Regeling vervallen per 12-03-2015

Beleidsregel mutatieformulier WWB, IOAW, IOAZ en BBZ

Geldend van 15-04-2008 t/m 11-03-2015

Intitulé

Beleidsregel mutatieformulier WWB, IOAW, IOAZ en BBZ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

overwegende dat het voor de rechtmatige uitvoering van de WWB, de wet IOAW, de wet IOAZ, en het BBZ noodzakelijk is een beleidsregel vast te stellen voor de nakoming en de handhaving van de inlichtingen-/medewerkingsplicht;

gelet op de artikelen:

  • -

    17, lid1, 53a, 54, lid 1, 2 en 4 WWB;

  • -

    13, lid 1, 14, lid 1, 17, lid 1, 2 en 4, 20a, lid 1 IOAW;

  • -

    13, lid 1, 14, lid 1, 17, lid 1, 2 en 4, 20a, lid 1 IOAZ;

  • -

    3, onder 4, 9, lid 1, 14 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2006;

  • -

    3, lid 1 Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz;

  • -

    2 Boetebesluit sociale zekerheidswetten.

besluit:

Vast te stellen de “Beleidsregel mutatieformulier WWB, IOAW, IOAZ en BBZ”.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

afdeling : afdeling Werk, inkomen en zorg (WIZ);

afdelingshoofd : hoofd van de afdeling Werk, inkomen en zorg (WIZ);

boete : verlaging van de uitkering door het schenden van de

inlichtingenplicht;

college : college van burgemeester en wethouders;

IOAW : Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

werkloze werknemers;

IOAZ : Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

gewezen zelfstandigen;

belanghebbende : persoon die een uitkering in het kader van de WWB, de IOAW, de IOAZ of het BBZ ontvangt;

maatregel : tijdelijke verlaging van de uitkering door het niet nakomen van de inlichtingenplicht;

uitkering : uitkering in het kader van de WWB, de IOAW, de IOAZ en het BBZ;

WWB : Wet werk en bijstand.

Artikel 2. Inlichtingen-/medewerkingsplicht en gegevenverstrekking

  • 1.

    Belanghebbende heeft op grond van artikel 17, lid 1 en 2 WWB, artikel 13, lid 1 en 2 IOAW en artikel 13, lid 1 en 2 IOAZ een inlichtingen- en medewerkingsplicht.

  • 2.

    Het college heeft op grond van artikel 53a, lid 1 WWB, artikel 14, lid 1 IOAW en artikel 14, lid 1 IOAZ de bevoegdheid te bepalen welke gegevens voor de verlening van de uitkering of de voortzetting daarvan door belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt.

  • 3.

    Belanghebbende dient voor de uitvoering aan de inlichtingen-/medewerkingsplicht en de gegevensverstrekking gebruik te maken van het mutatieformulier.

Artikel 3. Mutatieformulier

  • 1.

    Het mutatieformulier is bedoeld voor het door belanghebbende aan de afdeling doorgeven van een wijziging van gegevens die van belang zijn voor het recht op uitkering.

  • 2.

    Het afdelingshoofd stelt het mutatieformulier vast.

  • 3.

    De afdeling stuurt de nieuwe klant tegelijk met de beschikking waarbij een uitkering wordt toegekend een mutatieformulier en voor de retourzending een antwoordnummerenveloppe.

  • 4.

    De afdeling stuurt de belanghebbende een mutatieformulier met een antwoordnummerenveloppe na ontvangst van een mutatieformulier.

  • 5.

    Belanghebbende stuurt de afdeling bij wijziging van gegevens die van belang zijn voor het recht op uitkering het mutatieformulier en de op het formulier gevraagde bewijsstukken in de antwoordnummerenveloppe binnen twee dagen na de door het afdelingshoofd jaarlijks vastgestelde maandelijkse inleverdata.

  • 6.

    Als belanghebbende inkomen uit arbeid heeft, dan dient hij elke maand een mutatieformulier met een bewijsstuk van het inkomen terug te sturen. Voor inkomen uit andere uitkeringen, alimenatie en heffingskortingen geldt, dat alleen bij een wijziging het mutatieformulier teruggestuurd moet worden.

