Beleidsregel bekostiging bewegingsonderwijs 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel bekostiging bewegingsonderwijs 2015

Het college van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op artikelen 117, 134 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikelen 115, 128 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

gezien het gevoerde op overeenstemming gericht overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente;

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregel bekostiging bewegingsonderwijs 2015

Artikel 1 Omvang en bekostiging gebruik

  • 1. De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt. Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het aantal groepen volgens het bepaalde in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van zes jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 2. Voor een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het aantal groepen volgenshet bepaalde in het vierde lid van artikel 136 WPO, respectievelijk artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC vastgestelde aantal groepen. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar, indien de school niet de beschikking heeft over een speellokaal en ten hoogste 2,25 klokuur per groep leerlingen van zes jaar en ouder.

  • 3. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor (speciaal) basisonderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van de door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 29 van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door één of meer andere scholen voor basisonderwijs, wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

  • 4. Per schooljaar bekostigt de gemeente de ingevolge het eerste en tweede lid toegekende klokuren voor het gymonderwijs aan de schoolbesturen. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling. De werkelijke afrekening van de afgenomen klokuren vindt plaats tussen schoolbesturen en de exploitant van de gemeentelijke gymzalen en sporthallen.

  • 5. Het college keert de ingevolge het derde lid vastgestelde vergoeding in twee termijnen als voorschot uit aan het bevoegd gezag; in januari 7/12 deel en in juli 5/12 deel.

  • 6. Na afloop van ieder kalenderjaar verantwoorden de schoolbesturen, vóór 1 maart, aan de gemeente op basis van de facturen van de exploitant van de gemeentelijke gymzalen en sporthallen. Niet-ingezette gelden voor gymonderwijs (minderuren) dienen vóór 1 mei van het jaar van verantwoording aan de gemeente terug te worden betaald. Meeruren komen voor rekening van de schoolbesturen en kunnen zonder tussenkomst van de gemeente worden ingekocht bij de exploitant van de gemeentelijke gymzalen en sporthallen.

Artikel 2 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze regeling betreffende, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 3 Indexering

De in de bijlage gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding worden jaarlijks bijgesteld op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer..

Artikel 4 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Beleidsregel bekostiging bewegingsonderwijs Capelle aan den IJssel 2015

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.

Capelle aan den IJssel, 18 november 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt. J.F. Koen.

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Algemeen

Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en de school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.

BasisschoolHet aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C + D):

A =

0,05 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar op de datum, bedoeld in het derde lid;

B =

0,0343 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 8 jaar en ouder op de datum, bedoeld in het derde lid;

C =

1,5642 - (het aantal leerlingen op de datum, bedoeld in het derde lid, x 0,0115), met dien verstande dat C niet kleiner is dan nul;

D =

0,0179 x het schoolgewicht, bedoeld in artikel 27, waarbij als teldatum wordt aangemerkt de datum,

bedoeld in het derde lid.

G = basisschool

Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

  • G.

    Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep 6-12-jarigen wordt maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed. Het aantal groepen is afhankelijk van het aantal formatieplaatsen. Bij de bepaling van het aantal formatieplaatsen en daarop gebaseerde aantal groepen wordt uitgegaan van de formule en bepalingen zoals vastgelegd in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 136 WPO.

  • G.

    Voor het bepalen van het aantal groepen 6-12-jarigen wordt aangesloten bij het normatieve overzicht 'splitsing aantal groepen leerlingen' zoals weergegeven in tabel 1.

  • G.

    Tabel 1 Splitsingstabel aantal groepen leerlingen Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening.

Tabel 1. Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening.

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5-jarigen

Aantal gymgroepen 6/12-jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

46

14

32

47

14

33

48

15

33

49

15

34

50

15

35

Speciale school voor basisonderwijs

In bijlage III, deel B, onder 1.2, van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Capelle aan den IJssel 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

In bijlage III, deel B, onder 2.2, van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Capelle aan den IJssel 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

Tabel 2. N-factor per onderwijssoort

Cluster

Onderwijssoort

N-factor

so

N-factor

vso

1

Visueel gehandicapte leerlingen (VISG)

12

7

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) die ook visueel gehandicapt zijn

7

7

2

Dove kinderen (DO) Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

6

6

Slechthorende kinderen (SH)

12

7

Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden (ESM)

12

7

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

71

71

3

Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG) Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ) met een lichamelijke handicap

13

7

Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK)

12

12

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

7

71

4

Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK)

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ) anders dan met een lichamelijke handicap

13

7

Kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten (PI)

10

7

Bekostiging gebruik lokalen bewegingsonderwijs

De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3. Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.

Tabel 3. Bekostigingsbedragen gebruik lokalen bewegingsonderwijs

Stichtingsjaar en omvang

Vast bedrag

Variabel bedrag

Tot 1987

-< 90 m2

€ 2.886,26

€ 350,69

-90-130 m2

€ 3.703,55

€ 443,77

-130-170 m2

€ 4.049,55

€ 478,90

-170-190 m2

€ 3.864,55

€ 523,97

-190-230 m2

€ 3.701,22

€ 577,26

-> 230 m2

€ 4.188,91

€ 645,75

Vanaf 1987

->= 252 m2

€ 3.325,94

€ 587,22

De bovenstaande normbedragen zijn bijgesteld ten behoeve van de vergoedingen voor 2014.

Voor de bepaling van een vergoeding per klokuur per week wordt het vast bedrag gedeeld door het maximaal aantal klokuren bewegingsonderwijs per week (26) en wordt gerekend met een gebruik van 40 weken op jaarbasis. Voor 2014 bedraagt de vergoeding per klokuur per week € 17,89 met als basis de vergoedingen “Vanaf 1987” en een oefenzaal -> 252 m².

.Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

  • G.

    Naast gymnastiek in een eigen lokaal van de school is er tevens gymnastiek mogelijk in een bestaande gymnastiekaccommodatie door middel van medegebruik of huur (van een andere school/de gemeente/een commerciële exploitant). Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:

    • ·

      indien de gymnastiekzaal van een andere school voor primair onderwijs wordt gebruikt, wordt het variabele deel van het klokuurbedrag aan de eigenaar vergoed;

    • ·

      indien de gymnastiekzaal van een school voor voortgezet onderwijs wordt gebruikt, wordt het vaste en het variabele deel van het klokuurbedrag vergoed.