Regeling vervallen per 06-01-2022

Nadere regels voor grafbedekkingen van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst

Geldend van 28-12-2010 t/m 05-01-2022

Intitulé

Nadere regels voor grafbedekkingen van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

gelet op de beheersverordening Algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst besluit

I. in te trekken de

'Nadere regels voor grafbedekkingen van de Algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst'.

II. vast te stellen de:

' Nadere regels voor grafbedekkingen van de Algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst'.

Artikel 1 Begripsbepalingen

De nader regels verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaatsen in de gemeente Bronckhorst;

  • b.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • c.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • d.

    grafbeplanting: winterharde bepaling welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • e.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot:

    1. het doen begraven en begraven houden van lijken.

    2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

    3. het verstrooien van af.

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.

  • g.

    particulier urnengraf: een graf, grafkeler daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    2. het doen verstrooien van as van een gecremeerd lijk.

  • h.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder.

  • i.

    particulier urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • j.

    urnenmuur: muur ter berging van urnen in af te dekken particulier nissen in die muur.

Artikel 2 Toestemming

  • 1. Het is verboden zonder voorafgaand overleg met de begraafplaatsbeheerder een grafbedekking en/of een gedenkteken op een graf aan te brengen, te veranderen, dan wel een inscriptie aan te brengen.

  • 2. Rechthebbenden van eigen graven worden zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld tot plaatsing van meer persoonlijke en/ of kunstzinnige voorwerpen.

  • 3. Een grafbedekking en/of een gedenkteken op een graf mag slechts worden aangebracht door de rechthebbende of met een machtiging van de rechthebbende.

Artikel 3 Het gedenkteken

  • 1. De grafbedekking, constructie-elementen, bevestigingsmiddelen enz. dienen van goede kwaliteit, bestendig materiaal en vakkundig bewerkt te zijn.

  • 2. Het is verboden een gedenkteken, een omranding of grind, marmergruis e.d. op een algemeen graf of een algemeen urnengraf aan te brengen. Beplanting is evenmin toegestaan. Bij constering wordt dit zonder meer verwijderd zonder dat de gemeente daarvoor tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.

  • 3. De lengte en de breedte van het gedenkteken op een particulier graf of een particulier urnengraf mogen de afmetingen van het graf niet overschrijden.

  • 4. Omrandingen: natuursteenbanden moeten worden gesteld op een betonfundatie.

  • 5. Liggende monumenten (zerken): zerken op particuliere graven worden geplaatst op eenroef van natuursteen of beton, waarvan lengte en breedte 10 centimeter minder dan de afmetingen van de zerk moeten zijn. De roef moet minimaal 10 centimeter dik zijn. Een natuurstenen roef wordt gesteld op een betonnen roefraam. De natuurstenen roefdelen moeten zodanig aan elkaar worden bevestigd dat omvallen uitgesloten is.

  • 6. Op een gedenkteken moet het nummer van het graf, urnengraf of afgedekte urnennis in de urnenmuur met ingehakte, opgehakte, metalen of gegraveerde cijfers worden aangebracht.

    Het nummer dient aangebracht te worden op de achterzijde van staande gedektekens. De hoogte van het nummer moet ten minste 30 millimeter zijn. De locatie van het nummer is de rechterbovenhoek. Bij liggende gedenktekens en urnengraven dient het nummer op de voorzijde van het gedenkteken te worden aangebracht. De hoogte van het nummer moet ten minste 15 millimeter zijn. De loctie van het nummer is de rechter onderhoek.

    Bij gedenktekens (afdekplaten) op de urnenmuur dient het nummer op de voorzijde te worden aangebracht. De hoogte van het nummer moet ten minste 15 millimeter zijn. De locatie van het nummmer is de rechter onderhoek.

  • 7. Gedenktekens mogen, zulks ter ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, geen afbeeldingen en/of teksten bevattten die aanstootgevend, ontsierend of kwetsend kunnen zijn voor anderen. Ook mogen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouderss,11 gedenktekens of voorwerpen daarop geen licht-, geluid- of anderszins hinder veroorzaken.

Artikel 4 Maatvoeringen

Specifieke eisen t.b.v. particulieren graven en particuliere urnengraven.