Artikel 4. Niet tijdig terugsturen van het mutatieformulier

  • 1.

    De afdeling legt bij een WWB-uitkering in overeenstemming met artikel 3, lid 4 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2006 na een schriftelijke waarschuwing een maatregel op.

  • 2.

    De afdeling legt bij een IOAW- en IOAZ-uitkering in afwijking van de artikelen 20, lid 5 van die wetten in overeenstemming met de artikelen 3, lid 1, onder b. en 4, lid 1, onder b. van het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz na een schriftelijke waarschuwing een maatregel op.

  • 3.

    De afdeling maakt de waarschuwing en de maatregel bij beschikking aan belanghebbende bekend.

 

Artikel 5. Niet behoorlijk terugsturen van het mutatieformulier

  • 1.

    Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering wordt belanghebbende gewaarschuwd als bedoeld in artikel 9, lid 4 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2006 en artikel 20a, lid 3 IOAW en IOAZ.

  • 2.

    In afwachting van het herstel van het verzuim wordt de betaling van de uitkering geblokkeerd.

  • 3.

    De afdeling legt bij een WWB-uitkering belanghebbende met toepassing van artikel 9 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2006 een maatregel op bij herhaling van de gedraging binnen 12 maanden gerekend vanaf de datum van de schriftelijke waarschuwing als bedoeld onder lid 1.

  • 4.

    De afdeling legt bij een IOAW- en een IOAZ-uitkering belanghebbende met toepassing van artikel 20a van de wet IOAW en de wet IOAZ en artikel 2 van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten een boete op bij herhaling van de gedraging binnen 2 jaar gerekend vanaf de datum van de schriftelijke waarschuwing als bedoeld onder lid 1.

  • 5.

    De afdeling maakt de waarschuwing, de maatregel en de boete bij beschikking aan belanghebbende bekend.

 

Artikel 6. Niet terugsturen van het mutatieformulier

  • 1.

    De afdeling schort het recht op uitkering van belanghebbende op vanaf de dag volgend op die dag waarop het mutatieformulier binnen had moeten zijn en geeft belanghebbende een hersteltermijn van 5 werkdagen,  na datum van verzending van de beschikking, om het mutatieformulier alsnog op te sturen.

  • 2.

    Als belanghebbende het mutatieformulier binnen de hersteltermijn als bedoeld in lid 1 terugstuurt, dan krijgt hij/zij een waarschuwing dat bij herhaling een maatregel wordt opgelegd.

  • 3.

    De afdeling trekt het besluit tot toekenning van de uitkering in met ingang van de eerste dag waarover het recht op uitkering is opgeschort, als het mutatieformulier niet binnen de hersteltermijn is ontvangen, tenzij er dringende redenen zijn hier van af te zien.

  • 4.

    De afdeling legt bij een WWB-uitkering belanghebbende naast de intrekking als bedoeld in lid 3 met toepassing van artikel 9 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2006 na een schriftelijke waarschuwing een verlaging op.  

  • 5.

    De afdeling legt bij een IOAW- en een IOAZ-uitkering belanghebbende naast de intrekking als bedoeld in lid 3 met toepassing van artikel 20a wet IOAW en wet IOAZ en artikel 2 van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten na een schriftelijke waarschuwing een boete op.

  • 6.

    Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering wordt belanghebbende gewaarschuwd als bedoeld in artikel 9, lid 4 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2006 en artikel 20a, lid 3 IOAW en IOAZ.

  • 7.

    De afdeling maakt de opschorting met hersteltermijn, de verlaging en de boete bij beschikking aan belanghebbende bekend.

Artikel 7. Citeerartikel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel mutatieformulier WWB, IOAW, IOAZ en BBZ”.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 15 april 2008.

 

Aldus op 1 april 2008 vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst

 

de secretaris,                                          de burgemeester,

 

P.C.M. van Gog                                      H.A.J. Aalderink

[Klik hier om het document te downloaden]

Artikelsgewijze toelichting