Regeling vervallen per 01-02-2014

Nota Deregulering buitenevenementen Gemeente De Ronde Venen

Geldend van 15-03-2007 t/m 31-12-2012

INLEIDING

Binnen de gemeente De Ronde Venen wordt jaarlijks tal van evenementen georganiseerd die variëren van groot naar klein. De gemeente (burgemeester) is vergunningverstrekker voor evenementen. De vergunningsplicht is een vorm van preventieve handhaving. De burgemeester kan een vergunningaanvraag weigeren indien zij van mening is dat het evenement een dreiging van de verstoring van de openbare orde en veiligheid met zich mee kan brengen. Daarnaast heeft de gemeente de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen. Een voorbeeld hiervan is de nota Evenementenbeleid De Ronde Venen Vinger aan de pols die in juni 2005 door de raad is vastgesteld.

Hoofdstuk 1. PROBLEEMSTELLING

Door de toename van het aantal evenementen, zijn de vergunningaanvragen in de gemeente De Ronde Venen ook toegenomen. Deze tendens is landelijk ook merkbaar. Onlangs is door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van het Project “Vereenvoudiging vergunningen” voorgesteld om via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een vrijstellingsmogelijkheid van de vergunningplicht te creëren voor kleine evenementen. De doelstelling van dat project is bestaande regelgeving te toetsen op effectiviteit, doelmatigheid en handhaafbaarheid. Het streven naar deregulering in zijn algemeenheid en in het bijzonder voor kleine evenementen wordt ook door de gemeente De Ronde Venen onderschreven. Kleine evenementen kenmerken zich door het feit dat zij geen of een beperkte impact op de omgeving hebben. In dit kader wordt in deze beleidsnota voorgesteld om kleine evenementen vrij te stellen van de vergunningsplicht. Dit voorstel wordt in hoofdstuk 4 nader uitgewerkt.

Daarnaast is er een categorie jaarlijks terugkerende evenementen die groter van omvang zijn en niet vrijgesteld kunnen worden van de vergunningsplicht. Maar deze jaarlijks terugkerende evenementen kenmerken zich door een consistente vorm en omvang waardoor de bepalingen uit de vergunningen ongewijzigd gehandhaafd kunnen blijven. Uit het oogpunt van betere dienstverlening en lastenverlichting is het wenselijk om voor dit soort evenementen de vergunningsprocedure niet ieder jaar te verplichten en de mogelijkheid te bieden om een meerjaarse vergunning aan te vragen. Dit voorstel wordt in hoofdstuk 5 nader uitgewerkt.

Het onderhavige beleid is niet van toepassing op binnenevenementen omdat voor dit soort evenementen met name de bepalingen uit bestaande vergunningen (bijvoorbeeld een gebruiksvergunning) of rechtstreeks uit wetgeving van toepassing zijn en niet de evenementenvergunning.

Hoofdstuk 2. DOELSTELLING

De doelstelling van dit beleid is de vergunningsplicht voor een categorie evenementen te dereguleren c.q. te vereenvoudigen. Aan deze doelstelling wordt invulling gegeven door enerzijds kleine evenementen die geen of zeer beperkt impact hebben op de omgeving vrij te stellen van de vergunningsplicht en anderzijds voor evenementen die jaarlijks terugkeren een meerjaarse vergunning te verstrekken. Dit dereguleringsbeleid beoogt een taakverlichting voor zowel de organisator van een evenement als de gemeente.

Hoofdstuk 3. REGELGEVING

De VNG heeft een aantal wijzigingen in de tekst van de evenementenartikelen 2.2.1 en 2.2.2 van de APV aangedragen. Deze wijzigingen zijn inmiddels door de raad vastgesteld. In deze beleidsnotitie wordt uitgegaan van de gewijzigde tekst. De vrijstelling van de vergunningsplicht voor kleine evenementen zoals in dit advies is voorgesteld, is geregeld in artikel 2.2.2 lid 3 van de APV. Het voorstel om jaarlijks terugkerende evenementen van grotere omvang met een meerjaarse vergunning af te doen, heeft artikel 2.2.2 lid 1 als juridische grondslag. De tekst van artikel 2.2.1 en artikel 2.2.2 van de APV is hieronder weergegeven.

