Regeling vervallen per 01-01-2024

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Edam-Volendam

Geldend van 29-07-2016 t/m 31-12-2023

Intitulé

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Edam-Volendam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam,

gelet op artikel 3, eerste lid van de Algemene subsidiesubsidieregeling Edam-Volendam alsmede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Awb vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

overwegende dat het gewenst is het behoud van monumentale panden binnen de gemeente Edam-Volendam te bevorderen;

B E S L U I T:

vast te stellen de SUBSIDIEREGELING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN EDAM-VOLENDAM.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze subsidieregeling verstaat onder:

  • a.

    eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument staat ingeschreven;

  • b.

    bouwhistorisch onderzoek: het onderzoek naar de bouwhistorie en gebruiksgeschiedenis van een gebouw, te onderscheiden in een inventarisatie, verkenning, opname of ontleding, zoals bedoeld in de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek;

  • c.

    gemeentelijk monument: een onroerende zaak die of terrein dat is aangewezen als gemeentelijk monument zoals bedoeld in artikel 2 van de Erfgoedsubsidieregeling Gemeente Edam-Volendam 2010;

  • d.

    instandhoudingwerkzaamheden: werkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en/of het herstel van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument;

  • e.

    Monumentenwacht Noord-Holland: een onafhankelijke particuliere stichting die periodiek inspecties aan monumenten verricht;

  • f.

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • g.

    subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor het sober en doelmatig in stand houden en/of het herstel van een gemeentelijk monument;

  • h.

    Van Sliekerpand: een pand dat voorkomt op de lijst met panden vermeld in bijlage 1 (Panden Van Sliekerfonds Edam);

  • i.

    verordening: Algemene subsidieverordening Edam-Volendam.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieregeling

  • 1. Deze subsidieregeling is van toepassing op:

    • a.

      subsidies voor instandhoudingwerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten, zoals genoemd in artikel 9;

    • b.

      subsidies voor bouwhistorisch onderzoek, uitgevoerd als indieningsvereiste voor een aanvraag om omgevingsvergunning, aan gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten in de gemeente Edam-Volendam, zoals genoemd in artikel 14.

  • 2. Indien in deze subsidieregeling wordt gesproken van gemeentelijk monument is het bepaalde zowel op het gemeentelijk monument als op het Van Sliekerpand van toepassing.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing op het onder het eerste lid, onder b bepaalde.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Het college kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het college verdeelt het voor de verstrekking van subsidie beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Artikel 4 Subsidietoekenning

Ter tegemoetkoming in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden kan alleen aan de eigenaar van een gemeentelijk monument een subsidie worden verleend.

Artikel 5 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie, zoals bedoeld in artikel 4 bedraagt 50% van de door het college vastgestelde subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,-.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde maximale subsidiebedrag kan in een periode van vijf jaar na de eerste aanvraag ten hoogste eenmaal worden verleend.

Artikel 6 Aanvraag subsidie

  • 1. Onverminderd artikel 6 van de verordening wordt een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a schriftelijk door de eigenaar bij het college ingediend op een daartoe beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde aanvraagformulier gaat vergezeld van de volgende stukken:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat of het bouwkundig inspectierapport van het monument waarin de gebreken van het monument nauwkeurig staan vermeld;

    • b.

      tekeningen of foto’s van de bestaande situatie;

    • c.

      voor zover van toepassing tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • d.

      een bestek of werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan;

    • e.

      een begroting, niet ouder dan twee jaar, gespecificeerd naar activiteit, mensuren en materialen;

    • f.

      een verleende omgevingsvergunning (indien de instandhoudingwerkzaamheden als vergunningplichtig zijn aangemerkt) voor de instandhoudingwerkzaamheden zoals beschreven in de subsidieaanvraag.

  • 3. Het college kan bepalen dat naast de in het tweede lid genoemde bescheiden nog andere stukken moeten worden overgelegd.

Artikel 7 Verlening subsidie

  • 1. Het college besluit binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie.

