Regeling vervallen per 08-07-2021

Verordening havens en openbaar water gemeente Edam-Volendam.

Geldend van 22-12-2017 t/m 07-07-2021

Intitulé

Verordening havens en openbaar water gemeente Edam-Volendam.

Voorstel no. 100-2017

Agenda no. 7

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is om kaders te creëren waarmee de gemeentelijke belangen in de havens en het openbaar water worden beschermd en dat tegelijkertijd de rechten en plichten van het vaartverkeer inzichtelijk worden gemaakt;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende

Verordening havens en openbaar water gemeente Edam-Volendam.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ligplaats: plaats ingericht of gebruikt om er met een vaartuig voor anker te liggen, af te meren of op enigerlei andere wijze met de vaste grond verbonden hebben van een vaartuig;

  • b.

    haven:

    - te Edam: de Buitenhaven, het Oorgat, de Nieuwe Haven, het gedeelte van de Nieuwe Haven tot de oostelijke ringvaart van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

    - te Volendam: de haven aan de zijde van het IJsselmeer begrensd door de denkbeeldige lijn tussen de uiteinden van de beide havenhoofden, inclusief de buitensteiger;

  • c.

    openbaar water: water dat voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk is;

  • d.

    rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

  • e.

    vaartuigen: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten;

  • f.

    woonschepen: schepen uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd.

Artikel 2. Nadere regels

Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats:

a.nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, de volksgezondheid, de veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

b.beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

Artikel 3. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 4. Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden

Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd, gewijzigd of worden ingetrokken als:

a.dit noodzakelijk is in het belang van de openbare orde, de volksgezondheid, de veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

b.dit in strijd is met het geldende bestemmingsplan;

c.ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

d.op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

e.de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

f.hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

g.de houder dit verzoekt.

Artikel 5. Geldigheidsduur

Een vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

Artikel 6. Aanwijzing havenmeester

Het college wijst een havenmeester aan.

HOOFDSTUK 2. ORDE IN EN GEBRUIK VAN DE HAVEN EN OPENBAAR WATER

Artikel 7. Vergunning voor voorwerpen op, in of boven openbaar water

  • 1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden zonder vergunning van het college een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben.

  • 2. De vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd, indien een voorwerp door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 3. Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 4. Het verbod in het eerste en derde lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.

Artikel 8. Ligplaatsvergunning woonschepen

Het is verboden zonder ligplaatsvergunning van het college met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen.

Artikel 9. Meldingsplicht bij havenmeester

Een rechthebbende die met zijn vaartuig ligplaats wil innemen in de haven, meldt dit bij aankomst aan de havenmeester. Hij meldt hierbij zijn naam, de naam van het vaartuig en desgevraagd de aard van de lading, alsmede de herkomst en de bestemming daarvan.

Artikel 10. Aanwijzingen ligplaats

  • 1. Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente, in het bijzonder ter regeling van het vaartverkeer, het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats en ter voorkoming van gevaar, schade of hinder.

  • 2. De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

  • 3. Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet of de Provinciale vaarwegenverordening.

Artikel 11. Handelen in strijd met aanwijzingen

Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met de krachtens artikel 10 gegeven aanwijzingen.

Artikel 12. Aangewezen gedeelten van openbaar water

  • 1. Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening of de Provinciale landschapsverordening.

Artikel 13. Duur innemen ligplaats

  • 1. Het is verboden met een vaartuig langer dan zeven dagen achtereen te verblijven in de haven.

  • 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover de rechthebbende is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Edam-Volendam.

  • 3. Als een vaartuig terugkeert zonder dat er sprake is geweest van bedrijfsmatig vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Binnenvaartwet, wordt de looptijd dan wel overschrijding van de periode bedoeld in het eerste lid, geacht niet te zijn onderbroken dan wel beëindigd.

  • 4. Het college kan van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 14. Maximale lengte vaartuig

  • 1. Het is verboden met een vaartuig waarvan de lengte meer dan veertig meter bedraagt, te verblijven in de haven of op het openbaar water.

  • 2. Het college kan van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 15. Vastleggen van een vaartuig

1.Onverminderd het bepaalde in het Burgerlijk Wetboek is het verboden een vaartuig vast te leggen of vastgelegd te houden met een slot.

