Beleidsregels huisnummering De Bilt 2011

Geldend van 30-06-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels huisnummering De Bilt 2011

Beleidsregels huisnummering De Bilt 2011

A.Bevoegdheid tot het regelen van (huis)nummering en straatnaamgeving

De bevoegdheid tot het benoemen en nummeren van de openbare ruimtes is geregeld in de op 23 juni 2011 door de Gemeenteraad vastgestelde “Verordening naamgeving en nummering (adressen) De Bilt 2011”. De verordening legt de bevoegdheid tot het vaststellen van namen en nummers bij het college van burgemeester en wethouders. Het college kan op basis van de verordening regels vaststellen waarin is vastgelegd aan welke objecten of te onderscheiden delen daarvan nummers worden toegekend. Tevens kan het college regels vaststellen omtrent de vergoeding van kosten die voortvloeien uit het wijzigingen in (huis)nummering en straatnaamgeving.

B.Objecten die in aanmerking komen voor nummering

De volgende zaken komen in aanmerking voor toekenning van een huisnummer:

Object: een verblijfsobject, ligplaats of standplaats.

Verblijfsobject: kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-,

bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via

een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde

verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in

functioneel opzicht zelfstandig is.

Ligplaats: een deel van het openbare water dat bestemd en/of in gebruik is voor het permanent afmeren van een vaartuig.

Standplaats: een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon -, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

Bij de beoordeling of sprake is van één van genoemde objecten wordt de systematiek gevolgd van het BAG Objectenhandboek.

Voor zorginstellingen, woongroepen en studentenwoningen worden in plaats van het BAG criterium “onderwerp van goederenrechtelijke rechtshandelingen” het WOZ criterium ‘aanwezigheid van zelfstandige voorzieningen, zoals keuken, badkamer, toilet’ gebruikt

Een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt (afgebakend terrein) krijgt geen nummering. Ook aan lantaarnpalen, kasten van nutsbedrijven, geldautomaten, parkeerplaatsen, en dergelijke, mag geen nummering worden toegekend.

Bij zwaarwegende argumenten kunnen voor teelt op open grond, en bedrijfsmatige opslag, wel (tijdelijke) huisnummers toegekend worden. Dit ter beoordeling van de BAG-beheerder, in overleg met de gemandateerde voor huisnummering.

C.Situaties voor het toekennen en intrekken van huisnummers

In de navolgende situaties wordt een huisnummer verstrekt:

  • 1.

    Nieuwbouw: er is sprake van een nieuw object, waardoor een nieuw huisnummer moet worden toegekend.

  • 2.

    Sloop: een bestaand object verdwijnt, waardoor het bestaande huisnummer moet worden ingetrokken.

  • 3.

    Splitsing: één object wordt gesplitst in meerdere objecten waardoor het oude nummer moet worden ingetrokken en meerdere nieuwe nummers moeten worden toegekend.

  • 4.

    Samenvoeging: meerdere objecten worden samengevoegd tot één object, waardoor de oude huisnummers moeten worden ingetrokken en er één nieuw huisnummer wordt verstrekt.

  • 5.

    Vernummering: meerdere objecten krijgen een nieuw huisnummer, waardoor de oude huisnummers moeten worden ingetrokken.

  • 6.

    Nummering op verzoek: op verzoek van belanghebbenden of derden, indien de noodzaak daarvoor in verband met gewijzigde of te wijzigen omstandigheden is aan te tonen, kan een bestaand nummer (of adres) wijzigen, waardoor het oude nummer moet worden ingetrokken en een nieuw nummer moet worden toegekend.

Het intrekken en toekennen van nieuwe huisnummers geschiedt door middel van huisnummerbeschikkingen. Deze zijn gemandateerd aan de afdelingsmanager Beheer Openbare Ruimte en vervolgens is de bevoegdheid in ondermandaat gegeven aan de BAG-beheerder.

D.Wijze van nummeren

De volgende regels gelden bij het toekennen van het nummer zelf.

  • 1.

    Het nummer kan alleen worden toegekend binnen een officiële naamgeving. Als er nog geen straatnaam is vastgesteld dient dit eerst te gebeuren

  • 2.

    Het nummer bestaat eerst uit een getal;

  • 3.

    Indien nodig wordt het nummer gevolgd door één hoofdletter (niet een I, 0 of Q in

verband met verwarring met cijfers en andere letters);

  • 4.

