Regeling vervallen per 01-01-2015

Re-integratieverordening

Geldend van 14-03-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Re-integratieverordening

raadsbesluit

Behorende bij raadsvoorstel met nummer: 120301/6-2

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van b en w van 17 januari 2012

gelet op de bespreking van de gecombineerde commissie Beleidsontwikkeling en Evaluatie en controle van 9 februari 2012;

gelet op de artikelen 7, 8, lid 1, onder a. en 10, lid 2, en 10a van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

besluit:

  • 1.

    In te trekken de Re-integratieverordening gemeente Bronckhorst 2009.

  • 2.

    Vast te stellen de Re-integratieverordening.

HOOFDSTUK 1 Algemeen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      Wwb: Wet werk en bijstand;

    • c.

      Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • d.

      Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • e.

      Wet Suwi: Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen;

    • f.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

    • g.

      Raad: gemeenteraad van de gemeente Bronckhorst;

    • h.

      Uitkeringsgerechtigde: persoon jonger dan 65 jaar met een uitkering in het kader van de Wwb, de Ioaw of de Ioaz;

    • i.

      Niet-uitkeringsgerechtigde: persoon als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a. Wwb die staat ingeschreven bij het Uitvoeringsinstistuut werknemersverzekeringen;

    • j.

      Anw-er: persoon met een uitkering in het kader van de Algemene nabestaandenwet die staat ingeschreven bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • k.

      Werknemer in gesubsidieerde arbeid: persoon als bedoeld in artikel 10, lid 2 Wwb die staat ingeschreven bij het Uitvoeringsinstistuut werknemersverzekeringen;

    • l.

      Voorziening: activiteit gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder a. Wwb, artikel 34, lid 1, onder a. Ioaw en artikel 34, lid1, onder a. Ioaz;

    • m.

      Algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid die algemeen maatschappelijk aanvaard en niet illegaal is als bedoeld in artikel 9, lid 1 Wwb, artikel 37, lid 1, onder a. Ioaw en artikel 37, lid1, onder a. Ioaz;

HOOFDSTUK 2 Opdracht

Artikel 2. Opdracht college

  • 1. Het college biedt aan de uitkeringsgerechtigde, de niet-uitkeringsgerechtigde, de Anw-er en de werknemer in gesubsidieerde arbeid ondersteuning aan bij de arbeidsinschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid en als het noodzakelijk is een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 2. Het college houdt bij de keuze van de ondersteuning en de voorziening rekening met de mogelijkheden en capaciteiten van de personen als bedoeld in lid 1.

  • 3. Het college zorgt voor voldoende diversiteit in het aanbod van ondersteuning en voorzieningen.

  • 4. De bepalingen in deze verordening zijn ook van toepassing op de voorzieningen in het kader van de tegenprestatie als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub c van de wet.

  • 5. Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers komen niet in aanmerking voor een voorziening zoals bedoeld in lid 4.

HOOFDSTUK 3 Uitvoering

Artikel 4. Uitvoeringsregel

Het college legt in een uitvoeringsregel vast de:

  • a.

    aanvraagprocedure;

  • b.

    aangeboden voorzieningen;

  • c.

    omvang, duur en verstrekkingswijze van voorzieningen;

  • d.

    voorwaarden die voor de voorzieningen gelden.

Artikel 5. Renteloze geldlening

  • 1. Het college verstrekt aan de belanghebbende als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder i. tot en met k. voor de kosten van de voorziening een renteloze geldlening.

  • 2. De geldlening wordt omgezet in een bedrag om niet, als blijkt dat belanghebbende naar het oordeel van het college voldoende inzet heeft betoond om het beoogde doel van de voorziening en/of het traject te bereiken.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Het college kan een voorziening weigeren als:

  • a.

    belanghebbende niet behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 10 Wwb, artikel 36, lid 1 Ioaw en artikel 36, lid 1 Ioaz;

  • b.

    belanghebbende geen inwoner van de gemeente Bronckhorst is;

  • c.

    belanghebbende een beroep kan doen op een voorliggende voorziening;

  • d.

    belanghebbende de aanvraagprocedure niet heeft gevolgd;

  • e.

    de voorziening is gestart voordat het college een besluit heeft genomen;

  • f.

    volgens het college de voorziening niet of onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

  • g.

    het netto gezinsinkomen van belanghebbende als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder i. tot en met k. meer bedraagt dan 1,5 maal het toepasselijke netto wettelijk minimumloon;

  • h.

    het gezinsvermogen van belanghebbende als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder i. tot en met k. meer bedraagt dan de toepasselijke vermogensgrenzen als bedoeld in artikel 34, lid 3 Wwb.

Artikel 7. Beëindigingsgronden

Het college kan een voorziening beëindigen als:

  • a.

    belanghebbende de verplichtingen als bedoeld in de Wwb, Ioaw, Ioaz en Wet Suwi niet, niet tijdig of onvoldoende nakomt;

  • b.

    belanghebbende niet meer behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 10 Wwb, artikel 36, lid 1 Ioaw en artikel 36, lid 1 Ioaz;

  • c.

    belanghebbende geen inwoner van de gemeente Bronckhorst meer is;

  • d.

    belanghebbende algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de voorziening;

  • e.

    volgens het college de voorziening niet of onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

Artikel 8. Intrekkings- en wijzigingsgronden

1.Het college kan een besluit tot verstrekking van een voorziening geheel of gedeeltelijkintrekken of wijzigen als:

  • a.

    de activiteiten voor de uitvoering van de voorziening niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

  • b.

    belanghebbende de aan de voorziening verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of onvoldoende nakomt;

  • c.

    belanghebbende onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;

2. De intrekking en wijziging werken terug tot en met het tijdstip waarop de voorziening isverleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

3.Voor voorzieningen die zijn verstrekt in de vorm van subsidie gelden de bepalingen alsbedoeld in artikel 4:48 tot en met 4:51 Awb.

Artikel 9. Terugvorderingsgronden

  • 1. Het college kan op grond van onverschuldigde betaling als bedoeld in artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek Boek 6 de kosten van een voorziening geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de belanghebbende die niet-uitkeringsgerechtigde, Anw-er en werknemer in gesubsidieerde arbeid is, als sprake is van gehele of gedeeltelijke intrekking of wijziging van het besluit tot verstrekking van een voorziening als bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b. en c.

  • 2. Voor voorzieningen die zijn verstrekt in de vorm van subsidie geldt artikel 4:57 Awb.

Artikel 10. Subsidie- en budgetplafonds

De raad kan met toepassing van artikelen 4:25 tot en met 4:28 Awb in een uitvoeringsregel per voorziening een subsidie- of budgetplafonds vaststellen.

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Artikel 11. Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. Het college beslist in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Re-integratieverordening.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Bronckhorst van 1 maart 2012

De griffier, De voorzitter,

G.J. Mugge H.A.J. Aalderink

Toelichting op de artikelen