In artikel 2.2.1 wordt het begrip evenementen vanuit het juridische kader als volgt omschreven: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • a.

    bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoning;

  • b.

    markten als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet;

  • c.

    kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • d.

    het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

  • e.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • f.

    het aanbieden van dienstverlening, straatartiesten, speelgelegenheden met een permanente karakter.

In lid 2 staat dat onder evenement mede wordt verstaan:

  • a.

    een herdenkingsplechtigheid;

  • b.

    een braderie;

  • c.

    een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2, op de weg;

  • d.

    een feest of wedstrijd op of aan de weg.

Artikel 2.2.2 luidt als volgt:

Lid 1: Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Lid 2 : De vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    het voorkomen of beperken van overlast;

  • c.

    de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

  • d.

    de zedelijkheid of gezondheid.

Lid 3: De burgemeester kan vrijstelling verlenen voor door hem aan te wijzen categorieën evenementen.

Lid 4: Het verbod van het eerste lid geldt niet voor de in het tweede lid, onder d, van artikel 2.2.1 voorziene gevallen, voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 3.1 Huidig beleid

In het hiervoor genoemde evenementenbeleid Vinger aan de pols wordt een categorie-indeling voor evenementen gehanteerd. Binnen dit beleid is eenzelfde onderscheid gehanteerd, maar juridisch gezien is het onvoldoende om op basis van deze categorie-indeling aan dit beleid nader invulling te geven. Er zal dus een vertaalslag naar de feitelijke situatie moeten worden gemaakt en daarbij is een juridische verfijning zoals in dit beleidsvoorstel is uiteengezet noodzakelijk. Dit beleid blijft wel onvoorwaardelijk gelden ten aanzien van de uitgangspunten, waaraan nieuwe evenementen worden getoetst.

De categorieën zoals in de nota Vinger aan de Pols zijn vermeld luiden als volgt:

  • ·

    categorie 1: evenementen in de lichte categorie Evenementen van deze categorie zijn zonder muziek of met onversterkte muziek/zang en die geen of in zeer beperkte mate belasting vormen voor de leefomgeving. Deze evenementen zijn beperkt van omvang, zijn op een beperkte doelgroep gericht of hebben een lokaal karakter, en vinden meestal overdag plaats. Er zijn geen risicofactoren aanwezig en er wordt geen inzet van hulpdiensten verwacht. Het aantal bezoekers en deelnemers is niet meer dan 500.

  • ·

    categorie 2: evenementen in de middelzware categorie Dit zijn evenementen waarbij gebruik wordt gemaakt van een omroepinstallatie, of andere geluidsmiddelen. De bezoekersgroep en de verkeersbewegingen zijn gering en hebben een beperkte invloed op de omgeving. De risicofactoren zijn niet of zeer beperkt aanwezig en er wordt geen paraatheid van hulpdiensten verwacht.

  • ·

    categorie 3: evenementen in de zware categorie Dit zijn optredens met versterkte muziek en/of zang en grootschalige evenementen. Hier gaat het om de meest belastende evenementen. De belasting betreft een grote bezoekersgroep, er wordt alcohol geschonken en er vinden veel verkeersbewegingen plaats. Er zijn risicofactoren aanwezig. Het aantal bezoekers is boven de 500.

Hoofdstuk 4. VOORSTEL MELDINGSPLICHT KLEINE EVENEMENTEN

Het is wenselijk om kleinschalige evenementen vrij te stellen van de vergunningplicht en af te doen middels een melding. Dit zijn met name de categorie 1 evenementen. In het kader van duidelijke regelgeving en behoorlijk bestuur is het echter van belang om criteria vast te stellen voor evenementen die vrijgesteld worden van de vergunningsplicht.

