Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen

Geldend van 20-02-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt

Gelet op artikel 26 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Overweegt dat

in artikel 26 RVV 1990 het parkeerregime op een gehandicaptenparkeerplaats wordt geregeld. Het omvat de bevoegdheid om te parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats voor een gehandicaptenvoertuig c.q. een motorvoertuig op meer dan twee wielen, waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart zichtbaar is aangebracht en een verbod om te parkeren voor andere weggebruikers. Daarnaast is geregeld dat een zogenoemde gereserveerde gehandicaptenparkeerkaart slechts mag worden gebruikt door dat gereserveerde motorvoertuig. Verder dan de bovenstaande omschrijving wordt er niets geregeld betreffende toewijzing e.d..

Besluit

vast te stellen de Beleidsregels gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaatsen.

Is er sprake van een zogenoemde gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, dan wordt deze aangeduid door bord E6 (zie bijlage) waaronder een onderbord is aangebracht met het kenteken van het betreffende motorvoertuig, artikel 26c RVV 1990.

Een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats kan worden toegekend aan een gehandicapte die geen eigen parkeergelegenheid heeft in de directe nabijheid van zijn / haar woning.

Ten aanzien van persoonlijke gehandicaptenparkeerplaatsen wordt in de Wegenverkeerswet 1994 niets geregeld betreffende de normstelling bij toekenning. De wet heeft dit wel geregeld ten aanzien van de algemene gehandicaptenparkeerplaats. Een medische keuring voor een persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats is derhalve niet verplicht, tenzij de gemeente beleid ter zake ontwikkelt. In de praktijk zou dit betekenen dat elk verzoek om een gehandicaptenparkeerplaats in principe gehonoreerd dient te worden. Dit is voor de gemeente De Bilt een ongewenste situatie.

De gemeente De Bilt heeft, om te voorkomen dat elk verzoek voor een gehandicaptenparkeerplaats gehonoreerd dient te worden, het volgende algemeen beleid ontwikkeld en om alleen bij wijze van uitzondering een parkeerplaats aan een niet-bestuurder te verlenen. Het algemeen beleid is gesplitst in:

  • ·

    a. aanvraag

  • ·

    b. beoordeling

  • ·

    c. intrekking

  • ·

    d. wijzigingen

Sub a. Aanvragen van een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats

Het aanwijzen van een gereserveerde persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats vindt plaats via een besluit. Dit houdt in dat een aanvraag voor een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats dient te gebeuren op basis van de artikelen 4:1 tot en met 4:6 Algemene wet bestuursrecht.

Dit houdt concreet voor de aanvrager in: een schriftelijk verzoek aan het college van burgemeester en wethouders door middel van een aanvraagformulier.

Sub b. Beoordeling van een aanvraag voor een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats

Een aanvraag voor een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats wordt beoordeeld aan de hand van de volgende beleidsuitgangspunten:

Sub b.1 Als de aanvrager houder is van een Gehandicaptenparkeerkaart bestuurder

  • ·

    De aanvrager moet in het bezit zijn van een landelijke gehandicaptenparkeerkaart (GPK) bestuurder (B).

  • ·

    De gemeente zal bij de eventuele toewijzing van een gehandicaptenparkeerplaats zoveel mogelijk rekening houden met de voorkeur van de aanvrager. De gemeente houdt echter het recht een andere plaats toe te wijzen.

  • ·

    Een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats wordt alleen toegekend aan een gehandicapte die geen eigen parkeergelegenheid heeft aan de openbare weg in de directe nabijheid van zijn / haar woning. Om dit vast te stellen vindt gedurende een week (7 aaneen gesloten dagen) op willekeurige momenten een telling plaats van de in een straal van 100 meter afstand van de woning beschikbare parkeerplaatsen. Deze afstand staat gelijk aan de maximale loopafstand van belanghebbende van 100 meter, welke afstand geldt als criterium voor de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten (Paragraaf 1, Regeling gehandicaptenparkeerkaart 2001).

  • ·

    De afstand van 100 meter wordt altijd gemeten vanaf de hoofdingang van de woning / het appartementencomplex / het flatgebouw.

  • ·

    Bij voornoemde telling wordt geen rekening gehouden met tijdelijke piekbelasting van de beschikbare parkeerplaatsen in geval van bijzondere activiteiten zoals bij voorbeeld een weekmarkt of bazaar.

  • ·

    Een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats kan worden toegekend wanneer minimaal twee keer op willekeurig gekozen tijdstippen geen parkeerplaats beschikbaar is.

Sub b.2 Als de aanvrager houder is van een Gehandicaptenparkeerkaart passagier

  • ·

    De aanvrager moet in het bezit zijn van een landelijke gehandicaptenparkeerkaart (GPK) passagier (P).

  • ·

    Indien kan worden aangetoond dat belanghebbende niet alleen kan worden gelaten en bovendien slechts op een zeer inspannende en tijdrovende wijze uit de auto naar de woning en vanuit de woning naar de auto vervoerd kan worden, kan een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats worden toegekend.

  • ·

    Een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats wordt niet toegekend indien de belanghebbende de beschikking heeft over een rolstoel/duwwagen en met behulp hiervan de afstand tussen de parkeerplaats en het woonadres kan worden overbrugd. Daarbij geldt dat het verkeerstechnisch geen bezwaar mag opleveren wanneer in de directe omgeving van het woonhuis in tweede linie wordt gestopt teneinde de belanghebbende te begeleiden bij het in- of uitstappen.

  • ·

    Voor het beoordelen van de mate van handicap kan het college medisch advies inwinnen bij een extern medisch adviesbureau. Dit medisch advies is mede bepalend bij de beoordeling van de aanvraag.

Het toekennen / afwijzen van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats is een besluit dat valt onder de bezwaar- en beroepsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht. Het aanwijzen is een verkeersbesluit, op basis van artikel 12a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

Sub c. Intrekking gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats

Een persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats vervalt in de volgende situaties:

  • ·

    Bij verhuizing van de belanghebbende

  • ·

    Bij overlijden van de belanghebbende

  • ·

    Bij het vervallen van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart van de belanghebbende

  • ·

    Bij het niet meer in bezit hebben van een auto.

  • ·

    Bij het vervallen van het rijbewijs.

Intrekking van een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats is een besluit dat valt onder de bezwaar- en beroepsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht. Het intrekken is een verkeersbesluit, op basis van artikel 12a van het BABW.

Sub d. Wijzigingen van een gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats

De belanghebbende is verplicht wijzigingen schriftelijk door te geven aan de gemeente bij o.a.:

  • ·

    wijziging kenteken van de belanghebbende

  • ·

    wijziging plaats van de gereserveerde / persoonlijke gehandicaptenparkeerplaats

  • ·

    bij het niet meer in bezit hebben van een auto of rijbewijs

  • ·

    bij het vervallen / wijzigen van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart van de belanghebbende

  • ·

    bij overlijden van de belanghebbende

  • ·

    bij verhuizing van de belanghebbende.

Doorlooptijd aanvraag gehandicaptenparkeerplaats

De doorlooptijd vanaf de aanvraag tot de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats is:

  • ·

    van aanvraag tot besluit: 8 weken

  • ·

    besluit tot aanleg: 4 tot 8 weken.

Bijlage

Bord model E6 als bedoeld in bijlage I van het RVV 1990.