Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010

Geldend van 18-04-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010

De raad van de gemeente Eijsden- Margraten,

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedzaken;

mede gelet op het bepaalde in artikel 6, tweede lid, van de Wet geurhinder en veehouderij

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissing inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege die tot die veehouderij behorende dierverblijven:Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010

Artikel 1: begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    bebouwde kom: de kernen van gemeente Eijsden zoals opgenomen in bijlage II van de gebiedsvisie.

  • ·

    geurgevoelig object: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

  • ·

    veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • ·

    Wet:de Wet geurhinder en veehouderij;

Artikel 2: aanwijzing gebieden

Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 2 en 3, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied:

het gehele grondgebied van de gemeente Eijsden;

Artikel 3: afwijkende waarden voor ou-dieren

Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, tweede lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld”, en een binnen de gemeente Eijsden voormalige agrarische bedrijfswoning (of geurgevoelig object) die op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij:

  • a.

    binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

  • b.

    buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.

Artikel 4: afwijkende waarden voor vaste afstandsdieren

Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld”, en een binnen de gemeente Eijsden gelegen geurgevoelig object:

  • a.

    binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

  • b.

    buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.

Artikel 4a: Afwijkende waarden voor geurgevoelige objecten die zijn afgesplitst van de eigen veehouderij (en dus niet meer tot de inrichting behoren

  • a.

    Op grond van artikel 6, lid 2 van de Wet geurhinder en veehouderij en in afwijking van artikel 3, tweede lid en artikel 4, eerste lid, Wet geurhinder en veehouderijen bedraagt de geurnorm tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie, waarvoor bij ministeriële regeling een geurmissiefactor is vastgesteld en geurgevoelig object, dat is afgesplitst van de eigen veehouderij, waarbij dit geurgevoelig object niet meer tot de inrichting behoort:

    25odeur units/m3 lucht, ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom. De geurbelasting wordt overeenkomstig het bepaalde artikel 2 van de Regeling geurhinder en veehouderij bepaald.

  • b.

    Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet geurhinder en veehouderij en in afwijking van artikel 4, eerste lid van deze wet, alsmede artikel 4 van deze verordening, bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie, waarvoor niet bij ministeriële regeling een geurmissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object dat is afgespilitst van de eigen veehouderij, waarbij dit geurgevoelig object niet meer totde inrichting behoort:

    0 meter, ongeacht de liggen binnen of buiten de bebouwde kom.

Artikel 5: afwijkende waarden voor geurgevoelige objecten die zijn afgesplitst van de eigen veehouderij (en dus niet meer tot de inrichting behoren)

  • a. Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3 en artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de geurnorm tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld” en een geurgevoelig object dat is afgesplitst van de eigen veehouderij (waarbij dit geurgevoelig object dus niet meer tot de inrichting behoort):

    • -

      25 ouE/m3 ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom

De geurbelasting wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling geurhinder en veehouderij bepaald

b.Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv alsmede artikel 4 van deze verordening, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld” en een geurgevoelig object dat is afgesplitst van de eigen veehouderij (waarbij dit geurgevoelig object dus niet meer tot de inrichting behoort):

-0 meter ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom.

Artikel 6: inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 18 april 2011.

Artikel 7: citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010”.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Eijsden-Margraten in de openbare vergadering van 5 april 2011

De griffier, De voorzitter

Dhr. H.J. Waterborg Dhr J.H.M. Bronckers