Regeling vervallen per 26-04-2024

Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Bronckhorst

Geldend van 09-02-2011 t/m 25-04-2024

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Bronckhorst

Instructie voor medewerker leerplicht van de gemeente BronckhorstHet (naam)bestuur,Gelezen het voorstel van de (naam)secretaris van (datum);Gelet op: - artikel 16, lid 4, van de Leerplichtwet 1969 en de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten; - artikel 17 van de Leerplichtwet 1969 betreffende het aangaan van een gemeenschappelijke regeling betreffende het toezicht op naleving van de LeerplichtwetOverwegende: dat het wenselijk is om de samenhang tussen het toezicht op de naleving van de leerplicht in een instructie vast te leggen alsmede om de bestaande instructie voor de leerplichtambtenaar aan nieuwe wet- en regelgeving en nieuwe inzichten aan te passen;Besluiten: de instructie voor leerplichtambtenaar vast te stellen als volgt:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Leerplichtwet 1969;

  • b.

    college: burgemeesters en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

  • c.

    leerplichtambtenaar: de ambtenaar, door het college benoemd in de functie van leerplichtambtenaar, die de eed als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd en beschikt over een BOA bevoegdheid;

  • d.

    administratief medewerker: de ambtenaar die belast is met de ondersteuning van de leerplichtambtenaar, onder andere door het verrichten van de leerlingenadministratie en controle;

  • e.

    directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast: dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet als bedoeld in artikel 28 Wet voortgezet onderwijs (VO), artikel 47a Wet op de Expertisecentra (WEC) en artikel 8.1.8. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB);

  • f.

    ouders/verzorgers: de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen;

  • g.

    de jongere: een persoon in de leeftijd van 5 tot 18 jaar die leerplichtig of kwalificatieplichtig is; of een persoon in de leeftijd van 18 tot 23 jaar die een startkwalificatie dient te halen;

Artikel 2 Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim (artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

  • 1 Er is een leerlingenadministratie, die wordt bijgehouden door de leerplichtambtenaar en de administratief medewerker.  

  • 2 In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) opgenomen personen in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar.  

  • 3 De mutaties in de basisadministratie persoonsgegevens met betrekking tot de in lid 2 bedoelde personen worden wekelijks in de leerlingenadministratie verwerkt.  

  • 4 De administratief medewerker controleert of de mutaties van de verschillende scholen met betrekking tot in- en afschrijvingen van jongeren binnengekomen zijn. De leerplichtambtenaar onderneemt actie naar directeuren van scholen en instellingen die in gebreke gebleven zijn.  

  • 5 Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de Officier van Justitie.  

  • 6 De leerplichtambtenaar kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.  

  • 7 De administratief medewerker controleert aan het begin van het schooljaar voor het voortgezet onderwijs/middelbaar beroepsonderwijs en daarna maandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Met betrekking tot het primair onderwijs geldt dat deze controle plaatsvindt binnen zes weken na aanvang van de lessen van de school en daarna maandelijks. Bij een vermoeden van absoluut verzuim wordt een brief verstuurd. In de brief is aangegeven dat binnen 14 werkdagen gereageerd dient te worden. Als wordt teruggemeld dat er wel sprake is van een schoolinschrijving dan wordt dit gecontroleerd. Wanneer er geen reactie is gekomen op een tweede brief en de verdenking van absoluut verzuim blijft bestaan volgt een actie zoals omschreven in artikel 7 van deze instructie (absoluut verzuim).  

  • 8 Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andere school. Als deze registratie niet sluitend is, volgt in eerste instantie contact met de school die de afschrijving (zonder kennisgeving van bestemming) gemeld heeft. Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven wordt schriftelijk contact gezocht met de ouders van de jongere.  

  • 9 Bij verhuizing buiten de regio worden de schoolhistorische gegevens gezonden naar de nieuwe woongemeente.  

  • 10 De administratief medewerker stuurt de niet leerplichtige voortijdig schoolverlater een brief met het verzoek de vervolgopleiding en/of eventueel werk te melden en doet tevens het aanbod om contact op te nemen met de leerplichtambtenaar.  

