van de Algemene subsidieverordening 2017 bepaalt dat burgemeester en wethouders subsidieplafonds kunnen instellen en bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de subsidie bepalen. Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en bekendgemaakt voorafgaande aan het tijdvak waarvoor het geldt. Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat subsidie moet worden verleend terwijl het budget niet meer toereikend is. Zie verder de toelichting bij artikel 10.

Artikel 4 van de subsidieregeling bepaalt in combinatie met de artikelen 11 en 12 de wijze van verdeling. In het eerste lid van artikel 4 wordt door het percentage van 10 en het maximumbedrag een minimaal aantal subsidies per jaar gewaarborgd. Het tweede lid bepaalt dit overeenkomstig voor een of meer objecten als onderdeel van een beeldbepalende gevelwand.

Artikel 6 In te dienen bescheiden

In het instandhoudingsplan, met name in de werkomschrijving of het bestek en in de begroting, moeten de onderdelen zoals genoemd in de Leidraad terug te vinden zijn.

Indieningsvereisten bij grotere ingrepen

In geval van een instandhoudingsplan voor ingrijpende werkzaamheden moeten meer stukken bij de subsidieaanvraag gevoegd worden dan bij normaal onderhoud. Het kan hierbij gaan om tekeningen en specialistische rapporten. De tekeningen worden onderscheiden in: opnametekeningen (bestaande toestand en gebrekentekeningen), plantekeningen (nieuwe toestand, hoe de gebreken worden verholpen, of welke wijzigingen worden aangebracht) en aanvullende tekeningen (zoals doorsneden, principedetails en werktekeningen). Het vervaardigen van tekeningen behoort bij het opstellen van een plan voor restauratiewerkzaamheden en andere grotere ingrepen en is in dat kader subsidiabel (zie paragraaf 01.04 van de Leidraad bij ‘architecten-/plankosten’). Diverse specialistische werkzaamheden worden in de planvorming niet door de (restauratie)architect uitgevoerd, maar door andere specialisten. In dit verband kan gedacht worden aan adviezen op bouwfysisch, constructief of installatietechnisch gebied, aan bouwhistorisch- of interieuronderzoek, aan beeldhouwwerk, bijzonder schilderwerk en werkzaamheden aan installaties en interieur en aan specialistische werkzaamheden ten behoeve van groene of archeologische monumenten (zoals het opstellen van tuinhistorische adviezen of adviezen over grondmechanica en het maken van bodem- en geochemische analyses). Dergelijke werkzaamheden door derden (zoals adviseurs, onderzoekers en restauratoren) zijn subsidiabel, mits ze noodzakelijk zijn en geadviseerd of voorgeschreven dan wel vooraf goedgekeurd zijn door burgemeester en wethouders (zie hoofdstuk 1.3, paragraaf 01.04 van de Leidraad onder ‘overige kosten’).

Artikel 8 Beslistermijn

Artikel 8, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Boxtel 2017 geeft voor subsidies anders dan subsidies die per kalenderjaar of boekjaar worden verstrekt een beslistermijn van 8 weken. Gelet op de verplichte advisering door de monumentencommissie en de in artikel 9 genoemde adviestermijn van 6 weken is een beslistermijn van 12 weken noodzakelijk. Vaak zal ook een subsidieverzoek in een informele fase besproken worden en is het niet nodig van de volledige termijn gebruik te maken.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Dit artikel geeft een aantal specifieke weigeringsgronden in aanvulling op de algemene weigeringsgronden van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Boxtel 2017.

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 4:25, tweede lid van de Awb bepaalt dat een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond zou worden overschreden.

Verder biedt artikel 4:35, eerste lid van de Awb de mogelijkheid dat de subsidieverlening kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • -

    De activiteit niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

  • -

    De aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

  • -

    De aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

Artikel 4:35, tweede lid bepaalt verder dat de subsidieverlening in ieder geval kan worden geweigerd indien de aanvrager:

  • -

    Onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • -

    Failliet is verklaard e.d.

Algemene subsidieverordening Boxtel 2017

Het eerste en tweede lid van artikel 9 van de verordening geeft een aantal weigeringsgronden in verband met Europese regelgeving. Verder geeft het derde lid van artikel 9 van de Asv aan dat de subsidieverlening kan worden geweigerd:

  • -

    als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

  • -

    als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • -

    als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • -

    als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

  • -

    als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag (voluit: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

  • -

    in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen;

  • -

    indien de te subsidiëren activiteiten niet of onvoldoende bijdragen aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen;

  • -

    voor de prestatie(s)/activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd geen of onvoldoende gelden op de gemeentelijke begroting zijn gereserveerd;

  • -

    de financiële middelen, met inbegrip van de subsidie onvoldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren.

Artikel 11 Subsidiebedrag

Voor het percentage van 50 is aansluiting gezocht bij artikel 13 van de Sim.

Artikel 17 Vaststelling

Het eerste lid bepaalt in overeenstemming met artikel 13 van de verordening de termijn waarbinnen de subsidie wordt vastgesteld. Het tweede lid bepaalt dat indien niet binnen zes maanden nadat de subsidie is verleend wordt begonnen met de uitvoering van de werkzaamheden de subsidie wordt vastgesteld. Het derde lid bepaalt dat dit ook gebeurt wanneer de werkzaamheden niet tijdig worden voltooid. Het ligt dan voor de hand om, op grond van artikel 18, de subsidie lager vast te stellen. Zo blijft de subsidie niet ongebruikt en kan weer ingezet worden voor andere eigenaren.

Artikel 18 Lager vaststellen bij niet voldoen aan verplichtingen

Door de genoemde verplichting in artikel 14 kan de subsidie lager worden vastgesteld dan de verlening.