    Indien nodig wordt ad 3. gevolgd door een toevoeging. Als in de toevoeging een letter voorkomt, dient dat ook een hoofdletter te zijn (niet een I, O of Q).

  • 5.

    Een eventueel bij een getal gebruikte lettercombinatie mag geen betekenis kennen

  • 6.

    De nummering is opgebouwd uit de combinatie cijfers – letter – toevoeging.

  • 7.

    Bij het toekennen van nummers bij bestaande situaties, gelden de volgende regels (afhankelijk van de bestaande situatie):

    • ·

      De nummers lopen op vanuit het centrum van de woonplaats, of vanuit een voor dit doel vast te stellen centraal punt.

Op wegen die loodrecht op deze richting liggen, nummeren volgens de richting met de wijzers van de klok mee.

In deze situatie moeten de nummers aan de ene kant oneven en aan de andere

kant even zijn. Dit geldt eveneens voor het geval dat de weg slechts aan één zijde wordt bebouwd, en voor gebouwen die niet direct aan de weg zijn gelegen. Een gekozen systeem dient zo goed mogelijk consequent te worden doorgevoerd. Bij doodlopende wegen dient de nummering vanaf de aangrenzende weg aan te vangen.

  • ·

    De nummers lopen op van noord via oost naar zuid en van west via noord naar oost. Op de tussengelegen wegen moet van de twee richtingen de dichtstbijgelegen richting worden aangehouden. Bij precies in een richting van 45° gelegen wegen ten opzichte van de noord-zuidas, moet van noord naar zuid worden genummerd.

  • ·

    De nummering geschiedt in overeenstemming met de rangorde van wegen.

Deze nummering is alleen geschikt voor nieuwe wijken die ten opzichte van de bestaande bebouwde omgeving afgezonderd zijn gesitueerd.

Bij bovenstaande wijze van toekennen van nummers, geldt dat altijd bij de per kern gehanteerde methode van nummering wordt aangesloten

  • 8.

    Wanneer een weg begint of eindigt met, dan wel onderbroken wordt door een plein dat dezelfde naam draagt als die weg, moet worden doorgenummerd alsof het plein een onderdeel van die weg is.

  • 9.

    Bij gebouwen met meer dan één hoofdtoegang dient het gebouw denkbeeldig in zoveel delen te worden verdeeld als er hoofdtoegangen zijn. Elk deel moet afzonderlijk van een nummer of een nummerreeks worden voorzien.

  • 10.

    Gebouwen met toegangen aan verschillende wegen moeten worden genummerd

volgens de nummering zoals deze plaats vindt langs de weg of straat waaraan de (hoofd)toegangen gelegen zijn.

11.Het nummeren van gebouwen met meer dan één bouwlaag waarin meer nummers

vereist zijn, moet worden begonnen bij de onderste bouwlaag met voor verblijf van mensen bestemde ruimten. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet om zowel in horizontale als verticale richting te nummeren dan dient steeds eerst te worden gekozen voor horizontaal inrichting van nummering en vervolgens verticaal in klimrichting. Wanneer de klimrichting tegengesteld is aan de richting van de nummering, dient steeds eerst te worden gekozen voor de klimrichting.

12.Bij sterk wisselende bebouwing moeten even en oneven nummers aan elkaar worden

gerelateerd.

13.Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, moet

het maximaal te verwachten aantal huisnummers worden gereserveerd.

  • 14.Voor zover niet in deze regels opgenomen, gelden de bepalingen van de Wet BAG en de NEN normen 1773 en 1774

    • E.

      Afhandeling van kosten die ontstaan door het toekennen van nieuwe huisnummers

Als de gemeente genoodzaakt is objecten te vernummeren, veroorzaakt dat overlast en financieel nadeel voor de eigenaars of gebruikers van die objecten. Hierbij valt te denken aan kosten van verhuisberichten, veranderen van briefpapier, advertenties, reclames, opdrukken en dergelijke.

Deze kosten worden gezien het evenredigheidsbeginsel niet afgewend op de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object. Er zal in zo'n geval kostenvergoeding moeten worden toegepast.

Deze kostenvergoeding is een standaardregeling die in de overgrote meerderheid van de gevallen de geleden schade compenseert.

De volgende situaties zijn denkbaar:

1. Vernummering van het eigen object op verzoek eigenaar/gebruiker

Indien aan een verzoek om het vernummeren van een object van de eigenaar of gebruiker van dat object tegemoet gekomen wordt, worden de kosten die dit met zich meebrengt niet door de gemeente vergoed. De wijze van vergoeding van die kosten wordt tijdens de bouwvergunningprocedure of in het exploitatieplan aanvullend geregeld.