2.Het college kan van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 16. Verrichten van werkzaamheden

Het is verboden op, in of boven de haven of het openbaar water een vaartuig te slopen of aan een vaartuig werkzaamheden te verrichten die verband houden met de aanpassing, het herstel of de verbetering van het vaartuig, tenzij:

  • a.

    het vaartuig ligplaats heeft op of bij een scheepswerf waarvoor een vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend;

  • b.

    hiervoor toestemming is verkregen door het college.

Artikel 17. Gebruik van het vaartuig

Het is verboden een afgemeerd vaartuig te gebruiken voor het houden van vast verblijf of het uitoefenen van een bedrijf voor zover het geen visserij betreft.

Artikel 18. Verbod waterscooters en zeilplanken in de haven

  • 1. Het is verboden met een waterscooter of soortgelijk vaartuig in de haven te varen. Onder waterscooter wordt verstaan: een snelle motorboot gebouwd of ingericht om door een of meer personen skiënd door of over het water te worden voortbewogen.

  • 2. Het is verboden met een zeilplank of soortgelijk vaartuig in de haven te varen. Onder zeilplank wordt verstaan: een klein zeilschip voorzien van een vrij bewegende zeiltuigage, die is gemonteerd op een in alle richtingen draaibare mastvoet en die tijdens het zeilen niet in een vaste positie wordt ondersteund.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor bestuurders van waterscooters:

    • a.

      ten dienste van de politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening;

    • b.

      die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd.

  • 4. Het college kan van het verbod in het eerste en tweede lid ontheffing verlenen.

Artikel 19. Beschadigen van waterstaatswerken

  • 1. Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.

  • 2. De rechthebbende op een vaartuig is verplicht, wanneer zijn vaartuig schade heeft toegebracht aan enig werk, hiervan onmiddellijk kennis te geven aan het college.

  • 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale vaarwegenverordening.

Artikel 20. Veiligheid op het water

Het is verboden zich met een vaartuig zodanig te gedragen dat het vaartverkeer gevaar, schade of hinder kan ondervinden.

Artikel 21. Verwaarloosde en gezonken vaartuigen

  • 1. Het is verboden met een vaartuig dat in onvoldoende staat van onderhoud is of in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert ligplaats in te nemen of te hebben.

  • 2. Het college kan een vaartuig, zo dikwijls als zij dit nodig acht, onderwerpen aan een onderzoek door een door hen aangewezen deskundige. De rechthebbende is verplicht medewerking te verlenen aan het onderzoek.

  • 3. Indien een afgekeurd vaartuig is hersteld, mag dit niet eerder in gebruik worden genomen dan nadat het door het college op grond van een nieuw deskundigenonderzoek is goedgekeurd.

  • 4. De rechthebbende van een gezonken vaartuig is verplicht het vaartuig onmiddellijk te verwijderen of te doen verwijderen.

Artikel 22. Verplaatsen van vaartuigen

  • 1. Als geen gevolg wordt gegeven aan een krachtens artikel 10 gegeven opdracht een vaartuig te verplaatsen, kan het college het vaartuig voor rekening en risico van de rechthebbende verplaatsen of doen verplaatsen.

  • 2. In spoedeisende gevallen of als de rechthebbende onbekend is, kan het college het vaartuig voor rekening en risico van de rechthebbende direct verplaatsen of doen verplaatsen.

HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 23. Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens enig artikel van deze verordening bepaalde en op de grond van artikel 3 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 24. Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de aangewezen havenmeester, de buitengewoon opsporingsambtenaren openbare ruimte, alsmede ambtenaren van de politie, bedoeld in artikel 141, onder b van het Wetboek van Strafvordering.

  • 2. Het college dan wel de burgemeester kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Artikel 25. Betreden van woonruimten

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 26. Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordeningen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. De ‘Verordening op het gebruik van de havens en binnenwateren in de gemeente Edam-Volendam’ wordt ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 26 tweede lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 28. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening havens en openbaar water gemeente Edam-Volendam.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-Volendam
in zijn openbare vergadering d.d. 14 december 2017
De griffier, De voorzitter,
mr. M. van Essen L.J. Sievers

Tekening haven Volendam

Tekening haven Edam