Artikel 3 Leerling dossier

  • 1 De leerplichtambtenaar legt slechts een leerling dossier aan over een jongere indien de leerplichtambtenaar mondelinge, telefonische, e-mail- of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden over diens:

    • a.

      vervangende leerplicht;

    • b.

      vrijstelling van inschrijving;

    • c.

      vrijstelling van schoolbezoek;

    • d.

      (vermoeden van) absoluut verzuim;

    • e.

      (vermoeden van) relatief verzuim;

    • f.

      (vermoeden van) voortijdig schoolverlaten;

    • g.

      situatie die leidt tot bespreking in een (preventief) georganiseerd overleg (ZAT);

    • h.

      gedrag dat leidt tot melding van maatregelen zoals schorsing;

    • i.

      signalen die uiteindelijk kunnen leiden tot een van bovenstaande situaties.

  • 2 In het leerlingdossier neemt de leerplichtambtenaar de volgende gegevens op: burgerservicenummer, onderwijsnummer of administratienummer;

    • a.

      voornamen en achternaam;

    • b.

      geslacht;

    • c.

      geboortedatum en -plaats;

    • d.

      nationaliteit;

    • e.

      naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders, voogden of verzorgers;

    • f.

      school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of onderwijssoort;

    • g.

      kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

    • h.

      kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

    • i.

      aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

    • j.

      afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

    • k.

      verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

    • l.

      aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere;

    • m.

      afschrift van de melding aan de Sociale Verzekeringsbank;

    • n.

      afschrift van proces-verbaal van de jongere;

    • o.

      eventueel behaalde diploma’s.

    • p.

      persoonlijke omstandigheden die voor het halen van een startkwalificatie meegewogen moeten worden.

  • 3 3.De leerplichtambtenaar verstrekt slechts gegevens uit het leerling dossier aan derden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel 20 van het Vrijstellingsbesluit.  

     

Artikel 4 Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden (artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag terstond aan de ouders en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen de leerplichtambtenaar een besluit zal nemen. Een afschrift van de brief aan de ouders wordt aan de directeur van de betreffende school gezonden. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de medewerker leerplicht dit bij de ontvangstbevestiging aan de ouders mee en wijst hij de ouders op de mogelijkheid dat de ouders de wet overtreden indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 2 De leerplichtambtenaar geeft de ouders een termijn van ten minste een week en ten hoogste drie weken om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen. De leerplichtambtenaar kan hiervoor een formulier vaststellen.  

  • 3 De leerplichtambtenaar hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.  

  • 4 De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de zienswijze van de ouders bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk wordt vastgelegd.  

  • 5 De leerplichtambtenaar kan de jongere en/of de ouders in de gelegenheid stellen zijn zienswijze kenbaar te maken.  

  • 6 De leerplichtambtenaar kan bepalen op welke plaats aan de directeur, de ouders of de jongere de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen aan hem kenbaar te maken.  

  • 7 De leerplichtambtenaar legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerling dossier.  

  • 8 Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan tien dagen, controleert de leerplichtambtenaar of er sprake is van een medische of sociale indicatie. De leerplichtambtenaar neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de ouders. Een afschrift van de brief aan de ouders wordt aan de betreffende directeur van de school of instelling gezonden.

  • 9 De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van tien schooldagen of minder. Indien de leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de leerplichtambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.  

  • 10 De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren van de betrokken scholen en/of instelling(en) gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor tien schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.  

Artikel 5 Relatief verzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren (artikelen 2, lid 1, 4a, 21, 21a en 22 Leerplichtwet)

  • 1 De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door de administratief medewerkers. Jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs worden gemeld via de IB-groep. Jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet –bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.  

  • 2 Binnen een week meldt de administratief medewerker via de IB-groep betreffende jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de administratief medewerker binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Indien de kennisgeving niet door de directeur is gedaan, neemt de leerplichtambtenaar binnen vijf werkdagen contact op met de betrokken directeur.  

  • 3 De leerplichtambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving onverwijld contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de leerplichtambtenaar ook contact met de jongere zelf.  

  • 4 Indien er daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim heeft de leerplichtambtenaar een gesprek met de ouders/leerling. De leerplichtambtenaar maakt een verslag van het gesprek. De leerplichtambtenaar verstrekt aan de ouders en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de leerplichtambtenaar een notitie in het leerling dossier.  

