Afvalstoffenverordening Delft 2016

Geldend van 30-12-2016 t/m 13-12-2017

Intitulé

Afvalstoffenverordening Delft 2016

De raad van de gemeente Delft;

Gelet op artikel 10:23 van de Wet Milieubeheer;

Gelezen het voorstel van het college van 27 september 2016;

BESLUIT

vast te stellen de Afvalstoffenverordening Delft 2016.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: het op voorgeschreven wijze

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen van één huishouden bestemd hulp- of bewaarmiddel, zoals een huisvuilzak, minicontainer of afvalemmer;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen van meerdere huishoudens be­stemd bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld zoals een verzamelcontainer, inpandige container, clusterplaatsen voor het aanbieden van minicontainers, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de door burgemeester en wethouders aangewezen rechtspersoon, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    inzamelaar: de door burgemeester en wethouders aangewezen (rechts)persoon, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    gebruiker van een perceel: degene die feitelijk gebruik maakt van een in de gemeente Delft gelegen perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • i.

    zwerfafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, ontstaan buiten een perceel, zoals papier, plastic flessen en blikjes;

  • j.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • k.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

  • l.

    laagdrempelige inzameling: inzameling waarbij de aanbiedplek zich op een strategische en logische plek bevindt die goed bereikbaar en toegankelijk is en waar afvalstoffen makkelijk achtergelaten kunnen worden.

Paragraaf 2 Inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college van B&W wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het college van B&W van B&W andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het college van B&W kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 4.

    Het is anderen dan de op grond van de leden 1 en 2 van dit artikel aangewezenen verboden, huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    De inzameldienst of andere inzamelaars zamelen de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk in:

  • a.

    GFT (groente-, fruit- en tuinafval)

  • b.

    PMD (verpakkingen van plastic en metaal; en drankpakken)

  • c.

    OPK (oud papier en karton)

  • d.

    (Verpakkings) Glas

  • e.

    Textiel

  • f.

    KCA (Klein Chemisch Afval)

  • g.

    Batterijen en Accu’s

  • h.

    Verpakkingen van verf, lijm, kit of hars

  • i.

    Afgedankte elektronische apparatuur

  • j.

    Grof Huishoudelijk Afval

  • k.

    Metalen

  • l.

    Bouw- en sloopafval (ongesorteerd)

  • m.

    Hout

  • n.

    Steenachtig materiaal

  • o.

    Gips

  • p.

    Vlakglas

  • q.

    Asbest en asbesthoudende afvalstoffen

  • r.

    Grof tuinafval

  • s.

    Huishoudelijk restafval

  • t.

    Autobanden

  • 2.

    Het college van B&W kan de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als genoemd in het eerste lid nader omschrijven.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

  • a.

    een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

  • b.

    een inzamelvoorziening voor de (gezamenlijke) gebruiker(s) van een (aantal) perce(e)l(en);

  • c.

    een inzamelvoorziening op buurt- of wijkniveau;

  • d.

    een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college van B&W wijst aan via welk inzamelmiddel en via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen plaats vindt.

Artikel 5 Frequentie en locaties van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    GFT wordt ten minste een maal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid wordt GFT bij hoogbouw niet afzonderlijk nabij elk perceel ingezameld als er sprake is van:

    • a.

      een slechte kwaliteit van het groente-, fruit- en tuinafval, dan wel

    • b.

      een hoog kostenniveau indien afzonderlijke inzameling plaatsvindt, dan wel

    • c.

      ongewenste effecten op de milieuhygiëne plaatsvinden,

      zulks ter beoordeling van het college van B&W

  • 4.

    Het college van B&W kan de frequentie van inzameling vast stellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente nabij elk perceel worden ingezameld.

  • 5.

    Het college van B&W bepaalt op welke plekken afval wordt aangeboden en draagt daarbij zorg voor laagdrempelige inzameling. 

Artikel 5a Artikel 5a Frequentie en locaties van inzamelen GoG

  • 1.

    In plaats van het voorgaande artikel geldt dit artikel ten aanzien van de door het college van B&W aangewezen delen van de gemeente Delft waar met toepassing van het beleidsplan ‘Grip op Grondstoffen’ huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld.

