Beleidsnotitie Veldschuren/schuilgelegenheden 2012

Geldend van 10-01-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie Veldschuren/schuilgelegenheden 2012

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedzaken;

Besluit:

vast te stellen de beleidsnotitie Veldschuren/schuilgelegenheden 2012 en te bepalen dat deze de toetsingskader vormt voor de planologische medewerking.

Aldus besloten in de openbare veragdering van 18 december 2012.

De griffier, De voorzitter,

Mr. M.G.A.J.T. Verbeet, D.A.M. Akkermans

Inleiding

Er steeds meer behoefte aan veldschuren/schuilgelegenheden voor het hobbymatig houden van dieren in het buitengebied. Gelet hierop is in het bestemmingsplan Buitengebied Margraten 2009 inclusief

1e herziening 2010, als in het bestemmingsplan Buitengebied Eijsden regels opgenomen voor veldschuren/schuilgelegenheden. Met de fusie is behoeft ontstaan aan een eenduidig beleid voor deze bouwwerken in de gemeente Eijsden-Margraten

De beleidsnotitie veldschuren/schuilgelegenheden dient op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht te worden geïnterpreteerd als een beleidsregel.

1.Definities

Veldschuur/Schuilgelegenheid

Een overdekte ruimte die maximaal aan 3 zijden is omsloten door wanden, waarvan het/de betreffende dier(en) gebruik moeten kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter uit oogpunt van dierenwelzijn en waarbij in en nabij de schuilgelegenheid en waarbij in en nabij de veldschuur/schuilgelegenheid geen opslag is toegestaan met uitzonder van voer en stro in de veldschuur/schuilgelegenheid.

Perceel

Een stuk grond dat eenzelfde gebruik heeft en is omgeven door een duidelijke herkenbare grens in de vorm van bijvoorbeeld heggen, afrasteringen, sloten of greppels.

2. Buitengebied – hobbymatig houden van dieren - dierenwelzijn

Op dit moment is er een ontwikkeling aan de gang in het buitengebied waarbij, als gevolg van schaalvergroting, agrariërs steeds vaker hun bedrijf beëindigen, dan wel op andere activiteiten overstappen. Het gevolg hiervan is dat steeds meer weilanden leeg staan. Dit maakt het buitengebied er niet altijd aantrekkelijker op. Daarnaast zien we op dit moment een ontwikkeling waarbij steeds vaker dieren hobbymatig gehouden worden door burgers die woonachtig zijn in het buitengebied.

Gekoppeld aan het hobbymatig houden van dieren bestaat ook de nut en noodzaak om deze dieren bescherming te bieden tegen regen en kou in de vorm van een veldschuur/schuilgelegenheid. Aanvragers wonen niet altijd in de directe omgeving van het weiland zodat er niet aangehaakt kan worden bij bestaande bebouwing. Aldus ontstaat de wens voor een solitaire schuilgelegenheid.

3. Visie gemeente Eijsden-Margraten

Uitgangspunt van het beleid is het zoveel mogelijk faciliteren van de vraag naar veldschuren/schuilgelegenheden met name vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. Het huidige beleid dat veldschuren/schuilgelegenheden alleen gesitueerd mogen worden in gebieden die aangeduid zijn met Overige- hoogstamboomgaarden/Overige – concentratiegebied hoogstamboomgaarden zal worden losgelaten. Mits aan de voorwaarden wordt voldaan (zie onder 4) zal een veldschuur schuilgelegenheid toegestaan zijn binnen de bestemming Agrarisch of Agrarisch met Waarden.

Echter niet alle gebieden zijn geschikt voor het houden van hobbydieren en hoeven daarom niet de mogelijkheid te bieden om veldschuren/schuilgelegenheden. Bijvoorbeeld natuur en bosgebieden. Uitgesloten blijft daarom gebieden die een Natuurbestemming hebben, gronden waaronder andere de ecologische hoofdstructuur in is gelegen.

Gebleken is dat de huidige maximum oppervlakte van 12m2 voor een veldschuur/schuilgelegenheid aan de krappe kant is. Dit wordt verruimd naar maximaal 18 m2.

Daarnaast wordt het ook mogelijk om op percelen kleiner dan 1 ha een veldschuur/schuilgelegenheid te realiseren. Dit omdat het hobbymatig houden van vee veelal plaats vindt op percelen kleiner dan 1 ha.