  • 2. Het college kan het nemen van een besluit met ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidiabele kosten omvatten de door het college goedgekeurde bedragen van:

    • a.

      de aanneemsom;

    • b.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

    • c.

      de kosten van de architect en van de constructeur;

    • d.

      de verschuldigde omzetbelasting, voor zover deze niet kan worden verrekend;

    • e.

      eventueel noodzakelijk meerwerk, voor zover direct na constatering schriftelijk gemeld en door het college goedgekeurd;

    • f.

      de kosten voor het opstellen van een instandhoudingplan;

    • g.

      de legeskosten voor een omgevingsvergunning, activiteit monument;

    • h.

      de kosten van het lidmaatschap alsmede de inspectiekosten van de Monumentenwacht Noord-Holland;

    • i.

      de kosten van de CAR-verzekering;

  • 2. Als de instandhoudingwerkzaamheden in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd worden alleen de materiaalkosten tot de subsidiabele kosten gerekend.

Artikel 9 Instandhoudingwerkzaamheden

De in artikel 2 bedoelde instandhoudingwerkzaamheden die voor subsidie in aanmerking komen zijn:

  • a.

    herstel van het casco;

  • b.

    herstel van afzonderlijke onderdelen met monumentale waarde;

  • c.

    herstelwerkzaamheden aan het dak: het incidenteel vernieuwen van pannen, riet of het herstellen van leiwerk, het repareren en vernieuwen van zink en lood en het onderhoud van brand- en bliksembeveiliging;

  • d.

    reparaties aan windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • e.

    reparaties aan goten en regenafvoeren, het opheffen van verstoppingen, schoonmaak alsmede werkzaamheden die de waterhuishouding rondom het monument bevorderen;

  • f.

    herstelwerkzaamheden aan gevels: herstel van voeg- of pleisterwerk, reparaties aan natuursteen, baksteen, beton en houtwerk;

  • g.

    buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk aan buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren;

  • h.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling, lijstwerk en luiken;

  • i.

    herstel van dragende constructies;

  • j.

    behandeling van muur- en houtwerk ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasting;

  • k.

    herstel van glas-in-loodbeglazing en aanbrengen beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

  • l.

    het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken;

  • m.

    het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen, mechanieken en machines;

  • n.

    overige herstelwerkzaamheden die naar het oordeel van het college gericht zijn op de instandhouding van het gemeentelijk monument.

Artikel 10 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    met de instandhoudingwerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie is beslist;

  • b.

    binnen een periode van vijf jaar vóór de aanvraag met geldelijke steun van overheidswege dezelfde instandhoudingwerkzaamheden aan hetzelfde onderdeel van het gemeentelijk monument zijn uitgevoerd;

  • c.

    de voor het verrichten van de instandhoudingwerkzaamheden noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend;

  • d.

    de kosten van de instandhoudingwerkzaamheden op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt;

  • e.

    het beschermd gemeentelijk monument na het treffen van de voorzieningen niet voldoet aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het pand moeten worden gesteld.

Artikel 11 Aanvraag doorschuiven

  • 1. Het college kan een aanvraag die geweigerd wordt op grond van overschrijding van het subsidieplafond aanmerken als een aanvraag per 1 januari van het opvolgend jaar. Voor de bepaling van de volgorde van deze aanvragen is de volgorde van binnenkomst in het oorspronkelijke jaar bepalend.

  • 2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid kan voor dezelfde aanvraag slechts één keer genomen worden.

Artikel 12 Verplichtingen

De subsidie wordt verleend onder de verplichtingen, dat:

  • a.

    binnen zes maanden na het besluit tot het verlenen van de subsidie met de instandhoudingwerkzaamheden wordt begonnen;

  • b.

    de instandhoudingwerkzaamheden zijn voltooid binnen een jaar na bekendmaking van het besluit tot het verlenen van de subsidie of vóór een door het college in de subsidieverleningsbeschikking op te nemen datum;

  • c.

    de eigenaar het vervreemden van het gemeentelijk monument, gedurende de termijn tussen de verlening en vaststelling van de subsidie, meldt aan het college;

  • d.

    de eigenaar aan door het college aangewezen medewerkers van de gemeente toegang verleent tot de werkplaats(en) in het gemeentelijk monument waar de instandhoudingwerkzaamheden worden uitgevoerd;

  • e.

    de eigenaar na voltooiing van de instandhoudingwerkzaamheden het gemeentelijk monument zal bewaren en onderhouden in de staat waarin het door de instandhoudingwerkzaamheden is gebracht.