  • 5 De leerplichtambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig contact met de ouders/jongere en betrokken organisaties om de verzuimsituatie zo spoedig mogelijk te beëindigen.  

  • 6 De leerplichtambtenaar draagt zorg voor terugkoppeling in het ZorgAdviesTeam van de school van zijn handelswijze, vorderingen in het onderzoek naar het vermeende verzuim of afspraken met de jongere, voor zover bekend zijn bij hem en alleen wanneer de jongere al in het ZAT besproken is.  

  • 7 De leerplichtambtenaar legt een huisbezoek af wanneer deze dat nodig acht.  

  • 8 De leerplichtambtenaar kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.  

  • 9 De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de leerplichtambtenaar in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, ook aan de jongere zelf. De leerplichtambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De leerplichtambtenaar sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs, af bij het verzuimloket van de IB-groep.

  • 10 Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de leerplichtambtenaar een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank zoals omschreven staat in artikel 17 van deze instructie. Indien de leerplichtambtenaar voornemens is om een melding bij de Sociale Verzekeringsbank te doen, dan roept hij ouders en jongere vanaf 16 jaar op voor een gesprek, waarbij hij betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank.  

  • 11 Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan maakt de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de leerplichtambtenaar de ouders en de jongere van 12 jaar of ouder op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.  

  • 12 De leerplichtambtenaar is bevoegd het laten opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van: - verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van een overtreding; en, - een eerste overtreding bij zorgverzuim; en, - verzuim van lichte aard, namelijk korter dan 16 uur binnen 4 aaneengesloten weken.

  • 13 Zodra de leerplichtambtenaar kennis neemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de leerplichtambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal op maken.  

  • 14 De leerplichtambtenaar kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 15 De leerplichtambtenaar kan aan de directeur gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan directeuren verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.  

  • 16 De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.  

Artikel 6 Absoluut verzuim van leerplichtigen en kwalificatieplichtige jongeren (artikelen 2, lid 1, 3, 4a en 4b Leerplichtwet)

  • 1 Indien blijkt dat een leerplichtige en kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat daarvoor een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de leerplichtambtenaar onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt. (zie ook artikel 3 lid 7 van deze instructie)  

  • 2 Indien niet is gebleken dat sprake is van een administratieve onvolkomenheid, zoekt de leerplichtambtenaar onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. Ouders worden uitgenodigd om op gesprek te komen. Indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de medewerker leerplicht tevens contact met de jongere.  

  • 3 Indien de ouders is aangeraden in het gesprek om de jongere in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt binnen vijf werkdagen gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het dossier. Is het advies niet opgevolgd dan volgt in principe een proces-verbaal en een melding aan de Sociale Verzekeringsbank.  

  • 4 Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de leerplichtambtenaar contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het opgetreden absolute verzuim.  

Artikel 7 Kennisgeving in- en afschrijvingen, (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen (met inbegrip van verwijdering) (artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet, artikelen 28 en 118h WVO, artikel 47a 162b WEC of artikel 8.1.8 en 8.3.2. WEB)

  • 1 De kennisgevingen van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling, de kennisgeving van afschrijving en de melding van voortijdig schoolverlaten worden door de administratief medewerker ontvangen. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier. Artikel 6, leden 3 tot en met 13, zijn van overeenkomstige toepassing.  

  • 2 Zodra de leerplichtambtenaar kennisneemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten van een jongere die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de leerplichtambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij proces-verbaal (van bevindingen) aan de officier van justitie (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet) dan wel een bericht van zijn bevindingen aan de inspecteur van de desbetreffende school of instelling (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB).  

  • 3 De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de leerplichtambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.  

  • 4 De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren. 

     

Artikel 8 Vervangende leerplicht (artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar besluit namens het college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht, als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de wet.  

  • 2 Blijkt aan de leerplichtambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de medewerker leerplicht er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen 10 werkdagen worden gevoerd.  

  • 3 De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerling dossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard binnen vijf werkdagen over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.  

  • 4 De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat het programma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders en de jongere wordt uitgelegd en hij draagt er zorg voor dat de ouders het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.  

  • 5 De leerplichtambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de toestemming voor vervangende leerplicht die op grond van artikel 3b van de wet is verleend. 