  • 2.

    PMD afval wordt ten minste een maal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 3.

    GFT wordt ten minste een maal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 4.

    OPK wordt ten minste een maal per vier weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 5.

    Het college van B&W kan de frequentie van inzameling vast stellen van de overige categorieën afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente nabij elk perceel worden ingezameld.

  • 6.

    Het college van B&W bepaalt op welke plekken afval wordt aangeboden en draagt daarbij zorg voor

Paragraaf 3 Aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 6 Aanbieden door anderen dan gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten.

Artikel 7 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    De gebruiker van een perceel is verplicht om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 eerste lid, afzonderlijk in de daarvoor bestemde inzamelmiddelen of –voorzieningen ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde verplichting geldt niet in de door het college van B&W aangewezen gebieden binnen Delft, en in de aangewezen gevallen waarin het afzonderlijk ter inzameling aanbieden redelijkerwijs niet gevergd kan worden.  

Artikel 8 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het college van B&W kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of ter beschikking gestelde inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het college van B&W kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het college van B&W kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel of inzamelvoorziening ter inzameling kunnen worden aangeboden. 

Artikel 9 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college van B&W stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijk afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Paragraaf 4 Inzamelen en aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 10

  • 1.

    Het college van B&W kan, met het oog op het duurzaam gebruik van de openbare ruimte en het terugdringen van milieuverontreiniging, gebieden aanwijzen waar het inzamelen en ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan beperkingen is onderworpen.

  • 2.

    Als een van deze beperkingen kan worden bepaald dat bedrijfsafvalstoffen die qua omvang aard en samenstelling gelijk zijn aan huishoudelijke afvalstoffen, door de inzameldienst tegelijk met het huishoudelijk afval kunnen worden ingezameld.

  • 3.

    Het college van B&W stelt deze beperkingen vast. De beperkingen kunnen uitsluitend betrekking hebben op de plaatsen waar, de dagen waarop en de tijdspanne waarbinnen inzameling van bedrijfsafvalstoffen plaats vindt.

  • 4.

    Binnen de aangewezen gebieden zijn op het inzamelen en ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen de paragrafen 2 en 3 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 5 Zwerfafval

Artikel 11 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college van B&W bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college van B&W kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

  • a.

    het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

  • b.

    het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

  • c.

    voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 12 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter in zameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of anderszins te behandelen waardoor er zwerfaafval ontstaat.

Artikel 13 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een inzamelmiddel in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin de klant afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat het inzamelmiddel deugdelijk is en steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 14 Ongeadresseerd reclamedrukwerk

Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner ervan of gebruiker ervan duidelijk kenbaar heeft gemaakt, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een zogenaamde ‘ja-nee’ of ‘nee-nee’-sticker, geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk.

Artikel 15 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 16 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

  • a.

    direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

  • b.

    direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

  • c.

    indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 17 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college van B&W kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 18 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 19 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel Onderwerp

Artikel 2 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Artikel 6 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Artikel 7 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

artikel 10 Het inzamelen en aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 9 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 11 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 12 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 13 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 14 Ongeadresseerd reclamedrukwerk

Artikel 15 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 16 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 17 Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 18 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 20 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de daartoe aangewezen ambtenaren van de afdeling Veiligheid, Toezicht en Handhaving van de gemeente Delft.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    De Afvalstoffenverordening 2013 voor de gemeente Delft wordt ingetrokken.

Artikel 22 Overgangsbepaling

  • 1.

    Op grond van de Afvalstoffenverordening 2013 verleende vergunningen en ontheffingen alsmede opgelegde voorschriften en beperkingen blijven van kracht, voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft is vervat in deze verordening

  • 2.

    Een ingediende aanvraag waarop bij inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt beschouwd als ingediend onder deze verordening.

  • 3.

    Op grond van de Afvalstoffenverordening 2013 genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten blijven van kracht, voor zover het onderwerp waarop deze betrekking hebben is vervat in deze verordening.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Afvalstoffenverordening 2016 van de gemeente Delft.

   

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 december 2016

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart ,burgemeester

Drs. R.G.R. Jeene CMC ,griffier