2. Vernummering als autonome taak van de gemeente

  • 2.1

    Bij vernummeringen anders dan bedoeld onder 1. kan door de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object aanspraak gemaakt worden een kostenvergoeding van de werkelijke gemaakte kosten (aantoonbaar door facturen, kassabonnen, e.d.) met een maximumbedrag van € 100,- voor particulieren, per te vernummeren object;

  • 2.2

    Bij vernummeringen anders dan bedoeld onder 1 kan door de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object aanspraak gemaakt worden op een vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten (aantoonbaar door facturen, kassabonnen, e.d.) met een maximumbedrag van € 500,- voor bedrijven per te vernummeren object;

  • 2.3

    Alleen de kosten die gepaard gaan met de opmaak van nieuw briefpapier, reclame-uitingen, visitekaartjes, verhuisberichten en portokosten komen voor vergoeding als genoemd in 2.1 en 2.2. in aanmerking. Personeelskosten vallen hier niet onder;

  • 2.4

    Onder bedrijven wordt tevens verstaan: verenigingen, stichtingen, tandartspraktijken, fysiotherapiepraktijken en instellingen

De toepassing van de beleidsregels over kostenvergoeding is gemandateerd aan de afdelingsmanager van de afdeling Beheer Openbare Ruimte. In de huisnummerbeschikking wordt, indien van toepassing, tevens over de kostenvergoeding voor de aanvrager besloten.

F. Plaats en zichtbaarheid van de huisnummers

1. Zichtbaarheid

Huisnummers moeten zo dicht mogelijk bij de toegangen van het gebouw worden aangebracht op een vanaf de weg zichtbare plaats. In situaties waarbij deze directe zichtbaarheid niet aanwezig of voor handen is, moet een tweede huisnummer zodanig worden aangebracht, dat dit vanaf de weg zichtbaar is.

2. Hoogte

De afstand tussen de onderzijde van het huisnummer en het bij de toegang van het gebouw aansluitende niveau dient niet minder dan 1,75 m en niet meer dan 2,25 m te zijn. Voor aan te brengen verzamel- of verwijsborden dient een daarmee overeenkomende plaatsing te worden aangehouden.

3. Verzamel- en verwijsborden

In situaties die op onoverzichtelijke wijze op de weg aansluiten, dienen zich verzamel- en/of verwijsborden te bevinden. De aanduidingen dienen duidelijk zichtbaar te zijn.

Verzamelborden dienen te worden aangebracht nabij één van de volgende plaatsen:

  • -

    de (openbare) weg;

  • -

    de toegang van een (openbare) bij een gebouw behorende parkeergelegenheid of parkeergarage;

  • -

    de toegang van een afzonderlijk voetpad;

  • -

    de hoofdtoegang van een gebouw;

  • -

    de toegang van een galerij, gang e.d.;

  • -

    een trap of lifthal;

  • -

    een lift.

Op “verzamelborden” kan worden volstaan met het vermelden van het laagste en het hoogste nummer bijv.: 2 – 24

  • 4.

    De kleur van de bordjes is wit, de cijfers zijn zwart.

  • 5.

    In het kader van de uitvoering van de Wet BAG dienen serie garageboxen, trafo’s, alsmede stallen, schuren en andere gebouwen ten behoeve van opslag die niet in de nabijheid van de bijbehorende boerderij of woning staan en waarvan niet duidelijk is bij welke boerderij of woning deze objecten horen, een eigen huisnummer te krijgen. Deze nummering wordt in de BAG-administratie opgenomen. Op de genoemde objecten behoeven, op grond van het bepaalde in artikel 6 lid verordening naamgeving en nummering (adressen) De Bilt 2011, geen nummers te worden aangebracht.

    • G.

      Slotbepalingen

  • 1.

    Hardheidsclausule

De bovenstaande beleidsregels dienen opgevolgd te worden tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met het doel dat deze beleidsregels na streven. Bij het afwijken van deze beleidsregels zal wel rekening gehouden moeten worden met de wet BAG.

2.Publicatie en ingangsdatum

Deze beleidsregels treden een dag na de datum van bekendmaking in werking.

3.Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels vervallen de ‘beleidsregels toekennen huisnummers’, die op 28-05-2009 in werking zijn getreden.

4.Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald onder de titel ‘ Beleidsregels huisnummering De Bilt 2011’