     

Artikel 9 Vrijstelling van leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs (artikel 4a en 15 Leerplichtwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar besluit namens het college op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de wet.  

  • 2 Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de leerplichtambtenaar acht op:- de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het behalen van een startkwalificatie; en, - de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs. 

     

Artikel 10 Vrijstelling van de inschrijvingsplicht (artikel 5 aanhef en onder a, b en c, alsmede de artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar neemt de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbevestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders een bericht zullen ontvangen over de ontvankelijkheid van het beroep op vrijstelling.

  • 2 Indien het vermoeden bestaat dat ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de wet, probeert de medewerker leerplicht te bewerkstelligen dat de aangewezen deskundige binnen 20 werkdagen de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring over de geschiktheid van de jongere geeft.  

  • 3 Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders binnen 10 werkdagen na ontvangst van de verklaring van de deskundige.  

  • 4 Indien de ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de medewerker leerplicht deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders mee.  

  • 5 Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan onderzoekt de medewerker leerplicht de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.  

  • 6 In het bericht aan de ouders, bedoeld in het eerste lid, deelt de medewerker leerplicht aan de ouders mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de wet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van de wet.  

  • 7 Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de wet voldoet, geeft de medewerker leerplicht de ouders een redelijke termijn, die doorgaans niet langer is dan 20 werkdagen om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.  

  • 8 Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de medewerker leerplicht aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.  

  • 9 Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c van de wet, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de medewerker leerplicht aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten.  

  • 10 De leerplichtambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren tussen de 16 en 18 jaar zijn. 

     

Artikel 11 Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is in de zin van de Leerplichtwet (artikel 1a, 1 lid 2, 1A1 en 22, lid 4 Leerplichtwet)

  • 1 Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de medewerker leerplicht contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.  

  • 2 De leerplichtambtenaar volgt het advies van de onderwijsinspectie.

  • 3 Indien een school niet voldoet aan de criteria van de wet en niet langer een school in de zin van de wet is, stelt de medewerker leerplicht de ouders van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de wet, of verzekert hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld. 

     

Artikel 12 Aanwijzing deskundige (artikel 7 Leerplichtwet)

Er worden ad hoc afspraken gemaakt met een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling geeft.

 

Artikel 13 Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming (artikel 22, lid 5 Leerplichtwet)

Indien de leerplichtambtenaar een proces-verbaal tegen de jongere in verband met relatief verzuim aan de Officier van Justitie zendt, zendt hij tevens een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming.

 

Artikel 14 Melding aan het Bureau Jeugdzorg

Indien de leerplichtambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een jongere/kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden schriftelijk mee aan de betrokken ouders. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.

 

Artikel 15 Melding aan de inspectiedienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (artikel 23 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)

De leerplichtambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot:

  • a.

    Jongeren voor wie vervangende leerplicht is goedgekeurd op grond van artikel 3b van de wet;

  • b.

    Jongeren voor wie vrijstelling van de inschrijfingsplicht bestaat op grond van artikel 5, onder a of b van de wet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • c.

    Jongeren ten aanzien van wie hij bemerkt dat deze in strijd met de voorschriften arbeid verrichten.

Artikel 16 Melding aan de Sociale Verzekeringsbank (artikel 7 Algemene Kinderbijslagwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim, meer dan 16 uur per 4 weken bij een jongere van 16 of 17 jaar die geen startkwalificatie heeft, niet staat ingeschreven op een school of deze niet regelmatig bezoekt, tenzij er sprake is van een vrijstelling.  

  • 2 De leerplichtambtenaar kan besluiten om over te gaan tot een melding indien er sprake is van verwijtbaarheid van de ouders en/of jongere, ouders en/of jongere niet willen meewerken aan afspraken om het verzuim te stoppen en/of er sprake is van recidive.  

  • 3 Alvorens de leerplichtambtenaar een melding doet bij de SVB, roept hij ouders en jongere behoorlijk op om hen van de melding op de hoogte te brengen. Tevens worden er afspraken gemaakt binnen welke termijn onder welke voorwaarden de ouders en jongere de melding ongedaan kunnen laten maken.  

  • 4 De leerplichtambtenaar zet de volgende afspraken op papier, welke naar ouders en jongere verstuurd worden: - het geconstateerde verzuim (minimaal 16 uur per 4 weken); - de ondernomen acties om dit verzuim te stoppen, welke niet hebben geleid tot het resultaat (acties van de medewerker leerplicht, gesprek, waarschuwing, melding ZAT enz.); - datum waarop de melding naar de SVB is verstuurd; - datum waarop de kinderbijslag stop gezet zal worden - voorwaarden waar ouders en/of jongere aan moeten voldoen om de melding ongedaan te maken; - evaluatiedatum (als de melding aan de SVB is gedaan, kunnen ouders en/of jongere alsnog voldoen aan de voorwaarden de melding aan de SVB ongedaan maken. Hiervoor wordt een uiterste datum genoemd. Op deze wijze hebben ouders en jongere alsnog de kans de melding ongedaan te maken).  

      

Artikel 17 Jaarverslag leerplicht (artikel 25 Leerplichtwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar doet jaarlijks een voorstel aan burgemeester en wethouders voor het (jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen) verslag aan de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid.

  • 2 De leerplichtambtenaar voert tijdig het overleg met de instanties en organisaties wier handelen (mede) in het voorstel voor het jaarlijkse verslag aan de orde wordt gesteld.

  • 3 De leerplichtambtenaar en de administratief medewerker dragen er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim tijdig voor 16 oktober, volgend op het schooljaar, beschikbaar zijn. 

     

Artikel 18 Samenwerking in de regio inzake leerplicht (artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)

  • 1 De leerplichtambtenaar voert periodiek overleg met de ambtenaren van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet. De ambtenaar neemt zonodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt de samenvatting van hetgene in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.  

  • 2 De leerplichtambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de wet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten.

    Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval: - afspraken over de beleidsregels met betrekking tot de scholen in de regio; - afspraken over de adviezen met betrekking tot het beleid die leerplichtambtenaren uit de regio geven aan de scholen in de regio; - afspraken over de organisatie en inhoud van de contacten met de regionaal werkende instellingen op het gebied van jeugdzorg en de aansluiting tussen onderwijs en arbeid; - afspraken over de organisatie en inhoud van het overleg met het Openbaar Ministerie.

  • 3 De leerplichtambtenaar doet in het regionale overleg zonodig voorstellen over: - de toepassing van artikel 14 van de wet (vrijstellingsgronden); - de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grond van artikel 11 aanhef en onder f en g van de wet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstanigheden); - de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 van de wet (onderzoek door de ambtenaar).  

  • 4 De leerplichtambtenaar pleegt overleg met de ambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de ambtenaar in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiding van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Bronckhorst.  

Artikel 19 Samenwerking met diensten en instellingen (artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet; artikel 118h, derde lid, WVO, artikel 162b, derde lid, WEC, artikel 8.3.2, derde lid, WEB)

Bijl. De leerplichtambtenaar werkt samen met onder andere de instellingen, opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Er is georganiseerde afstemming en deelname aan overleggen zoals zorgteams op scholten en netwerken binnen het jeugddomein. Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de medewerker leerplicht een regierol. De medewerker leerplicht controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren, waarheen zijn doorverwezen.

 

Artikel 20 Beleidsontwikkeling

  • 1 De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplichttaken binnen de gemeente, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en zorgt voor de verwerking hiervan in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijk beleid.  

  • 2 De leerplichtambtenaar blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van de leerplichttaken van belang zijn en zorgt voor de verwerking van die ontwikkelingen in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke beleid.  

Artikel 21 Slotbepalingen

  • 1 Deze instructie treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking.  

  • 2 Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de leerplichtambtenaar in behandeling zijn, worden zoveel mogelijk in overeenstemming met deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.  

  • 3 Het vaststellen van deze instructie wordt bekendgemaakt aan de scholen en instellingen waar leerlingen uit deze regio(naam) staan ingeschreven en aan de in bijlage 1 genoemde instellingen, door toezending van dit besluit.  

  • 4 Met het vaststellen van de instructie komt de “Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Bronckhorst” van 25 januari 2005 te vervallen.  

  • 5 De instructie wordt aangehaald als: "Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Bronckhorst 2011”.

Bijlage - Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt

Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt - bijlage bij Instructie voor de leerplichtambtenaar

Toelichting op de instructie leerplichtambtenaar

Instructie leerplichtambtenaar - toelichting