Beleidsnotitie Antenne-installaties 2012

Geldend van 10-01-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie Antenne-installaties 2012

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedzaken;

besluit:

vast te stellen de Beleidsnotitie Antenne-installaties 2012 en te bepalen dat deze de toetsingskader vormt voor de planologische medewerking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 december 2012.

De griffier, De Voorzitter,

Mr. M.G.A.J.T. Verbeet, D.A.M. Akkermans

Inleiding

Het gebruik van mobiele telefoons en mobiele netwerken is tegenwoordig niet meer weg te denken. Mobiele communicatie is niet mogelijk zonder antennes.

De voormalige gemeente Margraten kende beleid met betrekking tot de vestigingsmogelijkheden van antennemasten. De voormalige gemeente Eijsden kende geen specifiek antennebeleid.

Met de fusie is de behoefte ontstaan aan een eenduidig beleid over antenne-installaties voor de gemeente Eijsden-Margraten.

In deze beleidsnotitie zal worden aangegeven wanneer en onder welke voorwaarden de gemeente bereid is mee te werken aan verzoeken om plaatsing van antenne-installaties binnen het grondgebied van de gemeente.

De beleidsnotitie Antenne-installaties 2012 dient op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht te worden geïnterpreteerd als een beleidsregel.

1.Definities

Antenne-installatie

Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur met bijbehorende bevestigingconstructie ten behoeve van telecommunicatie, radio en televisie en andere vormen van communicatie waar een antenne-installatie voor benodigd is.

Antennedrager

Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

Site Sharing

Het delen van antenne-opstelpunten (bouwwerken of antennedrager).

Een antennemast is derhalve slechts een onderdeel van een antenne-installatie.

In deze notitie zal daarom gesproken worden over een antenne- installatie in plaats van antennemast met uitzondering onder punt 2.3 paraplubestemmingsplan Margraten.

2. Wettelijke kaders

2.1 Nationaal Antennebeleid

De Rijksoverheid heeft in het kader van het oprichten van antenne-installaties beleid vastgelegd in het Nationaal Antennebeleid. Het Nationaal Antennebeleid concentreert zich op een drietal beleidsthema’s:

  • -

    het aanpassen van relevante wet- en regelgeving,

  • -

    het meer in evenwicht brengen van de vraag naar en het aanbod van opstelpunten,

  • -

    de communicatie en informatieverspreiding.

Om ervoor te zorgen dat netwerken voor mobiele communicatie snel gebouwd kunnen worden, heeft de rijksoverheid er in het Nationaal Antennebeleid voor gekozen een groot gedeelte van de antenne-installaties omgevingsvergunningvrij te maken.

2.2 Milieu

De twee meest voorkomende situaties waardoor een antenne-installatie omgevingsvergunningsplichtig is voor de activiteit oprichten van een milieu-inrichting, zijn:

  • -

    als de antenne-installatie een ingangsvermogen heeft van meer dan 4 kW;

  • -

    als de zendinrichting één of meer elektromotoren of verbrandingsmotoren heeft met een vermogen of een gezamenlijk vermogen van minimaal 1,5 kW.

Antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie werken meestal met opgenomen vermogens die veel lager zijn dan 4 kW.

Daarom is in de meeste gevallen geen omgevingsvergunning nodig voor het oprichten van een milieu-inrichting.

2.3. Paraplubestemmingsplan Margraten

In het paraplubestemmingsplan Margraten is een onderscheid gemaakt tussen het plaatsen van antennemasten op bestaande gebouwen en voor antennemasten die vrijstaand geplaatst worden.

Antennemasten op bestaande gebouwen, niet zijde woningen, zijn toegestaan mits er geen sprake is van een monument, aantasting van het stedenbouwkundig beeld ter plaatse, en een aantasting van het woonklimaat.

Voor antennemasten die vrijstaand worden geplaatst, dient allereerst wat betreft de locatie keuze de volgende volgorde te worden aangehouden:

  • -

    in eerste instantie moet de antennemast worden geplaatst op/aan bestaande masten of andere infrastructurele werken (shite sharing);

  • -

    indien site sharing om technische redenen niet mogelijk is, wordt de antennemast op een industrieterrein of een sportterrein geplaatst;

  • -

    indien dit niet mogelijk is wordt plaatsing aan de randen van de kernen voorgestaan;

  • -

    indien dit ook niet mogelijk is wordt plaatsing in het buitengebied toegestaan.

