Beleidsregels kunst in de openbare ruimte

Geldend van 03-12-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels kunst in de openbare ruimte

Gelet op Hoofdstuk 4, titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel de volgende beleidsregels vast voor de begrotingspost ‘investeren in kunst in de openbare ruimte’.

De beleidsregels zijn bedoeld om initiatieven die moeten leiden tot permanente plaatsing van kunst in de openbare ruimte, en waarbij de gemeente door natrekking en/of schenking eigenaar wordt te toetsen.

Artikel 1 Aanvraag plaatsing

  • 1.

    Verzoeken voor toestemming plaatsing van kunstuitingen in de openbare ruimte dienen door de initiatiefnemer te worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders met het door het college vastgesteld aanvraagformulier ‘verzoek toestemming plaatsing van kunst in de openbare ruimte’.

  • 2.

    Het aanvraagformulier ‘verzoek toestemming plaatsing van kunst in de openbare ruimte’ dient volledig ingevuld en voorzien van de benodigde documenten zoals weergegeven in het eerdergenoemde aanvraagformulier, minimaal 6 maanden voor de gewenste plaatsing te zijn ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Uitgangspunt

  • 1.

    Initiatiefnemer draagt de vervaardigings- en plaatsingskosten inclusief de kosten voor vergunningen en andere publiekrechtelijke beschikkingen en de kosten van de onderzoeken.

  • 2.

    Initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor de aan de in het voorgaande lid genoemde besluiten voorafgaande aanvraag.

Artikel 3 Onderhoud en verzekering

  • 1.

    Vanaf het moment van plaatsing draagt de initiatiefnemer gedurende tien jaren de kosten van onderhoud en verzekering.

  • 2.

    Onder onderhoud wordt in dit geval onderhoud verstaan, waarmee de kunstuiting in stand wordt gehouden, zoals het oorspronkelijk bedoeld is en conform het bij plaatsing afgesproken onderhoudsniveau.

  • 3.

    De initiatiefnemer kan het college schriftelijk verzoeken deze taken op zich te nemen. Indien daarop positief wordt beslist zal de initiatiefnemer eenmalig een vergoeding aan de gemeente verschuldigd zijn die qua hoogte ten minste gelijk is aan de kosten van verzekering en onderhoud voor desbetreffende kunstuiting voor de komende tien jaren.

  • 4.

    De hoogte van de vergoeding wordt bepaald na onderzoek en advies van een deskundige. De gemeente neemt de kunstuiting en de vergoeding voor onderhoud van de kunstuiting op in haar ‘meerjarenplan beheer en behoud kunst in de openbare ruimte’.

  • 5.

    Initiatiefnemer en gemeente kunnen overeenkomen de kunstuiting niet te verzekeren.

Artikel 4 Waarborgen kwaliteit openbare ruimte

Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor om de kunstuiting te verwijderen of te verplaatsen indien door omstandigheden de kunstuiting niet meer voor verval te behoeden is of de onderhoudskosten te hoog worden, de grond voor andere doeleinden nodig is of anderszins, met als doel de kwaliteit van de openbare ruimte te kunnen waarborgen c.q. te herstellen dit ter uitsluitende beoordeling van het college.

Artikel 5 Subsidie

  • 1.

    Er wordt geen gemeentelijke subsidie beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan van het eerste lid afwijken indien het initiatief deel uitmaakt van een gemeentelijk (totaal)project gericht op verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en/of erop gericht is de betrokkenheid van de inwoners van de gemeente te stimuleren bij kunst in de openbare ruimte.

Artikel 6 Beoordeling

  • 1.

    De kunstuiting en (de relatie met) de beoogde locatie zullen worden beoordeeld op esthetiek, stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid materiaalgebruik en onderhoud. Een incidenteel op te richten kunstadviescommissie adviseert het college over de kunstuiting.

  • 2.