Artikel 13 Gereedmelding

  • 1. De subsidieontvanger meldt binnen acht weken na het gereedkomen van de instandhoudingwerkzaamheden maar uiterlijk binnen acht weken na de datum als bedoeld in artikel 12 sub b aan het college dat deze werkzaamheden zijn afgerond.

  • 2. De gereedmelding, als bedoeld in het eerste lid, wordt tevens beschouwd als aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 3. De gereedmelding, als bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a.

      een volledig overzicht van de uitgevoerde instandhoudingwerkzaamheden en een specificatie van de daarop betrekking hebbende kosten inclusief het uitgevoerde meer- en minderwerk;

    • b.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de instandhoudingwerkzaamheden.

Artikel 14 Subsidie bouwhistorisch onderzoek

  • 1. De subsidie voor bouwhistorisch onderzoek bedraagt € 250,- per uitgevoerd onderzoek.

  • 2. De subsidie voor bouwhistorisch onderzoek wordt voor hetzelfde pand slechts eenmaal verleend.

  • 3. De aanvraag geschiedt schriftelijk, onder vermelding van het pand waarop het onderzoek betrekking heeft, de aard en het doel van het onderzoek en de periode van uitvoering.

  • 4. De subsidie wordt verstrekt onder de verplichting de gemeente een afschrift van het onderzoeksrapport te verstrekken.

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college besluit binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, als bedoeld in artikel 13, tweede lid of artikel 14, derde lid, omtrent de vaststelling van de subsidie.

  • 2. Het college kan een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met zes weken verdagen.

  • 3. Betaling geschiedt binnen acht weken na bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de subsidie op een door de aanvrager opgegeven bankrekeningnummer.

Artikel 16 Overgangsbepaling

Deze subsidieregeling is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als:Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Edam-Volendam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 26 juli 2016,
het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,
drs. M.A.J.R. Hermans, secretaris.
W.J.F.M. van Beek, burgemeester.

Bijlage 1 Van Sliekerpanden zoals bedoeld in artikel 1 sub h

Panden Sliekerfonds Edam

straat

nummer

1

Breestraat

10

34

Lingerzijde

67

2

Brouwersgracht JC

26

35

Nieuwe Haven

23

3

Brouwersgracht JC

27

36

Nieuwe Haven

25

4

Brouwersgracht JC

45

37

Nieuwe Haven

34

5

Doelland

7

38

Nieuwe Haven

75

6

Eilandsgracht

6

39

Nieuwenhuizenplein J.

17

7

Gevangenpoortsteeg

5

40

Prinsenstraat

4

8

Gevangenpoortsteeg

8

41

Prinsenstraat

6

9

Grote Bult

29

42

Prinsenstraat

8

10

Grote Bult

31

43

Schepenmakersdijk

8

11

Hoogstraat

4

44

Spui

1

12

Hoogstraat

5

45

Spui

2

13

Keizersgracht

5

46

Spuistraat

6

14

Kleine Kerkstraat

1

47

Spuistraat

12

15

Kleine Kerkstraat

3

48

Spuistraat

14

16

Kleine Kerkstraat

11

49

Spuistraat

15

17

Kleine Kerkstraat

16

50

Spuistraat

33

18

Kleine Kerkstraat

20

51

Voorhaven

26

19

Kleine Kerkstraat

24

52

Voorhaven

32

20

Lingerzijde

2

53

Voorhaven

33

21

Lingerzijde

3

54

Voorhaven

44

22

Lingerzijde

5

55

Voorhaven

49

23

Lingerzijde

7

56

Voorhaven

49a

24

Lingerzijde

13

57

Voorhaven

52

25

Lingerzijde

14

58

Voorhaven

73

26

Lingerzijde

20

59

Voorhaven

85

27

Lingerzijde

38

60

Voorhaven

87

28

Lingerzijde

42

61

Voorhaven

90

29

Lingerzijde

44

62

Voorhaven

99

30

Lingerzijde

51

63

Voorhaven

103

31

Lingerzijde

53

64

Voorhaven

126

32

Lingerzijde

55

65

Voorhaven

164

33

Lingerzijde

61

66

Wijngaardsgracht

3

67

Damplein

1

 

 

Raadhuis

 

 

68

Damplein

5

 

 

Lancester

 

 

69

Nieuwenhuizenplein, J. van

5

 

 

Kaaswaag

 

 

70

Nieuwenhuizenplein, J. van

6

 

 

Doopsgezinde vermaning

 

71

Grote Kerkstraat

43

 

 

Nicolaaskerk

 

 

72

Lingerzijde

1

 

 

Speeltoren

 

 

73

Voorhaven

124

 

 

R.K. Kerk

 

 

74

Voorhaven

135

 

 

Lutherse Kerk

 

 

75

Brouwersgracht, J.C.

