Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening planschadeadvisering gemeente Doetinchem 2008 (Planschadeadviseringsverordening 2008)

Geldend van 17-07-2008 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Verordening planschadeadvisering gemeente Doetinchem 2008 (Planschadeadviseringsverordening 2008)

De raad van de gemeente Doetinchem;

gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3.3 van het Besluit ruimtelijke ordening juncto artikel 6.7 van de Wet ruimtelijke ordening;

besluit:

vast te stellen de Verordening planschadeadvisering gemeente Doetinchem 2008.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: een aanvraag om een tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet;

  • b.

    aanvrager: degene die een aanvraag om een tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet juncto afdeling 4.1.1 van de Awb indient;

  • c.

    adviseur: een persoon of commissie als bedoeld in artikel 6.1.1.1 van het besluit die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de raad of het college en die belast is met de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking;

  • d.

    besluit: het op grond van artikel 6.7 van de wet vastgestelde Besluit ruimtelijke ordening;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    derde-belanghebbenden: degenen als bedoeld in artikel 6.4a, lid 2 en lid 3 van de wet, die de gemeente hebben verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een planologische maatregel te nemen als genoemd in artikel 6.1, lid 2 van de wet, niet zijnde een maatregel als bedoeld in de artikelen 6.8 en 6.9 van de wet, en die met de gemeente een overeenkomst hebben gesloten, inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor hun rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit van het college op dit verzoek en waarvan aanvrager een tegemoetkoming vraagt;

  • g.

    drempelbedrag: een recht als bedoeld in artikel 6.4, lid 1 van de wet;

  • h.

    gemeente: de gemeente Doetinchem;

  • i.

    partijen: de aanvrager, het college, eventuele andere betrokken bestuursorganen en derde-belanghebbenden;

  • j.

    planologische maatregel: een planologische maatregel als bedoeld in artikel 6.1, lid 2 van de wet;

  • k.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1 lid 1 van de wet;

  • l.

    planschadebeoordelingscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 6.1.1.1 van het besluit die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de raad of het college en die belast is met de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking;

  • m.

    planschaderisicoanalyse: een onderzoek, voorafgaand aan een voorgenomen planologische maatregel, waarbij wordt nagegaan of die beoogde maatregel tot planschade leidt, en zo ja, in welke omvang;

  • n.

    raad: de gemeenteraad;

  • o.

    wet: de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2: Toepassing van deze verordening

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de aanwijzing van een adviseur en op de wijze waarop deze tot een advies komt ingeval het college een besluit dient te nemen op een aanvraag als hiervoor omschreven.

  • 2. Tevens voorziet deze verordening in nadere bepalingen omtrent:

    • a.

      de wijze van indienen en de behandeling van aanvragen om een tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet;

    • b.

      het drempelbedrag;

    • c.

      de behandeling van aanvragen om een tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet;

    • d.

      de benoeming, het ontslag, de samenstelling en de onafhankelijkheid van de adviseur.

Artikel 3: Indiening aanvraag

Een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet wordt bij het college ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 4: Drempelbedrag

  • 1. In het bewijs van ontvangst als bedoeld in artikel 6.1.2.1 van het besluit wijst het college de aanvrager er conform artikel 6.4, lid 2 van de wet op dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van het bewijs van ontvangst op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

  • 2. Indien het drempelbedrag niet binnen de in lid 1 genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager conform artikel 6.4, lid 2 van de wet niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.

  • 3. Het drempelbedrag bedraagt € 500,-.

Artikel 5: Doorzenden aanvraag

Van de aanvraag zendt het college een afschrift aan de derde-belanghebbende en eventuele andere betrokken bestuursorganen.

Artikel 6: Benoeming, ontslag, samenstelling en onafhankelijkheid van de planschade-beoordelingscommissie

  • 1. De planschadebeoordelingscommissie bestaat uit ten minste twee en ten hoogste drie door het college benoemde leden.

  • 2. Voor elk lid van de planschadebeoordelingscommissie benoemt het college een plaatsvervanger.

  • 3. De leden van de planschadebeoordelingscommissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de raad of het college.