- Grootte: er dient, ter beoordeling van de afdeling Dienstverlening, een estetische verhouding te bestaan tussen het te plaatsen monument, de voor het monument beschikbare oppervlakte en de omgeving.

- Materiaal: voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, glas of duurzaam hout (bij gebruik van houten gedenktekens dient het hout te behoren tot kwaliteitsklasse A, kwaliteitseisen voor hout KVH 1995: NEN 5466) en voorzien van FSC keurmerk.

- Dikte:

  • 1.

    voor natuursteen plaatmateriaal gelden de volgende richtlijnen:

  • * de minimale dikte 30 millimeter

  • * de maximale dikte 120 millimeter.

  • 2.

    voor glazen gedenktekens gelden de volgende specifieke eisen:

    * de vrije ruimte tussen liggende gedenktekens en maaiveld of andere onderdelen van het monument dient over het gehele oppervlakte minimaal 150 millimeter te zijn.

    * staande en liggende gedenktekens moeten zijn gefabriceerd van gehard glas met een minimale dikte van 12 millimeter.

    * ondersteuningen en of bevestigingen moeten zijn gemaakt van roestvrij staal of ander duurzaam materiaal.

    * verticaal opgestelde omrandingen moeten minimaal 12 millimeter dik zijn en mogen maximaal 50 millimeter boven het maaiveld uitsteken.

Specifieke eisen t.b.v. afdekplaten voor particuliere urnennissen.

  • -

    Grootte: de afmeting van de afdekplaat dient te zijn (breedte x hoogte x dikte): 330mm x 370mm x 30mm.

  • -

    Materiaal: voor de afdekplaten mag alleen natuursteen gebruikt worden.

Artikel 5 Bijzondere bepalingen

  • 1. De werkzaamheden aan graven zijn toegestaan van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 uur en 16.30 uur.

  • 2. De werkzamaheden als hierboven omschreven mogen niet worden verricht:

    a. binnen 1 maand na de begraving

    b. bij slechte terreingesteldheid, bijvoorbeeld vorst in de grond of tijdens opdooi.

  • 3. Afval, van welke aard dan ook, ontstaan bij de werkzaamheden dient op verantwoorde wijze te worden afgevoerd en verwerkt.

  • 4. Gebreken, ontstaan ten gevolge van onvakkundig gebruik of plaatsing, behoren op een eerste aanzegging daartoe te worden hersteld.

  • 5. Reclame-uitingen, in welke vorm dan ook, mogen niet op grafbedekkingen worden aangebracht.

  • 6. Schade ontstaan als gevolg van het gebruik van transportmiddelen en of hulpmiddelen wordt hersteld door of voor rekening van de veroorzaker.

  • 7. Banken of andere zitmeubelen op of naast de graven zijn niet toegestaan en worden meteen verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op enigerlei vergoeding.

  • 8. Kapotte en niet onderhouden vazen en bloembakken worden verwijderd.

  • 9. Het is verboden grind, tegels, beplanting en dergelijke buiten de vastgestelde oppervlaktemaat van het graf te plaatsen. Deze worden verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding.

  • 10. Beplantingen die op particuliere graven of particuliere urnengraven staan mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden. Zij moeten door snoeien binnen die oppervlakte gehouden. Tevens mag de beplanting op de graven niet hoger worden dan 1,50 meter.

  • 11. Op een particulier graf urnengraf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen en eenjarige planten te planten.

Artikel 6 Losse voorwerpen op graven

  • 1. Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of ander breekbaar materiaal op een graf te leggen anders dan bedoeld voor bloemen of niet blijvende beplanting.

  • 2. Losse bloemen, planten, kransen, vazen, bloembakken en dergelijke kunnen, wanneer zij zijn verwelke of in een verwaarloosde staat verkeren, door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding.

  • 3. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twee weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe van tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. De nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking op de gemeentelijke informatiepagina in het nieuws- en advertentieblad 'Contact'.

  • 2. Zij kunnen worden aangehaald als: 'Regels grafbedekkingen'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 27 september 2011
de secretaris, de voorzitter,
P.C.M. van Gog H.A.J. Aalderink