29

 

 

Proveniershuis

 

 

76

Grote Kerkstraat

23

 

 

Weeshuis

 

 

77

Schepenmakersdijk

16

 

 

Hoogheemraadschap US

 

Toelichting subsidieregeling gemeentelijke monumenten Edam-Volendam 

Deze subsidieregeling is een algemeen verbindend voorschrift, vastgesteld door het college krachtens artikel 3 van Algemene subsidieverordening Edam-Volendam. De regeling is vrijwel volledig gebaseerd op Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Edam-Volendam 2013. Gezien het specifieke karakter van subsidies voor gemeentelijke monumenten worden in deze regeling termijnen voor aanvraag, verlening en vaststelling van de subsidie gehanteerd die afwijken van de termijnen in de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam.

 

In onderliggende subsidieregeling wordt uitgegaan van de volgende ontwikkelingen:

  • 1.

    Door aanwijzing van gemeentelijke monumenten in de afgelopen jaren bestaat de behoefte aan een procedure voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten;

  • 2.

    In deze regeling wordt, net als in de voorgaande verordening, geen onderscheid gemaakt tussen onderhoud en restauratie. De grens tussen onderhoud en restauratie is veelal moeilijk aan te geven. De vaak gehanteerde subsidieregimes voor onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten zijn geïntegreerd in een instandhoudingsubsidie.

Artikel 1

De definitie van subsidie is genoemd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb, artikel 4:21 lid 1) en wordt in de regeling niet herhaald. De Awb verstaat onder subsidie: de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten. De activiteiten behelzen in dit geval het uitvoeren van instandhoudingwerkzaamheden, zoals in de begripsbepalingen omschreven.

 

Sub e: Subsidiabele kosten zoals beschreven in de Leidraad subsidiabele instandhoudingkosten Brim. De kosten die overwegend of uitsluitend gemaakt worden met het oog op de verbetering van het wooncomfort vallen buiten deze regeling.

Artikel 2 en 3

De artikelen 4:23 en 4:26 van de Awb vormen de wettelijke basis voor het verstrekken van subsidie. Het verstrekken van subsidie is in beginsel slechts mogelijk, indien dat geschiedt op basis van een wettelijk voorschrift zoals de onderhavige regeling. In de regeling moet worden vermeld voor welke werkzaamheden/beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt. Zonder grondslag kan er geen subsidieplafond worden vastgesteld.

 

Waar het instandhoudingswerkzaamheden betreft is deze regeling van toepassing op gemeentelijke monumenten en Van Sliekerpanden. De subsidieregeling voor bouwhistorisch onderzoek (zie artikel 14) geldt voor gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten.

 

De Van Sliekerpanden worden voorzien uit de voorziening Dirk van Sliekerfonds. Ook de Van Sliekerpanden die inmiddels de status van gemeentelijk monument hebben gekregen worden voorzien uit deze voorziening. De overige gemeentelijke monumenten in Edam en Volendam worden voorzien uit de bestemde reserve Monumenten.

 

Artikel 3 bevat de basis van het subsidieplafond dat het college jaarlijks kan vaststellen. Daarin wordt het bedrag aangegeven, dat gedurende een begrotingsjaar beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Het subsidieplafond is naar zijn aard een beperking van de verplichting van het bestuursorgaan om aan aanspraken op financiële middelen te voldoen. Met het aangeven van een jaarlijks volume van subsidiëring wordt bereikt, dat een subsidie wordt geweigerd (artikel 4:25 Awb) als de middelen zijn uitgeput die in de begroting beschikbaar zijn gesteld.

 

Overigens biedt de wet nog een voorbehoud/beperking in de subsidietitel door middel van de begrotingsvoorwaarde. Indien de begroting nog niet is vastgesteld (of goedgekeurd), kan de subsidie worden verleend onder voorwaarde dat er voldoende middelen beschikbaar worden gesteld. Ondanks de weigering van een subsidie kan het college een aanvraag overigens eenmaal doorschuiven naar een volgend jaar (artikel 11).