Meldingsplicht

In het kader van de openbare orde en handhaving kan de gemeente door de afschaffing van de vergunningsplicht voor kleine evenementen niet volledig gevrijwaard worden van haar taak. Ten eerste heeft de gemeente in haar gebied de primaire verantwoordelijkheid de veiligheid te waarborgen. Ten tweede is het vanuit een oogpunt van betere dienstverlening van belang om te waarborgen dat twee verschillende evenementen niet gelijktijdig en op dezelfde locatie plaatsvinden. Overigens is in het Evenementenbeleid “Vinger aan de pols” ook aangegeven dat het aantal (grote) evenementen niet zonder meer mag worden uitgebreid. Ten derde moet voorkomen worden dat een evenement op een locatie wordt gehouden wanneer er ook bouw- , herstel-, of wegwerkzaamheden zijn gepland door de overheid. Om aan deze eisen tegemoet te komen zal de organisator aan de gemeente kenbaar moeten maken wanneer en waar een evenement zal plaatsvinden. In concreto betekent dit dat de vergunningsplicht wordt omgezet in een meldingsplicht. De melding wordt gedaan door of namens de organisator van het evenement door middel van een zogeheten meldingsformulier. In dit meldingsformulier dat onder andere digitaal beschikbaar zal zijn, worden tevens de geldende regels en criteria opgenomen zodat de organisator het geplande evenement vooraf kan toetsen. Het meldingsformulier wordt tenminste vier weken voordat het evenement zal plaatsvinden digitaal of schriftelijk ingediend bij de gemeente. Ter advies kan de melding door de behandelende afdeling Integrale veiligheid c.a. doorgestuurd worden naar andere afdelingen en/of externe partners. Als de organisator binnen vijf werkdagen niets heeft vernomen dan mag hij ervan uitgaan dat het verzoek wordt gehonoreerd. Indien de gemeente meer onderzoekstijd nodig heeft dan wordt dat ook binnen hetzelfde tijdsbestek meegedeeld aan de organisator.

Artikel 4.1 Toetsingscriteria meldingsplicht buitenevenement

Aan alle onderstaande criteria moet zijn voldaan om in aanmerking te komen voor vrijstelling van de vergunningsplicht. Indien een evenement niet voldoet aan deze criteria dan zal de organisator alsnog via de reguliere procedure een vergunningaanvraag moeten indienen. De criteria luiden als volgt:

  • a.

    Het evenement mag niet plaatsvinden op een officiële feestdag en herdenkingsdagen.

  • b.

    Er mogen niet meer dan 500 bezoekers inclusief eventuele deelnemers tegelijkertijd aanwezig zijn.

  • c.

    Het evenement vindt tussen 09.00 uur en 22.00 uur plaats, inclusief de met geluidsoverlast gepaard gaande op- en afbouw.

  • d.

    Er zijn geen drastische verkeersmaatregelen vereist, anders dan het onttrekken van parkeerplaatsen en het eventueel afsluiten van een straat met een beperkte verkeersfunctie. Doorgaande wegen worden niet afgesloten.

  • e.

    Er worden geen grootschalige bouwwerken opgericht. Indien gebruik wordt gemaakt van een tent die toegankelijk is voor meer dan 50 personen dan is wel een aparte gebruiksvergunning vereist.

  • f.

    Akoestische muziek, een omroepinstallatie en lichte achtergrondmuziek zijn wel toegestaan, maar het (muziek)geluid mag geen ernstige geluidshinder voor de omgeving en omwonenden veroorzaken. Er worden verder geen andere apparaten in werking gebracht of andere handelingen verricht dat geluidshinder veroorzaakt voor de omwonenden.

  • g.

    De locatie dient beschikbaar en toegankelijk te zijn. Er dient gedurende het evenement geen sprake te zijn van wegwerkzaamheden, verbouwingen en andere evenementen.

Als in de praktijk blijkt dat er onduidelijkheden ontstaan, dan kan het beleid bijgesteld worden of nadere regels worden gesteld. Dit betekent ook dat in een specifieke situatie waarin het beleid niet voorziet het college dan wel de burgemeester kan beslissen. b

Artikel 4.2 Praktijkvoorbeelden

Bovenstaande criteria kunnen op diverse manieren worden geïnterpreteerd. Daarom zijn hieronder een aantal praktijkvoorbeelden van kleine evenementen opgesomd, die in principe voldoen aan de toetsingscriteria. Bij de samenstelling van deze voorbeelden is er van uitgegaan dat het aantal bezoekers op enig moment niet meer dan 500 is. Deze lijst tezamen met de toetsingscriteria kan een duidelijker handvat bieden voor andere gevallen.

Voorbeelden van meldingsplichtige evenementen

  • Ø

    braderie, rommelmarkt en beurs op openbaar terrein;

  • Ø

    optocht;

  • Ø

    buurt- en straatfeest en buurt- en straatbarbecue;

  • Ø

    dweilorkestenfestival;

  • Ø

    vakantiespeelweek;

  • Ø

    wijkconcert;

  • Ø

    brandweerdag;

  • Ø

    puzzeltocht WVA;

  • Ø

    lampionnenoptocht.