Het plaatsen van vrijstaande antennemasten in de kernen is niet mogelijk.

Aanvullend zijn de volgende voorwaarden opgenomen:

  • -

    een antennemast mag niet leiden tot aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap;

  • -

    de antennemast dient te passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijke beeld ter plaatse;

  • -

    de antennemast dient zoveel mogelijk in de omgeving worden ingepast;

  • -

    andere waarde en belangen mogen niet onevenredig worden aangetast.

Daarnaast mag de antennemast maximaal 40 meter hoog zijn en niet worden geplaatst in beschermde dorpsgezichten en of nabijheid van monumenten (tenzij het beschermde dorpsgezicht of monument niet wordt aangetast) en niet in gebieden behorende tot de EHS, POG en/of Natura 2000.

3.Visie gemeente Eijsden-Margraten

Wat betreft antenne-installaties is er enerzijds de wens en de noodzaak om binnen de gemeente te beschikken over goede communicatiemogelijkheden. Anderzijds moet voorkomen worden een wildgroei aan antenne-installaties. De gemeente Eijsden-Margraten kiest er daarom dan ook vast te houden aan het beleid zoals vastgelegd in het paraplubestemmingsplan Margraten (zie onder 2.4). Dit betekent dat een aanvrager (provider) zal moeten aantonen waarom een bepaalde locatie noodzakelijk is. Bijvoorbeeld waarom site sharing niet tot mogelijkheden behoort. Op deze wijze kan een zorgvuldige inpassing gewaarborgd worden.

4.Voorwaarden

Burgemeester en wethouders zijn bereid om aan de aanvraag om oprichting van een antenne-installatie medewerking te verlenen met dien verstande dat:

  • 1.

    antenne-installaties op daken van bestaande gebouwen, niet zijnde woningen en voor zover niet vergunningsvrij, zijn toegestaan, mits er geen sprake is van:

    • -

      een monument;

    • -

      aantasting van het stedenbouwkundige beeld ter plaatse;

    • -

      aantasting van het woonklimaat.

  • 2.

    antenne-installaties die niet op bestaande gebouwen worden opgericht, zijn toegestaan, mits:

    • -

      dit niet leidt tot aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap;

    • -

      de antenne-installatie maximaal 40 meter bedraagt;

    • -

      de antenne-installatie niet in beschermde dorpsgezichten dan wel in de nabijheid van monumenten wordt geplaatst tenzij het beschermde dorpsgezicht of monument hierdoor niet wordt aangetast;

    • -

      de antenne installatie niet wordt geplaatst in gebieden behorende tot de EHS, POG en/of

      Natura 2000 of de bestemming Natuur hebben;

    • -

      bij het oprichten van antenne-installaties wat betreft plaatsing van antenne-installaties de

      hier genoemde volgorde wordt aangehouden;

      • A.

        in eerste instantie moet de antenne-installatie worden geplaatst op/aan bestaande antenne-installaties of andere infrastructurele werken (site sharing);

      • B.

        indien site sharing om technische redenen niet mogelijk is, wordt de antenne-installatie op industrieterrein/sportterrein geplaatst;

      • C.

        indien dit mogelijk is wordt plaatsing aan de randen van de bebouwde kom voorgestaan;

      • D.

        indien dit ook niet mogelijk is, wordt plaatsing in het buitengebied toegestaan.

5. Procedure

De in voorliggende beleidsnotitie opgenomen regeling voor antenne-installaties zal in alle toekomstige gemeentelijke bestemmingsplannen worden opgenomen.

Hoewel een beleidsnota juridisch gezien niet in de plaats kan treden van bepalingen uit vastgestelde bestemmingsplannen, is het wel het streven van de gemeente om het in deze beleidsnota vastgestelde beleid direct binnen de volledige gemeente toe te passen. Dit om de uniformiteit van de regelgeving binnen de gemeente te kunnen waarborgen, en rechtsongelijkheid te voorkomen.

De bestaande situatie, waarin binnen de gemeente per gebied een ander beleid en regels gelden, leiden immers tot onnodige verwarring en ongelijkheid.

Indien een aanvraag voor een antenne-installatie past binnen de voorwaarden genoemd in deze notie maar in strijd is met het vigerende bestemmingsplan kan medewerking verleend worden door toepassing van artikel 4 lid 5 Bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor), de zogenaamde kruimelgeval procedure.