 

De Awb verplicht bij de subsidieplafonds verdeelregels op te stellen. In de regeling wordt als verdeelsleutel het systeem gehanteerd van: ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Door publicatie in het Gemeenteblad wordt jaarlijks het subsidieplafond bekendgemaakt.

Artikel 4

Alleen de eigenaar van een gemeentelijk monument komt voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5

Dit artikel geeft aan op welke wijze het bedrag van subsidie wordt berekend. Op basis van de subsidiabele kosten wordt een percentage van 50% aan subsidie beschikbaar gesteld. De eigenaar financiert 50% van de subsidiabele kosten zelf. Er is een bovengrens gesteld van € 5.000,- zodat meerdere eigenaren aanspraak kunnen maken op subsidie. Bij een restauratie van € 10.000,- aan subsidiabele kosten wordt dat maximum bereikt.

 

Met het tweede lid wordt beoogd aan te geven, dat een eigenaar in een periode van vijf jaar na de eerste aanvraag een beroep kan doen op een maximaal periodebedrag van € 5.000,-; dat kan dus voor verschillende werkzaamheden, in verschillende aanvragen.

Artikel 6

Welke bescheiden bij de aanvraag om subsidie moeten worden overgelegd is in dit artikel geregeld. Overeenkomstig de Awb-artikelen 4:1 en 4:4 wordt een standaardaanvraagformulier gehanteerd voor de stroomlijning van de aanvragen. In artikel 4:5 Awb wordt de wijze van afdoening geregeld voor het geval dat de benodigde stukken ontbreken. Het bestuursorgaan moet immers kunnen beschikken over alle relevante stukken alvorens een besluit te kunnen nemen op de subsidieaanvraag. Als de aanvrager verzuimt alsnog ontbrekende stukken toe te voegen, kan besloten worden de aanvraag niet verder te behandelen.

Artikel 7

In het subsidieproces zijn drie belangrijke momenten te onderscheiden, te weten de subsidieverlening, de subsidievaststelling en de betaling. De subsidieverlening is een beschikking waarbij een subsidie wordt toegekend voor een bepaalde werkzaamheid. De aanvrager verkrijgt een voorwaardelijke aanspraak op subsidie. De subsidievaststelling geeft aanspraak op betaling door het bestuursorgaan van het definitief vastgestelde bedrag. De betaling is de daadwerkelijke uitbetaling van het bedrag op een door de verkrijger opgegeven rekeningnummer.

Artikel 8

Die kosten zijn subsidiabel die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om onderdelen van een beschermd gemeentelijk monument te herstellen of te conserveren. De monumentale waarde van een beschermd gemeentelijk monument wordt in het bijzonder bepaald door de dragende delen, de vloeren en omhulsel, alsmede door die onderdelen of objecten die op grond van de Erfgoedverordening Edam-Volendam 2010 zijn beschermd vanwege hun bijzondere monumentale waarde.

 

Voor de exacte vaststelling van de subsidiabele kosten zal in beginsel de Leidraad subsidiabele instandhoudingkosten Brim worden gehanteerd. Deze leidraad biedt duidelijke richtlijnen voor de bepaling van de kosten die voor de instandhouding van de monumentale waarde van een pand in aanmerking komen voor subsidie. De leidraad is opgesteld voor rijksmonumenten maar ook van toepassing op gemeentelijke monumenten.

 

De legeskosten die de eigenaar moet betalen voor de aanvraag omgevingsvergunning, activiteit monument, zijn als subsidiabele kosten opgenomen.

Artikel 9

Dit artikel geeft aan voor welke werkzaamheden het college subsidie kan verlenen. Onder casco wordt verstaan: de hoofdstructuur van het gemeentelijk monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven. Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur). Het gaat hier om zaken als schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, (muur)schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen. De in monumentaal opzicht niet als waardevol aangemerkte elementen vallen dus nadrukkelijk buiten de subsidiëring.

