Regeling vervallen per 05-03-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Eijsden-Margraten houdende regels omtrent de raadscommissies Verordening op de raadscommissies Eijsden-Margraten 2014

Geldend van 24-07-2018 t/m 04-03-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Eijsden-Margraten houdende regels omtrent de raadscommissies Verordening op de raadscommissies Eijsden-Margraten 2014

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gelezen het voorstel van het presidium;

Besluit :

  • 1.

    De verordening op de raadscommissies Eijsden-Margraten 2014 vast te stellen.

  • 2.

    De verordening op de raadscommissies Eijsden-Margraten 2011 in te trekken.

  • 3.

    De inwerkingtreding en de intrekkingsdatum te bepalen op 1 mei 2014.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2: Instelling, taken en samenstelling

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      raadscommissie Algemene zaken, Middelen en Milieu (AZMM) waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

      • Openbare orde en veiligheid

      • Communicatie en branding

      • Organisatieontwikkeling

      • Financiën en belastingen

      • Bedrijfsvoering

    • b.

      raadscommissie Zorg en welzijn (ZW) waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

      • WMO zorg

      • Jeugdbeleid

      • Sport

      • Volksgezondheid

      • Welzijn (Onderwijs, subsidiebeleid, bibliotheken, accommodaties)

      • Kunst en cultuur

    • c.

      raadscommissie Fysieke Leefomgeving, Milieu en Economie (FME) waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

      • Ruimtelijke ordening

      • Volkshuisvesting

      • Vervoer en mobiliteit

      • Openbare ruimte (openbare werken, infra&riool, waterbeheer, grondzaken)

      • Natuur en landschapsontwikkeling

      • Verkeer

      • Monumenten en immaterieel erfgoed

      • Economische zaken (Handel, bedrijventerreinen, markten)

      • Recreatie en toerisme

      • Milieu en duurzaamheid

  • 2. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke commissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 3. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3: Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    Bespreekt voorstellen of onderwerpen die betrekking hebben op de in artikel 2 lid 1 genoemde beleidsvelden, met als doel zich een beeld te vormen ter voorbereiding op de oordeelsvorming en besluitvorming in de raad.

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

Artikel 4: Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. In een raadscommissie hebben per collegevormende fractie 4 leden zitting en hebben van de overige fracties 2 leden per fractie zitting. Van de af te vaardigen commissieleden per fractie is minimaal 1 lid een raadslid.

  • 2. De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd. Commissieleden kunnen elkaar vervangen in de commissies.

  • 3. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

Artikel 5: Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      Het leiden van de vergadering

    • b.

      Het handhaven van de orde

    • c.

      Het doen naleven van deze verordening

    • d.

      Hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6: Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een commissielid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan een commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 7: De commissiegriffier

  • 1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar, als commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2: De vergaderingen

Artikel 8: Burgemeester en wethouders

De voorzitter nodigt de portefeuillehouder uit aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Paragraaf 1: Voorbereidingen

Artikel 9: Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies plaats in de week voorafgaande aan de raadsvergadering. Het presidium stelt het vergaderschema van de raad en de sommissies vast.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies beginnen in de regel om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10: De oproep

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 11, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11: Aanvullende agenda, vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 12: Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst..

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 13: Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      De datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      De wijze waarop en de plaats waar een iedere de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      De mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in het reglement van orde van de raad.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de internetsite van de gemeenten geplaatst.

Paragraaf 2: De vergadering

Artikel 14: Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15: Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

  • 2. Als een kwartier na het geplande aanvangstijdstip ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 16: Het verslag

  • 1. Een commissiegriffier draagt zorg voor verslagen van vergaderingen.

  • 2. Een verslag bevat in ieder geval

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene onder vermelding van de namen van de sprekers;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de commissieleden die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 16 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Een conceptverslag worden gelijktijdig met de verzending aan de commissieleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de vergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of het niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot wijziging dient 48 uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk bij den griffie te worden ingediend.

  • 5. Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de commissievoorzitter en commissiegriffier.

  • 6. Als verslagen elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 17: Advies, geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van, stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 18: Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19: Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet worden gevoerd over:

    • a.

      Een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep open staat of heeft opengestaan;

    • b.

      Benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      Een gedraging waarover een klacht ex artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffie. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering;

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergaderingen toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering. De voorzitter of een lid van de raadscommissies doet een voorstel over de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 20: Handhaving van de orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 21: Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een verzoek van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22: Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissies beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23: Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raadscommissie genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Paragraaf 3: Besloten vergaderingen

Artikel 24. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 25. Verslag besloten vergadering

  • 1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de griffie.

  • 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 26: Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, lid 1 van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 27: Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4: Toehoorders en pers

Artikel 28: Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 29: Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de voorzitter.

Artikel 30: Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2014.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies Eijsden-Margraten 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 april 2014.

De griffier,

Mr. M.G.A.J.T. Verbeet

De voorzitter,

D.A.M. Akkermans