    Daarnaast vindt door het college van burgemeester en wethouders een eerste technische planologische beoordeling plaats met betrekking tot verkeersaspecten, veiligheidsaspecten, wenselijkheid en plaatsingsmogelijkheden van de kunstuiting.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders zal, naast het zelfstandig oordeel van de burgemeester met betrekking tot de effecten van de kunstuiting voor de locatie op de openbare orde en veiligheid, in zijn beoordeling tevens de onderstaande aspecten betrekken:

    • a.

      het aantal kunstuitingen in de directe omgeving;

    • b.

      de kunstuiting is niet in strijd met de goede zeden;

    • c.

      de kunstuiting is niet in strijd met openbare orde en veiligheid;

    • d.

      de kunstuiting is geen reclame uiting;

    • e.

      de kunstuiting is duurzaam in ontwerp en beheer;

    • f.

      de kunstuiting is geen op zichzelf staand object, het dient de openbare ruimte te versterken en/of duidelijk symbool te staan voor specifieke locaties, bijzondere mensen of uitzonderlijke gebeurtenissen;

    • g.

      de kunstuiting is vandalismebestendig waardoor ongewenste graffiti of bekrassing eenvoudig te verhelpen is;

    • h.

      het gevoelen van de naaste omgeving.

Artikel 7 Specifiek voor het plaatsen van kunstuitingen is van toepassing

  • 1.

    De aanleg, de constructie en de aanwezigheid van de kunstuiting mag geen schade opleveren aan de openbare ruimte en geen gevaar opleveren voor het veilig en doelmatig gebruik van de openbare ruimte.

  • 2.

    Een kunstuiting, gemeten vanaf het breedste punt, wordt niet geplaatst binnen 2 meter van de openbare weg.

  • 3.

    Plaatsing van de kunstuiting heeft geen invloed op ondergrondse leidingen en kabels. Een klicmelding hiervoor dient op kosten van de initiatiefnemer te worden uitgevoerd.

  • 4.

    De constructie van de kunstuiting dient nagelvast aan de ondergrond te worden bevestigd, zodat verplaatsen, omvallen of omduwen niet mogelijk is.

  • 5.

    Tot een hoogte van 3 meter vanaf het maaiveld mag de kunstuiting geen scherpe onderdelen bevatten die voorbijgangers kunnen verwonden.

  • 6.

    Er mogen geen losse onderdelen aan de kunstuiting zitten.

  • 7.

    Afspoeling van een andere stof dan regenwater is niet toegestaan.

  • 8.

    Bereikbaarheid: de kunstuiting moet altijd goed bereikbaar zijn voor onderhoud en mag geen belemmering vormen voor beheer en onderhoud van openbaar groen en van omliggende objecten en/of andere voorzieningen. Ook mag het niet in de weg staan voor hulpverleningsdiensten zoals brandweer, ambulance en strooiwagens.

Artikel 8 Collegebesluit

  • 1.

    Vooraf aan de plaatsing moet het college van burgemeester en wethouders daartoe hebben besloten, ook als de kunstuiting niet vergunningplichtig is noch een andere publiekrechtelijke beschikking vereist.

  • 2.

    Vooraf aan het in behandeling nemen van de omgevingsvergunning moet het college van burgemeester en wethouders daartoe hebben besloten n.a.v. het door de initiatiefnemers ingediende aanvraagformulier ‘verzoek toestemming plaatsing van kunst in de openbare ruimte’.

Artikel 9 Overeenkomst

Met het oog op de kosten van vervaardiging, (ver)plaatsing, eigendom, onderhoud, verzekering, schenking en auteursrechten zal een overeenkomst met initiatiefnemers en de gemeente Boxtel worden gesloten.

Artikel 10 Beslissing college in gevallen waarin de regels niet voorzien

In gevallen waarin deze beleidsregels kunst in de openbare ruimte niet voorzien, beslist het college.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na openbare bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Kunst in de Openbare ruimte’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 27 november 2018

Burgemeester en wethouders van Boxtel,

De gemeentesecretaris,

H. van Berkel

De burgemeester,

M. Buijs

Bijlage - Aanvraagformulier ‘Verzoek toestemming plaatsing van kunst in de openbare ruimte’

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling