Beleidsregels medegebruik en verhuur primair onderwijs Capelle aan den IJssel 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting primair onderwijs gemeente

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

gelet op de artikelen 102, 107 en 108 van de Wet op het Primair Onderwijs en de artikelen 29 tot en met 36 van de Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting gemeente Capelle aan den IJssel 2012,

overwegende dat het noodzakelijk is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de verhuur van leegstaande lokalen binnen het primair onderwijs;

overwegende dat over de voorliggende beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting primair onderwijs gemeente Capelle aan den IJssel 2013 overeenstemming is bereikt in het Op Overeenstemming Gericht Overleg van 12 juni 2013;

overwegende dat, alhoewel het medegebruik een volledige verantwoordelijkheid is van de schoolbesturen, het tevens wenselijk is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot het medegebruik van leegstaande lokalen;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende beleidsregels:

Beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting primair onderwijs gemeente Capelle aan den IJssel 2013.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting gemeente Capelle aan den IJssel 2012 (Verordening).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • ·

      College: college van burgemeester en wethouders;

    • ·

      Medegebruik: medegebruik als bedoeld in artikel 108 WPO;

    • ·

      Verhuur: verhuur als bedoeld in artikel 108 WPO;

    • ·

      Kale huur: tegemoetkoming voor stichtingskosten, grondkosten, verzekeringen, OZB en groot onderhoud;

    • ·

      Medegebruiksvergoeding: vergoeding van de exploitatiekosten bestaande uit kosten voor onderhoud, energie- en waterverbruik, publiekrechtelijke heffingen, met uitzondering van de OZB-belasting, middelen, schoonmaak, administratie, beheer en bestuur;

    • ·

      Eenheid lokaal: de leegstand die in verhuur of medegebruik wordt gegeven, inclusief gemeenschappelijk te gebruiken ruimtes zoals speelzaal, gang, toiletten, buitenruimte et cetera;

    • ·

      Bruto vloeroppervlak van een eenheid lokaal: gemiddeld vloeroppervlak van een lokaal, alsmede het vloeroppervlak van een deel van de gezamenlijk te gebruiken ruimtes (57 m²);

    • ·

      Leegstand: leegstand als bedoeld in artikel 30 van de Verordening;

    • ·

      Commerciële activiteiten: activiteiten anders dan onderwijs en anders dan met overheid bekostigde culturele, maatschappelijke of recreatieve activiteiten;

    • ·

      Commerciële organisatie: organisatie die commerciële activiteiten uitvoert, waaronder de organisaties voor kinderopvang.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregels hebben betrekking op medegebruik of verhuur als bedoeld in artikel 108 van de WPO.

Artikel 3 Medegebruik

  • 1. Voor het in medegebruik geven van leegstand is geen toestemming van het college vereist.

  • 2. Het bevoegd gezag dient het medegebruik aan het college te melden.

  • 3. Het bevoegd gezag gaat een medegebruikovereenkomst aan met de medegebruiker.

  • 4. Het bevoegd gezag zendt een afschrift van de ondertekende medegebruikovereenkomst aan het college.

  • 5. Het bevoegd gezag stelt het college binnen 4 weken na beëindiging van de medegebruikovereenkomst op de hoogte van deze beëindiging.

  • 6. Het is het bevoegd gezag niet toegestaan om leegstand in medegebruik te geven aan een commerciële organisatie, waaronder de kinderopvang.

Artikel 4 Tariefstelling medegebruik

  • 1. Het tarief voor het medegebruik bepalen de bevoegde gezagen in onderling overleg.

  • 2. Het tarief voor het medegebruik wordt gelijktijdig herzien met de wijziging in het bekostigingsstelsel basisonderwijs.

Artikel 5 Verhuur

  • 1. Voor het verhuren van leegstaande lokalen is voorafgaande toestemming van het college vereist.

  • 2. Het bevoegd gezag dient het bedrag van de kale verhuur af te dragen aan het college.

  • 3. Het bevoegd gezag gaat een huurovereenkomst aan met de huurder voor een maximale bepaalde periode van in principe 3 jaar met daarna stilzwijgende verlenging van telkens 1 jaar.

  • 4. Het bevoegd gezag zendt een afschrift van de ondertekende huurovereenkomst aan het college.

  • 5. Het bevoegd gezag stelt het college binnen 4 weken na beëindiging van de huurovereenkomst op de hoogte van deze beëindiging.

Artikel 6 Inhoud van het verzoek tot verhuur en procedure

  • 1. Het bevoegd gezag vermeldt in zijn verzoek om toestemming tot verhuur in ieder geval:

    • a.

      De naam van de huurder;

    • b.

      Het gebouw waar de leegstand wordt verhuurd;

    • c.

      Het aantal eenheden lokaal dat verhuurd gaat worden;

    • d.

      Welke activiteiten in de verhuurde ruimte gaan plaatsvinden;

    • e.

      De aanvangsdatum van verhuur.

  • 2. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek om toestemming tot verhuur.

  • 3. Bij een gelijktijdig verzoek tot verhuur door een kinderopvangorganisatie en een commerciële organisatie niet zijnde een kinderopvangorganisatie, heeft een kinderopvangorganisatie voorrang.

Artikel 7 Huursom

  • 1. De huursom bevat herkenbare bedragen voor de volgende componenten:

    • a.

      medegebruikvergoeding (zijnde minimaal € 3.000,- en maximaal € 4.818,- per lokaal);

    • b.

      kale huur (zijnde € 3.420,- per lokaal).

  • 2. Voor de verhuur van schoollokalen wordt een huursom in rekening gebracht van minimaal € 6.342,- en maximaal € 8.238,- per lokaal.

  • 3. Deze huursom wordt iedere 5 jaar in januari door het college herzien, voor het eerst op 1 januari 2019. De huursom wordt eerder herzien indien wijzigingen hebben plaatsgevonden in het bekostigingsstelsel basisonderwijs en/of de elementen waarop de kale huur is berekend.

Artikel 8 Afdracht huursom

  • 1. De kale huur wordt door het bevoegd gezag afgedragen aan het college.

  • 2. De afdracht van de huur begint in januari 2014 en geschiedt vanaf dat moment in 2 termijnen. Jaarlijks betreft de eerste termijn de periode januari tot en met juli. Facturatie door de gemeente zal plaatsvinden in april, waarbij betaling door de schoolbesturen voor 1 juni van het betreffende jaar plaats heeft moeten vinden. De tweede termijn betreft augustus tot en met december. Facturatie van de tweede termijn door de gemeente zal plaatsvinden in oktober, waarbij betaling door de schoolbesturen vóór 1 december van het betreffende jaar plaats heeft moeten vinden.

  • 3. De huur in de eerste afdracht wordt berekend vanaf de aanvangsdatum van de huurovereenkomst tot het einde van de betreffende termijn, als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 9 Vervangende huisvesting

Het college is niet verantwoordelijk voor het bieden van vervangende huisvesting aan een medegebruiker/huurder wanneer de medegebruik- dan wel huurovereenkomst wordt beëindigd.

Artikel 10 Onderhoudsverplichtingen

Verhuur van leegstand ontslaat het bevoegd gezag niet van de onderhoudsverplichtingen, zoals opgenomen in artikel 106 WPO. Indien er sprake is van nalatigheid op dit gebied, kan het college het bevoegd gezag aansprakelijk houden voor de kosten van gevolgschades.

Artikel 11 Aanpassingen aan het gebouw

  • 1. Voor aanpassingen aan het gebouw heeft de gebruiker of huurder toestemming nodig van het bevoegd gezag en het college. Dit geldt ook als de aanpassingen verplicht zijn op grond van wet- en regelgeving dan wel anderszins.

  • 2. Indien er ten behoeve van het medegebruik of de verhuur aanpassingen nodig zijn aan het gebouw, komen de kosten hiervan niet voor rekening van het college.

  • 3. Na beëindiging van de overeenkomst, dient de in gebruik gegeven ruimte dan wel verhuurde leegstand in de oorspronkelijke staat te worden opgeleverd. Dit is de staat zoals deze door partijen bij aanvang van het medegebruik dan wel de verhuur is vastgelegd. Eventuele aanpassingen dienen weggenomen te worden. Gebruiker, dan wel huurder, bevoegd gezag en college kunnen anders overeenkomen. De kosten om de leegstand in de oorspronkelijke staat terug te brengen, komen niet voor rekening van het college.

  • 4. Bij beëindiging van het medegebruik of de verhuur worden de door de medegebruiker of huurder gedane investeringen niet door het college vergoed.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Het bevoegd gezag dat al leegstand verhuurt en waarvoor nog geen toestemming is gevraagd en verkregen van het college, wordt tot 1 januari 2014 in de gelegenheid gesteld om de huurrelatie te legaliseren. Het bevoegd gezag doet dat door alsnog toestemming te vragen. Daarbij is artikel 6 van deze beleidsregels van toepassing.

Artikel 13 Citeercitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘beleidsregels medegebruik en verhuur huisvesting primair onderwijs gemeente Capelle aan den IJssel 2013’.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 juli 2013.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt. J.F. Koen.