  • 4. Het college benoemt uitsluitend leden die gelet op hun ervaring en expertise en blijkens hun opleiding deskundig zijn op het gebied van planschadeadvisering en die in staat zijn gedegen adviezen uit te brengen ten behoeve van op aanvragen te nemen beslissingen.

  • 5. Het college ontslaat een lid:

    • a.

      op zijn verzoek;

    • b.

      indien deze een ambt of betrekking heeft aanvaard die niet verenigbaar is met de functie als lid van de planschadebeoordelingscommissie.

  • 6. De planschadebeoordelingscommissie wordt zodanig samengesteld dat ten minste één van de leden een juridische achtergrond heeft en ten minste één van de leden kennis heeft op financieel-economisch gebied met betrekking tot de taxatie van onroerende zaken.

  • 7. De planschadebeoordelingscommissie wijst zelf een rapporteur uit haar midden aan.

  • 8.

    • a.

      Een lid van de planschadebeoordelingscommissie dat in het kader van de voorbereiding van een bestemmingsplan of van een andere planologische maatregel als genoemd in artikel 6.1, lid 2 van de wet een planschaderisicoanalyse heeft opgesteld, onroerend goed heeft getaxeerd of vergelijkbare werkzaamheden heeft verricht dan wel andere werkzaamheden heeft verricht waardoor zijn onafhankelijkheid in het geding zou kunnen komen, neemt geen zitting in de planschadebeoordelingscommissie voor zover de commissie ten behoeve van aanvragen om een tegemoetkoming in de planschade op grond van dat bestemmingsplan of die andere planologische maatregel adviseert.

    • b.

      Indien een lid van de planschadebeoordelingscommissie ingevolge lid 8, sub a geen zitting in de planschadebeoordelingscommissie heeft, wordt deze ten behoeve van aanvragen als bedoeld in lid 8, sub a vervangen door zijn plaatsvervanger dan wel door een van de andere twee plaatsvervangers, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

Artikel 7: Opdrachtverstrekking

  • 1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, verstrekt het college uiterlijk binnen acht weken na de dag van verzending van het bewijs van ontvangst als bedoeld in artikel 6.1.2.1, lid 2 van het besluit aan de planschadebeoordelingscommissie de opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen.

  • 2. De termijn van acht weken kan één keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

  • 3. Het college stelt de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen en derde-belanghebbenden schriftelijk in kennis van de opdrachtverstrekking.

  • 4. Afhankelijk van de eenvoud, de aard en de omvang van de aanvraag kan het college in afwijking van het bepaalde in lid 1 besluiten, een enkelvoudig adviseur als bedoeld in artikel 1, aanhef en sub c in te schakelen voor het uitbrengen van het advies.

Artikel 8: Wraking van de adviseur

  • 1. Op verzoek van een of meer van de partijen kan de enkelvoudige adviseur dan wel kan elk van de leden van de planschadebeoordelingscommissie die over de op de aanvraag te nemen beslissing adviseert, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onafhankelijkheid van de enkelvoudige adviseur dan wel van de planschadebeoordelingscommissie in het geding zou kunnen komen.

  • 2. Het wrakingsverzoek als bedoeld in lid 1 dient binnen twee weken na de dag van verzending van de mededeling als bedoeld in artikel 6.4 lid 2 van de wet schriftelijk en voorzien van een motivering bij het college kenbaar te worden gemaakt.

  • 3. Aanstonds na een verzoek tot wraking als bedoeld in lid 1 wordt de behandeling van de aanvraag geschorst.

  • 4. De enkelvoudige adviseur dan wel een lid van de planschadebeoordelingscommissie van wie wraking is verzocht, kan in de wraking berusten.

  • 5. Het college beslist binnen vier weken op het wrakingsverzoek als bedoeld in lid 1.

  • 6. De termijn van vier weken kan één keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

  • 7. De beslissing van het college als bedoeld in lid 5 is gemotiveerd en wordt aan de partijen bekendgemaakt.

  • 8. Tegen de beslissing van het college als bedoeld in lid 5 staan geen rechtsmiddelen open.