Artikel 4.3. Voorschriften

Een meldingsplichtig evenement waar geen evenementenvergunning voor is vereist, blijft onderworpen aan de algemene voorschriften zoals die voor alle evenementen zijn opgesteld. Een uitgebreide versie waarin alle voorschriften zijn opgenomen is in bijlage 1 opgenomen. De naleving van deze voorschriften kunnen door de (gemeentelijke) toezichthouders en politie worden gecontroleerd.

Artikel 4.3.1 Overige vergunningen

Op basis van hogere en andere wetgeving blijft een vergunning aanvraag wel van toepassing voor bijvoorbeeld het verstrekken van alcoholische dranken en dichte tenten. Als er bij het evenement (zwak)alcoholische dranken wordt verstrekt dan dient er een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en horecawet te worden aangevraagd. En als in het kader van een evenement een dichte tent (exclusief partytenten) voor meer dan 50 personen wordt geplaatst dan is een gebruiksvergunning vereist. Deze gebruiksvergunning kan voor onbepaalde tijd worden afgegeven. Voor deze tenten zijn de bepalingen uit de gebruiksvergunning en de voorschriften genoemd in bijlage 1 van dit beleid van kracht.

Maar deze opsomming is niet limitatief aangezien er tijdens een evenement zich meerdere situaties voor kunnen doen die ook niet vergunningsvrij kunnen plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld het organiseren van helikoptervluchten

Hoofdstuk 5. VOORSTEL MEERJAARSE VERGUNNING BEPAALDE EVENEMENTEN

Categorie 2 evenementen zijn qua omvang, aantal bezoekers en verkeersbewegingen groter dan de categorie 1 evenementen . Bij dit soort evenementen wordt geen inzet van hulpdiensten verwacht. Deze middelgrote evenementen trekken grote aantallen deelnemers en publiek. Soms van buiten de gemeentegrenzen. Omdat deze evenementen een groter impact hebben op de omgeving en veelal juridisch gezien meerdere vergunningen of ontheffingen nodig hebben kunnen deze in het kader van de openbare orde niet vrijgesteld worden van de vergunningsplicht. Veel van dit soort evenementen worden echter jaarlijks in dezelfde vorm en omvang georganiseerd. Voor deze evenementen is het daarom niet efficiënt om ieder jaar de vergunningsprocedure te verplichten.

Voor dit soort evenementen is de tussenoplossing een meerjaarse vergunning voor de komende vijf jaar te verstrekken. Dit houdt in dat een vergunning vijf jaar lang geldig is. Op deze manier is het voor de organisator niet meer nodig ieder jaar een vergunningaanvraag in te dienen. Het is wel een vereiste dat de data en locatie voor de komende vijf jaren vaststaan. Het tijdstip en de locatie van een evenement worden echter onder voorbehoud vastgelegd omdat het voor kan komen dat er tussentijds weg- en bouwwerkzaamheden door de gemeente worden gepland. Dit aspect wordt in paragraaf 5.3 nader uitgewerkt.

Indien er verkeersregelaars nodig zijn in verband met de verkeerssituatie dan is de daarvoor geldende verzamelstaat ook voor vijf jaar geldig. De verzamelstaat wordt door de burgemeester afgegeven.

De standaardvoorschriften zoals in bijlage 1 zijn opgenomen, gelden ook voor evenementen met een meerjaarse vergunning. Daarnaast kunnen specifieke en tussentijds nadere voorschriften in de vergunning worden opgenomen.

Artikel 5.1. Praktijkvoorbeelden

Hieronder is een aantal praktijkvoorbeelden van jaarlijks terugkerende evenementen opgenomen waarvan bekend is dat tot op heden deze evenementen qua vorm en omvang ongewijzigd terugkeerden. Dit overzicht biedt een duidelijker handvat voor andere evenementen.

Voorbeelden van evenementen die in aanmerking kunnen komen voor een meerjaarse vergunning:

  • Ø

    skeeler-, fiets- en wandeltochten;

  • Ø

    dweilorkestenfestival;

  • Ø

    wijkconcert;

  • Ø

    beachvolleybal;

  • Ø

    kerstmarkt

In tegenstelling tot de voorgaande evenementen blijven (jaarlijks terugkerende) grootschalige evenementen wel vergunningsplichtig volgens de reguliere vergunningsprocedure. De organisatoren van deze evenementen dienen ieder jaar een reguliere evenementenvergunning aan te vragen.