Als ondergrens zal gehanteerd worden een perceelsgrootte van minimaal 1000 m2 of aaneensluitende percelen die gezamenlijk een oppervlak van minimaal 1000 m2 hebben en van één kadastrale eigenaar zijn.

Landschappelijk inpassing

Voorkomen met worden dat het buitengebied te veel verrommelt. Daarom is een goede landschappelijke inpassing noodzakelijk. Deze bestaat enerzijds uit de situering van de veldschuur/schuilgelegenheid op het perceel, bijvoorbeeld aan de randen van een perceel, nabij bestaande bosschages, houtwallen, begroeiingen of erf afscheidingen. Anderzijds door wat betreft materiaalgebruik bij een veldschuur/schuilgelegenheid uit te gaan van houten wanden, bijvoorbeeld gepotdekselde (gedeeltelijke over elkaar gespijkerde planken) in houtnatuurlijke kleur.

Het gebruik van betonnen, ijzeren (o.a. stalen damwandprofielen) of kunststofwanden is niet toegestaan. Bij een schuine afdekking dient het dak bijvoorbeeld te bestaan ut antraciete cementvezelplaten of blauw/grijs gesmoorde donkere keramische of betonnen dakpannen.

De dorpsbouwmeester zal altijd een oordeel moeten geven over de uitstraling van een veldschuur/schuilgelegenheid.

Gebruik

Het gebruik moet daadwerkelijk gericht zijn op een veldschuur/schuilgelegenheid en geen stal. Dat wil zeggen dat alle binnen en buiten opslag bijvoorbeeld landbouwgereedschap( bouw)materialen, mest e.d. verboden is met uitzondering van binnenopslag van voer en stro. Verder moeten de dieren de mogelijkheid hebben om vrij in en uit te kunnen lopen. Daarom mag de veldschuur/schuilgelegenheid maximaal door drie wanden omsloten zijn.

4.Voorwaarden

Voor het oprichten van een veldschuur/schuilgelegenheid ten behoeve van het hobbymatig houden van dieren gelden de volgende voorwaarden:

  • -

    veldschuur/schuilgelegenheid is uitsluitend binnen de bestemming Agrarisch en Agrarisch met Waarde toegestaan;

  • -

    uitsluitend ten behoeve van met het agrarisch gebruik van het buitengebied overeenkomend gebruik;

  • -

    er wordt voorzien in een afdoende landschappelijke inpassing;

  • -

    maximaal 1 schuilgelegenheid per perceel van 1000 m2 of aaneensluitende percelen die gezamenlijk een oppervlak van minimaal 1000 m2 hebben en van één kadastrale eigenaar zijn;

  • -

    de veldschuur/schuilgelegenheid mag maximaal door drie wanden omsloten zijn;

  • -

    de goothoogte mag maximaal 2.5 m bedragen;

  • -

    de nokhoogte ten hoogste 3.5 meter mag bedragen;

  • -

    de maximale oppervlakte van de veldschuur/schuilgelegenheid mag ten hoogste 18 m2 bedragen

  • -

    er mag geen binnen en buiten opslag plaatsvinden met uitzondering van binnenopslag van voer en stro.

5. Procedure

De in voorliggende beleidsnotitie opgenomen regeling voor veldschuren en schuilgelegenheden zal in alle toekomstige gemeentelijke bestemmingsplannen worden opgenomen.

Hoewel een beleidsnota juridisch gezien niet in de plaats kan treden van bepalingen uit vastgestelde bestemmingsplannen, is het wel het streven van de gemeente om het in deze beleidsnota vastgestelde beleid direct binnen de volledige gemeente toe te passen. Dit om de uniformiteit van de regelgeving binnen de gemeente te kunnen waarborgen, en rechtsongelijkheid te voorkomen.

De bestaande situatie, waarin binnen de gemeente per gebied een ander beleid en regels gelden, leiden immers tot onnodige verwarring en ongelijkheid.

Indien een aanvraag voor een veldschuur/schuilgelegenheid past binnen de voorwaarden genoemd in deze nota maar in strijd is met het vigerende bestemmingsplan zal zo veel mogelijk medewerking worden verleend doormiddel van het reguliere omgevingsvergunning traject.