Artikel 9: Informatieplicht

  • 1. Het college stelt aan de adviseur de aanvraag en alle op de zaak betrekking hebbende informatie ter beschikking.

  • 2. De adviseur is bevoegd om aan partijen binnen een door de adviseur gestelde termijn overlegging van nadere gegevens of stukken te gelasten.

Artikel 10: Zienswijzen

  • 1. De adviseur stelt de aanvrager, het college, eventuele andere betrokken bestuursorganen en derde-belanghebbenden in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag.

  • 2. In geval een of meer partijen voor een mondelinge toelichting opteren, bepaalt de adviseur dag, tijd en plaats van de hoorzitting.

  • 3. Vindt er een hoorzitting plaats als bedoeld in lid 2, dan draagt de adviseur er zorg voor dat van de hoorzitting een verslag wordt gemaakt.

  • 4. Het verslag als bedoeld in lid 3 maakt deel uit van het definitieve advies van de planschadebeoordelingscommissie.

Artikel 11: Plaatsopneming

De adviseur stelt zich ter plaatse op de hoogte van de situatie, tenzij naar zijn mening uit de inhoud van de aanvraag aanstonds blijkt dat deze behoort te worden afgewezen of niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

Artikel 12: Inlichtingen en adviezen bij derden

  • 1. De adviseur kan inlichtingen en adviezen bij derden inwinnen.

  • 2. Indien met het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van adviezen door derden kosten gemoeid zijn, oefent de adviseur deze bevoegdheid eerst uit na instemming van het college.

Artikel 13: Termijn uitbrengen concept advies

  • 1. De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit over de gegrondheid van de aanvraag en, indien er sprake is van een tegemoetkoming in de planschade, over de hoogte van de te vergoeden tegemoetkoming.

  • 2. Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur de partijen schriftelijk in kennis met vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen het conceptadvies zal worden uitgebracht.

Artikel 14: Reactie op concept advies

Alvorens de adviseur haar definitieve advies uitbrengt, dient zij de partijen gedurende een termijn van vier weken in de gelegenheid te stellen om schriftelijk op het concept advies te reageren.

Artikel 15: Termijn uitbrengen definitief advies

  • 1.

    • a.

      Bij tijdige ontvangst van een of meer reacties als bedoeld in artikel 14 brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in artikel 14 bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college.

    • b.

      De adviseur kan de termijn van vier weken eenmalig met vier weken verlengen, van welke verlenging hij mededeling doet aan het college.

  • 2. Indien niet binnen de in artikel 14 bedoelde termijn een reactie is ingebracht, brengt de adiseur binnen twee weken na verloop van die termijn een definitief advies uit aan het college.

Artikel 16: Afschriften definitief advies

De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies ter kennisneming aan de partijen.

Artikel 17: Maatregelen en voorzieningen

Op verzoek van het college doet de adviseur voorstellen voor het treffen van maatregelen en voorzieningen in de zin van artikel 6.1.3.4 van het besluit waardoor anders dan door middel van een financiële tegemoetkoming aan de schade tegemoet kan worden gekomen.

Artikel 18: Voorschot

Op verzoek van het college brengt de adviseur een advies uit over de toekenning van een voorschot als bedoeld in artikel 6.1.3.7 van het besluit.

Artikel 19: Beschikking van het college

Het college maakt zijn besluit als bedoeld in artikel 6.1.3.6 van het besluit bekend aan de partijen.

Artikel 20: Uitbetaling

Indien het college tot een tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 van de wet besluit, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening direct na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

Artikel 21: Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 juli 2008.

  • 2. Deze verordening geldt uitsluitend voor aanvragen om een tegemoetkoming in de planschade die na de inwerkingtreding van de wet (op 1  juli 2008) zijn ingediend. Voor alle overige aanvragen blijft de Procedureregeling planschadevergoeding 2005 zoals op 5 juli 2005 door het college is vastgesteld, onverkort van toepassing.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening planschadeadvisering gemeente Doetinchem 2008.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de gemeenteraad van Doetinchem op 10 juli 2008,

griffier
voorzitter