Onder een grootschalig evenement wordt verstaan; elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak waarvan de aard of de publiekaantrekkende werking vanuit een oogpunt van openbare orde en veiligheid dusdanig grootschalig is dat daarin zonder nadere ordening niet kan worden voorzien. Het verwachte aantal bezoekers bij dit soort evenementen is boven de 500 en er is inzet nodig van hulpdiensten in het kader van de veiligheid en openbare orde. Hieronder zijn een aantal praktijkvoorbeelden opgesomd.

Grootschalige evenementen die niet in aanmerking komen voor een meerjaarse vergunning zijn onder andere:

  • Ø

    Oud- en nieuwfeest;

  • Ø

    Nacht van Neptunus;

  • Ø

    Feestweek Wilnis;

  • Ø

    Feestweek Vinkeveen;

  • Ø

    AJOC-festival;

  • Ø

    Koninginnedag Vinkeveen;

  • Ø

    Koninginnedag Mijdrecht;

  • Ø

    Lentefeest.

Deze evenementen worden gekenmerkt door de volgende aspecten:

  • ·

    de vergunningaanvraag wordt altijd met de organisator doorgesproken en vaak is er vooraf een afstemmingsoverleg nodig en volgt er een evaluatiegesprek;

  • ·

    er zijn tijdens het evenement (meerdere) overheidsdiensten paraat;

  • ·

    (omvang) doelgroep vraagt om verhoogde aandacht van overheid;

  • ·

    er is advisering door minimaal 3 overheidsdiensten vereist in het kader van de vergunningverlening.

De beleidscriteria zijn echter niet limitatief. Als in de praktijk blijkt dat er onduidelijkheden ontstaan, dan kan het beleid bijgesteld worden. Dit betekent dat in een situatie waarin het beleid niet voorziet het college dan wel de burgemeester kan beslissen. b

Artikel 5.2. Aanvraagprocedure meerjaarse vergunning

De aanvraag voor een meerjaarse vergunning wordt gedaan door of namens de organisator van het evenement door middel van een zogeheten ‘aanvraagformulier voor meerjaarse vergunningen’. Het formulier dient minimaal 8 weken voor dat het evenement plaatsvindt digitaal of schriftelijk ingediend te worden. De aanvraag wordt vervolgens ter advies voorgelegd aan andere afdelingen en/of externe partners. Indien het verzoek wordt gehonoreerd dan wordt de meerjaarse vergunning onder voorbehoud afgegeven. Aan een dergelijke ontsnappingsclausule liggen een aantal redenen ten grondslag. Ten eerste plant afdeling weg- en waterbouw haar werkzaamheden op het openbare terrein maximaal een jaar vooruit. Als de jaarplanning van afdeling weg- en waterbouw bekend is, dan wordt het doorgestuurd naar de afdeling Integrale veiligheid c.a.. Deze afdeling zal vervolgens aan de hand van deze jaarplanning moeten beoordelen of evenementen waar een meerjaarse vergunning voor is afgegeven, qua tijdstip en locatie samenvalt met een eventuele weg- of bouwwerkzaamheid. Indien sprake is van zo een situatie dan wordt de organisator daarover onverwijld ingelicht en wordt de mogelijkheid geboden om een andere datum of locatie te kiezen voor het evenement.

Ten tweede heeft afdeling Groen de verantwoordelijkheid om voorafgaand aan een evenement onverharde terreinen vooraf te toetsen op draagkracht en schade. Omdat de gebruiker van het terrein de schade moet betalen, moet de begintoestand van het terrein vastgelegd worden. Daarnaast kan het voorkomen dat een terrein vlak voor een evenement veel schade heeft opgelopen door bijvoorbeeld zware regenval. Afdeling Groen heeft dan de bevoegdheid om te besluiten dat het terrein niet wordt afgegeven. De organisator wordt dan een alternatieve locatie aangeboden. Deze toetsing wordt maximaal 1 week en uiterlijk 24 uur voordat een evenement plaatsvindt, uitgevoerd. De opzichter heeft over deze aspecten direct contact met de organisator.

Wijzigingen

Indien de omvang of de vorm van het evenement in de tussenperiode wijzigt, dan is de organisator verplicht de gemeente hiervan zo snel mogelijk doch uiterlijk 6 weken voor aanvang in kennis te stellen. Afhankelijk van de wijzigingen kan de gemeente het nodig achten dat er een nieuwe vergunning aangevraagd moet worden.