Artikel 10

In dit artikel worden weigeringsgronden opgenomen, die het de gemeente mogelijk maken uit beleidsmatige overwegingen een aanvraag niet te honoreren. Daarnaast bevat de Awb in artikel 4:35 enige subjectieve weigeringsgronden: zij geven het bestuursorgaan de gelegenheid te toetsen of er gegronde redenen bestaan om aan te nemen of de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden, de aanvrager niet zal voldoen aan de opgelegde verplichtingen of de aanvrager niet op behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen.

 

Daarnaast zijn er in de Awb enkele objectieve weigeringsgronden: het verwijtbaar leveren van onjuiste gegevens en het voorkomen dat de subsidie in een failliete of in een in surseance gaande of verkerende boedel terechtkomt. De bijzondere weigeringsgrond, namelijk overschrijding van het subsidieplafond is niet opgenomen in de regeling omdat dit al een wettelijke weigeringsgrond is (artikel 4:25, lid 2 Awb).

Artikel 11

Op grond van de Awb is overschrijding van het subsidieplafond een verplichte weigeringsgrond. Is het plafond bereikt, dan kunnen aanvragen doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Deze aanvragen komen dan als vroege aanvragen bovenop de stapel. Daarmee wordt recht gedaan aan de relatief zware vereisten voor de subsidieaanvraag.

Artikel 12

Bij de subsidieverlening moet aan de ontvanger duidelijkheid worden gegeven over zijn verplichtingen, dat wil zeggen de condities waarop subsidie wordt verleend.

 

Artikel 4:37 Awb geeft enige verplichtingen voor de subsidieontvanger met betrekking tot onder meer de administratie van de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, de te verzekeren risico’s, het afleggen van rekening en verantwoording, het beperken en wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden.

 

Op grond van artikel 4:38 zijn de termijnen van zes maanden (sub a) en een jaar (sub b) in de regeling opgenomen. De aanvrager heeft de verplichting om binnen deze termijnen te starten en de instandhoudingwerkzaamheden te voltooien. Dit om een snelle uitvoering van instandhoudings­werkzaamheden te stimuleren. Met het oog op een goed onderhoud, om grotere en duurdere instandhoudingwerkzaamheden in de toekomst te voorkomen, wordt ten behoeve van de instandhouding van het gemeentelijk monument de verplichting tot goed onderhoud verwoord.

Artikel 13

In de regeling wordt de gereedmelding van de werkzaamheden beschouwd als de aanvraag om de vaststelling van de subsidie. Daarbij legt overeenkomstig artikel 4:45 Awb de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover van belang voor de subsidiëring. Artikel 4:46 Awb geeft aan in welke gevallen de subsidie lager gesteld kan worden.

Artikel 14

Met bouwhistorisch onderzoek wordt bedoeld het in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument (zie artikel 1 van de Erfgoedverordening Gemeente Edam-Volendam 2010).

 

Anders dan bij de subsidie voor instandhouding kunnen ook eigenaren van rijksmonumenten en provinciale monumenten een beroep doen op deze subsidie. De subsidie bedraagt € 250,- per onderzoek, kent een lichte aanvraagprocedure en wordt direct vastgesteld en uitbetaald. Wel dient de aanvrager na uitvoering van het onderzoek een afschrift van de rapportage aan de gemeente te verstrekken.

 

Eigenaren van Van Sliekerpanden die geen monument zijn kunnen geen beroep doen op dit aspect van de regeling.

Artikel 15

Als blijkt dat de subsidie door een onjuiste of onvolledige opgave is verleend dan wel een voorschrift als bedoeld in deze regeling niet is nageleefd kan het college een besluit tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot uitbetaling van de subsidie overgaan en al uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen (afdeling 4.2.6 en 4.2.7 Awb). Een lager subsidiebedrag vaststellen dan is verleend kan alleen op grond van de in artikel 4:46, tweede lid genoemde gronden. Hoger vaststellen is niet mogelijk (zie onder andere ECLI:NL:RVS:2005:AT5697, ABRvS 15/12/04, AB 2005, 276).

Artikel 16

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor het van kracht worden van deze regeling, worden afgehandeld op grond van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Edam-Volendam 2013.

Artikel 17

De bekendmaking en inwerkingtreding van de regeling is gebaseerd op artikel 139 van de Gemeentewet. De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Edam-Volendam 2013 wordt door de raad ingetrokken nadat de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam is vastgesteld en in werking is getreden.

Artikel 18

Dit artikel noemt de naam van de regeling.