Regeling vervallen per 18-03-2022

Verordening Commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst 2016

Geldend van 11-10-2016 t/m 17-03-2022

Intitulé

Verordening Commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst 2016

Raadsbesluit

Behorende bij raadsvoorstel met nummer Z78156\Raad-00128/13

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van dinsdag 26 juli 2016;

gelet op de bespreking in de commissievergadering van donderdag 15 september 2016;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit:

1. De Verordening Commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst 2014 in te trekken.

2. De Verordening Commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst 2016

vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren die door of namens het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, in handen gesteld worden van de commissie tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. Door of namens het college kan worden besloten om bezwaarschriften niet door de commissie te laten behandelen.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken

    • b.

      die personele aangelegenheden betreffen

    • c.

      die belastingen en retributies betreffen

    • d.

      op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst 2015, die betrekking hebben op de maatwerkvoorziening beschermd wonen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste drie leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college kan plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. de commissie beraadslaagt in de raadkamer met een voorzitter en ten minste twee leden; onder hen degenen die bij de hoorzitting aanwezig waren.

Artikel 4 Secretarissen

  • 1. De secretarissen van de commissie zijn door het college aangewezen medewerkers.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af drie jaar nadat zij door het college van burgemeester en wethouders zijn benoemd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend .

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld indien door of namens het college wordt besloten om het bezwaarschrift in handen van de commissie te stellen.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid; (het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde)

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn voor het herstel van verzuimen;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken aan een gemachtigde betreft tijdens de behandeling van een zaak door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid (het gedurende ten minste een week voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage leggen van de stukken voor belanghebbenden);

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid (het achterwege laten van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen van belanghebbenden voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden).

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Horen van kinderen

  • 1. Het horen van kinderen die belanghebbende zijn bij een procedure die voortvloeit uit de Jeugdwet of een procedure op grond van de Wet tijdelijk huisverbod gebeurt door een deskundige. Dit kan een persoon zijn die geen lid is van de commissie bezwaarschriften.

  • 2. De deskundige brengt een schriftelijk verslag uit aan de commissie bezwaarschriften

  • 3. De deskundige heeft een specifieke opleiding gevolgd voor het horen van (meestal kwetsbare) kinderen.

  • 4. Bij het horen is geen ander persoon aanwezig dan degene die hoort en het kind dat gehoord wordt; het kind kan zich laten bijstaan.

  • 5. Het horen gebeurt nadat het kind op correcte wijze is geïnformeerd over de procedure en zoveel mogelijk op zijn of haar gemak is gesteld.

  • 6. Het verslag van het horen is primair bestemd voor de voorzitter en de leden van de commissie bezwaarschriften.

  • 7. Het kind bepaalt of het verslag dat van het horen wordt gemaakt naar de ouders/verzorgers of andere instanties gaat of niet. Het kind krijgt voldoende tijd om het verslag te bestuderen.

  • 8. Artikel 12 (quorum) van deze verordening is niet van toepassing.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en een lid aanwezig zijn.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet; de deuren worden in ieder geval gesloten indien bezwaren worden behandeld die betrekking hebben op beschikkingen voortvloeiende uit de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 3. Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie

  • 6. in plaats van een afzonderlijk verslag kan in het advies aan het bestuursorgaan of in de beslissing op bezwaar, een beknopte weergave van hetgeen ter zitting is besproken, worden opgenomen.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

      a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

      b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

      c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 2. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst 2016.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 29 september 2016,
de griffier wnd, de voorzitter,
A.R.M. Nengerman M. Besselink