Als de burgemeester van mening is dat een evenement een dreiging vormt voor de openbare orde en veiligheid, dan kan de meerjaarse vergunning tussentijds worden ingetrokken.

Artikel 5.2.1 Overige vergunningen

Op basis van hogere en andere wetgeving blijft een vergunning aanvraag wel van toepassing voor bijvoorbeeld het verstrekken van alcoholische dranken en dichte tenten. Hiervoor is hetzelfde van toepassing als aangegeven onder paragraaf 4.3.1 van deze nota.

Hoofdstuk 6. HANDHAVING

Zoals ieder beleid dient dit beleid ook gehandhaafd te worden. De handhavinginstrumenten kunnen worden onderscheiden in preventieve en repressieve maatregelen. Bij preventieve maatregelen kan gedacht worden aan de toetsing van meldingen en het opstellen van de evenementenkalender. Een ander preventief instrument is met de organisatoren die regelmatig evenementen houden in De Ronde Venen te communiceren en op de hoogte te stellen van dit beleidsvoorstel en eventuele wijzigingen.

Sanctiemiddelen zijn repressieve maatregelen. In het kader van integrale handhaving zullen de gemeentelijke toezichthouders toezicht houden op gevallen zoals:

  • -

    (grootschalige) evenementen die niet voldoen aan de toetsingscriteria voor vrijstelling van de vergunningplicht en geen vergunning hebben aangevraagd;

  • -

    alle evenementen die de standaard- of vergunningsvoorschriften overschrijden.

De burgemeester is vervolgens verantwoordelijk voor de aankondiging en het opleggen van bestuursrechtelijke maatregelen indien er een dergelijke overtreding is geconstateerd. De gemeentewet heeft beperkingen gesteld aan de toepassing van bestuursrechtelijke maatregelen. Teneinde snel en adequaat op te kunnen treden tegen bovenstaande overtredingen, dient de besluitvormingsprocedure korter te duren door een mandaat van beschikkingsbevoegdheid aan medewerkers van de afdeling Integrale veiligheid c.a. te verstrekken.

De meldingsplichtige evenementen zijn met betrekking tot het produceren van geluid aan strengere regels gebonden. Indien tijdens deze evenementen geluidshinder voor blijkt te doen, dan zijn de handhavingsambtenaren bevoegd de geluidsuitzending terstond te onderbreken en een verminderd geluidsniveau aan te geven dan wel in geval van herhaling te beëindigen.

Hoofdstuk 7. WIJZIGING VAN DE LEGES

Dit beleidsvoorstel brengt financiële consequenties met zich mee. Ten eerste zal door het afschaffen van de vergunningsplicht voor kleine evenementen geen leges in rekening worden gebracht. Ten tweede ligt bij een aanvraag van een meerjaarse vergunning de administratieve last voor de gemeente hoger dan bij de aanvraag van een reguliere evenementenvergunning, maar daarentegen geldt deze ook voor een termijn van vijf jaar. In de huidige tarieventabel van de legesverordening 2006 is geen aparte hoofdstuk voor evenementenvergunningen opgenomen en de legesverordening 2006 daarop aan te passen. Het voorstel is om bij de eerstvolgende wijziging van de legesverordening een onderscheid te maken tussen de hoogte van de leges voor meerjaarse vergunningen en reguliere vergunningen

Hoofdstuk 8. COMMUNICATIE

In het kader van dit beleid zijn er vooroverleggen geweest met de afdelingen Groen, Weg- en Waterbouw, Brandweer, Juridische zaken en de politie.

Ter voorbereiding op de besluitvorming wordt het openbare besluitvormingstraject op grond van de inspraakverordening gevolgd. Dit houdt in dat er inspraak wordt gehouden over dit ontwerpbesluit en het gedurende twee weken voor een ieder ter inzage zal liggen. Daarnaast wordt op de gemeentelijke internetpagina deze notitie uitdrukkelijk onder de aandacht gebracht. De organisatoren van buitenevenementen worden met een persoonlijke brief op de hoogte gebracht van dit beleid.

De vaststelling en de inwerkingtreding van het beleid wordt bekend gemaakt op de gemeentelijke informatiepagina van De Ronde Vener.

i2706.pdf [Klik hier om het document te downloaden]